Operation Manual

38
Menu: Menu in-/uitgangstest, sensorwaarden, status, diagnose
In- en uitgangstest
Met de in- en uitgangstest kunnen de
aangesloten componenten op hun
normale functioneren worden getest.
Mod'doelwaarde Q5/ZX1 test
Door het kiezen van een percentage
wordt het betreffende halfgeleiderrelais
met deze waarde gemoduleerd
(golfpakketmodulatie). Daarmee
kunnen de aangesloten pompen en
kleppen op hun functionaliteit worden
beproefd.
Sensorwaarden
Regelnr. Bedieningsregel
8505…8570
Regelnr. Bedieningsregel
8703…8982
Diagnose warmte
opwekking
Ter wille van de diagnose is het
mogelijk om verscheidene doel- en
werkelijke waarden, schakeltoestanden
van uitgangen en tellerstanden aan te
geven.
Diagnose
eindgebruiker
Ter wille van de diagnose is het
mogelijk om verscheidene doel- en
werkelijke waarden, schakeltoestanden
van uitgangen en tellerstanden aan te
geven.
Temperatuur [°C]
Sensor [k
-20 96,3
-10 55,0
0 32,5
10 19,9
20 12,5
30 8,06
40 5,33
50 3,61
60 2,49
70 1,75
80 1,26
100 0,68
110 0,51
120 0,39
130 0,30
140 0,23
Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling
7705 Mod gew wrde Q5 rel test - - -
7711 Mod gew wrde ZX1 rel test - - -
7708….7842 Indicatiewaarden
Aanwijzing: Bij apparaten waar de
toerentalsturing niet boven 230V mag
komen, moet men alleen waarden
tussen 0% en 100% kiezen. Anders
kunnen de zonneregelaar of de
aangesloten componenten schade
oplopen.
Regelnr. Bedieningsregel
8003 Status tapwater
8007 Status zonne-energie
8008 Status houtketel
8010 Status opslagtank
Status
De huidige bedrijfstoestand van de
installatie wordt met statusindicaties
zichtbaar gemaakt.
In de andere parameters kunnen de
meetwaarden van alle sensoringangen
en de huidige telwaarde van de
impulstellers voor de opbrengstmeting
worden uitgelezen.
Aanwijzing: De sensorwaarden worden
zonder eventueel geparametriseerde
meetwaardecorrectie op de display
gezet.