User manual

De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
4. BEDIENING
4.1 Bedieningspaneel
1 2
4 3
1
Temperatuurindicatie LED
2
IntensiveCooling-indicatielampje
3
IntensiveCooling-toets
4
Temperatuurknop
AAN-/UITtoets
4.2 Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Raak de toets van de
temperatuurregelaar aan als alle leds
uit zijn.
4.3 Uitschakelen
Blijf de toets van de temperatuurregelaar
3 seconden aanraken.
Alle indicatielampjes zijn uit.
4.4 Temperatuurregelaar
Druk om het apparaat te bedienen op de
temperatuurregelaar totdat de LED die
bij de vereiste temperatuur hoort oplicht.
De selectie loopt van 2°C tot 8°C.
Koudste instelling: +2°C.
Warmste instelling: +8°C.
Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het
meest geschikt.
Houd bij de instellingskeuze rekening
met het feit dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur
de frequentie waarmee de deur wordt
geopend
de hoeveelheid etenswaren die wordt
bewaard
de plek van het apparaat.
1. Raak de temperatuurregelaar aan.
Het huidige temperatuurindicatielampje
knippert. Bij elke aanraking van de
temperatuurregelaar gaat de instelling
een stand vooruit. Het relevante LED
knippert een tijdje.
2. Druk op de temperatuurregalaar tot
de vereiste temperatuur is
geselecteerd.
4.5 IntensiveCooling-functie
Als u een grote hoeveelheid warm
voedsel, bijvoorbeeld na het doen van de
boodschappen, in de koelkast wilt
plaatsen, adviseren wij u de
IntensiveCooling-functie in te schakelen
om deze producten sneller te koelen en
om te voorkomen dat voedsel dat al in de
koelkast ligt warm wordt.
Druk op de knop IntensiveCooling.
Het IntensiveCooling-lampje verschijnt.
NEDERLANDS 7