User manual

raakt als u het apparaat op de nabijge-
legen contactdozen aansluit
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroom-
kabels of stekkers (indien van toepas-
sing) kunnen ervoor zorgen dat de con-
tactklem te heet wordt.
Zorg ervoor dat er een schokbescher-
ming wordt geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat het snoer niet wordt
belast door trekken.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met de service-afde-
ling of een elektromonteur om een be-
schadigde hoofdkabel te vervangen.
De elektrische installatie moet een isola-
tieapparaat bevatten waardoor het ap-
paraat volledig van het lichtnet afgeslo-
ten kan worden. Het isolatieapparaat
moet een contactopening hebben met
een minimale breedte van 3 mm.
Gebruik alleen de juiste isolatie-appara-
ten: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de hou-
der worden verwijderd), aardlekschake-
laars en contactgevers.
Gasaansluiting
Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie over
de gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten wor-
den op een inrichting dat producten af-
voert voor verbranding. Sluit het appa-
raat aan volgens de geldende installa-
tieregels. Let op de vereisten voor vol-
doende ventilatie.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of
elektrische schokken
Gebruik dit apparaat in een huishoude-
lijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Bedien het apparaat niet met natte han-
den of als het contact maakt met water.
Leg geen bestek of deksels van steel-
pannen op de kookzones. Ze zijn heet.
Zet de kookzone op "uit" na elk ge-
bruik.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
Verhitte vetten en olie kunnen ontvlam-
bare damp afgeven. Houd vlammen of
verwarmde voorwerpen uit de buurt van
vet en olie als u er mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Zet geen hete pannen op het bedie-
ningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv.
azijn, citroensap of reinigingsmiddelen
voor het verwijderen van kalkaanslag, in
aanraking komen met de kookplaat.
Hierdoor kunnen doffe plekken ont-
staan.
Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is geënstal-
leerd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met de
juiste vorm en een diameter groter dan
de afmetingen van de branders. Er be-
staat een risico op oververhitting en
NEDERLANDS 5