Handleiding voor de geautoriseerde installateur AQUATOP T / AEROTOP T Warmtepompregeling LOGON B WP61 B 04.2009 Art. Nr.
Inhoud Basisprincipes Korte beschrijving/Kenmerken/Functies ...........................................................3 Bedieningselementen .......................................................................................4 Beschrijving display programmering.................................................................5 Kort overzicht van de hoofdfuncties .................................................................6 Parameterinstellingen eindgebruiker .........................................
Basisprincipes Korte beschrijving, kenmerken, functies Korte beschrijving De verwarmingsregeling LOGON B WP61 is een weersafhankelijke digitale verwarmingsregeling voor één meng- verwarmingskringen, voor een glijdende verwarmingskring en voor de drinkwaterbereiding. Tegelijkertijd wordt de warmtepomp aangestuurd. Bovendien zijn verschillende aanvullende functies in te schakelen.
Bedieningselementen 1 9 4 2 5 Bedrijfsmodustoets drinkwater (1) Om de drinkwaterbereiding in- en uit te schakelen (balk in het display onder de waterkraan). Bedrijfsmodustoets verwarmingskring(en) (2) Om 4 verschillende bedrijfsmodi voor verwarming in te stellen: Auto uur: automatische modus volgens tijdprogramma. Zon 24 uur: verwarmen tot nominale comforttemperatuur Maan 24 uur: verwarmen tot gereduceerde temperatuur Werking met vorstbescherming: verwarming uitgeschakeld, orstbescherming in functie.
Beschrijving display Programmering Drinkwatermodus kiezen Verwarmingsmodus kiezen Menu verlaten Kiezen Naar rechts/links draaien Bevestigen Infotoets Koeltoets WP reset Verwarmen met de ingestelde comfortwaarde Verwarmen met de ingestelde gereduceerde waarde Verwarmen met de ingestelde vorstbeschermingswaarde Proces bezig – a.u.b.
Kort overzicht van de hoofdfuncties van de elektronische regelaar Toets Actie Werkwijze Weergave/functie HK2 samen met HK1 Draaiknop links/rechts bedienen Draaiknop opnieuw draaien Gewenste kamertemperatuur instellen Opslaan met de toets OK of 5 sec. wachten of: Druk op de toets Ingestelde comfortwaarde aangenomen Ingestelde comfortwaarde niet aangenomen - na 3 sec. verschijnt de basisweergave of gewenste kamertemperatuur voor HK1 of HK2 instellen 2.
Parameterinstelling eindgebruiker • • • • • • • • • Basisaanduiding “Status warmtepomp” 1 x OK-toets indrukken met de +-draaiknop bijv. „menu drinkwater“ kiezen 1 x OK-toets indrukken met de +-draaiknop bijv. in het menu drinkwater „parameter nr.
Parameterinstelling eindgebruiker Menukeuze Verwarmingskring 1 vakantie Verwarmingskring 2 vakantie (alleen wanneer geactiveerd) Verwarmingskring P vakantie (alleen wanneer geactiveerd) Verwarmingskring 1 Koelkring (alleen wanneer geactiveerd) Verwarmingskring 2 (alleen wanneer geactiveerd) Verwarmingskring P (alleen wanneer geactiveerd) Drinkwater Zwembad (alleen wanneer geactiveerd) Energie meter 8 Bedienings regel 641 642 643 648 651 652 653 658 661 662 663 668 710 712 Eenheid Min. Max.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur • • • • • • • • • • • • Basisweergave “status warmtepomp” 1 x OK-toets indrukken Info-toets langer dan 5 sec. drukken met de +-draaiknop het "ingebruiknemingsniveau" selecteren 1 x OK-toets indrukken met de +-draaiknop bijv. menu drinkwater selecteren 1 x OK – toets drukken met de +-draaiknop bijv. in het menu drinkwater “parameter nr.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Bedienings Keuzemogelijkheid regel 560 Voorkeuze Tijdprogramma 4 561 ma-zo: 1. fase Aan TWW 562 ma-zo: 1. fase Uit 563 ma-zo: 2. fase Aan 564 ma-zo: 2. fase Uit 565 ma-zo: 3. fase Aan 566 ma-zo: 3. fase Uit 576 Standaardwaarden 600 Voorkeuze Tijdprogramma 5 601 ma-zo: 1. fase Aan 602 ma-zo: 1. fase Uit 603 ma-zo: 2. fase Aan 604 ma-zo: 2. fase Uit 605 ma-zo: 3. fase Aan 606 ma-zo: 3.