Operation Manual

3. Selecteer het gewenste instelling en druk dan op de toets.
Opmerking:
Waarden die met een sterretje zijn gemarkeerd (*) zijn de standaard menu-instellingen af fabriek.
Standard (Standaard)*
Geschikt voor doucmenten met tekens van normale grootte.
Fine (Fijn)
Geschikt voor documenten met kleine tekens of dunne lijnen of documenten
gedrukt met een punt-matrixprinter.
Super Fine (Superfijn)
Geschikt voor documenten die bijzonder verfijnde details bevatten. De modus
superfijn wordt alleen ingeschakeld als de externe machine ook de resolutie
Superfijn ondersteunt. Zie de onderstaande opmerking.
Photo (Foto)
Geschikt voor documenten die fotografische afbeeldingen bevatten.
Opmerking:
Faxen gescand in de Super Fine (Superfijn) modus worden verzonden met de hoogste resolutie die
wordt ondersteund door het ontvangende apparaat.
Lighten/Darken (Lichter/donkerd.)
U kunt het contrast van het faxdocument afstellen op lichter of donkerder dan het origineel.
1. Druk op de FAX toets.
2. Selecteer Lighten/Darken (Lichter/donkerd.), en druk op de toets.
3. Selecteer het gewenste instelling en druk dan op de
toets.
Opmerking:
Waarden die met een sterretje zijn gemarkeerd (*) zijn de standaard menu-instellingen af fabriek.
Lighter3 (Lichter3)
Werkt goed met donkere afdrukken.
Lighter2 (Lichter2)
Lighter1 (Lichter1)
Normal (Normaal)*
Werkt goed met standaard type of afgedrukte documenten.
Epson AcuLaser CX29 Series Gebruikershandleiding
Faxen 209