Bedieningshandleiding voor de eindgebruiker en de erkende vakman Verwarmingsregelaar E8.1121 10/2006 Art. Nr.
Inhoud Inhoud Bediening Notities 2 …………………………………………………. Aansluiting op het lichtnet……………….….. Garantievoorwaarden…………………..……. Functie………..……………………………….. Keuze modus…...……………………………. Werking van het modus……………………... Display in normale modus…………….…….. Veranderen van instellingen…..……………. Bedieningsmenu's…………….……………... Veranderen van instellingen.……………….. Overzicht van aanduiding / instelwaarden…. Algemene functiebeschrijvingen…...……..... Installatie en ingebruikstelling………………. ………………………………………………….
Bediening Aansluiting op het lichtnet Garantievoorwaarden Functie Aansluiting op het lichtnet Bij de aansluiting gelieve u de voorschriften van het elektriciteitsbedrijf op te volgen. De verwarmingsregelaar mag alleen door erkende installateurs worden gemonteerd en onderhouden. E Bij ondeskundige installatie bestaat er gevaar voor lijf en leven.
Bediening Keuze modus Werking van het modus Lees voor de eerste inbedrijfstelling eerst het hoofdstuk "Installatie en inbedrijfstelling". Bediening in normaal modus (gesloten bedieningsklep) Bedieningselementen Ç Veranderen van het ingestelde modus Keuze modus Door verdraaien van de knop kunt u het gewenste modus kiezen. Het gekozen modus wordt door een symbool onderin de display getoond. Deze is werkzaam indien de instellingen na 5 seconden niet veranderd wordt.
Bediening Display in normale modus Display in normale modus Toelichting A Huidige tijd B Vrije keuze van weergave (zie parameter "SCHERMWEERG") C DCF ontvangst OK (alleen bij aangesloten ontvanger) D Bus-symbool (als dit symbool niet weergegeven wordt, controleer dan de dataleiding naar de aangesloten regelaars) E Weergave van het actieve stookprogramma voor de eerste stookkring (hier: 6:00 tot 08.00 uur en 16.00 tot 22.
Bediening Veranderen van instellingen Veranderen van instellingen Voor het wijzigen of opvragen van de instelwaarden moet eerst de bedieningsklep geopend worden. Display => Regelaar schakelt om naar de bedieningsmodus a b Display met weergave van het huidige hoofdmenu Gaten voor het ontgrendelen van de regelaarbevestigingen. Een dunne schroevendraaier diep in de gaten steken en vervolgens de regelaar optillen.
Bediening Bedieningsmenu's Bedieningsmenu's De bediening is in verschillende menu’s ingedeeld: Algemeen – Weergeven – Gebruiker – Tijdprogramma- Monteur Bij het openen van het klepje activeert men automatisch het weergeven menu.