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Verwarmingskring 2 (alleen wanneer geactiveerd) Verwarmingskring 3/P (alleen wanneer geactiveerd) Drinkwater Bedienings Keuzemogelijkheid regel Eenheid Min. Max.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Zwembad Warmtepomp Energie Meter Zonne-energie Bufferboiler Drinkwater boiler 12 Bedienings Keuzemogelijkheid regel 2255 Instelwaarde toestelverwarming 2256 Instelwaarde zonne-energie 2819 Voorlooptijd bronpomp 2820 Nadraaitijd bronpomp 2880 Toepassing EL-aanv Eenheid Min. Max. °C °C sec sec 8 8 0 0 80 80 240 240 Vervang, Aanvullend bedrijf VG Aanvullend bedrijf Tapw.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Configuratie Bedienings Keuzemogelijkheid regel 5700 Voorinstelling 5710 Verwarmingskring 1 5711 Koelring 1 5712 Gebruik menger 1 5715 Verwarmingskring 2 5731 Drinkwaterinstelling Q3 5736 Drinkwater scheidingsschakeling 5800 Warmtebron 5807 Koude-opwekking 5810 5840 5841 Spreiding HK bij TA-10°C Instelling zonne-energie Externe zonneboiler 5870 5890 5891 5892 5894 5895 5896 Combiboiler Relaisuitgang QX1 Relaisuitgang QX2 Relaisuitgang QX3 Relaisuitg
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Configuratie 14 Bedienings Keuzemogelijkheid regel 5980 Functie ingang EX1 5981 5982 Werkinstelling ingang EX1 Functie ingang EX2 5983 5984 Werkinstelling ingang EX2 Functie ingang EX3 5985 5986 Werkinstelling ingang EX3 Functie ingang EX4 5987 5988 Werkinstelling ingang EX4 Functie ingang EX5 5989 5990 Werkinstelling ingang EX5 Functie ingang EX6 5991 5992 Werkinstelling ingang EX6 Functie ingang EX7 5993 6014 Werkinstelling ingang EX7
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Konfiguration LPB Bedienings Keuzemogelijkheid regel 6047 Werkinstelling Contact H2 6048 Functiewaarde contact H2 6049 Spanningswaarde 1 H2 °C Volt Rustcontact 0 0 Fabrieks instellingen werkcontact 30 0 Volt -100 0 0 10 -100 100 Bronpomp Q8/ klep K19 Eenheid Min. Max.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Fout Bedienings Keuzemogelijkheid regel 6700 Melding 6702 Bevoegdheid m.b.t. de melding 6703 7076 7077 7078 7079 7080 7081 7082 7083 7090 7091 7092 7093 7120 7141 7150 7152 7181 7183 7700 Spreid compr.min/wo Act. spreid compr. min/wo TWW boiler interval maanden TWW boiler sinds onderhoud maanden TWW laadtemperatuur WP min. °C Act.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze In-/uitgangstest Status Bedienings Keuzemogelijkheid Eenheid regel 7777 Sensortemperatuur B92, B84 °C 7820 Sensortemperatuur BX1 °C 7821 Sensortemperatuur BX2 °C 7822 Sensortemperatuur BX3 °C 7823 Sensortemperatuur BX4 °C 7824 Sensortemperatuur BX5 °C 7830 Sensortemp.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Diagnose Cascade 18 Bedienings Keuzemogelijkheid regel 8100 Prioriteit toestel 1 8101 Status toestel 1 8102 8103 Prioriteit toestel 2 Status toestel 2 8104 8105 Prioriteit toestel 3 Status toestel 3 8106 8107 Prioriteit toestel 4 Status toestel 4 8108 8109 Prioriteit toestel 5 Status toestel 5 8110 8111 Prioriteit toestel 6 Status toestel 6 8112 8113 Prioriteit toestel 7 Status toestel 7 8114 8115 Prioriteit toestel 8 Status toestel 8 81
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Diagnose toestel Bedienings Keuzemogelijkheid regel 8400 Compressor 1 K1 8401 Compressor 2 K2 8402 Elektro-unit voorloop K26 8403 Bronpomp Q8 8404 Toerental bronpomp Eenheid Min. Max.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Diagnose toestel Diagnose verbruiker 20 Bedienings Keuzemogelijkheid Eenheid regel 8519 Voorlooptemperatuur zonne-energie °C 8520 Retourlooptemperatuur °C zonne-energie 8526 Dagrendement zonne-energie kWh 8527 Totaal rendement zonne-energie 8530 Min. Max.
