Operation Manual

59
Instellingen (Edit functie)
De locatie van de gegevens aangeven
Zoals hieronder beschreven, kunt u de locatie en het type variabele gegevens die in het systeem exclusief bericht ingevoegd dienen te worden aangeven.
In de eenvoudige bewerkingsfunctie en geavanceerde bewerkingsfunctie 3 is het bereik met datawaarden het standaard bereik. In de geavanceerde bewerkingsfunctie 1 en
geavanceerde bewerkingsfunctie 4 wordt dit bereik door de gebruiker bepaald.
Voor een specifiek voorbeeld zie Master Volume (p. 62).
1 Druk op de locatie, waarop u de variabele gegevens wilt invoegen op de [DATA] knop.
Het beeldvenster geeft ‘DT0’ weer.
2 Gebruik pad [0]-[4] om het type gegevens te selecteren.
* In geval van DT1-DT4 (gegevens, die twee of meer bytes in beslag nemen), wordt er voor de volgende bytes automatisch een datagebied toegewezen, en geeft het beeldvenster ‘-DT’ weer. (Dit kan niet
worden gewijzigd).
3 Druk op de [ENTER] knop.
Als u DT1 tot en met DT4 heeft geselecteerd, geeft het beeldvenster ‘-DT’ weer.
4 Druk op de [ENTER] knop.
Datanummer Datatype Standaard bereik Doel van de bereikinstelling
Voorbeeld (aangegeven minimum
en maximum waarde)
DT0 7bit 00H–7FH Het databereik instellen (00H-7FH) 04–45 (minimum 4H, maximum 45H)
DT1 4bit/4bit 0H/0H–FH/FH
Het bereik van de eerste byte instellen (0H-FH)
Tweede byte staat vast op 0-FH.
0/0–D/F (minimum 0H, maximum DH)
DT2 7bit/7bit (MSB/LSB) 00H/00H–7FH/7FH
Het bereik van de MSB instellen (00H-7FH)
LSB staat vast op 00H-7FH.
23/00–68/7F (minimum 23H, maximum 68H)
DT3 7bit/7bit (LSB/MSB) 00H/00H–7FH/7FH
Het bereik van de MSB instellen (00H-7FH)
LSB staat vast op 00H-7FH.
00/23–7F/68 (minimum 23H, maximum 68H)
DT4 4bit/4bit/4bit/4bit 7H/FH/0H/1H–8H/0H/FH/FH
Het bereik van negatief en
positief op 00H-FFH instel-
len, waarbij 8000H het
midden is.
7/F/0/2–8/0/5/0 (minimum FEH, maximum 50H)
8000H
FFFF
max
min