Operation Manual

108 De printersoftware voor Macintosh gebruiken
Instellingen opslaan
Voor gebruikers van Mac OS X
Volg de onderstaande instructies om de aangepaste instellingen
op te slaan.
Gebruikers van Mac OS 10,1.x moeten de aangepaste instellingen
opslaan in Save Custom Setting (Bewaar speciale instellingen). De
instellingen worden opgeslagen als Custom (Aangepast) in de
vervolgkeuzelijst Preset (Voorgedefinieerde instellingen). U kunt
maar één set aangepaste instellingen opslaan.
Gebruikers van Mac OS X 10.2 en 10.3 moeten de aangepaste
instellingen opslaan met Save (Bewaar) of Save As (Bewaar als)
in de voorinstellingen van het afdrukvenster. Typ een naam voor
de aangepaste instellingen in het vak Name (Naam). De
instellingen worden opgeslagen met deze naam in de
vervolgkeuzelijst Preset (Voorgedefinieerde instellingen).
Opmerking:
De optie Custom Setting (Aangepaste instelling) is een
standaardfunctie van Mac OS X.
Voor gebruikers van Mac OS 9
Als u de aangepaste instellingen wilt opslaan, selecteert u
Advanced (Geavanceerd) en klikt u op Save Settings (Bewaar
instellingen) in het dialoogvenster Basic Settings
(Basisinstellingen). Het dialoogvenster Custom Settings
(Aangepaste instellingen) verschijnt.
Typ een naam voor de aangepaste instellingen in het vak Name
(Naam) en klik op Save (Bewaar). De instellingen worden
weergegeven in de lijst links naast Automatic (Automatisch) in
het dialoogvenster Basic Settings (Basisinstellingen).
Opmerking:
Voor de aangepaste instellingen kunt u niet de naam van een
voorgedefinieerde instelling gebruiken.