Bediening Veranderen van instellingen Veranderen van instellingen Hoofdmenu Submenu Algemeen Samenvatting van de ingestelde waarden Service => voor de monteur Datum/tijd/vakantie => voor de gebruiker De instelwaarden zijn in verschillende submenu’s in de bedieningsmenu’s gesorteerd; Installatie Warmwater (tapwater) Stookkring I Stookkring II Weergeven Weergave van systeem van waarden (VB: voeler- gewenste waarde). Instellingen veranderen is niet mogelijk. Een bedieningsfout is uitgesloten.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Overzicht van aanduiding / instelwaarden Menu Algemeen (Hoofdmenu met Ç kiezen en met Ä openen) Datum/tijd/vakantie In dit menu zijn verschillende waarden verzameld voor een snellere toegang tot deze waarden.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden ! Niet in combinatie met TijdMeester of DCF (Radio gecontroleerde klok). Zomertijd => Instelgroep (Algemeen menu: datum/tijd/vakantie) De waarden van deze groep wordt op volgorde ingesteld. Verstellen met Ç => verder gaan met Ä ! De standaardinstelling is geldig voor Midden-Europese tijdzones. Een verandering is alleen vereist indien de datum van de tijddomschakeling door politieke besluit veranderd zijn.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Met Ä Sensortest starten, met Ç sensor (voeler) kiezen => temperatuur wordt weergegeven; met Ä Sensortest beëindigen Sensortest => Waardegroep (menu algemeen -> Service) Sensor/voeler met Ç kiezen => waarde wordt weergegeven T-BUITEN Buitentemperatuur SENSORTEST Multi-functievoeler volgens de voor het relais ingestelde functie T-WP Temperatuur van de warmtebron T-WARMWATER Warmwatertemperatuur T-VOORLOOPD 1 Aanvoertemperatuur stookkring 1 T-RUIMT
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden SW NO XXX-XX (Software nummer) Weergave van het softwarenummer met index (indien problemen/vragen van regelaar ingeven) Verdere ingaven (menu algemeen=service) waarde met Ç kiezen => waarde wordt weergegeven.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Menu weergeben ò Klep OPEN Î = met Ç naar rechts menu opzoeken, met Ä openen ! ! Installatie (WP => warmtebron) Met Ç de parameter kiezen => waarde wordt weer gegeven T-BUITEN Buitentemperatuur Alleen weergave. Instellingen veranderen niet mogelijk. T-KETEL GEW Gewenste temp.van de ketel T-WP Voorlooptemp.van de ketel Een weergave wordt alleen getoond, indien er een voeler is aangesloten, bijv; wanneer er een waarde in het systeem aanwezig is.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden ! Een weergave wordt alleen getoond, indien er een voeler is aangesloten, bijv; wanneer er een waarde in het systeem aanwezig is. Is er geen instelwaarde aanwezig, wordt er niets op het display aangegeven of Toont het display alleen - - - - -. T-WW O Temperatuur bij onderste voeler van de warmwaterboiler. Deze waarde wordt alleen aangegeven als in het menu MONTEUR => WARMWATER van de parameter "DOORLADEN" geactiveerd is.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Menu gebruiker Alle instelwaarden die door de gebruiker van het systeem ingesteld kunnen worden.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden ò Klep OPEN Î = met Ç naar rechts menu opzoeken, met Ä openen Warmwater Anti-legionella functie ANTILEGION = 01 => Bij iedere 20 e opwarming resp. minstens eenmaal per week op zaterdag om 01:00 uur wordt de boiler opgewarmd tot 65°C. Het is mogelijk om via de derde warmwatervrijgavetijd een eigen anti-legionella functie in te stellen. 1 X SWW 1 X SWW (1x warmwater) 01= De boiler wordt voor een vulling vrijgegeven, bijv.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden ò Klep OPEN Î = met Ç naar rechts menu opzoeken, met Ä openen Stookkring I / II MODUS - - - - => Hier geldt de programmaschakelaar van de regelaar. Bij instellen van een status geldt deze alleen voor de toegewezen stookkring. Bij het instellen van de bedrijfstypen "i = paraat/UIT", en "F = zomerbedrijf" via de regelaarprogrammaschakelaar, werken deze reducerend voor alle stookkringen resp. verbruikerskringen van de totale installatie.