User manual

35
Fig. 6
FO 0335
Praktische Tips
In dit boekje is een adviestabel voor het bereiden van veel
voorkomende gerechten opgenomen. Bedenkt u echter
dat het hier slechts om adviezen gaat, zodat u een idee
hebt hoe te beginnen.
De meeste gerechten kunt u zowel met het hetelucht-
systeem als met konventionele onder- en bovenwarmte
bereiden. U vindt zelf uit welke manier u voor welk
gerecht het meeste aanspreekt
Hetelucht-systeem
Een voordeel van het hetelucht-systeem is dat de
gerechten nauwelijks geur van elkaar overnemen.
Zodoende kunt u meerdere, sterk van elkaar
verschillende gerechten tegelijk bereiden.
Een ander voordeel is de ruimtewinst. U kunt
bijvoorbeeld koekjes op twee platen tegelijk bakken.
Gebak
Gebak vergt doorgaans een matige temperatuur (150-
200°C) en voorverwarmen van de oven van zon 10
minuten. De adviestabel gaat er van uit dat u
voorverwarmd hebt.
Open tijdens het bakken de ovendeur niet voordat
tenminste 3/4 van de baktijd verstreken is.
Gebak dat gegarneerd wordt na cirka 2/3 van de
baktijd garneren en dan afbakken. De resterende
baktijd hangt af van de soort en de hoeveelheid
garnituur.
Roerdeeg moet moeilijk van de lepel gaan, omdat
anders door teveel vocht de benodigde baktijd te lang
wordt.
Bij het bakken van koekjes op twee platen moet,
indien u het hetelucht-systeem gebruikt, een richel
ertussen vrijgelaten worden.
Vlees braden
Een stuk vlees moet liefst niet minder dan 1 kg
wegen, omdat kleinere stukken snel kunnen
uitdrogen.
Rood vlees dat van buiten gaar maar van binnen rose
of rood moet blijven, vergt een hoge temperatuur
(cirka 200°C). Licht gekleurd vlees en vis
daarentegen doorgaans een lagere temperatuur (150-
175°C).
Sauzen kunt u alleen bij een korte braadtijd direkt
toevoegen. In andere gevallen eerst enige tijd braden
en de saus tijdens de nog resterende braadtijd
toevoegen.
Of vlees gaar is probeert u met een lepel: laat het zich
nauwelijks indrukken dan is het gaar.
Bij braden direkt op het rooster adviseren wij u de
braadschaal, als opvangschaal voor het vet, in de
onderste richels te schuiven. Doe er wat water in om
verbranding van het vet te voorkomen.
Het rooster kan met de zijranden omhoog of omlaag
in de richels geschoven worden.
Laat vlees na het braden tenminste 15 minuten staan
alvorens het aan te snijden. U voorkomt daarmee het
verloren gaan van een deel van het vleesnat.
Grilleren
Vrijwel alle vleessoorten, behalve gehakt en
bepaald mager wild, kunnen gegrilleerd worden.
Wij adviseren u het vlees of de vis aan beide kanten met
wat olijfolie in te smeren en op het rooster te leggen.
Schuif de braadschaal als lekschaal in de onderste
richels. Doe er wat water in om verbranding van het vet
te voorkomen.
Verzeker u ervan dat de roosters van het fornuis juist
geplaatst worden (zie Figuur 5).
De funktieknop schakelt u in de stand voor grilleren
en de thermostaatknop draait u op MAX, tenzij
anders aanbevolen.
Grilleren doet u met gesloten deur.
Keer het vlees naar wens één of meerdere keren.