Parameterinstelling verwarmingsinstallateur Menukeuze Diagnose verbruiker Bedienings Keuzemogelijkheid regel 8826 Toerental TWW tussenkringpomp 8827 Toerental TWW doorstroomverwarmingspomp 8830 Drinkwatertemperatuur 1 Eenheid Min. Max.
Info-weergave, koelfunctie, reset Informatie weergeven Met de informatietoets kan verschillende informatie opgeroepen worden. AUTO Raumtemperatur Kamertemperatuur 0 Mogelijke informatiewaarden Afhankelijk van het toesteltype, de toestelconfiguratie en de bedrijfstoestand zijn enkele regels met informatie niet weergegeven Koelfunctie Met de koeltoets kan de modus „koelen“ worden geselecteerd. De koeling vindt na het tijdprogramma plaats en na de instelwaarden van de temperatuur.
Foutmelding / onderhoud Foutmelding onderhoud Bij uitzondering verschijnt in de basisaanduiding één van de volgende symbolen Foutmeldingen Verschijnt dit symbool, dan is er een fout in de installatie. Druk op de infotoets en lees de verdere informatie. Onderhoud of speciale functie Verschijnt dit symbool, dan is er een onderhoudsmelding of er is een speciale functie. Druk op de infotoets en lees de verdere informatie.
Gedetailleerde instellingen Menu: Tijd en datum Menu: Bedieningseenheid Tijd en datum De regelaar heeft een tijdsaanduiding met uur, dag van de week en datum. Om de werking te verzekeren, moeten tijd en datum correct ingesteld worden. Bediening en display Regelnr. Info Tijdelijk: Informatieweergave gaat na 8 min. opnieuw naar basisweergave. Permanent: Informatieweergave blijft permanent weergegeven na oproep met de informatietoets.
Menu : bedieningseenheid Toewijzing verwarmingskring Apparaatgegevens Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling 44 Bediening HK2 Gemeenschappelijk met HK1 Gemeenschappelijk Onafhankelijk met HK1 46 Bediening HKP Gemeenschappelijk met HK1 Gemeenschappelijk Onafhankelijk met HK1 Bediening HK2 De werking van de bediening (modustoets of de draaiknop) op het ruimte-apparaat of op het bedieningsapparaat van het warmtetoestel kan voor de verwarmingskring 2 worden gedefinieerd.
Menu: Tijdprogramma’s Menu: Vakantie Voor de verwarmingskringen en de drinkwaterbereiding staan verschillende schakelprogramma’s ter beschikking. De bedrijfsmodus “automatisch” is ingeschakeld en stuurt de omschakeling van temperatuurniveaus (en de daarmee verbonden instelwaarden) volgens de ingestelde schakeltijden. Bij het tijdprogram ZP5 wordt het relaiscontact van een multifunctioneel uitgangsrelais QX1-6 (par 5890-5896) geschakeld.
Menu: verwarmingskringen Voor de verwarmingskringen staan verschillende functies ter beschikking, die telkens voor elke verwarmingskring individueel instelbaar zijn. In het menu configuratie kunnen HK1 (2e mengkring) en/of HKP (glijdende pompring) worden geactiveerd. Bedrijfsmodus De bedrijfsmodus van de verwarmingskringen 1 en 2 worden direct d.m.v. de bedrijfsmodustoets bediend, terwijl ondertussen de bedrijfsmodus voor de verwarmingskring P in de programmering (bedieningsregel 1300) wordt ingesteld.
