Installation Instructions
Menu configuratie
14 Relatieve ruimtevochtigheid 10V
De regelaar krijgt een spanningssignaal
(DC 0…10V) als signaal voor de rel.
ruimtevochtigheid. De betreffende
ruimtevochtigheid wordt via de lineaire
grafiek berekend, die door twee vaste
punten (spanningswaarde 1 / functie-
waarde 1 en spanningswaarde 2 /
functiewaarde 2) wordt gedefinieerd.
De regelaar vergelijkt de ruimte-
vochtigheid met de grenswaarde van
55% V.F. en schakelt een aan een
overeenkomstig gedefinieerde uitgang
QX1 - QX6 (5890 -n5896) aangesloten,
externe luchtontvochtiger K29 in en uit.
15 Ruimtetemperatuur 10V
De regelaar krijgt een spanningssignaal
(DC 0…10V) als signaal voor de rel.
ruimtevochtigheid. Deze wordt primair
samen met de relatieve ruimte-
vochtigheid, voor de dauwpunt-
berekening van de koelkring gebruikt.
Is voor de verwarmings- / koelkring 1
geen ruimte-apparaat met ruimtesensor
aangesloten (BSB), wordt de bij Hx
gemeten ruimtetemperatuur ook voor
de ruimteverwarming/ -koeling 1
(geleidingsvariant en ruimte-invloed)
gebruikt.
De betreffende ruimtetemperatuur
wordt via de lineaire grafiek berekend,
die door twee vaste punten (spannings-
waarde 1 / functiewaarde 1 en
spanningswaarde 2 / functiewaarde 2)
wordt gedefinieerd.
Functie ingang Hx
(5950, 6046, 5960)
Functie
uitgang QX
Status Hx Status vrijgave toestel
- x x Geen verwarming
Zwembad “Niet” Hx –
pomp
x Geen directe
verwarming (Hx werkt
op zonne-energie)
Zwembad Hx –pomp inactief geblokkeerd
Zwembad Hx –pomp actief vrijgegeven
- = Vrijgave zwembad niet ingesteld
x = niet relevant
17 Inschakelopdracht WP trap 1
(alleen verwarmen)
Door het sluiten van het aan deze
ingang aangesloten contact (bijv. door
een externe regelaar of een op een
hoger niveau werkend gebouw-
automatiseringssysteem) wordt de trap
1 van de warmtepomp geactiveerd. Hij
blijft functioneren tot het Hx contact
weer open gaat of een veiligheidfunctie
de warmtepomp uitschakelt (bijv. hoge
druk, lage druk, heetgastemperatuur).
Interne verzoeken, drinkwater-
verzoeken en verzoeken via de bus
worden onderdrukt. Met minimum
stilstandtijd en minimum looptijd wordt
geen rekening gehouden. Er wordt
rekening gehouden met de voor- en
nalooptijden van de condensator- en
bronpomp. Het ontdooien is normaal
mogelijk.
18 Inschakelopdracht WP trap 2
(alleen verwarmen)
Door het sluiten van het aan deze
ingang aangesloten contact (bijv. door
een externe regelaar of een op een
hoger niveau werkend geleidings-
systeem wordt de trap 2 van de
warmtepomp geactiveerd. Hij blijft
functioneren tot het Hx contact weer
open gaat of een veiligheidfunctie de
warmtepomp uitschakelt (bijv. hoge
druk, lage druk, heetgastemperatuur).
Interne verzoeken, drinkwater-
verzoeken en verzoeken via de bus
worden onderdrukt. Met minimum
stilstandtijd en minimum looptijd wordt
geen rekening gehouden. Er wordt
rekening gehouden met de voor- en
nalooptijdtijden van de condensator- en
bronpomp.
Werkinstelling ingang H1/H3
(Regelnummer 5951, 5961)
Rustcontact
Het contact is normaal gesproken
gesloten en moet voor het activeren
van de geselecteerde functie worden
geopend.
Werkcontact
Het contact is normaal gesproken
geopend en moet voor het activeren
van de gekozen functie worden
gesloten.
16 Vrijgave zwembad
De functie maakt het mogelijk
een
directe zwembadverwarming
met
warmtepomp en Hx-pomp van extern
(bijv. handschakelaar) vrij te geven.
Voor de directe lading is altijd een
vrijgave aan de Hx-ingang nodig.
Configuratie: Functie ingang Hx op
„Vrijgave zwembad“ instellen en de
erbij horende Hx-pomp aan een
QX-uitgang kiezen.
De functie maakt het mogelijk,
de
zonne-energie voor de zwembad-
verwarming
door extern (bijv.
handschakelaar) vrij te geven of de
zonne-energie laadprioriteit t.o.v. de
boilers vast te leggen.
Configuratie: Functie ingang
Hx op “Vrijgave zwembad” instellen.
51










