Gebruikershandleiding
Inhoud Namen van dingen en hun functie..................4 Paneel................................................................................................. 4 Zijpaneel ............................................................................................. 7 Regelkaarten gebruiken? ...............................8 Wat is een regelkaart?.......................................................................... 8 Regelkaarten en het huidige geheugen.................................................
Instellingen (Edit functie)...............................41 Probleemoplossing ...................................... 82 Op het PCR keyboard MIDI berichten toewijzen ..................................... 41 Noottoewijzing....................................................................... 42 Aftertouch toewijzing............................................................... 44 Controlewijziging toewijzing .................................................... 46 Programmawijziging toewijzing............
Namen van dingen en hun functie Paneel fig.Panel-Left.eps 1 Beeldvenster Hier wordt een variatie aan informatie, zoals de huidige toestand van het instrument, weergegeven. Indicatie 1 4 5 2 3 10 13 14 Alfanumerieke tekens DYNAMIC MAPPING Deze licht op, als de DYNAMIC MAPPING functie actief is. USB Deze licht op, als de PCR via USB op de computer is aangesloten. DATA OUT Deze knippert, wanneer er via USB of de MIDI OUT een MIDI bericht wordt verzonden.
Namen van dingen en hun functie brede variatie aan visuele effecten, die aan de expressieve elementen van een muzikale uitvoering zijn verbonden, genieten. 3 VALUE draaiknop Door aan de VALUE draaiknop te draaien kunt u de MIDI CHANNEL, PROGRAM CHANGE, CONTROL MAP of USER instelling wijzigen. In de Edit functie kunt u met behulp van deze draaiknop het te bewerken item selecteren.
Namen van dingen en hun functie fig.Panel-Top.eps 17 18 21 19 20 17 Regelaars [R1]-[R9] (draaiknoppen) U kunt aan deze draaiknoppen de gewenste MIDI berichten toewijzen. (-> Een MIDI bericht toewijzen (p. 20)) 18 Regelaars [A1]-[A9], [B1]-[B9] (pads) U kunt aan deze pads de gewenste MIDI berichten toewijzen. (-> Een MIDI bericht toewijzen (p. 20)) De kracht waarmee u deze regelaars indrukt, kan worden gebruikt om een bijbehorende velocity waarde of naslagwaarde te verzenden.
Namen van dingen en hun functie Zijpaneel fig.Panel-Side.eps 27 MIDI MERGE schakelaar Deze schakelt de Merge functie voor MIDI IN berichten in/uit. (-> MIDI Merge bestemming (p. 77)) 28 MIDI IN/OUT aansluitingen Deze kunt u op de MIDI aansluitingen van andere MIDI apparaten aansluiten, zodat u MIDI berichten kunt verzenden en ontvangen. (-> MIDI instellingen (p. 76)) 29 Regelaars [P1], [P2] (voetpedalen) Op deze jacks kunt u geschikte pedalen aansluiten, die u als regelaars kunt gebruiken.
Regelkaarten gebruiken Wat is een regelkaart? De PCR-300/500/800 bevat vijftig, volledig toewijsbare regelaars. U kunt aan elke willekeurige regelaar een willekeurig MIDI bericht toewijzen. De MIDI instellingen die aan de regelaars zijn toegewezen, worden als groep een ‘regelkaart’ genoemd. Dit is hetzelfde, als wat op eerdere modellen uit de PCR serie een ‘geheugenset’ werd genoemd. Voor details over hoe u aan regelaars MIDI berichten toewijst, verwijzen we u naar PCR Editor gebruiken (p.
Regelkaarten gebruiken Van regelkaart wisselen Een regelkaart opslaan Als de PCR-300/500/800 uit de fabriek wordt geleverd, bevat deze zestien regelkaarten. Door tussen deze regelkaarten te wisselen, kunt u op snelle wijze regelkaarten selecteren, die voor een brede variatie aan software geschikt zijn. Zie Regelkaartenoverzicht (p. 90) voor details over de geheugennummers van deze regelkaarten en hun fabrieksinstellingen.
Regelkaarten gebruiken Van de computer een regelkaart ontvangen (Bulk ontvangst) De PCR-300/500/800 kan in de vorm van een bulk dump regelkaartgegevens ontvangen. Als u de regelkaartgegevens, die met behulp van PCR Editor zijn gemaakt, in het huidige geheugen van de PCR wilt ontvangen, dient u PCR Editor zo in te stellen dat de PCR een bulk dump kan ontvangen.
Regelkaarten gebruiken 7 Gebruik de PCR Editor of de DAW software om de regelkaartgegevens te verzenden. Selecteer in PCR Editor of de DAW software ‘EDIROL PCR’ als apparaat voor MIDI uitvoer. Voor details over hoe u deze instelling in de DAW software maakt, zie de handleiding van de DAW software. fig.D-End.eps 8 Als de PCR klaar is met het ontvangen van de regelkaartgegevens, geeft het beeldvenster ‘END’ weer. Druk op de [ENTER] knop om de procedure te voltooien.
Regelkaarten gebruiken Regelkaartgegevens op de computer opslaan (Bulk Transmit) De PCR-300/500/800 kan regelkaartgegevens in de vorm van een bulk dump naar de DAW software versturen. Om een regelkaart, die u op het PCR keyboard heeft bewerkt, naar PCR Editor of andere software te kunnen versturen, dient u de PCR zo in te stellen, dat hij de bulk gegevens verzendt. Voor meer informatie over PCR Editor zie PCR Editor gebruiken (p. 14). Zie Gegevens uitwisselen tussen PCR Editor en de PCR (p.