Menu: verwarmingskringen Karakteristiek steilheid Met de steilheid verandert de voorlooptemperatuur sterker naarmate de buitentemperatuur kouder is. D.w.z. wanneer de kamertemperatuur bij een koude buitentemperatuur afwijkt en niet bij een warme, dan moet de steilheid gecorrigeerd worden. Instelling verhogen: Om de voorlooptemperatuur te verhogen, vooral bij koude buitentemperaturen. Instelling verlagen: Om de voorlooptemperatuur te verlagen, vooral bij koude buitentemperaturen.
Menu: verwarmingskringen Regelnummer Begrenzingen voorloopinstelwaarde Met deze begrenzing kan het bereik voor de voorloopinstelwaarde bepaald worden. Wanneer de gevraagde voorloopinstelwaarde van de verwarmingskring de overeenkomstige grenswaarde bereikt, blijft deze constant, ook bij een stijgende of dalende vraag naar warmte op de max. resp. min. waarde. Bedieningsregel Fabrieksinstelling HK1 HK2 HKP 740 1040 1340 Nominale vertrekwaarde min. 8°C 741 1041 1341 Nominale vertrekwaarde-max.
Menu: verwarmingskringen Bufferboiler / voorregelaar Met bufferboiler. Is een bufferboiler aanwezig, moet hier worden ingevoerd, of de verwarmingskring uit de bufferboiler wordt gevoed of direct uit de ketel. De bufferboilertemperatuur wordt bij het erbij betrekken van alternatieve warmtebronnen als regelcriterium voor de vrijgave van extra energiebronnen gebruikt.
Menu: Koelkring 1 Om de koelkring te kunnen gebruiken, moet de betreffende hydraulische variant met verwarmen / koelen zijn ingesteld. De koelfunctie moet ingeschakeld (bedieningsregel 901=auto) en volgens tijdschakelprogramma of boven 24h zijn vrijgegeven (bedieningsregel 907) De koelfunctie start automatisch wanneer de kamertemperatuur boven de comfortinstelwaarde koelen (bedieningsregel 902) stijgt.
Menu: Koelkring 1 2355Z06 TVKw 908 909 25°C TVKw TAgem 35°C TAgem Voorlooptemperatuur- instelwaarde voor de koeling Gemengde buitentemperatuur De ingestelde koelgrafiek heeft betrekking op een ruimte- instelwaarde van 25°C. Wordt de ruimte- instelwaarde veranderd, past de koelgrafiek zich automatisch aan. Koelgrens bij TA Regelnummer Bedieningsregel Fabrieksinstelling 912 Koelgrens bij TA 24° Ligt de gemengde buitentemperatuur boven de koelgrens, dan is de koeling vrijgegeven.
Menu: Drinkwater Instelwaarden Het drinkwater kan op verschillende instelwaarden ingesteld worden. Afhankelijk van de gekozen bedrijfsmodus worden deze instelwaarden actief en regelen ze de verschillende temperatuurniveaus in de TWW-boiler. Vrijgave Regeln. Bedieningsregel Fabrieksinstelling 1610 Instelwaarde 50°C 1612 Reduceerinstelwaarde 45°C Regeln.
Menu: Drinkwater Prioriteit Bij gelijktijdige vraag naar ruimteverwarming en drinkwater kan met de functie drinkwaterprioriteit ingesteld worden, dat het warmtepompvermogen bij laden van drinkwater in de eerste plaats voor het drinkwater wordt gebruikt. Absolute prioriteit De menger- en pompverwarmingskring blijven geblokkeerd tot het drinkwater verwarmd is.
Menu Zwembad Bij geactiveerde zwembadregeling kunnen de instelwaarde voor de verwarming met zonne-energie of voor de verwarming met de warmtepomp worden ingesteld. Regeln. Bedieningsregel Fabrieksinstelling 2055 Instelwaarde zonne-energieverwarming 26 °C 2056 Instelwaarde toestelverwarming 22 °C Instelwaarde zonne- energie verwarming De zwembadtemperatuur wordt bij gebruik van zonne- energie tot aan deze ingestelde instelwaarde geladen.