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Overstijgt de door de regelaar gemeten en gemiddelde buitentemperatuur de hier ingestelde verwarmingsgrens, dan wordt de verwarming geblokkeerd, de pompen schakelen af en de mixers gaan open. De verwarming wordt weer vrijgegeven wanneer de buitentemperatuur 1K (=1 graad Celsius) lager is dan de ingestelde verwarmingsgrens.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Richtwaarde Vloerverwarming S = 0,4 tot 0,6 Radiatoren S = 1,0 tot 1,5 ADAPT STKL (Verwarmingscurve Adaptatie) Alleen actief bij het aansluiten van een analoge ruimtetoestel FBR (omgevingsvoeler + keuze van het modus) en een buitenvoeler. Functie voor het automatisch instellen van de verwarmingscurve.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden START OPT (Opwarmoptimalisering) Deze functie activeert de automatische opwarmoptimalisering voor de tijd van het verwarmingsprogramma. Voorbeeld Verwarmprogramma 6:00 uur tot 22:30 uur UIT: Om 6:00 uur wordt met het verwarmen van de woning begonnen. AAN: Het stoken wordt afhankelijk van de weersomstandigheden en de huidige omgevingstemperatuur zo vroeg begonnen dat de woning om 6:00 uur de ingestelde gewenste omgevingstemperatuur net heeft bereikt.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Menu Tijdprogramma In dit menu kunnen alle tijdprogramma’s worden ingesteld. ò Klep OPEN Î = met Ç naar rechts menu opzoeken, met Ä openen Kiezen van een tijdprogramma Klep openen => "weergeven => installatie", Ç naar rechts tot klok => " GEBRUIKER” => " INSTALLATIE ” Ç naar rechts tot uur => "TIJDPROGRAM => PROG CIRCPOMP" Ç tijdprogramma kiezen => b.v.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Stookkring 1 Stookprogramma 1 => Fabrieksinstelling: Ma tot Vr.: 06:00 tot 22.00 Za tot Zo.: 07:00 tot 23:00 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Ma Di Wo Do Vr Za Zo Stookprogramma 2 => Fabrieksinstelling: Ma tot Vr: 06:00 tot 08.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Warmwater Fabrieksinstelling: Ma tot Vr: 05:00 tot 21.00 Za tot Zo: 06:00 tot 22:00 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Ma Di Wo Do Vr Za Zo Circulatie Fabrieksinstelling: Ma tot Vr: 05:00 tot 21.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Menu Monteur Installatie òKlep OPEN ÎNaar met Ç naar rechts menu zoeken, met Ä openen Aanduiding Instelbereik Standaard CODENUMMER 0000 - 9999 Invoeren De aanpassing van deze instelwaarden is pas na invoer van het code-nr. mogelijk (zie pagina 6).
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Functies voor de extra relais Het relais 1 (temperatuurgestuurd) is toegewezen aan voeler 1 (stekker VIII, pin 1+2) (zie ook pagina 25). Is er voor een functie nog een voeler nodig, dan moet deze aangesloten worden aan stekker III, pin 2+3. Aan relais 2 (tijdgestuurd) zijn functies toegewezen waarvoor geen voelers nodig zijn.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden Opwarmontlasting: AAN: T VASTE BR > T-RELAIS 1 UIT: T VASTE BR < [T-RELAIS 1 – 5K] De pomp wordt ingeschakeld als de temperatuur van de vaste brandstofwarmtebron de temperatuur bij de inlaat van de boiler (T-BUFFER O) de hysteresis (HYST RELAIS1 + 5K) overschrijdt. Het afschakelen gebeurt als de temperatuur 5K onder deze inschakeltemperatuur komt.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden ò Klep OPEN Î = met Ç naar rechts menu opzoeken, met Ä openen Warmwater LAADPMPBLOK (Laadpompblok) De vulpomp wordt pas ingeschakeld als de warmtebrontemperatuur 5K boven de boilertemperatuur komt. Zij wordt uitgeschakeld als de warmtebrontemperatuur onder de boilertemperatuur komt. Hierdoor wordt het afkoelen van de boiler door de warmtebron aan het begin van de warmwaterbereiding verhinderd.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden De parameters van dit menu veranderen overeenkomstig met de gekozen functies voor het verwarmingssysteem (CIRCUITFUNC). Stookkring I/II CIRCUITFUNC (functiekeuze stookkring) Door het veranderen van deze parameters wordt de regelaar opnieuw gestart. In de display verschijnt kort "RESET". ! De speciale functies (02, 03, 04) moeten worden geconfigureerd voor stookkring 2 als er nog een normale extra stookkring (00, 01) wordt gebruikt in de regelaar.