Regelkaarten gebruiken De regelkaarten beveiligen Door de Protect (beveiligings)instelling in te schakelen, kunt u de regelkaartgegevens zo beveiligen, dat ze niet per ongeluk overschreven kunnen worden. Hiermee schakelt u All Bulk ontvangst (p. 10) en Save (p. 9) procedures uit, zodat uw waardevolle gegevens niet overschreven kunnen worden. De Protect aan/uit instelling wordt zelfs na het uitzetten van de PCR onthouden. 1 fig.H-Edit.eps Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. fig.D-Edit.
PCR Editor gebruiken PCR Editor Ver. 2 is een toepassing die het mogelijk maakt om op de computer voor de EDIROL PCR serie regelkaartgegevens (die op eerdere modellen uit de PCR serie ‘geheugensets’ worden genoemd) te maken. De PCR-300/500/800 heeft in totaal vijftig regelaars: [R1]-[R9], [S1]-[S9], [A1]-[A9], [B1]-[B9], [C1]-[C3], [L1]-[L4], [H1]-[H2], [P1]-[P2], [BEND], [MODE] en [AFTERTOUCH]. U kunt zelf toewijzen welk MIDI bericht elke regelaar verzendt. fig.controller.
PCR Editor gebruiken Windows gebruikers Mac OS X gebruikers Als u PCR Editor nog niet op de computer heeft geïnstalleerd, installeert u het programma nu, volgens de beschrijving in de meegeleverde installatiegids. 1 Gebruik een USB kabel om de PCR op de computer aan te sluiten, en zet vervolgens de PCR aan. 2 Kies in Windows voor [Start]-[All Programs]-[PCR Editor V2] om PCR Editor op te starten. 3 Kies in PCR Editor voor [Options]-[MIDI apparaten].
PCR Editor gebruiken Uitleg van de menu’s Bestandsmenu (File) Menu Communicatiemenu (Communication) Uitleg New Maakt een nieuwe regelkaart aan. In de nieuwe regelkaart zijn alle regelaars op ‘NO ASSIGN’ ingesteld. Open Laadt een in SMF formaat opgeslagen regelkaart in. Voor details zie Een regelkaart inladen (p. 23). Save Slaat de regelkaart die momenteel wordt bewerkt op, waarbij de oorspronkelijke SMF wordt overschreven.
PCR Editor gebruiken Keyboard sneltoetsen In PCR Editor kunt u de volgende keyboard sneltoetsen gebruiken.
PCR Editor gebruiken Uitleg van elk venster Hoofdvenster Venster voor bericht toewijzing fig.EditorMainWindow-e.eps fig.EditorMessageWindow1.epsfig.EditorMessageWindow2.eps 1 2 1 2 3 6 4 7 5 8 * Welk items beschikbaar zijn hangt af van de regelaar en het type bericht dat u toewijst. 1 1 Titel Hier kunt u voor de regelkaart, die momenteel wordt bewerkt, een naam invoeren. U kunt alleen alfa-cijfertekens van één byte als regelkaartnaam invoeren.
PCR Editor gebruiken 4 Output Port Mode Deze geeft de USB poort van de via USB aangesloten computer aan, waar het MIDI bericht naartoe wordt verzonden. Poort 5 Uitleg Port 1 Het bericht wordt naar ‘EDIROL PCR 1’ verzonden. Port 2 Het bericht wordt naar ‘EDIROL PCR 2’ verzonden. Port 1+2 Het bericht wordt naar ‘EDIROL PCR 1’ en ‘EDIROL PCR 2’ verzonden. Button Mode Voor een regelaar van het knoptype geeft deze de knopfunctie aan.
PCR Editor gebruiken PCR Editor gebruiken om MIDI berichten toe te wijzen fig.EH-AssignType.eps_25 Een MIDI bericht toewijzen 3 Zo wijst u aan elke regelaar een MIDI bericht toe. fig.EH-Assign.eps_81 1 Stel in het gebied voor berichttoewijzing, op basis van het type MIDI bericht dat u heeft geselecteerd, de diverse parameters in. Voor details over de parameters zie Items voor parameterinstelling (p. 24). Klik in het hoofdvenster op de regelaar, waaraan u een MIDI bericht wilt toewijzen. fig.
PCR Editor gebruiken De toegewezen MIDI berichten bekijken Weergave Betekenis NO ASSIGN (geen toewijzing) Om de MIDI berichten, die u heeft toegewezen, te bekijken kunt u één van de volgende twee methoden gebruiken. Noot Toewijzingenoverzicht Kanaaldruk Als u een overzicht van de toewijzingen voor de huidige regelkaart met behulp van uw browser wilt bekijken, kiest u voor [File]-[View Assign List]. Deze methode is handig voor wanneer u de regelkaartinstellingen in één oogopslag wilt kunnen zien.
PCR Editor gebruiken Gegevens tussen PCR Editor en de PCR uitwisselen Verzenden Als u PCR Editor heeft gebruikt om regelkaartinstellingen te maken en u deze op het PCR keyboard wilt gebruiken, dient u de regelkaart, die momenteel wordt bewerkt, volgens de onderstaande beschrijving naar het interne geheugen van de PCR te verzenden. * Als u deze gegevens verzendt, wordt het huidige geheugen van de PCR overschreven.
PCR Editor gebruiken Een regelkaart op de computer opslaan Een geheugenset als regelkaart inladen U kunt een regelkaart, die u met behulp van PCR Editor heeft bewerkt, op de computer als SMF bestand opslaan. Daarnaast kunt u een dergelijk bestand ook van of naar het PCR keyboard verzenden. * De opmerkingen die voor de regelaars zijn ingevoerd, worden ook in de SMF opgeslagen.
PCR Editor gebruiken Items voor parameterinstelling Welke instellingsitems in het venster voor berichttoewijzing worden weergegeven hangt af van het MIDI bericht, dat u heeft geselecteerd. Deze sectie geeft een toelichting op de instellingsitems van elk MIDI bericht. De parameterwaarden worden in decimale vorm aangeduid. * Binnen de toelichtingen staan hexadecimale waarden tussen vierkante haken [ ]. NO ASSIGN Wist eventuele berichttoewijzingen.