Menu warmtepomp Voorlooptijd bron. Alleen water-water-warmtepomp Voor de ingebruikname van de compressor moet de bronpomp in bedrijf worden genomen, zodat de compressor is doorstroomd en de sensoren een correcte temperatuur kunnnen meten. Bij lange buisleidingen moet de tijd eventueel verlengd worden. Nalooptijd bron Regeln. Bedieningsregel Fabrieksinstelling 2819 Voorlooptijd bron 45 sec.
Menu warmtepomp Menu energie meter Retourstellings- integr. elektro-voorloop Ligt de beginwaarde boven het uitschakelpunt, schakelt de regelaar de laatst ingestelde (regelende) trap uit en begint met het eventuele warmteoverschot een retourstellings-integraal te vormen. De volgende lagere trap wordt telkens uitgeschakeld, wanneer het warmteoverschot de ingestelde retourstellingsintegraal bereikt (2883) bereikt. Voor een nieuwe vrijgave moet weer de vrijgave-integraal zijn gevuld.
Menu: zonne-energi Algemeen geldt: De zonne-energiefunctie en het zonneenergiemenu zijn pas actief, wanneer in het menu configuratie aan een multifunctionele uitgang 5890-5892 de zonne-energiefunctie werd toegewezen en de betreffende multifunctionele sensor 5930-5934 werd geactiveerd. Regeln. Bedieningsregel Fabrieksinstelling 3810 Temp’versch AAN wisselaar 8K 3811 Temp’versch UIT wisselaar 4K 3812 Laadtemp min. drinkwater - boiler 30°C 3815 Laadtemp min. buffer- boiler 30°C 3818 Laadtemp.
Menu: Zonne-energie Instelwaarden van de boilers Laadtijd relatieve voorrang (3825) Voor zover de boiler, waaraan de voorkeur wordt gegeven, overeenkomstig de laadregeling niet kan worden geladen, wordt gedurende de ingestelde tijd de voorrang aan de volgende boiler of het zwembad gegeven. Zodra de boiler, waaraan de voorkeur wordt gegeven weer klaar is voor de lading, wordt de “voorrangafgifte” direct afgebroken.
Menu: Zonne-energie Regeln. 3850 Bedieningsregel Fabrieksinstelling Collector oververhittingsbescherming 80°C T Tkol TKolUe 1°C 2358Z14 Collector oververhittingsbescherming Wanneer het gevaar bestaat dat de collector gaat oververhitten, dan wordt de lading van de boiler verder gevuld om overtollige warmte af te voeren. Is de veiligheidstemperatuur van de boiler 80 °C bereikt, wordt het laden afgebroken.
Menu bufferboiler Algemeen geldt: De bufferboilerfunctie en het bijbehorende menu zijn pas actief, wanneer in het menu configuratie 5930-5934 de multifunctionele sensoringangen met B4 en B41 werden geactiveerd. Extra lading verwarming min (4709) De bij de extra lading verwarmen als instelwaarde gebruikte sleepwijzer kan tegen onder en boven worden begrensd. De sleepwijzer verzamelt de maximale waarden van de verwarmingskringtemperatuuraanvragen en slaat die op.
Menu: Bufferboiler Automatische toestelblokkering Met de automatische toestelblokkering wordt tijdelijk een hydraulische scheiding van warmtetoestellen en bufferboiler bereikt. Het warmtetoestel wordt pas in gebruik genomen, wanneer de bufferboiler niet meer in de actuele behoefte aan warmte kan voorzien. De collectoroverhittingsbeveiligingsfunctie kan de collectorpomp weer in bedrijf nemen, tot de maximale boilertemperatuur (vast op 90°C ingesteld) bereikt wordt. Regelnr.
