Gebruikershandleiding Afdrukken Kopiëren Scannen Faxen De printer onderhouden Problemen oplossen NPD6355-01 NL
Inhoudsopgave Uitleg bij deze handleiding Papier laden Introductie tot de handleidingen. . . . . . . . . . . . . . . .8 Zoeken naar informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt. . . . . . . . 9 Over deze handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Markeringen en symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Opmerkingen over schermafbeeldingen en afbeeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Scannen via WSD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .105 Een WSD-poort instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . 105 Originelen scannen naar een smart device. . . . . . . 107 Kopiëren Beschikbare kopieermethoden. . . . . . . . . . . . . . . . 85 Originelen kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Dubbelzijdig kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Kopiëren door te vergroten of verkleinen. . . . . . .86 Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . .
Inkomende faxberichten opslaan op een computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147 De functie voor het opslaan van ontvangen faxberichten op de computer uitschakelen. . . . . 147 Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . . 148 Controleren op nieuwe faxen (Mac OS). . . . . . . 149 Papier loopt vast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .237 Voorkomen dat papier vastloopt. . . . . . . . . . . . 237 De inkt moet worden bijgevuld. . . . . . . . . . . . . . .
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wijzigen, zoals de SSID. . . . . . . . 287 De status van de netwerkverbinding controleren. . 288 De netwerkverbindingsstatus controleren op het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288 Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . 289 Een netwerkstatusvel afdrukken. . . . . . . . . . . . 295 Het computernetwerk controleren (alleen Windows). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296 Systeemvereisten. . . . . . . .
Hulp voor gebruikers in Maleisië. . . . . . . . . . . .479 Hulp voor gebruikers in de Filippijnen. . . . . . . 480 Hulp voor gebruikers in Singapore. . . . . . . . . . 480 Hulp voor gebruikers in Thailand. . . . . . . . . . . 481 Hulp voor gebruikers in Vietnam. . . . . . . . . . .
Uitleg bij deze handleiding Introductie tot de handleidingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Zoeken naar informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Over deze handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Handelsmerken. . . . . . . .
Uitleg bij deze handleiding > Zoeken naar informatie Introductie tot de handleidingen De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de Epson-softwaretoepassingen raadplegen. ❏ Belangrijke veiligheidsvoorschriften (gedrukte handleiding) Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Uitleg bij deze handleiding > Over deze handleiding > Markeringen en symbolen Direct naar informatie gaan via bladwijzers Klik op een titel om naar de betreffende pagina te gaan. Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte. Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina. ❏ Windows: houd de Alt-toets ingedrukt en druk op ←. ❏ Mac OS: houd de Command-toets ingedrukt en druk op ←.
Uitleg bij deze handleiding > Over deze handleiding > Referenties voor besturingssystemen c Belangrijk: Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerking: Aanvullende en referentiegegevens. Gerelateerde informatie & Koppelingen naar de verwante paragrafen. Opmerkingen over schermafbeeldingen en afbeeldingen ❏ De schermafbeeldingen van het printerstuurprogramma zijn horen bij Windows 10 of macOS High Sierra.
Uitleg bij deze handleiding > ® Handelsmerken ® ❏ Microsoft Windows Server 2003 besturingssysteem Mac OS In deze handleiding wordt “Mac OS” gebruikt om te verwijzen naar macOS Catalina, macOS Mojave, macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8. Handelsmerken ® ❏ EPSON is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Uitleg bij deze handleiding > Copyright Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding.
Belangrijke instructies Veiligheidsinstructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 Uw persoonlijke gegevens beschermen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Belangrijke instructies > Veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan. ❏ Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen. http://support.epson.
Belangrijke instructies > Printeradviezen en waarschuwingen > Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/g Veiligheidsinstructies voor inkt ❏ Zorg ervoor dat u de inkt niet aanraakt bij het omgaan met de inkttanks, de doppen van de inkttanks of geopende inktflessen of doppen. ❏ Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep. ❏ Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water.
Belangrijke instructies > Printeradviezen en waarschuwingen > Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van d ❏ Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed als deze scheef staat. ❏ Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen. ❏ Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Belangrijke instructies > Uw persoonlijke gegevens beschermen ❏ Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Namen en functies van onderdelen Voorzijde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Binnenkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 Achterzijde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Namen en functies van onderdelen > Voorzijde Voorzijde A Deksel van ADF (automatische documentinvoer) Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit de ADF. B Zijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden ingevoerd. Schuif naar de rand van de originelen. C Invoerlade van de ADF Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd. D ADF-documentsteun Hiermee worden originelen ondersteund die groter zijn dan Legalpapier.
Namen en functies van onderdelen > Voorzijde B Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de randen van het papier. C Papierlade Hiermee worden alle papiersoorten geladen die door de printer worden ondersteund. D Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Wanneer u gaat afdrukken, komt deze lade automatisch naar buiten en past zich aan het papierformaat aan.
Namen en functies van onderdelen > Binnenkant Binnenkant A Afdekking onderhoudsset Open deze afdekking wanneer u de onderhoudsset wilt vervangen. De onderhoudsset is een houder waarin kleine hoeveelheden overtollige inkt wordt opgevangen tijdens het reinigen of afdrukken. B Scannereenheid Scant de geplaatste originelen. Open de eenheid om vastgelopen papier te verwijderen. Deze eenheid blijft meestal gesloten. C Printkop Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
Namen en functies van onderdelen > Achterzijde Achterzijde A Achterpaneel Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier. B Netsnoeraansluiting Voor aansluiting van het netsnoer. C LINE-poort Voor aansluiting van een telefoonlijn. D USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer. E LAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel. F EXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
Uitleg bij het bedieningspaneel Bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Configuratie van het startscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Configuratie van het menuscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Configuratie Job/Status-scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Tekens invoeren. . . . .
Uitleg bij het bedieningspaneel > Configuratie van het startscherm Bedieningspaneel A Hiermee schakelt u de printer in of uit. Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat. B Hiermee opent u het startscherm. C Hiermee geeft u menu's en berichten weer. U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten. Wanneer er gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd, gaat de printer in slaapstand en wordt het scherm uitgeschakeld.
Uitleg bij het bedieningspaneel > Configuratie van het startscherm Hiermee wordt het scherm Printerstatus weergegeven. A U kunt de geschatte levensduur van de onderhoudsset controleren. Geeft de status van de netwerkverbinding weer. Zie hierna voor meer informatie. B “Uitleg bij het netwerkpictogram” op pagina 26 Hiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven. C U kunt Dempen en Stille modus instellen. Vanaf dit scherm kunt u tevens het menu Geluiden openen.
Uitleg bij het bedieningspaneel > H Taak/Status Configuratie van het menuscherm Hiermee worden actieve taken in de wachtrij weergegeven. Tik om het type taken, de ontvangsttijd, gebruikersnamen enzovoort in een lijst weer te geven. Het weergegeven getal geeft het aantal taken in de wachtrij aan. I Hiermee stopt u de actieve bewerking. De vorm van dit pictogram wijkt enigszins af, tenzij het op het startscherm wordt weergegeven. Wanneer het pictogram wordt weergegeven, is afhankelijk van de situatie.
Uitleg bij het bedieningspaneel > Configuratie Job/Status-scherm A Hiermee keert u terug naar het vorige scherm. B U wisselt met de tabbladen tussen de lijsten met instellingen. Op het tabblad Basisinstellingen worden veelgebruikte items weergegeven. Op het tabblad Geavanceerd worden andere items weergegeven die u desgewenst kunt instellen. C Hiermee toont u de lijst met instellingsitems. Wanneer wordt weergegeven, kunt u aanvullende informatie bekijken door het pictogram te selecteren.
Uitleg bij het bedieningspaneel > C Tekens invoeren Wanneer Actief is geselecteerd, wordt een lijst weergegeven met actuele opdrachten en opdrachten in de wachtrij. Wanneer Logboek is geselecteerd, wordt de taakgeschiedenis weergegeven. U kunt taken annuleren of de foutcode controleren die in de geschiedenis wordt weergegeven wanneer een taak is mislukt. D Geeft de geschatte levensduur van de onderhoudsset weer. E Geeft fouten weer die in de printer zijn opgetreden.
Uitleg bij het bedieningspaneel > Animaties bekijken Animaties bekijken Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het verwijderen van vastgelopen papier. ❏ Selecteer . Het Help-scherm wordt weergegeven. Selecteer Hoe en selecteer de items die u wilt bekijken. ❏ Selecteer Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven. De afbeelding is afhankelijk van het printermodel.
Papier laden Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Papier laden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Papier laden > Instellingen voor het papierformaat en de papiersoort Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking ❏ Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd. ❏ Als u met origineel Epson-papier afdrukken van hoge kwaliteit wilt verkrijgen, gebruikt u het papier in de omgeving die op de bij het papier geleverde instructiebladen wordt vermeld. ❏ Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde beschadigen.
Papier laden > Papier laden afdrukinstellingen verschillen. Dit voorkomt dat u papier en inkt verspilt, doordat u niet op het verkeerde papierformaat of met de verkeerde kleur afdrukt vanwege instellingen die niet overeenkomen met de papiersoort. Als het getoonde papierformaat en de papiersoort verschillen van het geladen papier, selecteert u het item dat u wilt wijzigen. Als de instellingen overeenkomen met het geladen papier, sluit u het scherm. Opmerking: Selecteer Instel.
Papier laden > Papier laden > Voorgeperforeerd papier afdrukken Selecteer en selecteer vervolgens Hoe > Papier laden. Selecteer de papiersoort en de papierbron die u wilt gebruiken om de animaties weer te geven. Selecteer Voltooien om het animatiescherm te sluiten. Voorgeperforeerd papier afdrukken Leg een vel voorgeperforeerd papier in de papierlade. Papierformaat: A4, B5, A5, Letter, Legal ❏ Pas de afdrukpositie van uw bestand aan, zodat u niet over de perforaties heen afdrukt.
Papier laden > Papier laden > Lang papier laden Lang papier laden ❏ Papierlade Laad lang papier in de papierlade door de voorrand van het papier te laten overhangen. Selecteer Gebruikergedef. als instelling voor het papierformaat. ❏ Zorg ervoor dat het uiteinde van het papier loodrecht is gesneden. Een diagonale snede kan problemen met de papierinvoer veroorzaken. ❏ Lang papier past niet in de uitvoerlade. Tref maatregelen, bijvoorbeeld een doos, om te voorkomen dat het papier op de grond valt.
Originelen plaatsen Originelen plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Originelen die niet door de ADF worden ondersteund. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Originelen plaatsen > Originelen plaatsen Originelen plaatsen U kunt de originelen plaatsen met behulp van de animaties op het lcd-scherm van de printer. Selecteer en selecteer vervolgens Hoe > Plaats originelen. Selecteer de methode voor het plaatsen van de originelen die u wilt bekijken. Selecteer Voltooien om het animatiescherm te sluiten. Als u meerdere originelen wilt scannen, plaatst u alle originelen op de ADF.
Originelen plaatsen > Originelen die niet door de ADF worden ondersteund Tijdens gebruik van de ADF c Belangrijk: ❏ Let er bij het laden van de originelen op dat ze niet boven de streep net onder het driehoekige symbool aan de binnenzijde van de ADF-zijgeleider uitkomen. ❏ Plaats tijdens het scannen geen nieuwe originelen.
Originelen plaatsen > Originelen die niet door de ADF worden ondersteund ❏ Transparanten, thermisch papier of doordrukpapier 38
Een geheugenapparaat plaatsen en verwijderen Een extern USB-apparaat plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Een extern USB-apparaat verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Gegevens op een geheugenapparaat delen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een geheugenapparaat plaatsen en verwijderen > Een extern USB-apparaat verwijderen Een extern USB-apparaat plaatsen Plaats een extern USB-apparaat in de USB-poort voor externe interfaces. Gerelateerde informatie & “Specificaties van geheugenapparaten” op pagina 347 Een extern USB-apparaat verwijderen Verwijder het externe USB-apparaat. c Belangrijk: Als u het externe USB-apparaat verwijdert terwijl u de printer bedient, kunnen de gegevens op het externe USBapparaat verloren gaan.
Een geheugenapparaat plaatsen en verwijderen > Gegevens op een geheugenapparaat delen Gegevens op een geheugenapparaat delen Vanaf een computer kunt u gegevens op een geheugenapparaat schrijven of lezen, zoals een USB-flashstation dat op de printer is aangesloten.
Afdrukken Documenten afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Afdrukken op enveloppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Foto's afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Webpagina's afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 Afdrukken via een cloudservice. . . .
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Documenten afdrukken Afdrukken vanaf een computer — Windows Als u bepaalde printerstuurprogramnmainstellingen niet kunt wijzigen, dan zijn deze mogelijk geblokkeerd door de beheerder. Neem voor assistentie contact op met uw printerbeheerder. Afdrukken met eenvoudige instellingen Opmerking: Bewerkingen kunnen afhankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie. 1.
Afdrukken > 6. Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Wijzig indien nodig de instellingen. Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie. Opmerking: ❏ U kunt ook de online-Help raadplegen voor een uitleg van de instellingsitems. Als u met de rechtermuisknop op een item klikt, wordt Help weergegeven. ❏ Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, kunt u een voorbeeldweergave bekijken van het document voordat u dit afdrukt. 7.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Randloos: Hiermee vergroot u de afdrukgegevens enigszins ten opzichte van het papierformaat om ervoor te zorgen dat u geen witruimte krijgt rondom. Klik op Instellingen om de mate van vergroting te selecteren. Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand voor het afdrukken. Papiertype: Selecteer de papiersoort waarop u afdrukt. Kwaliteit: Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Afdrukvoorbeeld: Hiermee wordt een voorbeeldweergave van het document weergegeven voordat u het afdrukt. Taken indelen Lite: Met Job Arranger Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren en als één afdruktaak afdrukken. Instellingen weergeven/Instellingen verbergen: Hiermee wordt een lijst met items weergegeven die momenteel zijn ingesteld op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Kleurcorrectie: Automatisch: Hiermee past u de toon van afbeeldingen automatisch aan. Aangepast: Hiermee kunt u handmatig kleurcorrectie uitvoeren. Als u op Geavanceerd klikt, wordt het scherm Kleurcorrectie geopend. Hierin kunt een gedetailleerde methode voor kleurcorrectie selecteren. Klik op Afbeeldingsopties om Color Universal afdrukken, Rode ogen corrigeren in te schakelen, zodat dunne lijnen scherper worden afgedrukt.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Standaardinstellingen herstellen: Hiermee zet u alle instellingen terug naar de fabriekswaarden. De instellingen op het tabblad Hoofdgroep worden tevens teruggezet naar de standaardwaarden. Het tabblad Hulpprogramma's PrintkopControle spuitm.: U kunt een spuitkanaaltjespatroon afdrukken om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Extra instellingen: Hiermee kunt u verschillende instellingen configureren. Klik met de rechtermuisknop op elk item om de Help weer te geven voor meer informatie. Wachtrij: Hiermee worden de taken in de wachtrij weergegeven. U kunt afdruktaken controleren, het afdrukken onderbreken of hervatten. Printer- en optie-informatie: Hiermee wordt het aantal vellen papier weergegeven dat in de printer of de ADF is ingevoerd.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44 “Het tabblad Meer opties” op pagina 46 5. Klik op Druk af. De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde instelling in Voorkeursinstellingen en klikt u op OK.