PCR Editor gebruiken Channel Message Polyphonic Key Pressure [An kk vv] Een polifonische toetsdrukbericht toewijzen. fig.EditorPolyKeyPres.eps_35 Control Change [Bn cc vv] Een controlewijzigingbericht toewijzen. fig.EditorCC.eps_35 Program Change [Cn pp] Een programmawijzigingbericht (met een vast programmanummer) toewijzen. fig.EditorPC1.eps_35 U kunt de volgende parameters als Polyphonic Key Pressure toewijzen. Item Inhoud U kunt de volgende parameters als Control Change toewijzen.
PCR Editor gebruiken Channel Message Program Change (Min-Max) [Cn pp] Wijs een programmawijzigingbericht (met een variabel programmanummer) toe. fig.EditorPC2.eps_35 Bank Select + Program Change [Bn 00 mm Bn 20 ll Cn pp] Een bankselectiebericht en programmawijzigingbericht toewijzen (alle waarden staan vast). fig.EditorBankSelect.eps_35 Program Change – Dec De programmawijziging verlagingfunctie (PC DEC) toewijzen.
PCR Editor gebruiken Channel Message Program Change – Inc De verhogingsfunctie (PC INC) wijziging toewijzen. Dit commando verzendt eenwijzigingnummer dat één hoger is dan het wijzigingnummer van de wijzigingfunctie, die als laatst is verzonden. RPN [Bn 65 mm Bn 64 ll Bn 06 dm Bn 26 dl] Een geregistreerd parameternummer toewijzen fig.EditorRPN.eps_35 NRPN [Bn 63 mm Bn 62 ll Bn 06 dm Bn 26 dl] Een niet geregistreerd parameternummer toewijzen fig.EditorNRPN.eps_35 fig.EditorPCInc.
PCR Editor gebruiken Channel Message System Realtime/F6 [F6/F8/FA/FB/FC/FF] Encoder Simulate [Bn cc 41] – [Bn cc 01] Een functie die een roterende encoder simuleert toewijzen. Een systeem realtime bericht of F6 [Tune Request] toewijzen. fig.EditorSR.eps_35 fig.EditorEncoder.eps_35 U kunt de volgende parameters als Encoder Simulate toewijzen.
PCR Editor gebruiken Tabel 1: Speciale tekens die in het veld voor berichtinvoer worden gebruikt System Ex. [F0...F7] Een systeem exclusief bericht (System Ex.) toewijzen. U kunt maximaal vierentwintig bytes invoeren. fig.EditorSysEx.eps_35 Speciaal teken Uitleg Details DT Invoeglocatie van gegevens SS Begin van de checksum berekening Als u de functie voor automatische checksum berekening gebruikt, kiest u dit speciale teken om aan te geven op welk punt de checksum berekening dient te beginnen.
PCR Editor gebruiken Free Message [...] Tempo U kunt maximaal vierentwintig bytes invoeren. U kunt, indien gewenst, meer dan één MIDI bericht toewijzen. Temporegeling toewijzen voor het verzenden van MIDI Clock berichten. fig.EditorTempo.eps_35 fig.EditorFreeMessage.eps_35 Er zijn geen parameters om het Tempo aan te geven. U kunt de volgende parameters als Free Message toewijzen. Item Inhoud U kunt een MIDI bericht van maximaal vierentwintig bytes invoeren.
PCR Editor gebruiken 31
Spelen (Play functie) Als u het keyboard van de PCR wilt bespelen of de regelaars wilt gebruiken om uw software of geluidsmodule te bedienen, gebruikt u de Play functie. In brede zin is de PCR met twee functies uitgerust. Mode Play functie Edit functie (p. 41) Overzicht Hoe u selecteert In deze functie bespeelt u het keyboard en bedient u de regelaars. Elke regelaar verzendt MIDI berichten.
Spelen (Play functie) Het huidige kanaal (MIDI verzendkanaal) selecteren Zo kunt u het huidige kanaal aangeven. Dit wordt gebruikt om de gegevens, die u genereert door het keyboard te bespelen, alsmede overige uitvoeringsgegevens, te verzenden. Wat is het huidige kanaal? Het huidige kanaal is het MIDI verzendkanaal voor het keyboard en de verbuigingshendel. * Voor elke regelaar kunt u een afzonderlijk verzendkanaal instellen.
Spelen (Play functie) Geluiden selecteren (programmawijziging/bank) Door programmawijzigingen te versturen, kunt u vanaf de PCR geluiden voor een geluidsmodule selecteren. Als u geluiden uit een andere bank wilt selecteren, dient u eerst middels de Bank functie een Bank Select bericht te versturen, zodat u van bank wisselt. Vervolgens verzendt u een programmawijzigingbericht. Het bankselectiebericht dient vóór de programmawijziging te worden verzonden.
Spelen (Play functie) Bankselectie Als u van banknummer wilt wisselen, dient u de systeeminstellingen voor ‘Value Encoder’ zo in te stellen, dat [USER] aan ‘BANK SELECT LSB’ of ‘BANK SELECT MSB’ is toegewezen. * Voor details over hoe u deze instelling maakt, zie verderop in deze pagina of Instellingen van de VALUE draaiknop (p. 80). Als ‘BANK SELECT LSB’ of ‘BANK SELECT MSB’ aan de VALUE draaiknop is toegewezen, kunt u middels de volgende procedure bankselectie (MSB, LSB) berichten verzenden. fig.H-User.
