Operation Manual

35
Menu: Configuratie
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
6085 Functie uitgang P1
Geen
Volgens uitgang Q5
Volgens uitgang ZX1
Geen
Functie uitgang P1
Aan uitgang P1 van de zonneregelaar
kan men een snelheidsregelbare pomp
voor pulsbreedtemodulatie (PWM) met
laagspanning (5V) aansluiten
(hoogrendement pomp).
De relais-klemmenaansluitingen (Q5 en
ZX1) van de betreffende pomp blijven
daarbij dezelfde. Er hoeft alleen nog
maar de PWM besturingsdraad bij te
komen.
Geen
De uitgang P1 wordt niet aangestuurd.
De pompen kunnen dmv golfpakketten
aan beide relaisuitgangen in snelheid
gestuurd worden.
Volgens uitgang Q5
Het laagspannings PWM-signaal wordt
voor de collectorpomp Q5 berekend en
afgegeven.
Volgens uitgang ZX1
Het laagspannings PWM-signaal wordt
voor de aan uitgang ZX1 aangesloten
pomp Q5 berekend en afgegeven
(alleen mogelijk bij parametrisering
zoals Q16 en K9).
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
6097 Opnemertype collector
NTC
PT1000
NTC
Opnemertype collector
Instelling van het gebruikte sensortype
voor collectorsensor 1 en 2. De
regelaar gebruikt de betreffende karakt.
kromme voor de temperatuur
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
6098 Correctie collectoropnemer 0,0 °C
6099 Correctie collectoropnemer 2 0,0 °C
Correctie collectoropnemer
De meetwaarden van de
collectorsensoren kunnen +/- 20 K
veranderd worden
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
6200 Opnemer opslaan Nee
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
6205 Reset naar standaard param Nee
Met deze instelling kunnen de sensoren
meteen worden opgeslagen. Dit is
nodig als men bijv. een sensor
verwijdert en niet meer nodig heeft.
Sensortoestand
Op middernacht slaat de zonneregelaar
de toestanden aan de sensorklemmen
op.
Als na deze opslag een sensor uitvalt,
zal de zonneregelaar een foutmelding
genereren.
Parameter-reset
Men kan alle parameters op de
fabrieksinstellingen terugzetten. De
volgende menu's zijn daarop een
uitzondering:
Kloktijd en datum, bedieningseenheid,
radio en tijdprogramma, bedrijfsuren en
de verscheidene tellers.
Aanwijzing: Stelt men de parameter in
op Ja, dan wordt de opslag
automatisch uitgevoerd. De aanduiding
springt meteen terug op Nee.
Aanwijzing: Stelt men de parameter in
op Ja, dan wordt de terugstelling van
parameter automatisch uitgevoerd. De
aanduiding springt meteen terug op
Nee.