Afdrukken > 3. Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Klik op Afdrukdichtheid, configureer de instellingen en klik op OK. Als u Afdrukdichtheid instelt, kunt u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van het documenttype. Opmerking: ❏ Deze instelling is niet beschikbaar wanneer u handmatig dubbelzijdig afdrukken selecteert.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Opmerking: ❏ Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken. ❏ Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het papier vastlopen. “Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 303 ❏ Afhankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Meerdere pagina's op één vel afdrukken U kunt meerdere pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken. 1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2 per vel, 4 per vel, 6 per vel, 8omhoog, 9 per vel of 16 per vel bij de instelling Meerdere pagina's. 2. Klik op Layout-volg., configureer de instellingen en klik op OK. 3.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Afdruk aanpassen aan papierformaat Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken. 1. Stel op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma het volgende in. ❏ documentformaat: selecteer het formaat van het papier dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Een verkleind of vergroot document op elke vergroting afdrukken U kunt het formaat van een document met een specifiek percentage verkleinen of vergroten. 1. Selecteer op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma het documentformaat in de instelling documentformaat. 2. Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken in de instelling Uitvoerpapier. 3.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken. 1. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster onder Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep. 2. Klik op Instellingen, configureer de instellingen en klik op OK. Opmerking: Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken. 3. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows 1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van de kruisjes boven en onder. 2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig aan elkaar vast.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows 3. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn links van de kruisjes). 4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar. 5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows 6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de linker- en rechterkant. 7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig aan de achterkant aan elkaar.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows 8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn boven de kruisjes). 9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows 10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn. Afdrukken met een kop- en voettekst U kunt de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken in een kop- of voettekst. 1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Watermerkfuncties en selecteer vervolgens Koptekst/voettekst. 2. Klik op Instellingen en selecteer vervolgens de items die u wilt afdrukken.
Afdrukken > 3. Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK. “Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 44 “Het tabblad Meer opties” op pagina 46 4. Klik op Druk af.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows & “Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 67 Met een wachtwoord beschermde bestanden afdrukken U kunt een wachtwoord instellen voor een afdruktaak, zodat de taak pas kan worden afgedrukt nadat het wachtwoord is ingevoerd op het bedieningspaneel van de printer. 1. Klik op het tabblad Meer opties in het printerstuurprogramma op Vertrouwelijke afdruktaak en voer vervolgens een wachtwoord in. 2.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals de lay-out voor meerdere pagina's en dubbelzijdig afdrukken, voor gecombineerde bestanden configureren. 1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Taken indelen Lite.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Color Universal afdrukken is alleen beschikbaar als de volgende instellingen zijn geselecteerd. ❏ Papiersoort: normaal papier, kopieerpapier, briefhoofd, gerecycled papier, gekleurd papier, voorgedrukt papier, normaal papier van hoge kwaliteit ❏ Kwaliteit: Standaard of een hogere kwaliteit ❏ Afdrukkleur: Kleur ❏ Toepassingen: Microsoft® Office 2007 of nieuwer ❏ Tekstgrootte: 96-punts of kleiner 1.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Windows Opmerking: PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Wanneer u de instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS Duidelijke streepjescodes afdrukken U kunt een streepjescode duidelijk afdrukken, zodat deze eenvoudig kan worden gescand. Schakel deze functie alleen in als de streepjescode die u hebt afgedrukt niet kan worden gescand. Onder de volgende voorwaarden kunt u deze functie gebruiken.
Afdrukken > 1. Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS Laad papier in de printer. “Papier laden” op pagina 32 2. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen. Klik indien nodig op Toon details of d om het afdrukvenster te vergroten. 4. Selecteer uw printer. 5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
Afdrukken > 7. Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS Klik op Druk af. Opmerking: Als u het afdrukken wilt annuleren, klikt u op de computer op het printerpictogram in de Dok. Selecteer de taak die u wilt annuleren en voer een van de volgende acties uit. U kunt u een afdruktaak echter niet via de computer annuleren als de taak volledig naar de printer is verzonden. In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS Menuopties voor papierverwerking Pagina's sorteren: Hiermee drukt u meerdere pagina's af in volgorde en gesorteerd in reeksen. Pagina's die moeten worden afgedrukt: Selecteer deze optie om alleen even of oneven pagina's af te drukken. Paginavolgorde: Selecteer deze optie om vanaf de laatste pagina af te drukken. Aanpassen aan papierformaat: Hiermee past u de afdruk aan het papierformaat aan dat is geladen.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS Grijswaarden: Selecteer deze optie wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden. Spiegel afbeelding: Hiermee keert u de afbeelding om zodat deze gespiegeld wordt afgedrukt. Menuopties voor Kleurenopties Handm. inst.: Hiermee kunt u de kleur handmatig aanpassen. In Extra instellingen kunt u gedetailleerde instellingen configureren.
Afdrukken > 4. Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS Klik op Druk af. De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde voorinstelling in Voorinstellingen. Gerelateerde informatie & “Papier laden” op pagina 32 & “Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 67 Dubbelzijdig afdrukken U kunt dubbelzijdig afdrukken. Opmerking: ❏ Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS Gerelateerde informatie & “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 299 & “Papier laden” op pagina 32 & “Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 67 Meerdere pagina's op één vel afdrukken U kunt meerdere pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken. 1. Selecteer Lay-out in het venstermenu. 2. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen in.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS Afdruk aanpassen aan papierformaat Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat. 1. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld. 2. Selecteer Papierverwerking in het venstermenu. 3. Selecteer Aanpassen aan papierformaat. 4.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Afdrukken vanaf een computer — Mac OS 1. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen. 2. Selecteer Pagina-instelling in het menu Bestand van de toepassing. 3. Selecteer Printer, Papierformaat, voer het percentage inbij Schalen en klik vervolgens op OK. Opmerking: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld bij Doelpapierformaat. 4. Geef naar wens nog meer instellingen op. 5.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS) & “Afdrukken met eenvoudige instellingen” op pagina 67 Documenten afdrukken vanaf smart devices (iOS) U kunt documenten afdrukken vanaf een smart device, zoals een smartphone of tablet. Documenten afdrukken met Epson iPrint Opmerking: Bewerkingen kunnen afhankelijk van het apparaat verschillen. 1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken. 2. Installeer Epson iPrint als dit niet is geïnstalleerd.
Afdrukken > Documenten afdrukken > Documenten afdrukken vanaf smart devices (Android) 2. Verbind uw Apple-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat uw printer gebruikt. 3. Print van uw toestel op uw printer. Opmerking: Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Afdrukken > Afdrukken op enveloppen > Afdrukken op enveloppen vanaf een computer (Mac OS) Opmerking: Bewerkingen kunnen afhankelijk van het apparaat verschillen. 1. Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken. 2. Installeer vanuit Google Play de Epson Print Enabler-invoegtoepassing op uw Android-apparaat. 3. Verbind uw Android-apparaat met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt. 4.
Afdrukken > Foto's afdrukken > JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat 6. Selecteer Enveloppe bij de instelling Afdrukmateriaal. 7. Geef naar wens nog meer instellingen op. 8. Klik op Druk af. Foto's afdrukken JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat U kunt JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat dat met de printer is verbonden. 1. Sluit een geheugenapparaat aan op de USB-poort voor externe interface van de printer.
Afdrukken > Foto's afdrukken > TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat ❏ Passend in rand Selecteer Aan om de afbeelding bij te snijden zodat deze automatisch in de geselecteerde afdruklayout past. Als de afbeeldingsgegevens en het papierformaat niet dezelfde beeldverhouding hebben, wordt de afbeelding automatisch vergroot of verkleind, zodat de korte zijde gelijkloopt met de korte zijde van het papier.
Afdrukken > Webpagina's afdrukken > Webpagina's afdrukken vanaf smart devices ❏ Kleurmodus Selecteer via de kleurinstellingen op of u normaal in Zwart-wit of Kleur wilt afdrukken. Geavanceerd: ❏ Indeling Selecteer hoe u het Multi-TIFF-bestand wilt opmaken. 1-omhoog gebruikt u voor het afdrukken van een pagina per vel met marges rond de randen. Randloos gebruikt u voor het afdrukken van een pagina per vel zonder marges rond de randen.
Afdrukken > Afdrukken via een cloudservice 5. Tik op Delen in het menu van de webbrowser. 6. Selecteer iPrint. 7. Tik op Druk af. Afdrukken via een cloudservice Dankzij Epson Connect (beschikbaar via internet) kunt u vanaf uw smartphone, tablet, pc of laptop altijd en praktisch overal afdrukken. Als u deze service wilt gebruiken, moet u de gebruiker en de printer registeren in Epson Connect. De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Afdrukken > Afdrukken via een cloudservice > Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa) Vanaf het bedieningspaneel registreren bij Epson Connect Service Volg de onderstaande stappen om de printer te registreren. 1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel. 2. Selecteer Algemene instellingen > Webservice-instellingen > Epson Connect-services > Registratie opheffen om het registratieblad af te drukken. 3.
Kopiëren Beschikbare kopieermethoden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Basis menu-opties voor kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 Geavanceerde menuopties voor kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kopiëren > Beschikbare kopieermethoden > Dubbelzijdig kopiëren Beschikbare kopieermethoden Plaats de originelen op de scannerglasplaat of in de ADF en selecteer het menu Kopiëren op het startscherm. Originelen kopiëren U kunt de originelen van een vast formaat of aangepast formaat in kleur of in zwart-wit kopiëren. 1. Plaats de originelen. “Originelen plaatsen” op pagina 36 2. Selecteer Kopiëren op het startscherm. 3.
Kopiëren > 1. Beschikbare kopieermethoden > Kopiëren door te vergroten of verkleinen Plaats alle originelen in de ADF met de te kopiëren zijde naar boven. c Belangrijk: Als u originelen wilt kopiëren die niet door de ADF worden ondersteund, gebruikt u de scannerglasplaat. “Originelen die niet door de ADF worden ondersteund” op pagina 37 Opmerking: U kunt de originelen ook op de scannerglasplaat leggen. “Originelen plaatsen” op pagina 36 2. Selecteer Kopiëren op het startscherm. 3.
Kopiëren > Beschikbare kopieermethoden > Meerdere originelen kopiëren naar één vel Meerdere originelen kopiëren naar één vel U kunt meerdere originelen op één vel papier kopiëren. 1. Plaats alle originelen in de ADF met de te kopiëren zijde naar boven. Plaats ze in de afbeelding getoonde richting. ❏ Richting omhoog ❏ Richting links c Belangrijk: Als u originelen wilt kopiëren die niet door de ADF worden ondersteund, gebruikt u de scannerglasplaat.
Kopiëren > Beschikbare kopieermethoden > Originelen in goede kwaliteit kopiëren Pagina's op volgorde kopiëren Wanneer u meerdere kopieën maakt van een document met meerdere pagina's, kunt u één kopie per keer op paginavolgorde maken. 1. Plaats de originelen. “Originelen plaatsen” op pagina 36 2. Selecteer Kopiëren op het startscherm. 3. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer vervolgens Afwerking > Sorteren (paginavolgorde). 4. Tik op x.
Kopiëren > Basis menu-opties voor kopiëren Identiteitskaart kopiëren Hiermee scant u beide zijden van een identiteitskaart en kopieert u ze naar één zijde van het papier. 1. Plaats de originelen. “Originelen plaatsen” op pagina 36 2. Selecteer Kopiëren op het startscherm. 3. Selecteer het tabblad Geavanceerd, selecteer ID-kaart-kopie en schakel de instelling in. 4. Geef de Afdrukstand (origineel) op. 5. Tik op x.
Kopiëren > Basis menu-opties voor kopiëren Papierinstelling: Selecteer de papierbron die u wenst te gebruiken. Wanneer Auto is geselecteerd, wordt automatisch een geschikt formaat ingevoerd, afhankelijk van het automatisch gedetecteerde formaat van het origineel en de opgegeven vergrotingsverhouding. Verkl./Vergr.: Configureert de vergrotingsverhouding van de vergroting of verkleining. Tik op de waarde en bepaal de vergroting of verkleining die moet worden toegepast op het origineel.
Kopiëren > Geavanceerde menuopties voor kopiëren ❏ 1>2-zijdig Kopieert twee enkelzijdige originelen op beide zijden van één vel papier. Selecteer de afdrukstand en de bindpositie van het papier. ❏ 2>enkelzijdig Kopieert beide zijden van een dubbelzijdig origineel op één zijde van twee vellen papier. Selecteer de afdrukstand en de bindpositie van het origineel.
Kopiëren > Geavanceerde menuopties voor kopiëren Afdrukstand (origineel): Selecteer de afdrukstand van het origineel. Beeldkwaliteit: Afbeeldingsinstellingen aanpassen. ❏ Contrast Het verschil tussen heldere en donkere delen aanpassen. ❏ Verzadiging De levendigheid van de kleuren aanpassen. ❏ Roodbalans, Groenbalans, Blauwbalans De dichtheid van elke kleur aanpassen. ❏ Scherpte De omtrek van de afbeelding aanpassen. ❏ Tintinstelling De kleurtint van de huid aanpassen.
Scannen Beschikbare scanmethoden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 Originelen scannen naar een netwerkmap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 Originelen scannen naar e-mail. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Originelen scannen naar een computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100 Originelen scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . . .
Scannen > Originelen scannen naar een netwerkmap Beschikbare scanmethoden U kunt de volgende methoden gebruiken voor scannen met deze printer. Scannen naar een netwerkmap U kunt de gescande afbeelding in een vooraf geconfigureerde map in een netwerk opslaan. “Originelen scannen naar een netwerkmap” op pagina 94 Scannen naar e-mailbericht U kunt gescande afbeeldingen rechtstreeks vanuit de printer doormailen via een vooraf geconfigureerde e-mailserver.
Scannen > Originelen scannen naar een netwerkmap > Menuopties voor de doellocatie voor scannen naar een map ❏ Registreer van tevoren het pad van een netwerkmap in de contactpersonenlijst om de map eenvoudig te kunnen opgeven. “Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 389 Opmerking: Controleer of de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer juist zijn. Open de menu's van Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen. 1. Plaats de originelen.
Scannen > Originelen scannen naar een netwerkmap > Menuopties voor scannen naar een map ❏ Poortnummer: Voer een poortnummer in voor de map. Contacten: Selecteer een bestemming in de lijst met contactpersonen. U kunt vanuit de contactpersonenlijst naar een contactpersoon zoeken. Voer in het vak boven aan het scherm het zoekwoord in. Menuopties voor scannen naar een map Opmerking: De items zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van andere instellingen die u hebt geconfigureerd.
Scannen > Originelen scannen naar e-mail Afdrukstand (origineel): Selecteer de afdrukstand van het origineel. Dichtheid: Selecteer het contrast van de gescande afbeelding. Schaduw verw.: Verwijder schaduwen van het origineel die in de gescande afbeelding verschijnen. ❏ Kader: Verwijder de schaduwen aan de randen van het origineel. ❏ Midden: Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure. Ponsgaten verw: Wis perforatiegaten die in de gescande afbeelding verschijnen.
Scannen > 3. Originelen scannen naar e-mail > Scanmenuopties voor scannen naar een e-mail Kies de ontvanger. “Menuopties voor de ontvanger voor scannen naar een e-mail” op pagina 98 Opmerking: ❏ Het aantal ontvangers dat u hebt geselecteerd, wordt rechts in het scherm weergegeven. U kunt e-mails verzenden naar maximaal 10 adressen en groepen. Als de ontvangers groepen bevatten, kunt u in totaal tot 200 afzonderlijke adressen selecteren, de adressen in de groepen meegeteld.
Scannen > Originelen scannen naar e-mail > Scanmenuopties voor scannen naar een e-mail ❏ PDF-instellingen: Wanneer u PDF hebt geselecteerd als het bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDFbestanden te beveiligen. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u Wachtw. doc.openen in. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden afgedrukt of bewerkt, stelt u Wachtw. machtigingen in. Resolutie: Selecteer de scanresolutie.
Scannen > Originelen scannen naar een computer ❏ Afdrukstand (origineel): Selecteer de afdrukstand van het origineel. Onderwerp: Voer een onderwerp in voor de e-mail in alfanumerieke tekens en symbolen. Max. grootte bijlage: Selecteer de maximale bestandsgrootte die aan het e-mailbericht kan worden toegevoegd. Bestandsnaam: ❏ Voorvoegsel bestandsnaam: Voer een voorvoegsel in voor de naam van de afbeeldingen in alfanumerieke tekens en symbolen. ❏ Datum toevoegen: Voeg de datum aan de bestandsnaam toe.