Spelen (Play functie) De Lower en Upper geluiden selecteren Het PCR-300/500/800 keyboard kunt in twee delen verdelen – Lower en Upper. Zo kunt u voor elk deel verschillende geluiden selecteren. Het Lower geluid selecteren Het Upper geluid selecteren Het gehele keyboard speelt het Lower geluid. fig.Lower.eps_80 Het gehele keyboard speelt het Upper geluid. fig.Upper.eps UPPER LOWER 1 Druk op de [LOWER] knop, zodat deze oplicht. 1 Druk op de [UPPER] knop, zodat deze oplicht.
Spelen (Play functie) Twee geluiden lagen (Dual) Twee geluiden gecombineerd spelen (Split) Met behulp van de Dual functie kunt u zowel het Lower als het Upper geluid op het gehele keyboard spelen. Dual Met behulp van de Split functie kunt u tussen het Upper en Lower gebied een grens aangeven, en de Upper en Lower met uw rechter en linker hand afzonderlijk spelen. Split Het gehele keyboard speelt de Lower en Upper geluiden.
Spelen (Play functie) Uitvoeringsdynamiek toepassen (Velocity) Normaalgesproken varieert de velocity (aanslag) waarde van de verzonden noten op basis van hoe krachtig u het keyboard bespeelt. Indien gewenst kunt u ook een vaste velocity aangeven. Alle noten worden dan, ongeacht de kracht waarmee u het keyboard bespeelt, met deze waarde verzonden. Dit is handig wanneer u de gegevens op een vaste velocity in de DAW software wilt opnemen.
Spelen (Play functie) De huidige waarde van alle regelaars verzenden (Snapshot) De regelaarwaarden onhoorbaar maken (PRM MUTE) U kunt alle regelaars op de gewenste stand zetten, en hun toestand vervolgens als ‘snapshot’ verzenden. Met behulp van de snapshot functie verzendt u in één handeling de huidige waarden van de regelaars [R1]-[R9], [S1]-[S9] en [H1]-[H2]. U kunt alle regelaars onhoorbaar maken, zodat ze, zelfs als ze worden bewogen, geen MIDI berichten verzenden.
Spelen (Play functie) Als er ‘noten blijven hangen’ (Panic) Als u tijdens het bedienen van de PCR problemen tegenkomt, zoals noten die op uw geluidsmodule blijven hangen, of als er iets anders aan het geluid schort, kunt u het probleem verhelpen met behulp van de Panic functie. De Panic functie verzendt op alle kanalen All Sound Off, All Notes Off en Reset All Controllers berichten. Panic fig.H-PANIC.eps 1 Druk gelijktijdig op de [EDIT] knop en de [PRM MUTE] knop.
Instellingen (Edit functie) De PCR-300/500/800 heeft in totaal vijftig regelaars: [R1]-[R9], [S1]-[S9], [A1]-[A9], [B1]-[B9], [C1]-[C3], [L1]-[L4], [H1]-[H2], [P1]-[P2], [BEND], [MODE] en [AFTERTOUCH]. U kunt zelf vrij toewijzen welk MIDI bericht elke regelaar verzendt. Voor het maken van MIDI berichttoewijzingen dient u de Edit functie te gebruiken. Deze sectie legt uit, hoe u met behulp van het PCR keyboard MIDI berichten aan de regelaars toewijst.
Instellingen (Edit functie) Noottoewijzing Zo wijst u aan een regelaar een nootbericht toe. Nootberichten worden in een uitvoering gebruikt, en kunnen tevens worden toegepast om DAW software te bedienen.
Instellingen (Edit functie) Geavanceerde bewerking 1 Bij noottoewijzing in de geavanceerde bewerkingsfunctie 1 kunt u, naast de items van de eenvoudige bewerking, tevens de velocity waarde invoeren. 1. Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. 2. Beweeg de regelaar waaraan u een nootbericht wilt toewijzen iets. Als de regelaar een knop is, drukt u deze in. Het beeldvenster geeft het nummer van de geselecteerde regelaar weer. 12. Voer de velocity waarde in.
Instellingen (Edit functie) Aftertouch toewijzing Zo wijst u aan een regelaar een aftertouch toe.
Instellingen (Edit functie) Geavanceerde bewerking 1-3 Bij AFTERTOUCH toewijzing in de geavanceerde bewerkingsfunctie 1 kunt u, naast de items van de eenvoudige bewerking, tevens de boven en ondergrens van de aftertouch gegevens invoeren. In de geavanceerde bewerkingsfunctie 2 en 3 kunt u bovendien ook in plaats van een kanaal noot aftertouch gegevens (polifonische toetsdruk) aangeven. 1. Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. 2. Beweeg de regelaar waaraan u een aftertouch wilt toewijzen iets.
Instellingen (Edit functie) Controlewijziging toewijzing Zo wijst u aan een regelaar een controlewijziging toe.
Instellingen (Edit functie) Geavanceerde bewerking 1 In de geavanceerde bewerkingsfunctie 1 voor controlewijziging toewijzing kunt u , naast de items van de eenvoudige bewerkingsfunctie, voor de controlewijziging gegevens tevens een boven en ondergrens instellen. Geavanceerde bewerking 2 In de geavanceerde bewerkingsfunctie 2 kunt u de functie van een typische roterende encoder simuleren.
Instellingen (Edit functie) Programmawijziging toewijzing Zo wijzigt u aan een regelaar een programmawijziging toe: MIDI verzendkanaal Bank MSB Bank LSB Waardebereik Poort [A1 (0)] 1–16 — — 0–127 (00–7FH) PORT 1 (vast) Geavanceerde bewerking 1 [A2 (1)] 1–16 — — U kunt een boven en ondergrens instellen PORT 1 (vast) Geavanceerde bewerking 2 [A3 (2)] 1–16 0–127 (00–7FH) 0–127 (00–7FH) 0–127 (00–7FH) PORT 1, PORT 2, PORT 1+2 Geavanceerde bewerking 3 [A4 (3)] Huidig kanaal — — PC
Instellingen (Edit functie) fig.D-NoteSelect.eps 9 Druk op de [ENTER] knop. Het beeldvenster geeft ‘N- -’ weer. * Het - - gedeelte geeft de huidig ingestelde waarde weer. 10 Voer het programmanummer in. Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar [A1][A8] of [B1]-[B8] om het gewenste programmanummer aan te geven. 11 Druk op de [ENTER] knop.
