Operating Instructions and Installation Instructions
Cascade montage
Isolatie - eindstukken systeemkant
25
Wanneer de eindstukken gebruikt worden
op een DN65 cascadesysteem, dienen
de bijgesloten inserts geplaatst te worden
alvorens het eindstuk te monteren.
Eindstuk systeemkant voor aansluiting
links:
1. Plaats insert H op de bovenste
flens;
2. Plaats insert I op de onderste
flens.
Eindstuk systeemkant voor aansluiting
rechts:
1. Plaats insert H op de bovenste
flens;
2. Plaats insert J op de onderste
flens.
Bij een DN100 cascadesysteem worden
de inserts niet gebruikt.
Montage eindstuk systeemkant:
1. Plaats de twee helften van het
eindstuk systeemkant E1/E2 op
de flenzen zoals aangeven in de
tekening;
2. Verifieer dat de snappers (1) van
de inserts H en I/J en het voorpa-
neel A goed aansluiten op het
eindstuk systeemkant E.
H
I / J
E2
E1
1
E
A
H
I / J