Scannen > Originelen scannen naar een geheugenapparaat > Basis menu-opties voor scannen naar een geheugenappara 3. Selecteer de computer waarop u de gescande beelden wilt opslaan. 4. Configureer de scaninstellingen. ❏ Actie selecteren: hiermee selecteert u de opslagmethode. Windows 7 of hoger of OS X El Capitan of hoger: selecteer Voorbeeldweergave op computer om de gescande afbeelding op uw computer te bekijken voordat u de afbeelding opslaat.
Scannen > Originelen scannen naar een geheugenapparaat > Geavanceerde menu-opties voor scannen naar een geheug ❏ Compressiever.: Selecteer de compressiegrootte van het gescande beeld. ❏ PDF-instellingen: Wanneer u PDF hebt geselecteerd als het bestandstype, gebruik dan deze instellingen om PDFbestanden te beveiligen. Als u een PDF-bestand wilt maken dat alleen met een wachtwoord kan worden geopend, stelt u Wachtw. doc.openen in.
Scannen > Originelen scannen naar de cloud ❏ Midden: Verwijder de schaduwen langs de bindmarge van de brochure. Ponsgaten verw: Wis perforatiegaten die in de gescande afbeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven. ❏ Positie wissen: Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist. ❏ Afdrukstand (origineel): Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Scannen > Originelen scannen naar de cloud > Geavanceerde menu-opties voor scannen naar de cloud Basis menu-opties voor scannen naar de cloud Opmerking: De items zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van andere instellingen die u hebt geconfigureerd. Zwart-wit/Kleur Selecteer of u in zwart-wit of in kleur wilt scannen. Bestandsindeling: Selecteer het bestandstype waarin u gescande afbeelding wilt opslaan. Dubbelzijdig: Scan beide zijden van het origineel.
Scannen > Scannen via WSD > Een WSD-poort instellen Ponsgaten verw: Wis perforatiegaten die in de gescande afbeelding verschijnen. U kunt het gebied opgeven waarin perforatiegaten moeten worden gewist door in het vak rechts een waarde op te geven. ❏ Positie wissen: Selecteer de positie waar perforatiegaten moeten worden gewist. ❏ Afdrukstand (origineel): Selecteer de afdrukstand van het origineel.
Scannen > Scannen via WSD > Een WSD-poort instellen Klik op Verwijderen en begin opnieuw als het scherm Verwijderen wordt weergegeven. Opmerking: De printernaam die u instelt in het netwerk en de modelnaam (EPSON XXXXXX (XX-XXXX)) worden weergegeven in het venster Netwerk. U kunt de printernaam die in het netwerk is ingesteld controleren vanaf het bedieningspaneel van de printer of door een netwerkstatusvel af te drukken. 4. Klik op Uw apparaat is gereed voor gebruik. 5.
Scannen > Originelen scannen naar een smart device ❏ Windows Vista Klik op Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. 7. Controleer of een pictogram met de naam van de printer in het netwerk wordt weergegeven. Selecteer de printernaam wanneer u WSD gebruikt. Originelen scannen naar een smart device Opmerking: ❏ Installeer Epson iPrint op uw smart device voordat u gaat scannen. ❏ De weergave van Epson iPrint kan zonder waarschuwing worden gewijzigd.
Faxen Voordat u faxfuncties gebruikt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Overzicht van de faxfuncties van de printer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Faxberichten verzenden via de printer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 Faxberichten ontvangen op de printer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122 Menuopties voor faxen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Faxen > Overzicht van de faxfuncties van de printer > Functie: Faxberichten verzenden Voordat u faxfuncties gebruikt Controleer het volgende voordat u de faxfuncties gebruikt. ❏ De printer en de telefoonlijn, en (indien nodig) de telefoon zijn correct aangesloten ❏ De basisinstellingen voor de fax (Wizard faxinstelling) zijn voltooid ❏ Andere nodige Faxinstellingen zijn voltooid Zie de gerelateerde informatie hieronder om de instellingen te configureren.
Faxen > Overzicht van de faxfuncties van de printer > Functie: Faxberichten ontvangen “Contactpersonen beschikbaar maken” op pagina 389 Scaninstellingen bij het verzenden van een faxbericht U kunt items zoals Resolutie of Origineel formaat (glas) selecteren bij het verzenden van faxberichten. “Scaninstellingen:” op pagina 129 Inst.faxverzending bij het verzenden van een faxbericht U kunt Inst.
Faxen > Overzicht van de faxfuncties van de printer > Functie: Faxberichten ontvangen Faxberichten ontvangen met een verbonden telefoon U kunt faxberichten met alleen een extern telefoontoestel ontvangen. “Basisinstellingen” op pagina 322 “Instellingen configureren wanneer u een telefoontoestel verbindt” op pagina 409 Bestemmingen van ontvangen faxberichten ❏ Uitvoer zonder voorwaarden: ontvangen faxberichten worden standaard zonder voorwaarden afgedrukt.
Faxen > Overzicht van de faxfuncties van de printer > Functies: Verschillende faxrapporten “Functie: Beveiliging bij het verzenden en ontvangen van faxberichten” op pagina 114 Functie: Verzenden/ontvangen met PC-FAX (Windows/Mac OS) Verzenden met PC-FAX U kunt faxberichten verzenden vanaf een computer. “Functie PC naar FAX:” op pagina 325 “Software voor faxen” op pagina 310 “Een faxbericht verzenden via een computer” op pagina 142 Ontvangen met PC-FAX U kunt faxberichten ontvangen op een computer.
Faxen > Overzicht van de faxfuncties van de printer > Functie: Faxbox Functie: De status of logboeken van faxtaken controleren U kunt de taakgeschiedenis controleren of welke faxtaken worden uitgevoerd. “De status of logboeken van faxtaken controleren” op pagina 140 Functie: Faxbox Postvak IN en vertrouwelijke mappen “Postvak IN/ Vertrouwelijke” op pagina 133 Map Opgeslagen documenten “Opgeslagen documenten:” op pagina 135 Map Polling verz./Board “Polling verz.
Faxen > Faxberichten verzenden via de printer Functie: Beveiliging bij het verzenden en ontvangen van faxberichten U kunt veel beveiligingsfuncties gebruiken, zoals Beperkingen dir. kiezen om verzending naar het verkeerde adres te voorkomen, of Autom. back-upgeg.wissen om lekken van gegevens te voorkomen. U kunt een wachtwoord instellen voor elke faxbox van de printer. “Veiligheidsinstel.” op pagina 333 “Inst.
Faxen > 4. Faxberichten verzenden via de printer > Ontvangers selecteren Selecteer het tabblad Faxinstellingen en configureer desgewenst de instellingen. “Faxinstellingen” op pagina 129 5. Tik op x om het faxbericht te verzenden. Opmerking: ❏ Als het faxnummer bezet is of er een probleem optreedt, vormt de printer na een minuut autmatisch nogmaals het nummer. ❏ Als u het verzenden wilt annuleren, tikt u op y.
Faxen > Faxberichten verzenden via de printer > Verschillende manieren om faxberichten te verzenden & “Ontvanger” op pagina 128 Verschillende manieren om faxberichten te verzenden Het faxbericht verzenden na controle van de gescande afbeelding U kunt de gescande afbeelding op het lcd-scherm bekijken voordat u het faxbericht verzendt. (Alleen faxberichten in zwart-wit) 1. Plaats de originelen. “Originelen plaatsen” op pagina 36 2. Selecteer Fax op het startscherm. 3. Kies de ontvanger.
Faxen > 3. Faxberichten verzenden via de printer > Verschillende manieren om faxberichten te verzenden Tik op het tabblad Ontvanger op en geef de ontvanger op. Opmerking: U kunt het volume van de luispreker aanpassen. 4. Wanneer u een faxtoon hoort, selecteert u Verzenden/ Ontvangen rechts boven in het lcd-scherm en selecteert u vervolgens Verzenden. Opmerking: Als u een faxbericht van een faxinformatiedienst ontvangt, en u hoort de stembegeleiding, volg dan de instructies. 5.
Faxen > Faxberichten verzenden via de printer > Verschillende manieren om faxberichten te verzenden Gerelateerde informatie & “De Box Polling verzenden instellen” op pagina 118 & “Een map voor bulletinborden registreren” op pagina 118 & “Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox” op pagina 119 De Box Polling verzenden instellen U kunt een document opslaan in de Box Polling verzenden zonder voorafgaande registratie. Configureer de volgende instellingen indien nodig. 1.
Faxen > Faxberichten verzenden via de printer > Verschillende manieren om faxberichten te verzenden Als u het scherm voor het wijzigen van instellingen of verwijderen van geregistreerde mappen wilt weergegeven, selecteert u de map die u wilt wijzigen/verwijderen en tikt u op . Gerelateerde informatie & “Niet geregistreerd bulletinboard:” op pagina 137 Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox 1. Selecteer Faxbox op het startscherm en selecteer dan Polling verz./Board. 2.
Faxen > Faxberichten verzenden via de printer > Verschillende manieren om faxberichten te verzenden Opmerking: U kunt geen prioritaire faxberichten zenden wanneer een van de volgende zaken in behandeling zijn omdat de printer geen andere faxberichten kan aanvaarden. ❏ Een monochroom faxbericht verzenden terwijl Direct verzenden is ingeschakeld ❏ Het verzenden van een faxbericht in kleur ❏ Het verzenden van een faxbericht d.m.v.
Faxen > Faxberichten verzenden via de printer > Verschillende manieren om faxberichten te verzenden 3. Kies de ontvanger. 4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en tik vervolgens op Doorlopend scannen (ADF) om dit in te stellen op Aan. U kunt naar wens ook instellingen configureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode. 5. Tik op x (Verzenden). 6.
Faxen > Faxberichten ontvangen op de printer document opslaan in zwart/wit. U kunt 10 documenten opslaan in de map voor opgeslagen documenten in de printer. Opmerking: Het is mogelijk dat u geen 10 documenten kunt opslaan, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de bestandsgrootte van de opgeslagen documenten. 1. Plaats de originelen. 2. Selecteer Faxbox op het startscherm. 3. Selecteer Opgeslagen documenten, tik op 4.
Faxen > Faxberichten ontvangen op de printer > Inkomende faxen ontvangen U kunt op twee manieren faxberichten ontvangen. ❏ Een inkomend faxbericht ontvangen ❏ Een faxbericht ontvangen via een oproep (pollingontvangst) Ontvangen faxberichten worden afgedrukt met de standaardinstellingen van de printer. U kunt ontvangen faxberichten opslaan, op het scherm van de printer controleren en ze doorsturen.
Faxen > Faxberichten ontvangen op de printer > Faxen ontvangen via een telefoonoproep Auto-modus gebruiken Met deze modus kunt u de lijn voor de volgende toepassingen gebruiken.
Faxen > Faxberichten ontvangen op de printer > Faxen ontvangen via een telefoonoproep Een faxbericht ontvangen na controle van de status van de verzender U kunt tijdens het nummervormen, communiceren of verzenden een faxbericht ontvangen terwijl u naar geluiden of stemmen luistert via de luidspreker in de printer. U kunt deze functie gebruiken als u een faxbericht wilt ontvangen vanuit een faxinformatiedienst d.m.v. stembegeleiding. 1. Selecteer Fax op het startscherm. 2.
Faxen > Faxberichten ontvangen op de printer > Ontvangen faxen opslaan en doorsturen Faxen ontvangen van een bord met een subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) (Polling ontvangen) Als u het nummer van een verzender kiest, kunt u faxen ontvangen van een bord dat is opgeslagen op het faxapparaat van de afzender met de functie subadres (SEP) en wachtwoord (PWD). Als u deze functie wilt gebruiken, registreert u het contact met het subadres (SEP) en wachtwoord (PWD) vooraf in de lijst met contacten. 1.
Faxen > Faxberichten ontvangen op de printer > Ontvangen faxberichten die op de printer zijn opgeslagen bekijken op he ❏ Gedeelde map in een netwerk ❏ Een ander faxapparaat Opmerking: ❏ De faxgegevens worden opgeslagen in pdf-indeling. ❏ Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een ander faxapparaat. Ze worden verwerkt als documenten die niet kunnen worden doorgestuurd.
Faxen > 1. Menuopties voor faxen > Ontvanger Selecteer Faxbox op het startscherm. Opmerking: Als er ontvangen faxberichten zijn die niet zijn gelezen, wordt het aantal ongelezen documenten weergegeven op het op het startscherm. 2. Selecteer Postvak IN/ Vertrouwelijke. 3. Selecteer het Postvak IN of de map Vertrouwelijk die u wilt bekijken. 4.
Faxen > Menuopties voor faxen > Faxinstellingen Contacten: Selecteer een ontvanger in de lijst met contacten. U kunt ook contacten toevoegen of bewerken. Recent: Selecteer een ontvanger uit de geschiedenis met verzonden faxberichten. U kunt de ontvanger tevens toevoegen aan de lijst met contactpersonen. Faxinstellingen Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Faxen > Menuopties voor faxen > Faxinstellingen Origineel formaat (glas): Selecteer het formaat en de oriëntatie van het origineel dat u op de scannerglasplaat plaatste. Kleurmodus: Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit. Inst.faxverzending: Direct verzenden: Hiermee verzendt u een faxbericht in zwart-wit terwijl de originelen worden gescand.
Faxen > Menuopties voor faxen > Meer Verz.reslt. melden: Hiermee wordt een melding verzonden nadat u een fax hebt verzonden. Rapport transmissie: Hiermee wordt na verzending van de fax een verzendrapport afgedrukt. Bij fout afdrukken : hiermee drukt u alleen een rapport af als er een fout optreedt. Wanneer Afbeelding aan rapport bevestigen is ingesteld in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Rapportinstellingen, worden faxberichten met fouten ook afgedrukt met een rapport.
Faxen > Menuopties voor faxen > Meer Opgesl. faxdocumenten: Hiermee drukt u een lijst met faxdocumenten af die in het geheugen van de printer staan, zoals niet-voltooide opdrachten. Lijst faxinstellingen: Hiermee drukt u de actuele faxinstellingen af. Lijst voorwaard. opsl./doorsturen: Hiermee drukt u de lijst Op basis van voorwaarden opslaan/doorsturen. Protocol traceren: Hiermee drukt u een gedetailleerd rapport af voor de vorige verzonden of ontvangen fax.
Faxen > Menuopties voor Faxbox > Postvak IN/ Vertrouwelijke Gerelateerde informatie & “Faxen ontvangen via pollingdiensten (Polling ontvangen)” op pagina 125 & “De Box Polling verzenden instellen” op pagina 118 & “Een map voor bulletinborden registreren” op pagina 118 & “Een document opslaan in de Polling verzenden/ Bulletinboardbox” op pagina 119 & “Polling verz./Board” op pagina 136 & “Een faxbericht opslaan zonder een ontvanger te specificeren (Faxgeg.
Faxen > Menuopties voor Faxbox > Postvak IN/ Vertrouwelijke ❏ Doorsturen(E-mail) ❏ Doorsturen(Netwerkmap) ❏ Fax verzenden ❏ Details Wanneer het bericht Verwijderen wanneer voltooid wordt weergegeven, selecteert u Aan om faxberichten te verwijderen na het volledig voltooien van processen als Opsl.op geheugenapp. of Doorsturen(E-mail). (Boxmenu) Alles afdrukken: Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten bevinden. Hiermee worden alle faxberichten in de map afgedrukt.