Menu drinkwaterboiler Oververhittingsfunctie De drinkwaterboiler wordt bij geconfigureerde zonne-energieregeling tot aan de instelwaarde (70°) geladen. Regelnr. 5022 Bedieningsregel Fabrieksinstelling Soort lading afhankelijk van WP-type Met B3 Met B3/B31 Met B3, legio B3/B31 Soort lading Er is een boilerlading met tot 2 sensoren mogelijk. Het is ook mogelijk een deellading met een sensor en een legionellafunctie die rekening houdt met 2 sensoren te combineren. (instelling 3).
Menu configuratie Werkwijze In de LOGON B WP61 zijn verscheidene hydraulische schema’s voorgeprogrammeerd. Het eerst moet via de voorinstelling het hydraulische installatieschema worden ingevoerd. Daarna kunnen de afzonderlijke parameters handmatig zo worden aangepast, dat ze voldoen aan de eisen. Pas dan vindt het instellen van extra functies en de fijninstelling via de bedieningsregels van de afzonderlijke parameters plaats. Het installatieschema berust op de voorinstelling en de aangesloten sensoren.
Menu configuratie Drinkwater-instelling Q3 Regelnr. 5731 Geen Geen drinkwaterlading via Q3. Laadpomp De drinkwaterlading vindt plaats met een pomp aan de aansluitklem Q3/Y3 Keerklep De drinkwaterlading vindt plaats met een keerklep aan de aansluitklem Q3/Y3 Bedieningsregel Fabrieksinstelling Drinkwater-instelling Q3 afhankelijk van WP-type Geen Laadpomp Keerklep Drinkwater scheidingsschakeling De drinkwater- scheidingsschakeling kan slechts worden gebruikt, wanneer een cascade aanwezig is.
Menu configuratie Koeling (5807) Definieert, of en voor welk systeem de koeling plaatsvindt. Uit Er vindt geen koeling plaats. Spreiding HK bij TA –10°C (5810) Voor de besturing van de warmtepomp aan de hand van de instelwaarde van de retourtemperatuur moet deze eerst worden bepaald. Daarvoor wordt de instelwaarde van de voorlooptemperatuur (volgens verwarmingsgrafiek) met het te verwachten temperatuurverschil via de condensator gereduceerd en als instelwaarde van de retourtemperatuur gebruikt.
Menu configuratie Relaisuitgangen QX.. 1 Compressortrap 2 K2 Het relais kan voor de aansturing van een tweede compressor worden gebruikt. 2 Proceskeerklep Y22 Besturing van de proceskeerklep Y22. De proceskeerklep is voor de omschakeling van verwarmings- naar koelfunctie en voor de ontdooifunctie van de warmtepomp nodig. 3 Verwarmingsgastemperatuur K31 Het relais wordt geactiveerd, wanneer de verwarmingsgassensor B81 of B82 boven de 130°C komt.
Menu configuratie 17 Zonne-energie pomp ext. wisselaar K9 Voor de externe warmtewisselaar moet op de multifunctionele relaisuitgang (QX) de zonne-energie pomp ex. wisselaar K9 zijn ingesteld. Indien een drinkwater- en een bufferboiler ter beschikking staan, moet ook de bedieningsregel 5841 „Externe zonneenergiewisselaar” worden ingesteld.
Menu configuratie Functie uitgang QX4-Mod Met deze instelling wordt bepaald, welke pomp moet worden gemoduleerd. De modulatie vindt plaats via triacaansturing (massieve as aansturing) . Regelnr. 5909 Bedieningsregel Fabrieksinstelling Functie uitgang Q4-Mod Geen Geen Bronpomp Q8/klep K19 Drinkwaterpomp Q3 TWW Tussenkringpomp Q33 TWW Doorloopverwarmer Q34 Collectorpomp Q5 collectorpomp 2 Q16 Zonne-energiepomp buffer K8 Zonne-energiepomp ext.
Menu configuratie Ingang H1/H3 Functie ingang H1/H3 Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling 5950 5960 Functie ingang H1 Functie ingang H3 BA-omschakeling HK's+TWW 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 20 1- 5 Modus-omschakeling • Verwarmingskring De modi van de verwarmingskringen worden via de aansluitklemmen H1/H3 (bijv. een telefoonafstandsschakelaar) op beveiligde functie geschakeld. • Drinkwater Een blokkade van de drinkwaterlading vindt slechts plaats in instelling HK's+TWW.