Instellingen (Edit functie) Geavanceerde bewerking 1, 2 Bij programmawijziging toewijzing in de geavanceerde bewerkingsfunctie 1 kunt u, naast de items van de eenvoudige bewerking, tevens de boven en ondergrens van het programmawijzigingbericht invoeren. In de geavanceerde bewerkingsfunctie 2 kunt u bovendien Bank LSB/MSB instellingen met de programmawijziging meesturen. 1. Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. 2. Beweeg de regelaar waaraan u een programmawijzigingbericht wilt toewijzen iets.
Instellingen (Edit functie) Geavanceerde bewerking 3 en 4 Met behulp van de geavanceerde bewerkingsfunctie 3 kunt u aan een regelaar de programmawijziging verminderfunctie (PC DEC) toewijzen. Met behulp van de geavanceerde bewerkingsfunctie 4 kunt u aan een regelaar de programmawijziging vermeerderfunctie (PC INC) toewijzen. 1. Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. 2. Beweeg de regelaar waaraan u PC DEC of PC INC wilt toewijzen iets. Als de regelaar een knop is, drukt u deze in.
Instellingen (Edit functie) Tempo toewijzen U kunt een regelaar toewijzen, waarmee u de snelheid van de F8 Clock (20-250) kunt aanpassen. * Om een F8 Clock bericht te kunnen verzenden, dient de F8 Clock instelling te zijn ingeschakeld (‘ON’) (-> F8 Clock aan/uit (p. 70)). fig.H-Edit.eps 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. fig.D-Edit.eps Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. fig.D-r1.eps 2 Beweeg de regelaar, waaraan u het Tempo wilt toewijzen iets.
Instellingen (Edit functie) RPN/NRPN toewijzen U kunt aan een regelaar een RPN of NRPN toewijzen. Bereik van data invoer MSB (CC#6) Bereik van data invoer LSB (CC#38) Poort [A1 (0)] 0–127 (00–7FH) Niet verzonden POORT 1 [A2 (1)] U kunt een boven en ondergrens instellen 0–127 (00–7FH) POORT 1, POORT 2, POORT 1+2 Bewerking Regelaar Eenvoudige bewerking Geavanceerde bewerking Beeldvenster Eenvoudige bewerking (-> geavanceerde bewerking 1 (p. 54)). fig.H-Edit.
Instellingen (Edit functie) Geavanceerde bewerking 1 Met behulp van de bewerkingsfunctie 1 voor RPN/NRPN kunt u, naast de instellingen, die onder de eenvoudige bewerkingsfunctie worden beschreven, de bovengrens en ondergrens van de data invoer MSB (CC#6) van het verzonden RPN/ NRPN bericht aangeven. 1. Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. 2. Beweeg de regelaar waaraan u een RPN of NRPN bericht wilt toewijzen iets. Als de regelaar een knop is, drukt u deze in.
Instellingen (Edit functie) Systeem exclusief toewijzing U kunt aan een regelaar een systeem exclusief bericht toewijzen. Met behulp van de geavanceerde bewerkingsfunctie 2 kunt u een systeembericht van één byte toewijzen (systeem realtime bericht, stemmingsverzoek). Met behulp van bewerkingsfunctie 3 en 4 kunt u vrij een bericht van maximaal vierentwintig bytes toewijzen.
Instellingen (Edit functie) Procedure voor systeem exclusief toewijzing fig.H-Edit.eps 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. De eenvoudige bewerkingsfunctie of geavanceerde bewerkingsfunctie 1 gebruiken fig.D-F0.eps De eerste byte ‘F0’ van het systeem exclusief (de beginstatus) knippert. (Deze ‘F0’ byte kan niet worden gewijzigd). fig.D-Edit.eps Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. fig.D-r1.eps 2 Beweeg de regelaar waaraan u het systeem exclusief bericht wilt toewijzen iets.
Instellingen (Edit functie) De geavanceerde bewerkingsfunctie 2 gebruiken fig.D-F.eps De geavanceerde bewerkingsfunctie 3 of 4 gebruiken fig.D-LSBSelect.eps Het beeldvenster geeft ‘F-’ weer. Het beeldvenster geeft ‘L- - -’ weer. * Het - gedeelte geeft de huidig ingestelde waarde weer. * Het - - - gedeelte geeft de huidig ingestelde waarde weer. 8 Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar [A7 (6)], [B1 (8)], [B3 (A)]-[B5 (C)] en [B8 (F)] om het systeem exclusief in te voeren.
Instellingen (Edit functie) Voorbeelden van systeem exclusief toewijzing • Een checksum aangeven (p. 58) • De locatie van de gegevens aangeven (p. 59) Checksum types Er zijn twee soorten checksums: Regelaar Beeldvenster Item Samenvatting [A1 (0)] CHECK SUM TYPE1 De methode, waarvan Roland en de meeste andere fabrikanten gebruik maken. [A2 (1)] CHECK SUM TYPE2 Andere methoden dan Type 1 • Kanaal/blokgegevens invoeren (p. 60).
Instellingen (Edit functie) De locatie van de gegevens aangeven Zoals hieronder beschreven, kunt u de locatie en het type variabele gegevens die in het systeem exclusief bericht ingevoegd dienen te worden aangeven. In de eenvoudige bewerkingsfunctie en geavanceerde bewerkingsfunctie 3 is het bereik met datawaarden het standaard bereik. In de geavanceerde bewerkingsfunctie 1 en geavanceerde bewerkingsfunctie 4 wordt dit bereik door de gebruiker bepaald. Voor een specifiek voorbeeld zie Master Volume (p.