Faxen > Menuopties voor Faxbox > Opgeslagen documenten: Opgeslagen documenten: U vindt Opgeslagen documenten in Faxbox op het startscherm. U kunt tot 100 pagina's van een enkel document opslaan in zwart/wit en maximaal 10 documenten in de map. Hierdoor bespaart u scantijd als u hetzelfde document regelmatig moet verzenden. Opmerking: Mogelijk kunt u geen 10 documenten opslaan, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals de grootte van de opgeslagen documenten.
Faxen > Menuopties voor Faxbox > Polling verz./Board Alles opslaan op Geheugenapp.: Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten bevinden. Hiermee worden alle faxberichten in de map opgeslagen naar een extern geheugenapparaat. Als u Aan selecteert in Verwijderen wanneer voltooid, worden alle documenten verwijderd nadat het opslaan is voltooid. Alles verwijderen: Dit wordt alleen weergegeven wanneer zich in de map opgeslagen faxberichten bevinden.
Faxen > Menuopties voor Faxbox > Polling verz./Board ❏ : draait het beeld 90 graden rechtsom. : verplaatst het scherm in de richting van de pijlen. ❏ ❏ : verplaatst naar de vorige of volgende pagina. Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor niet op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven. (Menu) ❏ Opsl.op geheugenapp.
Faxen > Menuopties voor Faxbox > Polling verz./Board Subadres (SEP): Stel voor het ontvangen van de fax de voorwaarden voor een ontvanger in of wijzig deze. Wachtwoord(PWD): Stel voor het ontvangen van de fax de voorwaarden voor een ontvanger in of wijzig deze. Wachtw.vr.open box: Stel het wachtwoord in waarmee de map kan worden geopend of wijzig dit. Autom. verw.
Faxen > Menuopties voor Faxbox > Polling verz./Board : verplaatst het scherm in de richting van de pijlen. ❏ ❏ : verplaatst naar de vorige of volgende pagina. Als u de activiteitpictogrammen wilt verbergen, tikt u in het voorbeeldscherm. Tik hiervoor niet op de pictogrammen zelf. Tik opnieuw om de pictogrammen weer te geven. (Menu) ❏ Opsl.op geheugenapp.
Faxen > De status of logboeken van faxtaken controleren > Informatie weergeven wanneer ontvangen faxen niet zijn verw De status of logboeken van faxtaken controleren Informatie weergeven wanneer ontvangen faxen niet zijn verwerkt (Niet gelezen/Niet afgedrukt/Niet opgeslagen/Niet doorgestuurd) Wanneer er onverwerkte ontvangen documenten zijn, wordt het aantal onverwerkte taken weergegeven op het op het startscherm. Raadpleeg de onderstaande tabel voor een definitie van "onverwerkt".
Faxen > De status of logboeken van faxtaken controleren > De faxtaakgeschiedenis controleren Opmerking: Als u meer dan één van de instellingen voor het opslaan/doorsturen van faxen gebruikt, kan het aantal onverwerkte taken worden weergegeven als "2" of "3", zelfs als er slechts één fax is ontvangen.
Faxen > Een faxbericht verzenden via een computer > Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Wind U kunt de faxgeschiedenis tevens controleren door een Faxlogboek af te drukken. Selecteer hiervoor Fax > (Meer) > Faxverslag > Faxlogboek. Gerelateerde informatie & “Meer” op pagina 131 Ontvangen documenten opnieuw afdrukken U kunt ontvangen documenten opnieuw afdrukken vanuit de logboekbestanden of afgedrukte faxtaken.
Faxen > Een faxbericht verzenden via een computer > Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Wind Opmerking: In de volgende uitleg wordt Microsoft Word gebruikt als voorbeeld. De daadwerkelijke bewerkingen kunnen variëren afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg voor details de Help van de toepassing. 1. Maak met behulp van een toepassing een document dat om per fax te verzenden. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Faxen > Een faxbericht verzenden via een computer > Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Wind ❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven: Voer de onderstaande stappen uit. A Klik op het tabblad Handmatig kiezen. B Voer de benodigde informatie in. C Klik op Toevoegen. Als u vervolgens klikt op Reg. in telefoonboek, kunt u de ontvangers opslaan in de lijst onder het tabblad Telefoonboek pc-fax.
Faxen > Een faxbericht verzenden via een computer > Documenten verzenden die zijn gemaakt met een toepassing (Mac O Zodra de overdracht begint, wordt een venster weergegeven met de overdrachtsstatus. Opmerking: ❏ Als u de overdracht wilt stoppen, selecteert u de gegevens en klikt u op Annuleren bedieningspaneel van de printer. . U kunt ook annuleren op het ❏ Als tijdens de overdracht een fout optreedt, wordt het venster Communicatiefout weergegeven.
Faxen > 6. Faxberichten ontvangen op een computer Selecteer het menu Instellingen geadresseerden en geef de ontvanger op. ❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven: Klik op het item Toevoegen, voer de benodigde informatie in en klik vervolgens op . De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van het venster.
Faxen > Faxberichten ontvangen op een computer > De functie voor het opslaan van ontvangen faxberichten op de comp c Belangrijk: ❏ Als u faxberichten op een computer wilt ontvangen, moet Ontvangstmodus op het bedieningspaneel van de printer worden ingesteld op Auto. Neem contact op met de beheerder voor informatie over de status van de printerinstellingen. ❏ Als de computer is ingesteld voor het ontvangen van faxberichten, moet deze altijd ingeschakeld blijven.
Faxen > Faxberichten ontvangen op een computer > Controleren op nieuwe faxen (Windows) Controleren op nieuwe faxen (Windows) Als u een computer instelt voor het opslaan van faxen die door de printer zijn ontvangen, kunt u de verwerkingsstatus van ontvangen faxen controleren en zien of er nieuwe faxen zijn met behulp van het faxpictogram op de Windows-taakbalk.
Faxen > 2. Faxberichten ontvangen op een computer > Controleren op nieuwe faxen (Mac OS) Klik op een willekeurige plek in het meldingenvenster, met uitzondering van de knop . Het scherm Register van ontvang faxen wordt weergegeven. 3. Controleer de datum en de afzender in de lijst en open het ontvangen bestand als pdf. Opmerking: ❏ Ontvangen faxberichten worden automatisch hernoemd volgens de volgende naamgevingsindeling.
De printer onderhouden De status van verbruiksartikelen controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151 De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151 De printer reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Gemorste inkt opruimen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De printer onderhouden > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren > De afdrukkwaliteit aanpassen De status van verbruiksartikelen controleren U kunt de geschatte levensduur van de onderhoudscassette controleren via het configuratiescherm of de computer. Tik op Job/Status op het startscherm en selecteer vervolgens Printerstatus. Via de computer kunt u controleren hoeveel inkt er nog is en hoelang de onderhoudsset nog meegaat (bij benadering).
De printer onderhouden > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren > De printkop controleren en re ❏ Met dit patroon kunt u uitlijning uitvoeren als u op regelmatige afstanden horizontale strepen waarneemt. Zoek het cijfer van het beste patroon en voer het cijfer in. De printkop controleren en reinigen Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Als de spuitkanaaltjes ernstig verstopt zijn, wordt een blanco vel afgedrukt.
De printer onderhouden > 4. De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren > Krachtige reiniging uitvoeren Controleer het afdrukpatroon om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. ❏ A: Alle lijnen worden afgedrukt. Selecteer . Er zijn geen aanvullende stappen benodigd. ❏ B of dicht bij B Enkele spuitkanaaltjes zijn verstopt. Selecteer volgende scherm.
De printer onderhouden > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren > Krachtige reiniging uitvoeren c Belangrijk: Controleer of zich in de inkttanks voldoende inkt bevindt. Kijk of alle inkttanks voor ten minste een derde zijn gevuld.Door een te laag inktniveau tijden Krachtige reiniging kan het product beschadigd raken. c Belangrijk: Tussen elke Krachtige reiniging dient u een interval van 12 uur aan te houden.
De printer onderhouden > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren > De printkop uitlijnen (bedienin Krachtige reiniging uitvoeren (Mac OS) 1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. 2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma. 3. Klik op Krachtige reiniging. 4. Volg de instructies op het scherm.
De printer onderhouden > 4. De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren > De Scannerglasplaat reinigen Selecteer een van de uitlijningsmenu's en volg de richtlijnen op het scherm om een uitlijningspatroon af te drukken. ❏ Uitl. lijn regelafst.: selecteer deze optie als uw afdrukken wazig zijn of verticale lijnen niet goed uitgelijnd zijn. ❏ Horizontale uitlijning: selecteer deze optie als er op gelijke intervallen horizontale banden verschijnen. 5. Volg de instructies op het scherm.
De printer onderhouden > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren > De automatische documentin 1. Open de documentkap. 2. Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek. c Belangrijk: ❏ Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht. ❏ Druk niet te hard op het glasoppervlak.
De printer onderhouden > 2. De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren > De automatische documentin Maak de rol en de binnenzijde van de ADF schoon met een zachte, vochtige doek. c Belangrijk: ❏ Als u een droge doek gebruikt, beschadigt u mogelijk het oppervlak van de rol. ❏ Gebruik de ADF pas weer als de rol droog is. 3. Sluit de ADF-afdekking en open vervolgens de documentkap.
De printer onderhouden > 4. De printer reinigen Reinig het onderdeel dat wordt getoond in de afbeelding. c Belangrijk: ❏ Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht. ❏ Druk niet te hard op het glasoppervlak. ❏ Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de scankwaliteit aantasten.
De printer onderhouden > Controleren hoeveel pagina's in totaal door de printer zijn gegaan c Belangrijk: ❏ Voorkom dat er water in het printermechanisme of op een van de elektrische onderdelen komt. Anders kan de printer beschadigd raken. ❏ Maak de printerkap nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de onderdelen en de behuizing beschadigen. ❏ Raak de witte platte kabel, het doorschijnende folie en de inktleidingen binnen in de printer niet aan. Dit kan een storing veroorzaken.
De printer onderhouden > Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen Gerelateerde informatie & “Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windows-printerstuurprogramma)” op pagina 306 & “Het tabblad Hulpprogramma's” op pagina 48 & “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 308 Controleren hoeveel pagina's in totaal door de printer zijn gegaan (bedieningspaneel) De informatie wordt afgedrukt bij het testpatroon. 1. Selecteer Instel. op het startscherm. 2.
De printer onderhouden > Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen > Toepassingen afzonderlijk insta Toepassingen afzonderlijk installeren Opmerking: U moet een toepassing eerst verwijderen voordat u deze opnieuw kunt installeren. 1. Controleer of de printer en de computer beschikbaar zijn voor communicatie en of de computer is verbonden met internet. 2. Start EPSON Software Updater. De schermafdruk is een voorbeeld in Windows. 3.
De printer onderhouden > Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen > Toepassingen afzonderlijk insta Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd — Windows Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epsonprinterstuurprogramma is geïnstalleerd. Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en faxapparaten) en doe het volgende om het venster voor printservereigenschappen te openen.
De printer onderhouden > Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen > Toepassingen verwijderen Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren, en als het tabblad Opties en het tabblad Hulpprogramma worden weergegeven, is er een origineel Epson-printerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd.
De printer onderhouden > 3. Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen > Toepassingen verwijderen Configuratiescherm openen: ❏ Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016 Klik op de startknop en selecteer vervolgens Systeem > Configuratiescherm. ❏ Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012 Selecteer Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm.
De printer onderhouden > Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen > Toepassingen en firmware bijw 5. Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Software > Uninstaller. 6. Selecteer de toepassing die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Maak installatie ongedaan. c Belangrijk: De Uninstaller verwijdert alle Epson-inktjetprinterstuurprogramma's van de computer.
De printer onderhouden > 2. Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen > Toepassingen en firmware bijw Selecteer Algemene instellingen > Systeembeheer > Firmware-update > Bijwerken. Opmerking: Selecteer Melding > Aan om de printer regelmatig te laten controleren op beschikbare firmware-updates. 3. Controleer het bericht dat op het scherm wordt weergegeven en tik op Controle starten om het zoeken naar beschikbare updates te starten. 4.
De printer onderhouden > De printer vervoeren en opslaan 2. Sluit de printer met een USB-kabel aan op de computer waarop de gedownloade firmware is opgeslagen. 3. Dubbelklik op het gedownloade EXE-bestand. Epson Firmware Updater wordt gestart. 4. Volg de instructies op het scherm. De printer vervoeren en opslaan Volg onderstaande stappen om de printer in te pakken, wanneer u de printer moet opslaan of vervoeren in verband met een verhuizing of reparatie. 1. Druk op P om de printer uit te zetten.
De printer onderhouden > De printer vervoeren en opslaan Als de printkop niet in onderstaande positie staat, verplaatst u deze handmatig. 9. Bevestig de printkop met tape aan het omhulsel.
De printer onderhouden > De printer vervoeren en opslaan 10. Sluit de scannereenheid. 11. Zorg ervoor dat u de inkttankdop weer goed op de inkttank plaatst. 12. Sluit de inkttankklep zorgvuldig.
De printer onderhouden > De printer vervoeren en opslaan 13. Verpak de printer zoals hieronder weergegeven. 14. Stop de printer in een plastic zak en vouw deze dicht. 15. Plaats de printer in de doos met de beschermende materialen.
De printer onderhouden > De printer vervoeren en opslaan c Belangrijk: ❏ Til de printer vanuit een stabiele positie op als u deze verplaatst. Als u de printer optilt vanuit een onstabiele positie, kunt u gewond raken. ❏ De printer is zwaar en moet daarom altijd met twee of meerdere mensen gedragen worden tijdens het uitpakken en vervoeren. ❏ Bij het tillen van de printer, plaats uw handen zoals hieronder wordt weergegeven.
De printer onderhouden > De printer vervoeren en opslaan c Belangrijk: ❏ Zorg er bij opslag of transport van een inktfles voor dat u de fles niet schuin houdt en niet blootstelt aan schokken en stoten of temperatuurschommelingen.Anders kan er lekkage optreden, zelfs als de dop goed op de fles is gedraaid.Houd de inktfles rechtop bij het vastdraaien van de dop en neem voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat er inkt kan weglekken bij het transport van de fles, bijvoorbeeld door de fles in een zak te doen.
Problemen oplossen De printer werkt niet naar behoren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .175 Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .235 Papier loopt vast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237 De inkt moet worden bijgevuld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238 De onderhoudsset moet worden vervangen. . . . . .
