User manual

10.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschak-
eling is actief.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti-
veerd.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
De oven wordt niet warm. De zekering is doorge-
brand.
Controleer of de zekering
de oorzaak van de storing
is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt u
contact op met een er-
kende installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de ger-
echten duurt te lang of de
gerechten worden te snel
gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tem-
peratuur aan. Volg het ad-
vies in de handleiding op.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het be-
reiden niet langer dan 15 -
20 minuten in de oven
staan.
Op het display verschijnt
"C3".
De reinigingsfunctie werkt
niet. De deur is niet volledig
gesloten of het deurslot is
defect.
Sluit de deur volledig.
Op het display verschijnt
"F102".
U heeft de deur niet he-
lemaal gesloten.
Het deurslot is defect.
Sluit de deur volledig.
Schakel de oven uit via
de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en
schakel deze weer in
Neem contact op met
de klantenservice, wan-
neer "F102" opnieuw
wordt weergegeven.
NEDERLANDS
51