Instellingen (Edit functie) Kanaal/blokgegevens invoeren Als het systeem exclusief bericht een kanaal of GS bloknummer bevat, volgt u de onderstaande procedure om het type en de waarde van de hogere bits aan te geven. In de lagere bits wordt een kanaal of bloknummer dat met het huidige kanaal (p. 33) overeenstemt ingevoegd. Het bloknummer is niet een daadwerkelijk kanaal. Het stemt met de ‘part’ van een GS geluidsmodule overeen. Op de PCR stemt dit nummer voor het gemak met het kanaal overeen.
Instellingen (Edit functie) Voorbeelden van systeem exclusief berichttoewijzingen • GM2 System On (p. 61) • Master Volume (p. 62) • Bend Pitch Control (p. 63) Hier volgen enkele voorbeelden van systeem exclusief berichten: GM2 System On “F0 7E 7F 09 03 F7” Laten we met behulp van de eenvoudige bewerkingsfunctie een GM2 System On systeem exclusief bericht invoeren. 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer.
Instellingen (Edit functie) Master Volume “F0 7F 7F 04 01 vL vM F7” Aangezien het databereik van het Master Volume bericht 00 00-7F 7F is, en het niet nodig is om dit bereik aan te geven, kunt u voor de eenvoudige bewerkingsfunctie kiezen. Aangezien het dataformaat op volgorde van LSB MSB twee bytes is, kiest u bij het invoegen van de gegevens voor ‘DT3’ (p. 59). 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer.
Instellingen (Edit functie) 12 Aangezien het checksum gebied op de zesde byte begint, drukt u op de [CHK Bend Pitch Control Het GS bericht Bend Pitch Control heeft een databereik van 40H-58H (0-24 halve tonen), dus u dient de geavanceerde bewerkingsfunctie 1 kiezen, waarmee u het gebied aan kunt geven. Aangezien het dataformaat één byte is, dient u bij het invoegen van de gegevens ‘DT0’ (p. 59) te selecteren. fig.checksum-e.
Instellingen (Edit functie) 26 Geef vervolgens ‘58’ als bovengrens van het datagebied aan. Instelling van de knopfunctie 27 Druk op de [ENTER] knop. 28 Geef ‘40’ als ondergrens van het datagebied aan. 29 Geef de uitgaande poort aan. (-> Poortinstelling (p. 65)). 30 Geef de voor het regelaartype geschikte knopfunctie aan (p. 64) of maak virtuele middenklikinstellingen (p. 65). Hiermee voltooit u de benodigde stappen om het GS Bend Pitch Control bericht toe te wijzen.
Instellingen (Edit functie) Virtuele middenklikinstelling Poortinstelling Als u de bewerkingsfunctie gebruikt om op het PCR keyboard MIDI berichten toe te wijzen (p. 41), en u een bericht aan een draaiknop [R1]-[R9] of schuif [S1]-[S8] toewijst, dient u aan te geven of de virtuele middenklik is in of uitgeschakeld. Als u de bewerkingsfunctie gebruikt om op het PCR keyboard MIDI berichten toe te wijzen (p.
Instellingen (Edit functie) Handige functies Toewijzing kopiëren U kunt een aan een regelaar toegewezen bericht naar een andere regelaar kopiëren. Als u bijvoorbeeld aan meer dan één regelaar soortgelijke berichten wilt toewijzen, kunt u voor een grotere mate van efficiëntie het gewenste MIDI bericht aan één regelaar toewijzen en de toewijzing naar andere regelaars kopiëren.
Instellingen (Edit functie) Een toewijzing annuleren (NO ASSIGN) Zo annuleert u de toewijzing van het MIDI bericht aan een regelaar. Als u de toewijzing heeft geannuleerd, zorgt het bewegen van die regelaar er niet meer voor dat er een MIDI bericht wordt verzonden. * Als u de MIDI berichttoewijzing van de verbuiger, modulatie, aftertouch, hold (Pa1X) of epxression (P2) regelaar annuleert, keert de betreffende regelaar naar zijn oorspronkelijke regelfunctie terug.
Systeeminstellingen Zo bepaalt u de systeeminstellingen van de PCR-300/500/800. Hieronder vindt u een overzicht van alle systeeminstellingen: Categorie Klok Keyboard Regelaar Beeldvenster Item Inhoud Fabrieksinstelling Procedure [A1 (0)] F8 CLOCK ON/OFF Geeft aan of er een F8 Clock wordt verzonden. OFF p. 70 [A2 (1)] F8 CLOCK DEFAULT TEMPO Als de ‘F8 Clock On/Off’ parameter is ingeschakeld, bepaalt deze de standaardwaarde van de F8 Clock.
Systeeminstellingen Categorie Regelaar Beeldvenster Item Inhoud Fabrieksinstelling Procedure [B1 (8)] MIDI I/F SWITCH Bepaalt of de MIDI aansluitingen, als MIDI interface worden gebruikt. ON p. 76 [B2 (9)] MIDI MERGE DESTINATION Bepaalt welke poort wordt gemengd, als de ‘MIDI MERGE’ schakelaar is ingeschakeld. PORT 1 p. 77 [A2 (1)] + [A1 (0)] ADVANCED DRIVER SWITCH Schakelt de bedieningsfunctie van de driver.