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > De printer gaat niet aan of uit De printer werkt niet naar behoren De printer gaat niet aan of uit De stroom wordt niet ingeschakeld Dit kan de volgende oorzaken hebben. Het netsnoer is niet goed aangesloten op het stopcontact. Oplossingen Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit. De knop P is niet lang genoeg ingedrukt. Oplossingen Houd de knop P iets langer ingedrukt.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Papier wordt niet goed ingevoerd Papier wordt niet goed ingevoerd Geen papiertoevoer Dit kan de volgende oorzaken hebben. De installatieplek is niet geschikt. Oplossingen Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden. & “Omgevingsspecificaties” op pagina 349 Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt. Oplossingen Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Papier wordt niet goed ingevoerd De installatieplek is niet geschikt. Oplossingen Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden. & “Omgevingsspecificaties” op pagina 349 Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt. Oplossingen Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Papier wordt niet goed ingevoerd De installatieplek is niet geschikt. Oplossingen Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden. & “Omgevingsspecificaties” op pagina 349 Er wordt niet-ondersteund papier gebruikt. Oplossingen Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Papier wordt niet goed ingevoerd Foutmelding papier op verschijnt Papier is niet in het mudden van de papierlade geplaatst. Oplossingen Wanneer er een foutmelding over een lege papierlade optreedt terwijl er papier in de papierlade zit, plaatst u het papier opnieuw in het midden van de papierlade. Het origineel wordt niet ingevoerd in de ADF Dit kan de volgende oorzaken hebben. Er zijn originelen gebruikt die niet door de ADF worden ondersteund.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Het origineel glijdt weg wanneer er papierstof op de rol zit. Oplossingen Maak de binnenzijde van de ADF schoon. & “De automatische documentinvoer (ADF) schoonmaken” op pagina 157 Originelen worden niet gedetecteerd. Oplossingen Controleer op het scherm voor kopiëren, scannen of faxen of het ADF-pictogram brandt. Plaats de originelen opnieuw als dit uit is.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken ❏ De printer wordt niet herkend bij een netwerkverbinding “Kan geen verbinding maken met een netwerk” op pagina 181 ❏ De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding “De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)” op pagina 183 ❏ De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer. Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router. Oplossingen De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen verbonden apparaten wordt geblokkeerd.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken ❏ De verbinding kan onstabiel worden, de printer heeft verbinding, vervolgens wordt de verbinding verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw. ❏ Kan geen verbinding maken met de printer. ❏ De communicatiesnelheid wordt traag. Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding. 1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer. 2. Wanneer IEEE 802.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Er is een probleem opgetreden met de USB-hub. Oplossingen Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan. Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort. Oplossingen Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel. Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Windows) Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Er staat nog een afdruktaak in de wachtrij. Oplossingen Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma. Als overbodige gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer. De printer staat in de wachtstand of is offline. Oplossingen Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken De printerpoort is niet correct ingesteld. Oplossingen Klik op Wachtrij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma. Controleer onder Eigenschappen > Poort in het menu Printer of de printerpoort goed is ingesteld (zie hieronder). USB-verbinding: USBXXX, Netwerkverbinding: EpsonNet Print Port De printer kan opeens niet afdrukken via een netwerkverbinding Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer. Oplossingen Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer. Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken USB-verbinding: EPSON XXXX-serie Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk) Als u het printerstuurprogramma meerdere keren hebt geïnstalleerd, zijn er mogelijk kopieën gemaakt van het printerstuurprogramma. Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX Series (kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt u op Apparaat verwijderen.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wifi-verbinding. Oplossingen Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en tenslotte de printer.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer. Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router. Oplossingen De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen verbonden apparaten wordt geblokkeerd.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken ❏ Plaats het apparaat dat op de USB 3.0-poort is aangesloten verder weg van de computer. ❏ Maak verbinding met de SSID van het 5 GHz-bereik. Zie de volgende informatie om de printer met de SSID te verbinden. & “Wifi-instellingen configureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 275 De printer is met ethernet verbonden via apparaten die IEEE 802.3az (Energie-efficiënt Ethernet) ondersteunen.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Als het probleem nog steeds optreedt, zijn het mogelijk andere apparaten dan de computer die het probleem veroorzaken. De printer kan niet via USB worden verbonden (Mac OS) Dit kan de volgende oorzaken hebben. De USB-kabel is niet correct op het stopcontact aangesloten. Oplossingen Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer. Er is een probleem opgetreden met de USB-hub.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en dubbelklik op de printer. Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten. Functiebeperkingen zijn ingeschakeld voor de printer. Oplossingen De printer drukt mogelijk niet af omdat de functiebeperking ingeschakeld is. Neem contact op met uw printerbeheerder.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Er is een probleem opgetreden met de netwerkinstellingen op de computer. Oplossingen Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er een probleem met de computer. Controleer de netwerkverbinding van de computer. Raadpleeg de documentatie van de computer voor meer informatie.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de netwerkinstellingen te configureren. Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit elkaar staan. Oplossingen Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze router vervolgens uit en weer in.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet afdrukken Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router. Oplossingen De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen verbonden apparaten wordt geblokkeerd. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de privacyscheiding op de draadloze router uit.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen De netwerkomgeving is gewijzigd. Oplossingen Wanneer u de netwerkomgeving hebt gewijzigd, zoals de draadloze router of provider, stelt u de netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in. Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer. & “De netwerkverbinding opnieuw instellen” op pagina 271 Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wifi-verbinding.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem. De verbindingsstatus controleren Gebruik Epson Printer Connection Checker om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren. Afhankelijk van de resultaten van de controle kunt u het probleem oplossen. 1. Dubbelklik op het pictogram Epson Printer Connection Checker op het bureaublad.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de netwerkinstellingen te configureren. Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit elkaar staan. Oplossingen Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze router vervolgens uit en weer in.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router. Oplossingen De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen verbonden apparaten wordt geblokkeerd. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de privacyscheiding op de draadloze router uit.
Problemen oplossen > 4. De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af. “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 289 5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport. 6. Ga op de computer naar Web Config. Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in. “Webconfiguratie uitvoeren op een webbrowser” op pagina 312 7.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Kan niet scannen vanuit Mac OS Controleer of de computer en de printer goed zijn verbonden. De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem. De verbindingsstatus controleren Gebruik EPSON Status Monitor om de verbindingsstatus voor de computer en de printer te controleren. 1.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit elkaar staan. Oplossingen Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze router vervolgens uit en weer in. Wanneer u de draadloze router vervangt, komen de instellingen niet overeen met de nieuwe router.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd en controleer vervolgens het IP-adres en het subnetmasker die aan de printer zijn toegewezen. Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
Problemen oplossen > 4. De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Print via de printer een netwerkverbindingsrapport af. “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 289 5. Controleer het IP-adres van de printer op het netwerkverbindingsrapport. 6. Ga op de computer naar Web Config. Start een browser en voer vervolgens het IP-adres van de printer in. “Webconfiguratie uitvoeren op een webbrowser” op pagina 312 7.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Kan niet scannen vanaf een smart device Controleer of het smart device en de printer goed zijn verbonden. De verbinding is bepalend voor de oorzaak en de oplossing van het probleem. De verbindingsstatus controleren Gebruik Epson iPrint om de verbindingsstatus voor het smart device en de printer te controleren. Zie de volgende informatie om Epson iPrint te installeren als dit nog niet is gebeurd.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de netwerkinstellingen te configureren. Apparaten kunnen geen signaal ontvangen van de draadloze router, omdat ze te ver uit elkaar staan. Oplossingen Zet de computer of het smart device en de printer dichter bij de draadloze router. Schakel de draadloze router vervolgens uit en weer in.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router. Oplossingen De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen verbonden apparaten wordt geblokkeerd. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de privacyscheiding op de draadloze router uit.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan niet beginnen met scannen Meldingen Oplossingen DNS-fout. Controleer DNSinstellingen. Kan geen verbinding maken met de computer. Controleer het volgende. ❏ Controleer of het adres in de contactpersonenlijst op de printer overeenkomt met het adres van de gedeelde map. ❏ Als de computer een statisch IP-adres heeft dat handmatig is ingesteld, wijzigt u de computernaam in het netwerkpad in het IP-adres. Voorbeeld: \\EPSON02\SCAN naar \\192.168.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Items Gebruik Foutmeldingen Verbinding maken Maak vanaf de printer verbinding met de computer. DNS-fout. Controleer DNS- instellingen. Aanmelden op de computer Meld u op de computer aan met de gebruikersnaam en het wachtwoord. Verificatiefout. Controleer instellingen emailserver. De map voor opslaan controleren Controleer het netwerkpad van de gedeelde map. Communicatiefout.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Er is een communicatiefout opgetreden. Oplossingen Selecteer Langz.(9.600 b/s) in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Faxsnelheid op het bedieningspaneel. Verbinding met een DSL-telefoonlijn zonder DSL-filter.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Het faxnummer van de ontvanger is onjuist. Oplossingen Controleer of het nummer van de ontvanger in uw lijst met contactpersonen is staat of dat het nummer dat u hebt ingetoetst juist is. Of vraag bij de ontvanger na of het faxnummer juist is. Het faxapparaat van de ontvanger kan geen faxberichten ontvangen. Oplossingen Vraag de ontvanger of het faxapparaat gereed is om faxberichten te ontvangen.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Abonnement op een doorschakelingsservice. Oplossingen Als u bent geabonneerd op een doorschakelingsservice, kan de printer mogelijk geen faxberichten ontvangen. Neem contact op met de provider. Ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig, terwijl een extern telefoontoestel met de printer is verbonden.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen De afzender heeft het faxbericht zonder koptekstinformatie verzonden. Oplossingen Vraag aan de afzender of de koptekstinformatie is ingesteld op het betreffende faxapparaat. Of schakel Blanco koptekst fax geblokkeerd uit in Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax > Weigeringsfax.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Als de printer in de buurt van een lichtbron of in direct zonlicht staat, kan het zijn dat de oorspronkelijke grootte niet goed wordt gedetecteerd. Oplossingen Selecteer het formaat van het origineel handmatig en probeer het opnieuw. Er ligt stof of vuil op de scannerglasplaat of de documentmat.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Ontvangen faxberichten worden niet afgedrukt Dit kan de volgende oorzaken hebben. Er is een fout opgetreden in de printer. Er is bijvoorbeeld papier vastgelopen. Oplossingen Wis de printerfout en vraag de afzender het faxbericht opnieuw te verzenden. Het afdrukken van ontvangen faxberichten is uitgeschakeld in de huidige instellingen.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen ❏ De printer wordt niet herkend bij een USB-verbinding “De printer kan niet via USB worden verbonden (Windows)” op pagina 183 ❏ De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt. “Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Windows)” op pagina 184 Kan geen verbinding maken met een netwerk Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer. Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router. Oplossingen De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen verbonden apparaten wordt geblokkeerd.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen ❏ De verbinding kan onstabiel worden, de printer heeft verbinding, vervolgens wordt de verbinding verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw. ❏ Kan geen verbinding maken met de printer. ❏ De communicatiesnelheid wordt traag. Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding. 1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer. 2.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Er is een probleem opgetreden met de USB-hub. Oplossingen Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan. Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort. Oplossingen Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel. U moet de USB-verbinding opnieuw configureren. Oplossingen Koppel de USB-kabel los van de computer.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen ❏ Windows 8.1/Windows 8 Selecteer Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden of Hardware. ❏ Windows 7 Klik op de startknop, selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden of Hardware. ❏ Windows Vista Klik op de startknop, selecteer Configuratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Controleer het volgende als er een verbinding is gemaakt. ❏ De printer wordt herkend, maar er kan niet worden afgedrukt. “Kan niet afdrukken, ondanks dat er verbinding is (Mac OS)” op pagina 192 Kan geen verbinding maken met een netwerk Een van de volgende problemen kan de oorzaak zijn. Er is iets mis met de netwerkapparaten voor de wifi-verbinding.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer. Privacyscheiding is beschikbaar voor de draadloze router. Oplossingen De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen verbonden apparaten wordt geblokkeerd.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen ❏ De verbinding kan onstabiel worden, de printer heeft verbinding, vervolgens wordt de verbinding verbroken en dit gebeurt alsmaar opnieuw. ❏ Kan geen verbinding maken met de printer. ❏ De communicatiesnelheid wordt traag. Volg de onderstaande stappen om IEEE 802.3az uit te schakelen voor de printer en maak dan verbinding. 1. Verwijder de ethernetkabel die is aangesloten op de computer en de printer. 2.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen Er is een probleem opgetreden met de USB-hub. Oplossingen Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan. Er is een probleem opgetreden met de USB-kabel of de USB-poort. Oplossingen Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel. U moet de USB-verbinding opnieuw configureren. Oplossingen Koppel de USB-kabel los van de computer.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Foutcode in het statusmenu PC-FAX-stuurprogramma is onderbroken. Oplossingen Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Printen en scannen, Printen en faxen) en dubbelklik vervolgens op de printer (fax). Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten (of Printer hervatten). Gebruikersverificatie mislukt wanneer een faxbericht vanaf een computer wordt verzonden.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Foutcode in het statusmenu Code Probleem Oplossing 201 Het geheugen is vol. ❏ Druk de ontvangen faxberichten af vanuit Taakstatus in Job/Status. ❏ Verwijder ontvangen faxberichten uit het Postvak IN via Taakstatus in het Job/Status. ❏ Als u een monochroom faxbericht naar een enkele bestemming zendt, kunt u dat doen d.m.v. Direct Send. ❏ Verdeel uw originele in twee of meer delen en verzend ze dan.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Foutcode in het statusmenu Code Probleem Oplossing 306 Het geheugen is vol. Wacht tot andere actieve taken voltooid zijn. 311 Er is een DNS-fout opgetreden. ❏ Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP en controleer vervolgens de DNS-instellingen. ❏ Controleer de DNS instellingen van de server, de computer en het toegangspunt. 312 Er is een authenticatiefout opgetreden. Selecteer Instel.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Foutcode in het statusmenu Code Probleem Oplossing 325 Er is niet voldoende opslagruimte in de opgegeven map. ❏ Verhoog de opslagruimte in de opgegeven map. 326 ❏ Reduceer het aantal documenten. ❏ Verlaag de scanresolutie of verhoog de compressieverhouding om de grootte van het gescande beeld te reduceren. 327 Het geheugen is vol. Wacht tot andere actieve taken voltooid zijn. 328 De bestemming was fout of ze bestaat niet.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan de printer niet bedienen zoals verwacht Code Probleem Oplossing 413 Er is een communicatiefout opgetreden. ❏ Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd > Emailserver > Serverinstellingen om de instellingen van de e-mailserver te controleren. U kunt de oorzaak van de fout controleren door de verbindingscontrole uit te voeren.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan de printer niet bedienen zoals verwacht Er zijn onnodige toepassingen actief. Oplossingen Sluit alle onnodige toepassingen op uw computer of smart device. De afdrukkwaliteit is te hoog ingesteld. Oplossingen Stel een lagere kwaliteit in. Bidirectioneel afdrukken is uitgeschakeld. Oplossingen Schakel de bidirectionele (of hogesnelheids)instelling in.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan de printer niet bedienen zoals verwacht De scansnelheid is laag Scannen met een hogere resolutie. Oplossingen Probeer op een lagere resolutie te scannen. Het display wordt donker De printer staat in slaapstand. Oplossingen Druk op een willekeurige plek op het lcd-scherm om terug te keren naar de eerdere status. Het touchscreen reageert niet Dit kan de volgende oorzaken hebben. Beschermvel zit vast aan het touchscreen.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan de printer niet bedienen zoals verwacht Geheugenapparaat wordt niet herkend Het geheugenapparaat is uitgeschakeld. Oplossingen Selecteer op het bedieningspaneel Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Interface geheugenapp. en schakel het geheugenapparaat in. Kan gegevens niet opslaan op een geheugenapparaat Dit kan de volgende oorzaken hebben. Het geheugenapparaat is beveiligd tegen schrijven.
Problemen oplossen > De printer werkt niet naar behoren > Kan de printer niet bedienen zoals verwacht Het basiscertificaat moeten worden bijgewerkt Het basiscertificaat is verlopen. Oplossingen Voer Web Config uit en werk vervolgens het basiscertificaat bij. Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een computer met Mac OS X 10.6.8 Er is een probleem opgetreden met de AirPrint-instellingen.
Problemen oplossen > Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm Het faxnummer van de verzender dat op ontvangen faxberichten wordt weergegeven is onjuist Het faxnummer van de afzender dat op het apparaat van de afzender is ingesteld, is onjuist. De afzender heeft het faxnummer mogelijk verkeerd ingesteld. Neem contact op met de afzender. Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon De telefoonkabel is niet correct aangesloten. Sluit de telefoon aan op de EXT.
Problemen oplossen > Er wordt een bericht weergegeven op het lcd-scherm Foutmeldingen Oplossingen Printerfout. Raadpleeg de documentatie voor details. De printer is mogelijk beschadigd. Neem contact op met de Epsonondersteuning of een erkende Epson-serviceprovider om een reparatie aan te vragen. Papier op in XX. Laad papier. Papierformaat: XX/ Papiertype: XX Plaats papier in de weergegeven papierbron. Voer het volledig in als u papier in de papiercassette plaatst.
