Operation Manual

7.1 DE BRANDER CONTROLEREN
Het toestel bevat geen imitatiehout of -steen. Het toestel is uitgerust met een lintbrander
die ontworpen is om over de gehele breedte een ononderbroken vlammenrij te
produceren. De brander dient aan een visuele controle te worden onderworpen om er
zeker van te zijn dat deze geen vreemde materialen bevat.
Indien de brander schoongemaakt of afgestoft moet worden, moet het glazen deurtje
verwijderd te worden door de vier schroeven los te draaien. Zet het glazen deurtje na
reiniging of inspectie terug en zorg hierbij voor een goede richting en afdichting.
8.0 TESTEN EN INGEBRUIKNAME
Zet de gastoevoer aan en controleer deze tot aan het vuur op eventuele lekkages. Doe
dit in overeenstemming met de geldende voorschriften en lokale codes.
8.1 HET TOESTEL BEDIENEN
De waakvlam is zichtbaar achter de linkerzijde van de brander.
De regelknop bevindt zich aan de linkeronderzijde van de
behuizing, is bolvorming en is voorzien van de symbolen zoals
afgebeeld in figuur 4.
Druk de regelknop in, draai deze naar de VONK-positie, en
houd deze gedurende enkele seconden in deze stand. Draai
de knop verder tegen de klok in tot aan de WAAKVLAM-
positie (u hoort een klik), en controleer of de waakvlam
aanstaat. Zo niet, draai de knop dan terug met de klok mee en
herhaal de procedure.
Wanneer na de vonk de waakvlam verschijnt, houd dan de knop ongeveer tien
seconden ingedrukt. Laat nu de knop los en de waakvlam moet blijven branden. Als de
waakvlam tijdens gebruik uitgaat, wacht dan drie minuten alvorens de
ontstekingsprocedure te herhalen.
Om naar de instelling HOOG te gaan, dient u de regelknop lichtjes in te drukken en tegen
de klok in naar de HOOG-positie te draaien. De hoofdbrander moet na enkele seconden
gaan branden. Om de instelling te veranderen naar LAAG, draait u de regelknop met de
klok mee naar de lage instelling.
Om vanuit de posities HOOG of LAAG naar de WAAKVLAM positie te gaan, drukt u de
regelknop in, draait deze naar de waakvlampositie en laat hem weer los. Om het vuur
UIT te schakelen, houdt u de knop ingedrukt, draait deze naar de UIT-positie en laat
hem weer los.
8.2 VLAMSTORING
De afstand tussen de vonkelektrode en de waakvlam moet 3 - 5 mm bedragen om een
goede vonk te produceren. Het zou niet nodig moeten zijn dit aan te passen. Indien het
ontsteken van de piƫzo elektrische vonk om enige reden niet lukt, mag de waakvlam niet
handmatig worden aangestoken