Operation Manual
Table Of Contents
- Auteursrecht en handelsmerken
- Besturingssystemen en versies
- Inhoudsopgave
- Veiligheidsvoorschriften
- Printeronderdelen en -functies
- Afdruktaken
- Bedieningspaneel gebruiken
- Optionele onderdelen installeren
- Verbruiksmaterialen vervangen
- Printer reinigen en vervoeren
- Probleemoplossing
- Papierstoringen verhelpen
- Statusvel voor de configuratie afdrukken
- Printer functioneert niet optimaal
- Problemen met afgedrukte documenten
- Problemen bij het afdrukken in kleur
- Gebrekkige afdrukkwaliteit
- Geheugenproblemen
- Problemen met de papierverwerking
- Problemen bij het gebruik van de onderdelen
- USB-problemen oplossen
- Problemen met de netwerkverbinding
- Status- en foutberichten
- Afdrukken annuleren
- Problemen bij het afdrukken met PostScript 3
- Problemen bij het afdrukken met PCL5/PCL6
- Printersoftware (Windows)
- Printersoftware (Macintosh)
- PostScript-printerdriver
- PCL5/PCL6-printerdriver
- Technische specificaties
- Klantenservice
- Index
Rasterafbeeldingen worden ongelijk afgedrukt
Oorzaak Oplossing
Het papier is wellicht klam of vochtig. Bewaar het papier in een droge omgeving. Gebruik papier dat u
net uit de verpakking hebt gehaald.
Een van de tonercartridges nadert mogelijk het einde
van de functionele levensduur.
Als op het display of in EPSON Status Monitor wordt gemeld dat
een van de tonercartridges bijna aan het eind van zijn levensduur
is, moet u de tonercartridge vervangen. Zie “Tonercartridge” op
pagina 168 voor meer informatie.
Windows-gebruikers kunnen de resterende levensduur van de
tonercartridge ook controleren aan de hand van het tabblad Basic
Settings (Basisinstellingen) van de printerdriver.
Gebruikers van Mac OS X 10.5 kunnen de resterende levensduur
controleren bij Supply Levels (Niveau van toebehoren) in de prin-
terdriver.
De overgangsinstelling is te laag voor het afdrukken van
afbeeldingen.
Windows: klik op het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen)
van de printerdriver op Advanced (Geavanceerd) en klik op de
knop More Settings (Meer instellingen). Selecteer vervolgens
Halftoning.
De bovenstaande instelling is alleen beschikbaar tijdens het af-
drukken in zwart-wit en wanneer het selectievakje Monochrome
Model Compatibility (Compatibiliteit met zwart-witmodel) is in-
geschakeld in de printerdriver.
Mac OS X 10.5: selecteer de knop Color Settings (Kleurinstellin-
gen) in de printerdriver, schakel het selectievakje Enh.MG in en
selecteer Smooth (Zacht) in de keuzelijst Adjust Picture (Afbeel-
ding aanpassen).
Mac OS X 10.4 en lager: klik op het tabblad Basic Settings (Basis-
instellingen) van de printerdriver op More Settings (Meer in-
stellingen), klik op de knop Enh.MG en selecteer Smooth
(Zacht) in de keuzelijst Adjust Picture (Afbeelding aanpassen).
Er kan een probleem zijn met de fotogeleidingseenhe-
den.
Vervang de fotogeleidingseenheden. Zie “Fotogeleidingseen-
heid” op pagina 172 voor meer informatie.
Er zitten vlekken op de afdruk
Oorzaak Oplossing
Het papier is wellicht klam of vochtig. Bewaar het papier in een droge omgeving.
EPSON AcuLaser C9200 Series Gebruikershandleiding
Probleemoplossing 209