Problemen oplossen > Papier loopt vast > Voorkomen dat papier vastloopt Foutmeldingen Oplossingen Controleer of de poortinstellingen van Printer (zoals IP-adres) of het printerstuurprogramma correct is via Computer. Zorg ervoor dat de printerpoort goed is geselecteerd in Eigenschappen > Poort in het menu Printer. Dit gaat als volgt. Controleer via de computer of de poortinstellingen of het printerstuurprogramma correct zijn. Raadpleeg uw documentatie voor details.
Problemen oplossen > De inkt moet worden bijgevuld > Voorzorgsmaatregelen voor inktflessen ❏ Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund. “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 299 ❏ Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. “Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 31 ❏ Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan. “Papier laden” op pagina 32 ❏ Zet de ADF-documentsteun omhoog.
Problemen oplossen > De inkt moet worden bijgevuld > De inkttanks bijvullen ❏ Zorg er bij opslag of transport van een inktfles voor dat u de fles niet schuin houdt en niet blootstelt aan schokken en stoten of temperatuurschommelingen.Anders kan er lekkage optreden, zelfs als de dop goed op de fles is gedraaid.
Problemen oplossen > De inkt moet worden bijgevuld > De inkttanks bijvullen 4. Open de inkttankklep. 5. Open de dop van de inkttank. c Belangrijk: Zorg ervoor dat de kleur van de inkttanks overeenstemt met de kleur van de inkt die u wilt bijvullen. 6. Houd de fles rechtop en draai de dop langzaam van de fles. c Belangrijk: ❏ Epson raadt het gebruik van originele Epson-inktflessen aan. ❏ Let goed op dat u geen inkt morst.
Problemen oplossen > De inkt moet worden bijgevuld > De inkttanks bijvullen 7. Controleer de bovenste lijn (a) van de inkttank. 8. Houd de bovenkant van de inktfles tegen de vulpoort en plaats de inktfles vervolgens direct in de poort om inkt tot de bovenste lijn bij te vullen. Wanneer u de inktfles in de vulpoort voor de juiste kleur plaatst, gaat de inkt stromen. Dit stopt automatisch wanneer de inkt de bovenste lijn bereikt.
Problemen oplossen > De inkt moet worden bijgevuld > De inkttanks bijvullen c Belangrijk: Laat de bovenzijde van de inktfles na het verwijderen van de dop niet tegen in aanraking komen met andere voorwerpen. Er kan inkt worden geknoeid. 9. Als u klaar bent met het bijvullen van de inkt, verwijdert u de inktfles en sluit u de inkttankdop zorgvuldig. c Belangrijk: Verwijder de fles. De fles kan anders beschadigd raken of inkt lekken.
Problemen oplossen > De onderhoudsset moet worden vervangen > Een onderhoudsset vervangen c Belangrijk: Ook als u inkt niet tot aan de bovenste lijn op de inkttank bijvult, kunt u de printer nog wel blijven gebruiken. Voor een optimale werking van de printer vult u de inkttank bij tot de bovenste lijn en stelt u het inktniveau onmiddellijk opnieuw in.
Problemen oplossen > De onderhoudsset moet worden vervangen > Een onderhoudsset vervangen volgens de specificaties functioneert. De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van Epson. Dit onderdeel kan door de gebruiker worden vervangen. Opmerking: ❏ Als de onderhoudsset vol is, kunt u niet afdrukken en kunt u de printkop niet reinigen totdat de set is vervangen. Dit om het lekken van inkt te voorkomen. U kunt echter bewerkingen uitvoeren die geen inkt gebruiken, zoals scannen.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht Afdrukkwaliteit is slecht Er ontbreken kleuren, er is streepvorming of afdrukken vertonen onverwachte kleuren De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt. Oplossingen Voer een spuitkanaaltjescontrole uit met de functie Aanpassing afdrukkwaliteit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht ❏ Bedieningspaneel Selecteer Beste bij Kwaliteit op het tabblad Geavanceerd in de printerinstellingen. ❏ Windows Selecteer Hoog op het tabblad Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma. ❏ Mac OS Selecteer Fijn bij Afdrukkwaliteit in het menu Printerinstellingen van het dialoogvenster. De printkop is niet goed uitgelijnd.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht ❏ Mac OS Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Bidirectioneel afdrukken. Er ontstaan strepen De instelling voor bidirectioneel afdrukken is ingeschakeld.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht Er is niets afgedrukt op het papier De spuitkanaaltjes van de printkop zijn mogelijk verstopt. Oplossingen Voer een spuitkanaaltjescontrole uit met de functie Aanpassing afdrukkwaliteit om te controleren of de printkoppen verstopt zijn. Voer een spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht Papier is onjuist geladen. Oplossingen Wanneer u horizontale streepvorming ziet (loodrecht op de afdrukrichting) of wanneer u vlekken krijgt op de boven- of onderkant van het papier, laad het papier dan in de juiste richting en schuif de zijgeleiders tegen het papier. & “Papier laden” op pagina 32 De papierbaan is vies.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken is de afdrukdichtheid te hoog en de droogtijd te kort. Oplossingen Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukt en gegevens met een hoge dichtheid wilt afdrukken, zoals afbeeldingen en grafieken, verlaag dan de afdrukdichtheid en verhoog de droogtijd.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht Kleurcorrectie is toegepast. Oplossingen Bij het afdrukken vanaf het bedieningspaneel of via het Windows-printerstuurprogramma, wordt de automatische fotoaanpassingsinstelling van Epson standaard toegepast, afhankelijk van de papiersoort. Pas de instelling eventueel aan. ❏ Bedieningspaneel Wijzig de instelling Herstel foto in Auto naar een van de andere opties.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken Het uitstekende gebied wordt bijgesneden, omdat de afbeelding iets wordt vergroot. Oplossingen Selecteer een kleinere vergroting. ❏ Windows Klik op Instellingen naast het selectievakje Randloos op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma en wijzig vervolgens de instellingen.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Afdrukkwaliteit is slecht Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar Dit kan de volgende oorzaken hebben. De USB-kabel is niet correct aangesloten. Oplossingen Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer. Er staat een afdruktaak in de wachtrij. Oplossingen Annuleer gepauzeerde afdruktaken. Tijdens het afdrukken is de computer handmatig in de Stand-by- of in de Slaapstand gezet.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kopieerkwaliteit is slecht ❏ Windows Hef de selectie op van Spiegel afbeelding op het tabblad Meer opties van de het printerstuurprogramma. ❏ Mac OS Hef de selectie op van Spiegel afbeelding in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog. Mozaïekachtige patronen op de afdrukken Afbeeldingen of foto's met een lage resolutie zijn afgedrukt.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kopieerkwaliteit is slecht Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 1.1 cm of 3.3 cm Dit kan de volgende oorzaken hebben. De instelling voor de papiersoort komt niet overeen met het geladen papier. Selecteer de geschikte papiersoortinstelling voor de papiersoort die in de printer is geladen. Gerelateerde informatie & “Lijst met papiersoorten” op pagina 32 De printkop is niet goed uitgelijnd.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kopieerkwaliteit is slecht Bidirectioneel (of snel) afdrukken wil zeggen dat de printkop in beide richtingen afdrukt. Verticale lijnen worden mogelijk niet goed uitgelijnd. Wanneer u deze instelling uitschakelt, kan de afdruksnelheid afnemen. De afdrukkwaliteit blijft echter hetzelfde. Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen en schakel vervolgens Bidirectioneel uit op het bedieningspaneel.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kopieerkwaliteit is slecht De afdrukinstellingen en het papierformaat in de printer verschillen. Pas de afdrukinstellingen aan het papierformaat in de papiercassette aan. Laad in de papiercassette papier dat overeenkomt met de afdrukinstellingen. Er worden meerdere vellen papier tegelijkertijd ingevoerd in de printer.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kopieerkwaliteit is slecht De printkop wrijft over het oppervlak van het papier. Wanneer u kopieert op dik papier, bevindt de printkop zich dicht bij het afdrukoppervlak en kan het papier slijtplekken vertonen. Schakel in dit geval de instelling in die dit kan voorkomen. Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen en schakel vervolgens Dik papier in op het bedieningspaneel.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kopieerkwaliteit is slecht De originelen zijn niet goed geplaatst. ❏ Zorg ervoor dat het origineel juist is geplaatst tegen de uitlijnmarkeringen. ❏ Als de rand van de gescande afbeelding ontbreekt, verschuift u het origineel wat weg van de rand van de scanner. U kunt de strook van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) langs de rand van de scannerglasplaat niet scannen.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kopieerkwaliteit is slecht De papierbaan is vies. Laad en werp het papier uit zonder af te drukken om het papiertraject te reinigen. Gerelateerde informatie & “Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 156 Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat. Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Problemen met gescande afbeeldingen Als het origineel een gedrukt document is, zoals een tijdschrift of catalogus, verschijnt er een moirépatroon. Wijzig de instelling voor verkleinen en vergroten. Als er een moirépatroon verschijnt, plaatst u het origineel onder een iets andere hoek.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Problemen met gescande afbeeldingen Er ligt stof of vuil op de originelen of de scannerglasplaat. Verwijder stot of vuil van de originelen en reinig de scannerglasplaat. Gerelateerde informatie & “De Scannerglasplaat reinigen” op pagina 156 Er is te veel kracht uitgeoefend op het origineel. Als u te veel kracht uitoefent, kunnen wazige plekken, vlekken en puntjes optreden.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Problemen met gescande afbeeldingen Gerelateerde informatie & “Originelen plaatsen” op pagina 36 Kan het gecorrigeerde gebied niet scannen op de scannerglasplaat De originelen zijn niet goed geplaatst. ❏ Zorg ervoor dat het origineel juist is geplaatst tegen de uitlijnmarkeringen. ❏ Als de rand van de gescande afbeelding ontbreekt, verschuift u het origineel wat weg van de rand van de scanner.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kwaliteit van het verzonden faxberic Er zijn problemen met de instellingen van de scansoftware. Gebruik Epson Scan 2 Utility om de instellingen voor de scannersoftware te initialiseren. Opmerking: Epson Scan 2 Utility is een toepassing die met de scannersoftware wordt meegeleverd. 1. Start Epson Scan 2 Utility. ❏ Windows 10 Klik op de startknop en selecteer vervolgens EPSON > Epson Scan 2 Utility. ❏ Windows 8.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > De kwaliteit van het verzonden faxberic Er is te veel kracht uitgeoefend op het origineel. Als u te veel kracht uitoefent, kunnen wazige plekken, vlekken en puntjes optreden. Oefen niet te veel kracht uit op het origineel of de documentkap. Gerelateerde informatie & “Originelen plaatsen” op pagina 36 Bij het verzenden van faxberichten via de ADF ontstaan rechte lijnen Dit kan de volgende oorzaken hebben.
Problemen oplossen > De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit is slecht > Het ontvangen faxbericht is van slechte ❏ Selecteer Fax > Faxinstellingen en schakel vervolgens Direct verzenden in. Als u Resolutie instelt op Superfijn of Ultrafijn en u het faxbericht vervolgens verzendt zonder Direct verzenden in te schakelen, wordt het faxbericht op een lagere resolutie verzonden. De ECM-instelling is uitgeschakeld. Selecteer Instel.
Problemen oplossen > Het probleem is niet opgelost na alle oplossingen te hebben geprobeerd > Problemen met De ECM-instelling is uitgeschakeld. Selecteer Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen en schakel de ECM-instelling in op het bedieningspaneel. Hierdoor worden fouten die optreden vanwege verbindingsproblemen mogelijk opgelost. Het kan zijn dat faxberichten minder snel worden verzonden en ontvangen dan wanneer ECM is uitgeschakeld.
Problemen oplossen > Het probleem is niet opgelost na alle oplossingen te hebben geprobeerd > Problemen met ❏ Controleer of u originele Epson-inktflessen gebruikt. Gebruik bij voorkeur originele Epson-inktflessen. Wanneer u niet-originele inktflessen gebruikt, kan de afdrukkwaliteit afnemen. ❏ Zorg ervoor dat er geen papierresten in de printer zijn achtergebleven. Wanneer u papier verwijdert, raak de doorschijnende folie dan niet met uw handen of het papier aan. ❏ Controleer het papier.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen Verbinden met een printer die met het netwerk is verbonden. . . . . . . . . . . . . . . . . .270 De netwerkverbinding opnieuw instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271 Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct). . . . . . . . . . 277 De status van de netwerkverbinding controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > Verbinden met een printer die met het netwe Verbinden met een printer die met het netwerk is verbonden Wanneer de printer al is verbonden met een netwerk, kunt u een computer of een smart device via het netwerk met de printer verbinden. De printer gebruiken vanaf een tweede computer Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De netwerkverbinding opnieuw instellen > Een netwerkprinter gebruiken vanaf een smart device U kunt een smart device op een van de volgende manieren met de printer verbinden. Verbinden via een draadloze router Verbind het smart device met hetzelfde wifi-netwerk (SSID) als de printer. Zie hierna voor meer informatie.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De netwerkverbinding opnieuw instellen > Selecteer Wijzig de verbindingsmethode voor printer (voor nieuwe netwerkrouter of om USB te wijzigen naar netwerk, enz.) in het scherm Uw bewerking selecteren en klik vervolgens op Volgende. Volg de instructies op het scherm. Als u geen verbinding kunt maken, lees dan het volgende om het probleem op te lossen.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De netwerkverbinding opnieuw instellen > ❏ Instellen met de software-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een software-cd en gebruikers die beschikken over een Windows-computer met een schijfstation). Plaats de software-cd in de computer en volg de instructies op het scherm. Volg de instructies op het scherm.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De netwerkverbinding opnieuw instellen > Selecteer Wijzig de verbindingsmethode voor printer (voor nieuwe netwerkrouter of om USB te wijzigen naar netwerk, enz.) in het scherm Uw bewerking selecteren en klik vervolgens op Volgende. Selecteer de netwerkverbinding die u wilt gebruiken (Verbinden via draadloos netwerk (Wi-Fi) of Verbinden via vaste LAN-verbinding (ethernet)) en klik op Volgende. Volg de instructies op het scherm.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De netwerkverbinding opnieuw instellen > Wifi-instellingen configureren via het bedieningspaneel Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen configureren. Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt. Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen handmatig configureren.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De netwerkverbinding opnieuw instellen > Opmerking: ❏ Als u de SSID niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is vermeld. Als u de draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u de SSID die op het label is vermeld. Als u geen gegevens kunt vinden, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is meegeleverd. ❏ Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > Een smart device rechtstreeks verbinden met Wifi-instellingen configureren via de pincode-instelling (WPS) U kunt automatisch verbinding maken met een draadloze router door gebruik te maken van een pincode. U kunt deze methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode in te voeren in de draadloze router. 1. Tik op het startscherm op 2. Selecteer Router. 3. Tik op Start de instelling.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > Een smart device rechtstreeks verbinden met Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer. De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding heeft via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > 4. Een smart device rechtstreeks verbinden met Tik op iOS. De QR-code wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. 5. Start op de iPhone, iPad of iPod touch de standaard Camera-app en scan de QR-code die in de modus FOTO op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven. Gebruik de Camera-app voor iOS 11 of hoger. Met de Camera-app voor iOS 10 of lager kunt u geen verbinding maken met de printer.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > Een smart device rechtstreeks verbinden met 6. Tik op de melding die wordt weergegeven op het scherm van de iPhone, iPad of iPod touch. 7. Tik op Koppelen. 8. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Volgende. 9. Start de Epson-printapp op de iPhone, iPad of iPod touch. Voorbeelden van Epson-printapps 10. Tik op het scherm van de Epson-printapp op Printer niet geselecteerd.. 11. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > Een smart device rechtstreeks verbinden met Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te selecteren. 12. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Volledig. Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het wifischerm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > 4. Tik op Android. 5. Start Epson iPrint op het smart device. 6. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd. 7. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > Een smart device rechtstreeks verbinden met Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te selecteren. Opmerking: Afhankelijk van het Android-apparaat worden printers mogelijk niet weergegeven. Als printers niet worden weergegeven, maakt u verbinding door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor informatie over verbinding maken. 8.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > 4. Een smart device rechtstreeks verbinden met Tik op Andere OS-apparaten. De Netwerknaam (SSID) en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct voor de printer worden weergegeven.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > Een smart device rechtstreeks verbinden met 5. Selecteer op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven en voer vervolgens het wachtwoord in. 6. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Volgende.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > 7. Een smart device rechtstreeks verbinden met Start de Epson-printapp op het smart device. Voorbeelden van Epson-printapps 8. Tik op het scherm van de Epson-printapp op Printer niet geselecteerd. 9. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken. Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te selecteren. 10. Selecteer op het bedieningspaneel van de printer Volledig.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > Een smart device rechtstreeks verbinden met Gerelateerde informatie & “Toepassing voor gemakkelijk afdrukken vanaf een smart device (Epson iPrint)” op pagina 309 De verbinding met Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) verbreken Er zijn twee methoden beschikbaar om een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) uit te schakelen.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle Frequentiebereik wijzigen Wijzig het frequentiebereik van Wi-Fi Direct dat wordt gebruikt voor het maken van verbinding met de printer. U kunt kiezen tussen 2,4 GHz of 5 GHz. Wanneer u het frequentiebereik wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Maak opnieuw verbinding met het apparaat.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle De netwerkverbindingsstatus controleren met het netwerkpictogram U kunt de status van de netwerkverbinding en kracht van het radiosignaal controleren aan de hand van het netwerkpictogram op het startscherm van de printer.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > 2. De status van de netwerkverbinding controle Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding. De verbindingscontrole wordt gestart. 3. Selecteer Controlerapport afdrukken. 4. Druk het netwerkverbindingsrapport af. Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte oplossingen.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle & “E-2, E-3, E-7” op pagina 291 & “E-5” op pagina 292 & “E-6” op pagina 292 & “E-8” op pagina 293 & “E-9” op pagina 293 & “E-10” op pagina 293 & “E-11” op pagina 294 & “E-12” op pagina 294 & “E-13” op pagina 295 & “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 295 E-1 Oplossingen: ❏ Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle ❏ Als uw wifi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de software van de volgende website te downloaden en uit te voeren. http://epson.sn > Instellen ❏ Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle Gerelateerde informatie & “Instellingen voor verbinding met de computer configureren” op pagina 272 E-8 Oplossingen: ❏ Schakel DHCP in op de draadloze router als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Automatisch. ❏ Als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op handmatig, is het IP-adres dat u handmatig instelt ongeldig omdat het buiten bereik is (bijvoorbeeld: 0.0.0.0).
