Operation Manual

b - De luchtstroomgeleider A heeft een afvoer met een Ø van 100 mm. Gebruik voor een afvoerka
naal met een Ø van 120mm het onderste ring van onderdeel A (figuur 4).
c - Plaats de luchtstroomgeleider op de bovenzijde van de wasemkap, zodat de vierkante afvoer van
de wasemkap volledig dicht is. Draai de twee bijbehorende schroeven vast (figuur 5).
d - Bevestig de afvoerbuis aan de lucht-stroomgeleider met universele slang-klemmen (niet
meegeleverd).
e - Verwijder, indien aanwezig, het koolstoffilter.
2 - Recirculatie:
a - De gezuiverde lucht wordt via de twee roostertjes in de zijkant van het onderstuk van de schouw I
terug in de ruimte gebracht. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen deze roosters zich op twee
hoogten bevinden (fig. 6 en 7).
b - Hoogte 1 (fig. 6): Verbind lucht-stroomgeleider F met de vierkante afvoer door onderdeel F naar
beneden te drukken, totdat de vier haakjes vastzitten.
c - Hoogte 2 (fig. 7): Verbind verlengstuk P met de vierkante afvoer door onderdeel P naar beneden
te drukken, totdat de vier haakjes vastzitten. Plaats de luchtstroomgeleider F op dezelfde wijze op het
verlengstuk P.
d - Bevestig het koolstoffilter aan de binnenkant van de wasemkap.
N.B. Monteer de roosters van de luchtuitlaat nog niet; dit gebeurt pas nadat de schouw is geinstal
leerd.
4.5 - Montage van de telescopische schouw (fig. 8).
1 - Om het bovenste schouwdeel S te monteren moeten de beide zijkanten zeer voorzichtig iets uit elkaar
getrokken worden. Haak nu de beide zijkanten aan de beugels 2 en 3 en duw de zijkanten weer
terug. Het schouwelement blijft aan beugel 2 hangen. Zet het schouwelement aan beugel 2 vast met
twee grote meegeleverde schroeven.
2 - Verbind het onderste schouwelement I op dezelfde wijze als beschreven onder punt 1 aan de beugels 1
en 3. Let erop, dat het schouwelement I in de bovenzijde van de wasemkap past. Zet het
schouwelement I aan beugel 1 vast met twee grote meegeleverde schroeven. N.B. De bevestiging van
de beide schouwelementen S en I aan beugel 3 vindt plaats door de elementen vast te drukken.
3 - Bevestig de twee uitlaatroosters zodanig in het schouwelement, dat de symbolen naar boven en naar
voren wijzen. Bij recirculatie is het noodzakelijk, dat de roosters ook in de luchtstroomgeleider F
haken (fig. 9).