Operation Manual

De printer vervoeren
Als u de printer wilt vervoeren, moet u het apparaat zorgvuldig voorbereiden en verpakken (zie
hierna). Gebruik de oorspronkelijke doos en verpakkingsmaterialen of een vergelijkbare doos waar de
printer precies in past.
c
Let op:
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of
ondersteboven wordt gehouden. Anders kan er inkt in de printer lekken.
1. Steek de stekker van de printer in het stopcontact en zet de printer aan. Wacht tot de printkop naar
de beginpositie is teruggekeerd.
2. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact.
c
Let op:
Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de printkop helemaal naar de beginpositie is
teruggekeerd.
3. Maak de interfacekabel los.
4. Verwijder al het papier uit de printer.
5. Zorg ervoor dat de cartridgehendel in de vergrendelde positie staat en dat de cartridgekap gesloten
is.
c
Let op:
Laat de cartridges en de onderhoudscassette zitten; anders kan er inkt gaan lekken.
Opmerking:
Als u de Extra High Capacity-cartridge hebt gebruikt, vervang deze dan voor het transport door de
standaardcartridge, een Standard Capacity-cartridge of een High Capacity-cartridge.
6. Sluit de uitvoerlade en papiersteun.
7. Plaats het beschermende materiaal aan weerszijden van de printer.
8. Plaats de printer en het netsnoer in de oorspronkelijke doos.
Opmerking:
Houd de printer recht tijdens het vervoer.
Let erop dat u al het beschermende materiaal verwijdert voordat u de printer opnieuw gebruikt.
B-310N/B-510DN Gebruikershandleiding
Onderhoud van de printer 167