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle Gerelateerde informatie & “Netwerkinstellingen” op pagina 319 E-11 Oplossingen: Controleer het volgende. ❏ Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig. ❏ Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld. Stel het juiste standaard gateway-adres in.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle E-13 Oplossingen: Controleer het volgende. ❏ Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld. ❏ De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle 1. Selecteer Instel. op het startscherm. 2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus. 3. Selecteer statusvel. 4. Controleer het bericht en druk vervolgens een netwerkstatusvel af. Het computernetwerk controleren (alleen Windows) Met de opdrachtprompt kunt u de verbindingsstatus van de computer en het verbindingspad naar de printer controleren.
De computer of apparaten toevoegen of vervangen > De status van de netwerkverbinding controle ❏ pathping-opdracht U kunt de lijst met routers die via de doelhost worden geleid en de communicatieroutering bevestigen. ❏ Indeling: pathping xxx.xxx.xxx.xxx ❏ Voorbeelden: pathping 192.0.2.
Productinformatie Papiergegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299 Informatie over verbruiksproducten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304 Software-informatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305 Overzicht instellingenmenu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315 Productspecificaties. . . . . . .
Productinformatie > Papiergegevens > Beschikbaar papier en capaciteiten Papiergegevens Beschikbaar papier en capaciteiten Origineel Epson-papier Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen. Opmerking: ❏ De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie over beschikbaar papier in uw omgeving.
Productinformatie > Papiergegevens > Beschikbaar papier en capaciteiten Papier dat geschikt is voor het afdrukken van foto's Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Papiercassett e1 Papiercassett e2 Papierlade Epson Ultra Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch), 20×25 cm (8×10 inch) 50 - 20 Epson Premium Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch), 20×25 cm (8×10 inch), 16:9 breed (4×7,11 inch) 50 - 20 Epson Premium Semigloss Photo Paper A4, 13
Productinformatie > Papiergegevens > Beschikbaar papier en capaciteiten Gewoon papier Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen) Papiercassette 1 Gewoon papier, kopieerpapier Voorgedrukt papier*1 Briefhoofd Gekleurd papier Gerecycled papier Normaal papier van hoge kwaliteit Papiercassette 2 Papierlade Legal, Letter, 8,5×13 inch, A4, Executive*2, B5, 16K (195×270 mm), IndianLegal, SP1 (210×270 mm) 250 A5, A6, B6, SP2 (210×149 mm), SP3 (100×170 mm), SP4 (130×182 mm), SP5 (192×132 mm) 250 – 50 Geb
Productinformatie > Papiergegevens > Beschikbaar papier en capaciteiten Dik papier Medianaam Dik papier Grootte Laadcapaciteit (vellen) Papiercassette 1 Papiercassette 2 Papierlade Legal, Letter, 8,5×13 inch, A4, Executive*, B5, A5, A6, B6, 16K (195×270 mm), Indian-Legal, SP1 (210×270 mm), SP2 (210×149 mm), SP3 (100×170 mm), SP4 (130×182 mm), SP5 (192×132 mm) 50 – 20 Gebruikergedefinieerd* (mm) 50 – – 1 – – – – 20 – – 1 89 tot 215,9×127 tot 355,6 Gebruikergedefinieerd* (mm) 89 tot 2
Productinformatie > Papiergegevens > Beschikbaar papier en capaciteiten Papier voor randloos afdrukken Origineel Epson-papier ❏ Epson Business Paper ❏ Epson Bright White Ink Jet Paper ❏ Epson Photo Quality Ink Jet Paper ❏ Epson Double-sided Photo Quality Ink Jet Paper ❏ Epson Matte Paper-Heavyweight ❏ Epson Ultra Glossy Photo Paper ❏ Epson Premium Glossy Photo Paper ❏ Epson Premium Semigloss Photo Paper ❏ Epson Photo Paper Glossy Gerelateerde informatie & “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 299
Productinformatie > * Informatie over verbruiksproducten > Codes van de inktflessen Papier van SP2-, SP3-, SP4- en SP5-formaat wordt niet ondersteund bij dubbelzijdig afdrukken. Voor dubbelzijdig afdrukken op papier op maat, kunt u papierformaten van 182 tot 215,9×257 tot 297 mm gebruiken. Gerelateerde informatie & “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 299 Niet-beschikbare papiersoorten Gebruik het volgende papier niet.
Productinformatie > Software-informatie Voor Europa Product BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel) ET-5800 113 113 113 113 L6550 112 112 112 112 Opmerking: Ga voor informatie over de capaciteit van de inktflessen van Epson naar de volgende website. http://www.epson.
Productinformatie > Software-informatie > Software voor afdrukken Software voor afdrukken Toepassing voor scannen vanaf een computer (Windowsprinterstuurprogramma) Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor het printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Productinformatie > Software-informatie > Software voor afdrukken Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel. Als u op dit pictogram dubbelklikt, kunt u de status van de printer controleren.
Productinformatie > Software-informatie > Software voor afdrukken Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS Epson Printer Utility U kunt een onderhoudsfunctie uitvoeren, zoals de spuitstukcontrole en printkopreiniging, en door EPSON Status Monitor te starten kunt u de printerstatus en foutmeldingen raadplegen.
Productinformatie > Software-informatie > Software voor afdrukken ❏ Windows 8.1/Windows 8 Voer de naam van de software in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram. ❏ Windows 7/Windows Vista/Windows XP Klik op de startknop en selecteer Alle programma's of Programma's > Epson Software > Epson Photo+. Beginnen met Mac OS Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Software > Epson Photo+.
Productinformatie > Software-informatie > Software voor faxen Software voor scannen Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart) Met deze toepassing kunt u in enkele eenvoudige stappen documenten scannen en de gescande afbeeldingen vervolgens opslaan. Raadpleeg de Help van Epson ScanSmart voor meer informatie over het gebruik van de functies. Beginnen met Windows ❏ Windows 10 Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Software > Epson ScanSmart. ❏ Windows 8.
Productinformatie > Software-informatie > Software voor het maken van pakketten Beginnen met Mac OS Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer (FAX). Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
Productinformatie > Software-informatie > Software voor het configureren van instellingen of het beheren van app Software voor het configureren van instellingen of het beheren van apparaten Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config) Web Config is een toepassing die draait in een webbrowser, zoals Internet Explorer of Safari, op een computer of smart device. U kunt de printerstatus controleren of de netwerkservice en de printerinstellingen aanpassen.
Productinformatie > 1. Software-informatie > Software voor het configureren van instellingen of het beheren van app Open de printerlijst op de computer. ❏ Windows 10 Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Windows-systeem > Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden. ❏ Windows 8.1/Windows 8 Selecteer Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden (of Hardware).
Productinformatie > Software-informatie > Software voor bijwerken Beginnen met Mac OS Ga > Toepassingen > Epson Software > EpsonNet > EpsonNet Config SE > EpsonNet Config. Gerelateerde informatie & “Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 162 Software voor beheer van apparaten in het netwerk (Epson Device Admin) Epson Device Admin is multifunctionele toepassingssoftware waarmee u het apparaat in het netwerk beheert. De volgende functies zijn beschikbaar.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Beginnen met Mac OS Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Software > EPSON Software Updater. Gerelateerde informatie & “Toepassingen afzonderlijk installeren” op pagina 162 Overzicht instellingenmenu Selecteer in het startscherm van de printer Instel. om de verschillende instellingen te configureren. Algemene instellingen Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen bedieningspaneel om de printer uit de slaapstand te halen. Door het uitschakelen van deze functie worden enige onbedoelde bewerkingen voorkomen, die worden veroorzaakt door vreemde objecten die het scherm aanraken. U kunt ook een tijdsperiode instellen waarin deze functie is ingeschakeld. Uitschakelingstimer: Uw product heeft mogelijk deze functie of de functie Uitschakelinst., afhankelijk van de plaats van aankoop.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Achtergrondafbeelding: Verander de achtergrondkleur van het lcd-scherm. Time-out bewerking: Selecteer Aan om terug te keren naar het beginscherm wanneer gedurende een vastgestelde tijd geen bewerkingen zijn uitgevoerd. Wanneer functiebeperkingen zijn toegepast en er gedurende een vastgestelde tijd geen bewerkingen zijn uitgevoerd, wordt u afgemeld en wordt het beginscherm weergegeven.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Deze instelling is uitgeschakeld bij het selecteren van een specifieke papierbron in de papierinstellingen voor de afdruktaken. Afhankelijk van de instelling voor papiertype in het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma, wordt papier wellicht niet automatisch ingevoerd. Foutmelding: Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Interface geheugenapp.: ❏ Geheugenapp.: Selecteer Inschakelen als u wilt dat de printer toegang krijgt tot een geplaatst geheugenapparaat. Als Uitschakelen is geselecteerd, kunt u met de printer geen gegevens naar het geheugenapparaat. Hierdoor wordt vermeden dat vertrouwelijke documenten illegaal worden verwijderd.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Wi-Fi instellen: Configureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het bedieningspaneel. Router: ❏ Wizard Wi-Fi instellen ❏ Instellen met drukknop (WPS) ❏ Overige ❏ Instellen met PIN (WPS) ❏ Wi-Fi autom.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen ❏ Apparaatnaam ❏ TCP/IP ❏ Proxy-server ❏ E-mailserver ❏ IPv6-adres ❏ MS netwerk delen ❏ link Speed & Duplex ❏ HTTP omleiden naar HTTPS ❏ IPsec/IP-filter uitschakelen ❏ IEEE802.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Faxinstellingen Als u op het bedieningspaneel van de printer Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen selecteert, wordt dit menu weergegeven. Opmerking: ❏ U kunt Faxinstellingen ook openen via Web Config. Klik op het tabblad Fax op het scherm Web Config.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Faxsnelheid: Selecteer de verzendsnelheid van de fax. We raden aan om Langz.(9.600 b/s) te selecteren als er regelmatig een communicatiefout optreedt wanneer u berichten verzendt naar/ontvangt vanuit het buitenland, of wanneer u een IP-service (VoIP) gebruikt. ECM: Corrigeert automatisch fouten met het verzenden van faxberichten (Foutcorrectiemodus), meestal veroorzaakt door storingen op de telefoonlijn.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen DRD: Als u zich bij uw telecomprovider hebt ingeschreven op een dienst met specifieke beltonen, kunt u het belsignaal voor binnenkomende faxberichten selecteren. Specifieke beltoondiensten die door veel telecombedrijven worden aangeboden (de naam van de dienst verschilt per bedrijf), bieden de mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een specifieke beltoon toegewezen.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Opmerking: ❏ Op het scherm Web Config vindt u het onderstaande menu. Tabblad Fax > Verzendinstellingen ❏ Voer het wachtwoord in als u hierom wordt gevraagd. Batchverzend: Wanneer er meerdere faxberichten voor dezelfde ontvanger in de wachtrij staan, worden ze hiermee gegroepeerd om ze tegelijk te verzenden. U kunt maximaal vijf documenten (in totaal maximaal 100 pagina's) tegelijk verzenden.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Gerelateerde informatie & “Instellingen voor opslaan configureren voor inkomende faxberichten” op pagina 410 & “Instellingen voor doorsturen configureren voor inkomende faxberichten” op pagina 411 Opslaan in postvak IN: Hiermee slaat u ontvangen faxberichten op in het Postvak IN van de printer. Er kunnen maximaal 100 documenten worden opgeslagen.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen E-mailmeldingen: Hiermee wordt een e-mailmelding verzonden wanneer het hieronder geselecteerde proces is voltooid. U kunt de onderstaande functies tegelijkertijd gebruiken. Ontvanger Hiermee stelt u de bestemming in voor de melding dat het proces is voltooid. Melding bij voltooiing ontvangen Hiermee verzendt u een melding wanneer een faxbericht is ontvangen.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Voorwaarde(en): Selecteer de voorwaarden en configureer de instellingen. Overeenk. Faxnummer afzender Wanneer het faxnummer van de afzender overeenkomt, wordt de ontvangen fax opgeslagen en doorgestuurd. Subadres (SUB) perfecte overeenkomst Wanneer het subadres (SUB) exact overeenkomt, wordt de ontvangen fax opgeslagen en doorgestuurd.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen ❏ Bestemming: u kunt een doorstuurbestemming die u eerder hebt toegevoegd, selecteren in de contactpersonenlijst. Als u een gedeelde map in een netwerk of een e-mailadres hebt geselecteerd als de doorstuurbestemming, raden wij u aan te testen of u een gescande afbeelding naar de bestemming kunt sturen in de scanmodus.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Instellingen opsl./ doorsturen > Algemene instellingen Opmerking: Op het scherm Web Config vindt u het onderstaande menu. ❏ Tabblad Fax > Faxbox > Postvak IN ❏ Tabblad Fax > Instellingen opsl.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Automatisch beperken: Hiermee drukt u ontvangen faxberichten van groot formaat verkleind tot het papier in de papierbron af. Naargelang de ontvangen gegevens is dit soms niet mogelijk. Als deze functie uitgeschakeld is, worden grote documenten op hun oorspronkelijke grootte afgedrukt op meerdere pagina's, of wordt er mogelijk een tweede lege pagina uitgeworpen.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Tijd uitstellen afdr.: Tijd uitstellen afdr. Hiermee worden de in de opgegeven periode ontvangen documenten opgeslagen in het printergeheugen zonder ze af te drukken. Deze functie kan worden gebruikt om 's nachts het lawaai te beperken of om te voorkomen dat vertrouwelijke documenten worden afgedrukt als u afwezig bent. Zorg ervoor dat er voldoende geheugen vrij is alvorens u deze functie gebruikt.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Afbeelding aan rapport bevestigen: Drukt een Rapport transmissie af met een afbeelding van de eerste pagina van het verzonden document. Selecteer Aan (grote afbeelding) om het bovenste deel van de pagina af te drukken zonder te verkleinen. Selecteer Aan (kleine afbeelding) om de hele pagina verkleind af te drukken zodat deze in het rapport past.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Back-upgeg. wissen: Hiermee worden alle reservekopieën gewist die tijdelijk in het printergeheugen zijn opgeslagen. Voer deze functie uit voordat u de printer weggooit of aan iemand anders geeft. Dit menu wordt niet weergegeven op het scherm Web Config. Fax-aansl. controleren U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer. Instel. > Algemene instellingen > Faxinstellingen > Fax-aansl.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen Systeembeheer Als u dit menu gebruikt, kunt u het product beheren als systeembeheerder. U kunt tevens productfuncties beperken voor afzonderlijke gebruikers, afhankelijk van de behoeften in uw organisatie. Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel. > Algemene instellingen > Systeembeheer Contacten-beheer: U kunt de volgende instellingen voor contacten configureren.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Algemene instellingen ❏ Toegang tot taal ❏ Toegang tot Dik papier ❏ Toegang tot Stille modus ❏ Bescherming van persoonlijke gegevens Toegangsbeheer: Selecteer Aan om productfuncties te beperken. Hiervoor moeten gebruikers zich met hun gebruikersnaam en wachtwoord aanmelden bij het bedieningspaneel van het product voordat ze functies van het bedieningspaneel kunnen gebruiken. In Onbekende gebr.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Onderhoud Afdrukteller Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel. > Afdrukteller Geeft het totale aantal afdrukken, zwart-witafdrukken en kleurenafdrukken, inclusief items als het statusblad, weer vanaf het moment waarop u de printer hebt aangeschaft. Voorraadstatus Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel. > Voorraadstatus Geeft de geschatte levensduur van de onderhoudsset weer.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Taal/Language ❏ Uitl. lijn regelafst. Selecteer deze functie om verticale lijnen uit te lijnen. ❏ Horizontale uitlijning Selecteer deze functie als zich op uw afdrukken op regelmatige afstand horizontale strepen bevinden. Inkt bijvullen: Selecteer deze functie om het inktniveau te resetten naar 100% wanneer de inkttank wordt gevuld. Inktniveau resetten: Selecteer deze functie om het inktniveau in te stellen op de daadwerkelijk resterende hoeveelheid inkt.