Bediening Overzicht van aanduiding / instelwaarden 01 => Pompenschakeling volgens verwarmingsgrenzen Opwarmtijd: Buitentemperatuur < ingestelde dag verwarmingsgrens+1K Afbouwtijd: Buitentemperatuur < ingestelde nacht verwarmingsgrens+1K 02=> Pompenschakeling volgens verwarmingsgrenzen Opwarmtijd: Pomp is AAN: verwarmsysteem is vrij Afbouwtijd: Pomp is UIT: verwarmsysteem is geblokkeerd 03=> continubedrijf De pomp loopt 24 uur door! Het verwarmsysteem is continu vrij.
Bediening Algemene functiebeschrijvingen Verwarmingssysteemregeling Weersafhankelijke regeling Over de ingestelde verwarmingscurve wordt de warmtebron – of aanvoertemperatuur aangepast aan de gemeten buitentemperatuur, zodat bij een correct berekend verwarmingssysteem in de referentieruimte ongeveer de ingestelde gewenste omgevingstemperatuur heerst.
Bediening Installatie en ingebruikstelling Installatie Montage / Demontage Principeschema: A Regelaar van opzij gezien B Schakelbord C Bevestigingsklem D Ontgrendelingsgat (zie hoofdstuk veranderen van de instelling) E Puntig voorwerp Montage van de regelaar 1. Bevestigingsklem op de wanddikte van het ketelfront instellen (aan de lin-ker en rechter kant van de regelaar): a Bevestigingsklem beneden van de regelaarwand trekken (vertanding).
Bediening Installatie en ingebruikstelling Schema van de installatie Meeste uitgebreide configuratie: WP regeling (2-traps) Warmtapwaterbereiding 2 gemengde stookkringen via BUS op afstand bediend of 1 gemengde stookkring & vaste waarde-/ zwembadregeling Retourwater voorverwarming/zonneenerge/vaste brandstof Circulatiepomp 32
Bediening Installatie en ingebruikstelling Elektrische aansluiting ! 230V∼; Schakelvermogen van de relais 2(2) A, 250 V∼ Indien de E6.1111 wordt toegepast, a.u.b. het relais, stekker VI, van klem 2 naar klem 1 andersom aansluiten Aansluitingen klemmen VII (1+2): DCF antenne I (1-3): FBR2 (FBR1) voor stookkring 1 I (4+5): Aanvoerwatertemp.-voeler stookkring 2 I (9+10): Buitentemperatuurvoeler V (1+2): Aanvoerwatertemp.
Bediening Installatie en ingebruikstelling Aansluitingen voelerklemmen Stekker 9 [IX] CAN bus PIN 1 = H (data) CAN bus PIN 2 = L (data) CAN bus PIN 3 = - (massa, Gnd) CAN bus PIN 4 = + (voeding12 V) Stekker 3 [III] (zonder integratie van zonnecollector) Stekker 3 [III] (met integratie van vaste brand-stof-ketel/-zonnecollector) Pin 1: FBR stookkring 2 (omgevingsvoeler) Pin 2: FBR stookkring 2 (massa) Pin 3: FBR stookkring 2 (gewenste waarde/bedrijfstype) Pin 1: Omgevingsvoeler (stookkring 2) Pi
Bediening Installatie en ingebruikstelling Toebehoren De bedieningsmodule BM 8 (Alleen voor regelaartypen met CAN-Bus aansluiting) Met de regelaar kan voor elk verwarmings-groep een bedieningsmodule BM via een busleiding worden aangesloten. Door de bedieningsmodule kunnen verscheidene bedieningsfuncties en de bewaking van de installatie vanuit de woning plaatsvinden. Hierdoor wordt een hoge mate aan comfort gereali-seerd.