Menu configuratie 14 Relatieve ruimtevochtigheid 10V De regelaar krijgt een spanningssignaal (DC 0…10V) als signaal voor de rel. ruimtevochtigheid. De betreffende ruimtevochtigheid wordt via de lineaire grafiek berekend, die door twee vaste punten (spanningswaarde 1 / functiewaarde 1 en spanningswaarde 2 / functiewaarde 2) wordt gedefinieerd. De regelaar vergelijkt de ruimtevochtigheid met de grenswaarde van 55% V.F.
Menu configuratie Functiewaarde contact Hx (5952/5962) Wordt de ingang H1 / H3 (5950, 5960) als contactingang gebruikt, (“minimum voorloopinstelwaarde" of “opvraag koeling”), gebruikt de regelaar de hier ingestelde waarde als instelwaarde. De warmtepomp wordt constant op de hier ingestelde waarde gestuurd, tot het Hx-contact weer wordt geopend of een hogere warmte- of lagere koelaanvraag wordt gegeven.
Menu configuratie Ligt de gemeten waarde onder 0.15V, dan wordt hij als ongeldig beschouwd. Voorbeeld voor drukmeting 10V P Hx U1 F1 U2 F2 Ligt de gemeten waarde onder 0.15V, wordt hij als ongeldig beschouwd. Voorbeeld voor relatieve ruimtevochtigheid 10V rF Hx U1 F1 U2 F2 Ligt de gemeten waarde onder 0.15V, wordt hij als ongeldig beschouwd en een foutmelding wordt gegenereerd.
Menu configuratie Ingang EX1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Via deze bedieningsregel wordt de functie van de ingangen Ex (230V) bepaald. Functie ingang EX1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 0 Geen Het activeren van de ingang EX heeft geen effect. 1 EW blokkering Ontvangt een extern blokkeringssignaal (bijv. van elektriciteitscentrale) voor de warmtepomp en blokkeert die. Ontstaat de blokkade bij lucht/water-warmtepompen gedurende het ontdooien, beëindigt de regelaar eerst het ontdooien, voor de warmtepomp blokkeert.
Menu configuratie Rustcontact 5983 Werkinstelling ingang EX2 Rustcontact 5985 Werkinstelling ingang EX3 afhankelijk van WP type 5987 Werkinstelling ingang EX4 Rustcontact 5989 Werkinstelling ingang EX5 Arbeidscontact 5991 Werkinstelling ingang EX6 Arbeidscontact 5993 Werkinstelling ingang EX7 Arbeidscontact Bedieningsregel Fabrieksinstelling Functie mengergroep Afhankelijk van WP type Regelnr.
Menu configuratie QX Uitbreidingsmodule Definieert het toepassingsdoel van de QX..-relaisuitgangen Regelnr.
Menu configuratie H2 Uitbreidingsmodule De instellingen m.b.t. ingang H2 aan de uitbreidingsmodule komen overeen met die van de Hx-ingangen van het basisapparaat. De beschrijvingen hiervan zijn onder bedieningsregel “functie ingang Hx” te vinden. Regelnr.
Menu configuratie Sensortoestand Om middernacht slaat het basisapparaat de toestanden bij de sensorklemmen op. Valt na het opslaan een sensor uit, genereert het basisapparaat een foutmelding. Door deze instelling kunnen de sensoren direct worden opgeslagen. Dit is nodig, wanneer bijv. een sensor wordt verwijderd en niet meer nodig is. Regelnr. Bedieningsregel Fabrieksinstelling 6200 Sensor opslaan Nee 6201 Sensor wissen Nee Sensor wissen Met deze instelling worden alle aangesloten sensoren gewist.
Menu configuratie Het controlenummer bestaat uit de naast elkaar gerangschikte deel schemanummers (zonder nullen ervoor).