Systeeminstellingen Klokinstellingen F8 Clock aan/uit F8 Clock standaard tempo Zo geeft u aan of er een F8 Clock wordt verzonden. 1 Zo geeft u aan wat het basistempo van de F8 Clock is, wanneer ‘F8 Clock’ is ingeschakeld. Nadat u het apparaat aanzet, wordt dit tempo net zolang verzonden, tot u de VALUE draaiknop, waaraan het Tempo is toegewezen, beweegt. (-> Tempo toewijzen (p. 52). Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer.
Systeeminstellingen F8 Clock poortinstelling Zo geeft u aan vanaf welke poort het F8 Clock bericht wordt verzonden, wanneer ‘F8 Clock On/Off’ is ingeschakeld. 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. 2 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SYS’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 3 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SY02’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 4 Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar [A1]-[A3] om de F8 Clock Port in te stellen.
Systeeminstellingen Keyboardinstellingen Keyboard Velocity Curve 1 Zo geeft u aan hoe de verzonden velocity tijdens het bespelen van het keyboard op uw speelkracht reageert. 3 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SY03’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. 4 Gebruik de VALUE draaiknop of de [A1]-[A8] en [B1]-[B4] regelaars om de gewenste Keyboard Velocity Curve in te stellen. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer.
Systeeminstellingen Regelaar Indicatie Instelling [A7 (6)] 3-LIGHT [A8 (7)] 3-MEDIUM [B1 (8)] 3-HEAVY [B2 (9)] 4-LIGHT [B3 (A)] 4-MEDIUM Curve Type Zelfs als u het keyboard zacht bespeelt, kunt u hoge velocity waarden (volumes) voortbrengen. 3 Deze velocity curven genereren, in reactie op variaties op uw speelkracht, minder wijzigingen, zodat het voor u gemakkelijker wordt om een consequent speelvolume aan te houden. 4-HEAVY De keyboardgevoeligheid is normaal.
Systeeminstellingen Keyboardpoortinstelling Keyboard Aftertouch Curve Zo geeft u aan welke poort uitvoeringsgegevens van het keyboard en de verbuigingshendel verstuurt. 1 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. 2 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SYS’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 3 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SY04’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
Systeeminstellingen Pad settings Pad Velocity Curve Pad Aftertouch Curve Zo geeft u aan hoe de verzonden velocity tijdens het bespelen van de padregelaars [A1]-[A9] en [B1]-[B9] op uw speelkracht reageert. 1 Zo stelt u de aftertouch respons van de pads in. 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. 2 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SYS’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
Systeeminstellingen MIDI instellingen MIDI I/F schakelaar Zo geeft u aan of de MIDI aansluitingen als MIDI interface worden gebruikt. 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. 2 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SYS’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. Regelaar Indicatie 3 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SY08’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 4 Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar [A1] of [A2] om de gewenste MIDI I/F instelling aan te geven.
Systeeminstellingen MIDI Merge bestemming De PCR-300/500/800 is met een MIDI MERGE schakelaar uitgerust. De MIDI Merge Destination instelling bepaalt welke poort wordt gemengd, wanneer de MIDI MERGE schakelaar is ingeschakeld (ON). De MIDI Merge functie is handig, wanneer u een andere externe MIDI controller dan de PCR op de MIDI IN aansluiting van de PCR heeft aangesloten.
Systeeminstellingen Geavanceerde driver schakelaar De ADVANCED DRIVER ON/OF werkt als volgt. We raden u aan om over het algemeen de ON instelling te gebruiken. * Wijzigingen die u in deze instelling maakt, zijn de volgende keer dat u het apparaat aanzet, van kracht. 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. 2 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SYS’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop.
Systeeminstellingen Regelkaartinstellingen Startup Memory Zo geeft u aan welke regelkaart bij het aanzetten van de PCR-300/500/800 is geselecteerd. 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. 2 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SYS’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 3 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SY12’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 4 Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar [A1] of [A2] om CONTROL MAP No.
Systeeminstellingen Instellingen van de VALUE draaiknop VALUE encoder Zo geeft u aan welke functie de VALUE draaiknop regelt, wanneer u de [USER] knop indrukt. 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. 2 3 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SY14’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 4 Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar [A1]-[A5], om te selecteren welke parameter de VALUE draaiknop verzendt. 5 Druk op de [ENTER] knop.
Systeeminstellingen Overige instellingen Dynamic Mapping/V-LINK H-activity aan/uit Zo bepaalt u de functie van de DYNAMIC MAPPING/V-LINK knop. 1 Druk op de [EDIT] knop, zodat deze oplicht. Het beeldvenster geeft ‘EDIT’ weer. 1 2 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SYS’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 3 Gebruik de VALUE draaiknop om ‘SY15’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 4 Gebruik de VALUE draaiknop of regelaar [A1] of [A2] om voor Dynamic Mapping of V-LINK te kiezen.
Probleemoplossing Als u problemen tegenkomt, raden we u aan om eerst dit hoofdstuk te lezen. Het bevat tips voor het oplossen van problemen. Problemen met aansluitingen Geen geluid ● Is de PCR goed aangesloten? Zorg ervoor, dat de PCR via een USB kabel op de USB aansluiting van de computer is aangesloten. Nadat u de USB aansluiting heeft gemaakt, kan het vijftien seconden of langer duren, voordat de computer de PCR herkent.
Probleemoplossing Hoewel u de driver al heeft geïnstalleerd, vraagt de computer om het driver bestand ● Heeft u de PCR wellicht op een andere USB aansluiting aangesloten dan de poort, waarmee u de driver heeft geïnstalleerd? Voor elke USB aansluiting, waarop u de PCR aansluit, dient de USB driver te zijn geïnstalleerd.
Probleemoplossing De USB driver verwijderen Als u de USB driver niet door middel van de gegeven procedure kon installeren, is het mogelijk dat de computer de USB driver van de PCR niet juist heeft herkend. In dit geval dient u de foutief geïnstalleerde USB driver te verwijderen. Volg de onderstaande procedure om de USB driver te verwijderen, en installeer hem vervolgens opnieuw.