Bediening Installatie en ingebruikstelling Montageplaats - - In de referentie-/ hoofdwoonruimte van de stookkring (op een binnenwand in de woonruimte). Niet in de buurt van radiatoren of an-dere warmtebronnen Naar wens, als de ruimtevoeler invloed uitgeschakeld wordt. Montage Kap met schroevendraaier verwijderen. Sokkel op montageplaats bevestigen. Elektrische leidingen aansluiten. Kap weer op z'n plaats duwen.
Bediening Installatie en ingebruikstelling Maximaalbegrenzer Als een maximaalbegrenzer noodzakelijk is, dan moet deze tussen de pomp van de stookkring en de regelaarschakeluitgang voor de pomp worden aangesloten. Stekker I, klem 4 resp. 5 1 234 5 T T E 1 2 1 3 2 1 3 FBR FBR 3 3 1 2 Telefonische afstandsbediening Met een telefonische afstandsbediening kan de verwarming in de verwarmingsstand h worden geschakeld.
Bediening Installatie en ingebruikstelling 5KOhm NTC: AF, KF, SPF, VF 1KOhm PTC: AFS, KFS, SPFS, VFAS De regelaar werkt met 5KOhm NTC (standaard) en ook met 1KOhm PTC voelers. Het vastleggen van het voelertype wordt gedaan tijdens het inbedrijfstellen in het inbedrijfstellingdsmenu. Het inbedrijfstellingsmenu verschijnt eenmalig bij het openen van de bedieningsklep na het inschakelen van de voedingsspanning. Het menu kan door een kort uitschakelen van de voedingsspanning weer worden geactiveerd.
Bediening Installatie en ingebruikstelling Buitenvoeler AF (AFS) S Montageplaats Indien mogelijk op een wand aan de Noord- of Noordoostzijde achter een verwarmde ruimte Ca. 2,5 m boven de grond Niet boven ramen of luchtroosters Montage Deksel verwijderen. Voeler met bijgeleverde schroef bevestigen. Aanvoervoeler VF (VFAS v Montageplaats Bij ketelbesturingen in plaats van de ketelvoeler KF zo dicht mogelijk achter de ketel op de aanvoerleiding van de verwarming - Bij het werken met mengklep v ca.
Bediening Installatie en ingebruikstelling Inbedrijfstelling Procedure van het in bedrijf nemen 1. Leest u alstublieft deze handleiding voor in bedrijfsstelling aandachtig door. 2. Regelaar monteren, elektriciteit aansluiten en dan de spanning ofwel resp. de warmtebron inschakelen. 3. Wacht tot standaard aanduiding van de regelaar verschijnt. 4. Bedieningsklep openen Inbedrijfstellingsmenu Alle waarden in dit menu moeten na elkaar, zonder onderbreking, ingegeven worden.
Bediening Installatie en ingebruikstelling Systeembus Het verwarmingssysteem De regelaar kan m.b.v. een toevoegmodule, die over de integreerde BUS aangesloten kan worden, modulair uitgebreid worden. Het systeem kan in de maximale uitvoering van de regelaar de volgende componenten van een verwarmingssysteem toepassen.
Bediening Installatie en ingebruikstelling Fout oplossen Algemeen Bij het slecht functioneren van uw systeem moet u uw bedrading van de regelaar en regelcomponenten controleren. Voeler: In het menu "Algemeen/Service/ Sensortest" kunnen de voelers gecontroleerd worden. Hier moeten alle aangesloten voelers met reële meetwaarden verschijnen. Actoren (mengventielen, pompen): In het menu "Algemeen/Service/ Relaistest" kunnen de actoren worden gecontroleerd.
Notities 43
Service: ELCO GmbH D - 64546 Mörfelden-Walldorf ELCO Austria GmbH A - 2544 Leobersdorf ELCOTHERM AG CH - 7324 Vilters ELCO-Rendamax B.V. NL - 1410 AB Naarden ELCO Belgium n.v./s.a.