User manual

10.4 Milieutips
Stel een programma in zonder de voor-
wasfase om wasgoed dat normaal ver-
vuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de
maximum hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenverwij-
deraar als u een programma met een
lage temperatuur instelt.
Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste hoe-
veelheid wasmiddel te gebruiken.
10.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een waterver-
zachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke wa-
terleidingbedrijf voor de waterhardheid in
uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de wa-
terverzachter. Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van het product.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact alvorens onderhoudswerk-
zaamheden te verrichten.
11.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle opper-
vlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op-
losmiddelen of chemische pro-
ducten.
11.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk
en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwij-
deren. Doe dit apart van het wassen van
wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van het product.
11.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is
het mogelijk dat er wat wasmiddel achter-
blijft in de trommel. Voer regelmatig een
onderhoudswas uit. Om dit te doen:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Stel het katoenprogramma in met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
NEDERLANDS 17