User manual

onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd
worden.
12.3 Aansluiting van flexibele
niet-metalen leidingen
Als het mogelijk is om de aansluiting over-
al in de aansluitzone gemakkelijk te con-
troleren, kunt u een flexibele leiding ge-
bruiken. De flexibele leiding moet goed
worden aangespannen door klemmen.
Montage: gebruik de leidinghouder. Kop-
pel altijd de pakking vast. Ga vervolgens
door met de gasaansluiting. De flexibele
leiding is klaar voor gebruik als de leiding:
niet warmer wordt dan kamertempera-
tuur, warmer dan 30 °C;
niet langer is dan 1500 mm;
geen knikken vertoont;
niet onderworpen is aan tractie of tor-
sie;
niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
gemakkelijk onderzocht kan worden om
de toestand ervan te controleren.
De controle van de staat van de flexibele
leiding bestaat erin te controleren of:
de leiding geen barsten, sneden, vlek-
ken of brandsporen vertoont op de
twee uiteinden en over de volledige
lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waar-
neembaar zijn, mag de leiding niet worden
gerepareerd, maar moet deze worden
vervangen.
Controleer wanneer de installatie
is voltooid of alle leidingfittingen
goed zijn afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam!
De gastoevoer bevindt zich aan de ach-
terkant van het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stop-
contact of trek de zekering uit
vóór u het gas aansluit. Sluit
de hoofdkraan van de gastoe-
voer.
ABC
DE
A)
Gasaansluitingspunt (er is slechts één
punt geschikt voor het apparaat)
B)
Pakking
C)
Instelbare aansluiting
D)
Houder voor de aardgaspijp
E)
LPG leidinghouder
Het toestel is ingesteld op stan-
daard gas. Als u de instelling wilt
wijzigen, kiest u de bijbehorende
pijphouder uit de lijst. Gebruik al-
tijd de pakkingafdichting.
12.4 Aanpassing aan
verschillende types gas
WAARSCHUWING!
Alleen bevoegde personen mogen
de afstelling aan verschillende ty-
pes gas uitvoeren.
Dit apparaat is bedoeld om met
aardgas te werken.
Met de correcte gasinspuiters kan
het apparaat ook met vloeibaar
gas werken.
WAARSCHUWING!
Alvorens de inspuiters te plaatsen,
moet u ervoor zorgen dat de gas-
bedieningsknoppen in de uitstand
zijn gedraaid en het apparaat niet
op het elektriciteitsnet is aange-
sloten. Laat het apparaat volledig
afkoelen. U kunt letsel oplopen.
12.5 Vervanging van
gasinspuiters
1.
Verwijder de pannendrager.
2.
Verwijder de branderkappen en -kro-
nen.
30
www.electrolux.com