Productinformatie > Overzicht instellingenmenu > Gebruikersinstellingen Printerstatus/afdrukken Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel. > Printerstatus/afdrukken Statusv.afdrukk.: Statusblad configuratie: Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer. Statusblad voorraad: Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
Productinformatie > Productspecificaties > Printer specificaties U kunt de standaardinstellingen wijzigen voor veelgebruikte instellingen voor scannen, kopiëren en faxen. Raadpleeg de volgende gerelateerde informatie voor details.
Productinformatie > Productspecificaties > Scannerspecificaties Randloos afdrukken A 51.0 mm (2.01 inch) B 52.0 mm (2.05 inch) Afdrukgebied voor enveloppen Afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gedeelten vanwege het printermechanisme. A 3.0 mm (0.12 inch) B 3.0 mm (0.12 inch) C 48.0 mm (1.89 inch) D 49.0 mm (1.93 inch) Scannerspecificaties Type scanner Flatbed Foto-elektrisch apparaat CIS Effectieve pixels 10200×14040 pixels (1200 dpi) Maximaal documentformaat 216×297 mm (8.5×11.
Productinformatie > Productspecificaties > De poort voor de printer gebruiken Lichtbron LED Specificaties voor ADF ADF-type Automatisch dubbelzijdig scannen Beschikbare papierformaten A5, A4, B5, Letter, Legal Papiersoort Gewoon papier Gewicht van papier 64 tot 95 g/m2 Laadcapaciteit Met uitzondering van Legal: 50 vellen of 5.
Productinformatie > Productspecificaties > De poort voor de printer gebruiken Afzender (client) Gebruiken Bestemming (server) Protocol Poortnum mer Printer Bestandsverzending (wanneer vanaf de printer scannen naar netwerkmap wordt gebruikt) FTP-server FTP (TCP) 20 21 Bestandsserver SMB (TCP) 445 NetBIOS (UDP) 137 138 Verzending via e-mail (wanneer vanaf de printer scannen naar e-mail wordt gebruikt) SMTP-server NetBIOS (TCP) 139 SMTP (TCP) 25 SMTP SSL/TLS (TCP) 465 SMTP STARTTLS (TC
Productinformatie > Productspecificaties > Netwerkspecificaties Afzender (client) Gebruiken Bestemming (server) Protocol Poortnum mer Clientcomp uter De printer detecteren vanuit een toepassing zoals EpsonNet Config, printerstuurprogramma en scannerstuurprogramma. Printer ENPC (UDP) 3289 De MIB-informatie verzamelen en instellen vanuit een toepassing zoals EpsonNet Config, printerstuurprogramma en scannerstuurprogramma.
Productinformatie > Productspecificaties > Netwerkspecificaties Tabel A Normen IEEE 802.11b/g/n*1 Frequentiebereik 2,4 GHz Kanalen 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10/11/12*2/13*2 Coördinatiemodi Infrastructuur, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)*3*4 Beveiligingsprotocollen*5 WEP (64/128bit), WPA2-PSK (AES)*6, WPA3-SAE (AES), WPA2/WPA3-Enterprise *1 Alleen beschikbaar voor de HT20. *2 Niet beschikbaar in Taiwan. *3 Niet ondersteund voor IEEE 802.11b.
Productinformatie > Productspecificaties > Netwerkspecificaties Ethernetspecificaties Normen IEEE802.3i (10BASE-T)*1 IEEE802.3u (100BASE-TX) IEEE802.3az (Energy Efficient Ethernet)*2 Communicatiemodus Auto, 10Mbps Full duplex, 10Mbps Half duplex, 100Mbps Full duplex, 100Mbps Half duplex Aansluiting RJ-45 *1 Gebruik een STP-kabel (Shielded Twisted Pair) van categorie 5e of hoger om radiostoring te voorkomen. *2 Het verbonden apparaat moet voldoen aan de IEEE802.3az-normen.
Productinformatie > Productspecificaties > Specificaties van geheugenapparaten Functies Faxen Ondersteund Opmerkingen Faxbericht verzenden IPv4 ✓ - Faxbericht ontvangen IPv4 ✓ - AirPrint (faxafdruk) IPv4, IPv6 ✓ OS X Mountain Lion of hoger Beveiligingsprotocol IEEE802.1X* IPsec/IP Filtering SSL/TLS HTTPS Server/Client IPPS SMTPS (STARTTLS, SSL/TLS) SNMPv3 * U hebt een apparaat nodig in overeenstemming met IEEE802.1X.
Productinformatie > Productspecificaties > Dimensies ❏ Apparaten met een ingebouwde USB-hub Epson kan niet garanderen dat extern aangesloten apparaten correct werken. Ondersteunde gegevensspecificaties Bestandsindeling JPEG's (*.JPG) met de Exif-standaard versie 2.31, genomen met digitale camera's die voldoen aan DCF*1 versie 1.0 of 2.0*2 Afbeeldingen die voldoen aan TIFF 6.
Productinformatie > Productspecificaties > Omgevingsspecificaties Elektrische specificaties Model Model 100 tot 240 V Model 220 tot 240 V Nominaal frequentiebereik 50 tot 60 Hz 50 tot 60 Hz Nominale stroom 0.7 tot 0.4 A 0.4 A Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Kopiëren zonder computer: ca. 19.0 W (ISO/IEC24712) Kopiëren zonder computer: ca. 19.0 W (ISO/IEC24712) Gereedmodus: ca. 8.9 W Gereedmodus: ca. 8.9 W Slaapmodus: ca. 0.8 W Slaapmodus: ca. 0.8 W Uitschakelen: ca. 0.
Productinformatie > Productspecificaties > Systeemvereisten Installatielocatie en -ruimte Zorg voor voldoende ruimte om de printer correct te plaatsen en gebruiken. A 681.0 mm B 1074.1 mm C 425.0 mm D 331.0 mm E 175.7 mm F 398.4 mm Zie “Veiligheidsinstructies” in deze handleiding voor de omgevingsvoorwaarden. Systeemvereisten ❏ Windows 10 (32-bits, 64-bits)/Windows 8.
Productinformatie > Regelgevingsinformatie > Normen en goedkeuringen Opmerking: ❏ Mac OS biedt mogelijk geen ondersteuning voor sommige toepassingen en functies. ❏ Het UNIX-bestandssysteem (UFS) voor Mac OS wordt niet ondersteund. Regelgevingsinformatie Normen en goedkeuringen Normen en goedkeuringen voor VS-model Veiligheid UL60950-1 CAN/CSA-C22.2 No.60950-1 EMC FCC Part 15 Subpart B Class B CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B) In dit apparaat is de volgende draadloze module ingebouwd.
Productinformatie > Regelgevingsinformatie > Beperkingen op het kopiëren Kroatië, Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië en Slowakije. Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten afbreuk wordt gedaan ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Productinformatie > Regelgevingsinformatie > Beperkingen op het kopiëren Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden: ❏ Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven effecten. ❏ Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene briefkaarten en andere officiële, voorgefrankeerde poststukken. ❏ Belastingzegels en effecten uitgegeven volgens de geldende voorschriften.
Informatie voor beheerders De printer met het netwerk verbinden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 355 Instellingen voor gebruik van de printer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 359 De printer beheren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 424 Geavanceerde beveiligingsinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Informatie voor beheerders > De printer met het netwerk verbinden > Voor het maken van netwerkverbinding De printer met het netwerk verbinden U kunt de printer op verschillende manieren met het netwerk verbinden. ❏ Maak verbinding via de geavanceerde instellingen van het bedieningspaneel. ❏ Maak verbinding met behulp van het installatieprogramma op de website of de software-cd. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer via het bedieningspaneel van de printer met het netwerk verbindt.
Informatie voor beheerders > De printer met het netwerk verbinden > Voor het maken van netwerkverbinding Divisies Items Opmerking Gegevens van de proxyserver ❏ Naam van de proxyserver Stel deze optie in wanneer de proxyserver in uw netwerkomgeving wordt gebruikt om via intranet toegang te krijgen tot internet en u de functie gebruikt waarmee de printer rechtstreeks toegang heeft tot internet. Bij de volgende functies maakt de printer rechtstreeks verbinding met internet.
Informatie voor beheerders > De printer met het netwerk verbinden > Verbinding maken met het netwerk via DNS-server en proxyserver De DNS-server heeft onder andere een hostnaam en domeinnaam van het e-mailadres dat overeenkomt met de IPadresinformatie. Communicatie is niet mogelijk als de andere partij wordt aangeduid met bijvoorbeeld hostnaam of domeinnaam, wanneer de computer of de printer communiceert via IP.
Informatie voor beheerders > 6. De printer met het netwerk verbinden > Verbinding maken met het netwerk via Stel het Subnetmasker en de Standaardgateway in. Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm. c Belangrijk: Als de combinatie van het IP-adres, het Subnetmasker en de Standaardgateway onjuist is, is Start installatie niet actief en kunnen de instellingen niet worden doorgevoerd. Controleer of er geen fout staat in de ingevoerde waarde. 7. Voer het IP-adres van de primaire DNS-server in.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > De afdrukfuncties gebruiken Verbinden met LAN Verbind de printer met het netwerk via Ethernet of Wi-Fi. Verbinding maken met ethernet Verbind de printer met behulp van de ethernetkabel met het netwerk en controleer de verbinding. 1. Verbind de printer en hub (LAN-switch) met behulp van de ethernetkabel. 2. Selecteer Instel. op het startscherm. 3.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > De afdrukfuncties gebruiken Typen printerverbindingen De volgende twee methoden zijn beschikbaar voor de netwerkverbinding van de printer. ❏ Peer-to-peer-verbinding (rechtstreeks afdrukken) ❏ Server-clientverbinding (printer delen via de Windows-server) Instellingen voor peer-to-peer-verbinding Dit is de verbinding waarmee de printer rechtstreeks wordt verbonden met het netwerk en de computer.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > De afdrukfuncties gebruiken Printerinstellingen voor een peer-to-peer-verbinding Bij een peer-to-peer-verbinding (rechtstreeks afdrukken) zijn de printer en clientcomputer direct met elkaar verbonden. Het printerstuurprogramma moet op elke clientcomputer zijn geïnstalleerd. Afdrukinstellingen voor server/clientverbinding Afdrukken inschakelen vanaf de printer die is verbonden als server/clientverbinding.
Informatie voor beheerders > 5. Instellingen voor gebruik van de printer > De afdrukfuncties gebruiken Voer het IP-adres van de printer of de printernaam in bij Hostnaam of IP-adres of Printernaam of IP-adres en klik vervolgens op Volgende. Voorbeeld: ❏ Printernaam: EPSONA1A2B3C ❏ IP-adres: 192.0.2.111 Wijzig de Poortnaam niet. Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > De afdrukfuncties gebruiken 3. Klik op het tabblad Poorten, selecteer Standaard TCP/IP-poort en klik vervolgens op Poort configureren. 4. Controleer de poortconfiguratie. ❏ Voor RAW Controleer of Raw is geselecteerd bij Protocol en klik vervolgens op OK. ❏ Voor LPR Controleer of LPR is geselecteerd bij Protocol. Voer "PASSTHRU" in bij Wachtrijnaam in LPRinstellingen. Selecteer LPR-bytetelling ingeschakeld en klik vervolgens op OK.
Informatie voor beheerders > 2. Instellingen voor gebruik van de printer > De afdrukfuncties gebruiken Dubbelklik op de printer die u wilt gebruiken. Basisinstellingen voor afdrukken Configureer de afdrukinstellingen, zoals het papierformaat of voor printerfouten. De papierbron instellen Stel het formaat en de soort in van het papier dat in elke papierbron moet worden geladen. 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Afdrukken > Instellingen papierbron. 2. Stel elk item in.
Informatie voor beheerders > 2. Instellingen voor gebruik van de printer > Instellen van AirPrint Stel elk item in. ❏ Melding papierformaat Stel in of op het bedieningspaneel een fout moet worden weergegeven wanneer het papierformaat van de opgegeven papierbron afwijkt van het papierformaat van de afdrukgegevens. ❏ Melding papiertype Stel in of op het bedieningspaneel een fout moet worden weergegeven wanneer de papiersoort van de opgegeven papierbron afwijkt van de papiersoort van de afdrukgegevens.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een e-mailserver configureren Items Uitleg Bonjour gebruikersnaam Voer de naam van de Bonjour-service in. Gebruik hiervoor tussen 1 en 41 tekens in ASCII (0x20–0x7E). Bonjour locatie Voer de locatiegegevens in, bijvoorbeeld de locatie waar de printer is geplaatst. Gebruik hiervoor maximaal 127 bytes in Unicode (UTF-8). Geolocatie Voer de locatiegegevens van de printer in. Deze invoer is optioneel.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een e-mailserver configureren Gerelateerde informatie & “Webconfiguratie uitvoeren op een webbrowser” op pagina 312 Instellingen voor de e-mailserver Items Verificatiemethode Geverifieerd account Instellingen en toelichting Geef hier de verificatiemethode op die de printer moet gebruiken voor toegang tot de emailserver. Uit Configureer wanneer de e-mailserver geen verificatie vereist.
Informatie voor beheerders > