Operation Manual
De printkop reinigen
Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes ontbreken, kunt u proberen het probleem op
te lossen door de printkop te reinigen, zodat de inkt weer op de juiste wijze door de spuitkanaaltjes
wordt toegevoerd.
U kunt de printkop reinigen vanaf uw computer met het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop
reinigen) of rechtstreeks vanaf de printer met de knoppen of het bedieningspaneel.
Opmerking:
❏ Reinig de printkop alleen als de afdrukkwaliteit afneemt, omdat het reinigen van de printkop inkt
verbruikt van alle cartridges; bijvoorbeeld als de afdrukken wazig worden, de kleuren niet kloppen of
ontbreken, of de verticale lijnen duidelijk slecht uitgelijnd zijn.
❏ Gebruik eerst het hulpprogramma Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren) om na te gaan of de
printkop moet worden gereinigd. Hierdoor bespaart u inkt.
❏ Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd. Wanneer de inkt op is,
kunt u de printkop niet reinigen. Vervang eerst de betreffende cartridge.
& Zie “Een cartridge vervangen” op pagina 146.
Werken met het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop reinigen) voor
Windows
Om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop reinigen) gaat u als
volgt te werk.
1. Controleer of de printer is ingeschakeld.
2. Controleer of er geen foutlampjes branden.
3. Zorg ervoor dat in de papiercassette vooraan papier van A4-formaat is geladen.
4. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de taakbalk en selecteer Head Cleaning
(Printkop reinigen).
Als het printerpictogram niet wordt weergegeven, leest u in het gedeelte hierna hoe u het
pictogram kunt toevoegen.
& Zie “Via het snelkoppelingspictogram op de taakbalk” op pagina 17.
B-310N/B-510DN Gebruikershandleiding
Onderhoud van de printer 159