Probleemoplossing Problemen tijdens gebruik van de PCR Geluid wordt tijdens MIDI weergave onderbroken ● Heeft u er in Windows XP/2000 wellicht voor gezorgd, dat instellingen ‘de voorkeur gegeven aan achtergrondverwerking’? Om ervoor te zorgen, dat MIDI verwerking vloeiend verloopt, dient u de computer zo in te stellen, dat ‘achtergrondverwerking de voorkeur geniet’.
Probleemoplossing Tussen het bespelen van het keyboard en het voortbrengen van geluid door uw software synthesizer zit een vertraging Een software synthesizer genereert van nature geluid via de geluidskaart van de computer. Voordat het geluid van de software synthesizer daadwerkelijk door de geluidskaart wordt weergegeven, treedt er een vertraging op, wat ‘latentie’ wordt genoemd. Voor alle combinaties van software synthesizers en geluidskaarten zal er een bepaalde hoeveelheid latentie optreden.
Appendix 87
Twee MIDI poorten Als de PCR via USB op een computer is aangesloten, kan de PCR twee poorten voor MIDI uitvoer (POORT 1 en POORT 2) gebruiken. Elke regelaar van de PCR kan zo worden toegewezen, dat deze zijn MIDI berichten naar één van deze poorten verzendt. Voor details over hoe u deze toewijzingen maakt, zie PCR Editor gebruiken om MIDI berichten toe te wijzen (p. 20) of Op het PCR keyboard MIDI berichten toewijzen (p. 41). fig.MIDI-port1-e.
De PCR direct op een geluidsmodule aansluiten U kunt de PCR direct op een MIDI geluidsmodule aansluiten en gebruiken om de geluidsmodule af te spelen en bedienen. Als u de PCR via USB op een computer aansluit, dient u een los verkrijgbare adapter (p. 92) te gebruiken. U kunt de juiste adapter bij uw leverancier aanschaffen. fig.MIDI-External-e.
Regelkaartoverzicht Als de PCR-300/500/800 vanuit de fabriek wordt geleverd, bevat hij zestien regelkaarten. Door tussen deze regelkaarten te wisselen, kunt u op snelle wijze regelkaarten selecteren, die voor een brede variatie aan software geschikt zijn. Zie Regelkaarten gebruiken (p. 8). U kunt tevens de meest recente regelkaarten van de Roland website downloaden en in de PCR inladen.
MIDI implementatiekaart Model: PCR-300/500/800 Versie : 1.00 Verzonden Functie...
Belangrijkste specificaties PCR-300/500/800: MIDI KEYBOARD CONTROLLER Keyboard PCR-300: 32 toetsen (met aanslaggevoeligheid en kanaal aftertouch) PCR-500: 49 toetsen (met aanslaggevoeligheid en kanaal aftertouch) PCR-800: 61 toetsen (met aanslaggevoeligheid en kanaal aftertouch) Regelaars Pads: [A1]-[A9], [B1]-[B9] Knoppen: [L1]-[L4], [C1]-[C3] Draaiknoppen: [R1]-[R9] Schuiven: [S1]-[S9] Crossfaders: [H1]-[H2] Voetpedalen: [P1], [P2] Verbuigingshendel: [BEND], [MOD] Keyboard naslag: [AFTERTOUCH] Beeldvens
Index A Adapter ...................................................................... 89, 92 Advanced Driver schakelaar......................................... 78 Aftertouch (naslag)....................................................74-75 Aftertouch toewijzen...................................................... 44 AFTERTOUCH knop ....................................................... 5 Aftertouch functie........................................................... 19 ALL BULK ............................
Index E H EDIROL PCR ................................................................... 14 EDIROL PCR 1 ................................................................ 14 EDIROL PCR 2 ................................................................ 14 EDIROL PCR MIDI IN................................................... 14 EDIROL PCR MIDI OUT............................................... 14 EDIT knop.......................................................................... 5 Edit menu.................
Index L Latch ........................................................................... 19, 64 LOWER knop .............................................................. 5, 36 Lower geluid ................................................................... 36 M Master Volume................................................................ 62 MIDI.................................................................................. 77 MIDI kanaal.................................................................
Index Programmawijziging (Min-Max) ................................. 26 Programmawijziging toewijzen.................................... 48 R Regelaars .............................................................5-7, 18, 39 Regelkaart .............................................................. 8, 23, 79 Beveiligen.................................................................... 13 Inladen......................................................................... 23 Ontvangen .........................
PCR keyboardinstellingen -> Het splitspunt instellen (p. 37) -> Een regelkaart opslaan (p. 9) -> Wat is OMNI (p. 33) -> De regelkaarten beveiligen (p. 13) -> Systeeminstellingen (p. 68) -> Een regelkaart van de computer ontvangen (Bulkontvangst) (p. 10) Regelkaartgegevens op de computer opslaan (Bulktransmissie) (p. 12) Edit functie NOTE ASSIGN -> p. 42 AFTERTOUCH ASSIGN -> p. 44 CONTROL CHANGE ASSIGN Controllers : : -> p. 46 PROGRAM CHANGE ASSIGN -> p. 48 RPN/NRPN ASSIGN -> p.
Memo
Informatie Als u een reparatiedienst nodig heeft, belt u het dichtstbijzijnde EDIROL/Roland Service Centrum of erkend EDIROL/Roland distributeur in uw land, zoals hieronder getoond. ASIA EUROPE CHINA EDIROL (Europe) Ltd. Studio 3.4 114 Power Road London W4 5PY U. K. TEL: +44 (0)20 8747 5949 FAX:+44 (0)20 8747 5948 http://www.edirol.com/europe Roland Shanghai Electronics Co.,Ltd. 5F. No.
04348534 1MP