Operation Manual
26
Nederlands
9.6 Werken met de machine
• Als de versnipperaar correct in zijn werkomgeving is opgesteld (zie §9.3) kan men hem naar
haar werkgedaante omvormen.
• Om ongehinderd hout in de invoertrechter in te brengen dient men de stuurbeugel naar onder
weg te klappen. Trek hiervoor de grendelpin (1) naar achter en druk gelijktijdig de stuurbeugel
naar beneden.
Let op:
Eenmaal het stuur gekipt, de rijbeweging niet meer bedienen!
Indien de afvoervijzel voor het transport werd afge-
nomen of opgeklapt zal men deze eerst weer in zijn
werkpositie plaatsen alvorens de motor te starten.
(zie § 11.3.1)
• Start de motor. (zie § 9.4)
• Als de motor nog niet is opgewarmd zal men eerst
de motor even laten warm draaien alvorens met het
versnipperen aan te vangen.
Let op:
Zodra de motor draait, zijn de messen in beweging en bijgevolg wordt alles
wat in de trechter wordt ingevoerd, genadeloos versneden.
Aandacht:
De bediener draagt de gepaste kledij, handschoenen en persoonlijke beschermingsattributen
zoals voorgeschreven in deze handleiding (zie § 7.3).
• De bediener moet bedacht te werk gaan. Zolang hij de machine bedient, moet zijn volledige
aandacht naar het werk gaan.
• Alvorens het hout in te brengen wordt de motor op volgas gezet.
• Zet de bedienbeugel in stand 2. Het invoermechanisme (band en wals) en het afvoersysteem
(vijzel) beginnen te draaien.