Operation Manual

46
Bediening
Installatie en ingebruikstelling
Temperatuur
-60 °C
698961 470
-50 °C
333908 520
-40 °C
167835 573
5KOhm NTC 1KOhm PTC
-30 °C
88340 630
-20 °C
48487 690
-10 °C
27648 755
0 °C
16325 823
10 °C
9952 895
20 °C
6247 971
25 °C
5000 1010
30 °C
4028 1050
40 °C
2662 1134
50 °C
1801 1221
60 °C
1244 1312
70 °C
876 1406
80 °C
628 1505
90 °C
458 1607
100 °C
339 1713
110 °C
255 1823
120 °C
194 1936
PT1000
-
-
-
-
922
961
1000
1039
1078
-
1118
1155
1194
1232
1270
1309
1347
1385
1422
1460
5KOhm NTC: AF, KF, SPF, VF
1KOhm PTC: AFS, KFS, SPFS, VFAS
De regelaar werkt met 5KOhm NTC
(standaard) en ook met 1KOhm PTC
voelers. Het vastleggen van het
voelertype wordt gedaan tijdens het
inbedrijfstellen in het inbedrijfstellingds-
menu.
Het inbedrijfstellingsmenu verschijnt
eenmalig bij het openen van de
bedieningsklep na het inschakelen van
de voedingsspanning. Het menu kan
door een kort uitschakelen van de
voedingsspanning weer worden
geactiveerd.
De voeleromschakeling is van toe-
passing op alle voelers.
Uitzonderingen
- Bij het aansluiten van een analoge
afstandsbediening wordt deze
automatisch herkend. Daardoor is
zowel de huidige als de nieuwe
versie aan te sluiten op de regelaar
[stekker I; 1-3 resp.stekker III; 1-3].
- De regelaar heeft de mogelijkheid
door het aansluiten van een
omgevingsvoeler op klemmen
[stekker I; 1+2 resp. stekker III;
1+2] een omgevingstemperatuur
gestuurde regeling te kiezen.
In dat geval kan een onafhankelijk
van het voelertype - alleen een
5KOhm NTC voeler gebruikt
worden.