Operation Manual

Z
REGELINGEN GAS
GASAANSLUITINGEN
Fig. 11 Fig. 12
Indien het toestel afgesteld blijkt te zijn voor een ander type dan
het beschikbare type gas, moet u de inspuiters vervangen, de
minimumcapaciteit regelen en de slangtuit vervangen.
Voor het vervangen van de inspuiters van de kookplaat moet u
als volgt te werk gaan: verwijder de roosters; verwijder de branders,
de vlamverdelers (zie fig. 10A); verwissel de inspuiter (zie figuur
10B) met een voor het nieuwe type gas geschikt model (zie tab.
D). Monteer alles weer andersom terug waarbij u ervoor moet
opletten dat u de vlamverdeler weer correct op de brander plaatst.
MINIMUMCAPACITEIT KRAANTJES KOOKPLAAT
Voor de regeling van de minimumcapaciteit moet u als volgt te
werk gaan:
- Ontsteek de brander en draai de knop in de minimumstand ;
verwijder de knop van de kraan. Steek een kleine
schroevendraaier in de staaf van het kraantje (fig. 11).
Let op: bij de kraantjes met klep vindt u de regelschroef "Z" voor het
minimum aan de buitenkant van de staaf van het kraantje (fig. 12).
Draai de regelschroef linksom om de capaciteit te vergroten, of
rechtsom om de capaciteit te verkleinen. Bij een correcte regeling
zal de vlam ongeveer 3 à 4 cm hoog zijn.
Bij butaan/propaan moet de regelschroef volledig worden vastge
draaid.
Verzeker u ervan dat de vlam niet uitgaat als u het kraantje
plotseling van de maximumstand , naar de minimumstand
draait en andersom.
Plaats de knop weer terug.
TAB. D
Cat. II 2E+3+
Hs - 15°C - 1013,13mbar
ALGEMENE TABEL INJECTIESI
Type gas mbar
Inspuiter Brander Verm. kW Verbruik
Nr type max. min. max. min.
128 Sterk 3,00 0,75 286 l/h 72 l/h luc.
G 20 / G 25 20/25 101 Normal 1,75 0,48 167 l/h 46 l/h luc.
77 Sudder 1,00 0,33 95 l/h 31 l/h luc.
141 Wok 3,80 1,50 363 l/h 143 l/h luc.
G 30 28/30 87 Sterk 3,00 0,75 219 g/h 55 g/h 42
66 Normal 1,75 0,48 128 g/h 35 g/h 31
50 Sudder 1,00 0,33 73 g/h 24 g/h 27
G 31 37 96 Wok 3,80 1,50 277 g/h 109 g/h 65
By pass
Fig. 10A Fig. 10B
SLANGTUIT SLUITDOP
Sommige modellen fornuizen kunnen worden aangepast voor een
de gasaansluiting links of rechts. Om de gasinlaat te verplaatsen
hoeft u slechts de sluitdop en de slangtuit te verwisselen. Als u
hiermee klaar bent moet u controleren of er geen gaslekken zijn.
Het wordt aanbevolen om te controleren of het gas is afgesteld op
het beschikbare type gas. De aansluiting op het gasnet moet worden
uitgevoerd volgens de regelen der kunst en in overeenstemming
met de geldende normen die de plaatsing van een veiligheidskraan
op het uiteinde van de netleiding voorschrijven. Bij gebruik van
butaan en propaan kan een drukregelaar, overeenkomstig de
normen, deze functie overnemen. De sluitpakkingen moeten
overeenstemmen met de normen.
Na voltooiing van de werkzaamheden voor het aansluiten van het gas
moet u de dichting van de verbindingen met water en zeep controleren.
Het uiteinde van de aansluitpijp heeft een schroefdraad.
De mogelijke aansluitingen zijn:
- met behulp van een stijve ijzeren of koperen buis
- met behulp van een flexibele buis van roestvrij staal met ononderbroken
wand en mechanische aansluiting in overeenstemming met de normen
De buis moet rechtstreeks op het kniestuk van het inlaatstuk
(zie fig. 9) worden aangesloten.
Fig. 9
17
NL
C =
Inspuiter
Wok
1/2
C
C