User manual

9.
11.7 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
1
2
3
2.
3. 4.
45°
20°
11.8 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (9)
uit van 'Het afvoerfilter reinigen'.
Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afvoert met de noodaf-
voerprocedure, dient u het afvoersysteem
opnieuw te activeren:
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de wasmiddel-
doseerbakje.
2.
Start het programma om water af te
voeren.
11.9 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te ver-
wijderen.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Verwijder de watertoevoerslang.
4.
Plaats de twee uiteinden van de toe-
voerslang in een bak en laat het water
uit de slang stromen.
NEDERLANDS 19