User manual

ner is dan het minimum, ontvangt slechts
een deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd. Zie het
hoofdstuk Technische gegevens voor de
minimale diameters.
5.4 De voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de warmte-instelling en de kookzone is
niet lineair.
Wanneer u de warmte-instelling verhoogt,
is dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone.
Het betekent dat de kookzone met de
medium warmte-instelling minder dan de
helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Ver
wa
rmi
ng
sst
an
d
Gebruik om: Tijd Tips Nominaal
stroomver-
bruik
1
Het door u gekookte
eten warm te houden
naar be-
hoefte
Leg een deksel op de
pan.
3 %
1 -
2
Hollandaisesaus, smel-
ten: boter, chocolade,
gelatine
5 - 25 min Meng het geheel van
tijd tot tijd.
3 – 5 %
1 -
2
Stollen: luchtige om-
eletten, gebakken eier-
en
10 - 40 min Met deksel bereiden. 3 – 5 %
2 -
3
Zachtjes aan de kook
brengen van rijst en
gerechten op melkba-
sis, reeds bereide ge-
rechten opwarmen
25 - 50 min Voeg minstens twee-
maal zoveel vloeistof
toe als rijst, melkge-
rechten tijdens het
bereiden tussendoor
roeren.
5 – 10 %
3 -
4
Stomen van groenten,
vis en vlees
20 - 45 min Enkele eetlepels
vloeistof toevoegen
10 – 15 %
4 -
5
Aardappelen stomen 20 - 60 min Gebruik max. ¼ l wa-
ter voor 750 g aard-
appelen
15 – 21 %
4 -
5
Bereiden van grotere
hoeveelheden voedsel,
stoofschotels en soe-
pen
60 - 150
min
Tot 3 l vloeistof plus
ingrediënten
15 – 21 %
6 -
7
Lichtjes braden: kalfs-
oester, cordon bleu
van kalfsvlees, kotelet-
ten, rissoles, worstjes,
lever, roux, eieren,
pannenkoeken, donuts
zoals nodig Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
31 – 45 %
NEDERLANDS 11