Menu configuratie Warmtepomp Controlenummer toestel 2 0 10 11 14 15 18 19 22 23 30 31 34 35 38 39 42 43 50 51 60 61 Controlenummer boiler Geen warmtepomp Zoutwater/water-warmtepomp 1-traps Zoutwater/water-warmtepomp 2-traps Zoutwater/water-warmtepomp 1-traps met passief koelen Zoutwater/water-warmtepomp 2-traps met passief koelen Zoutwater/water-warmtepomp 1-traps met proceskeerklep Zoutwater/water-warmtepomp 2-traps met proceskeerklep Zoutwater/water-warmtepomp 1-traps met proceskeerklep en passief koe
Menu configuratie Voorbeeld: Toestel 2: Water / water - warmtepomp, 1-traps Boiler: Bufferboiler Verwarmingskring 1: Verwarmingskringpomp en menger Aanduiding op bedieningsapparaat: De controlenummers zijn altijd naar rechts gerangschikt. De nummers ervoor worden niet aangegeven. Controlenummer toestel 2 Apparaatgegevens Regelnr.
Menu: LPB Menu: fouten, onderhoud / service Menu: LPB Apparaatadres Het LPB-adres van de regelaar bestaat uit getallen die uit 2 posities bestaan. Voorbeeld: Regeln. Aanduidingen systeemmeldingen Deze instelling maakt het mogelijk, systeemmeldingen, die via LPB worden bepaald, op het aangesloten bedieningsdeel te onderdrukken.
Menu onderhoud / service Onderhoudsfuncties Onderhoudsfuncties kunnen als preventieve maatregel m.b.t. de periodieke controle van de installatie worden gebruikt. Regelnr. Alle onderhoudsfuncties zijn afzonderlijk in- uitschakelbaar. Bedieningsregel Regelnr. De regelaar genereert automatisch onderhoudsmeldingen, wanneer de instellingen van de onderhoudsfuncties overschreden worden of te laag zijn.
Menu onderhoud / service Aantal keren dat de waarde onder de minimale temperatuurspreiding komt via de verdamper per week. Spreiding verdamper min./week 7082 Geeft aan hoe vaak binnen 7 dagen de waarde onder de minimum temperatuurspreiding via de verdamper mag zijn. Actuele spreiding verdamper min./week 7083 Aantal keren dat de waarde onder de minimum temperatuurspreiding binnen 7 dagen via de verdamper mag zijn. Ligt de waarde boven de instelling „spreiding verdamper min.
Menu: onderhoud / service Menu: In- / Uitgangstest, sensorwaarden, status Handmatig ontdooien Ontdooien starten. De ontdooifunctie van de warmtepomp kan via deze bedieningsregel handmatig worden gestart. Definitie bevoegdheden Op deze bedieningsregels vindt de instelling plaats van de telefoonnummers voor de betreffende fout- en onderhoudsmeldingen. Regelnr. 7152 Bedieningsregel Fabrieksinstelling Ontdooien activeren Nee Nee Ja Regelnr.
Menu: Historie, diagnose cascade Diagnose toestel, diagnose verbruiker Historie De laatste 10 statusmeldingen worden samen met de erbij horende statuscode opgeslagen, resp. aangegeven. Bij historie 1 is de laatste melding aanwezig, bij historie 10 de oudste Regelnr.
Technische gegevens Voeding Doseerspanning AC 230 V (± 10%) Klemmenbedrading Doseerfrequentie Maximale vermogensopname (voeding en uitgangen) 50/60 Hz LOGON B WP: 11 VA Draad of snoer (gevlochten of met draadeindmof): 1 ader: 0.5 mm2...2.5 mm2 2 aders 0.5. mm2..1.5 mm2 A 1b (automatische werking) Lage beveiligingsspanning voor potentiaalvrije contacten met lage spanning: Spanning bij open contact: DC 12 V Stroom bij gesloten contact DC 3 mA Lage beveiligingsspanning Werkbereik (0...
Service: ELCO GmbH D - 64546 Mörfelden-Walldorf ELCO Austria GmbH A - 2544 Leobersdorf ELCOTHERM AG CH - 7324 Vilters ELCO-Rendamax B.V. NL - 1410 AB Naarden ELCO Belgium n.v./s.a.