User Manual

Table Of Contents
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Verpak voedsel in geschikt
materiaal voordat je het in
het apparaat plaatst.
Er stroomt water in de
koelkast.
Opgeborgen voedingspro‐
ducten voorkomen dat het
water in de wateropvang‐
bak loopt.
Zorg ervoor dat voedings‐
producten de achterwand
niet raken.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Er stroomt water op de
vloer.
De smeltwaterafvoer is niet
aangesloten op de ver‐
dampschaal boven de
compressor.
Sluit de smeltwaterafvoer
aan op de verdampschaal.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De "FastFreeze functie" is
ingeschakeld.
Schakel de "FastFreeze
functie" handmatig uit, of
wacht totdat de functie au‐
tomatisch deactiveert om
de temperatuur in te stel‐
len.. Raadpleeg de rubriek
over "FastFreeze functie".
De temperatuur in het ap‐
paraat is te laag/te hoog.
De temperatuur is niet cor‐
rect ingesteld.
Stel een hogere/lagere
temperatuur in.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de sectie ‘De deur slui‐
ten’.
De temperatuur van de
voedingsproducten is te
hoog.
Laat de voedingsproducten
afkoelen tot kamertempe‐
ratuur voordat je ze op‐
bergt.
Er worden veel voedings‐
producten in een keer op‐
geborgen.
Berg minder voedingspro‐
ducten in een keer op.
De dikte van de rijp is gro‐
ter dan 4 - 5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur werd vaak geo‐
pend.
Open de deur alleen als
dat nodig is.
De FastFreeze-functie is
ingeschakeld.
Zie de rubriek over ‘Fast‐
Freeze-functie’.
Er wordt geen koude lucht
gecirculeerd in het appa‐
raat.
Zorg ervoor dat er koude
lucht in het apparaat circu‐
leert. Zie ‘Nuttige aanwij‐
zingen en tips’.
Sommige specifieke opper‐
vlakken in het koelcompar‐
timent zijn soms warmer.
Dit is normaal.
NEDERLANDS 19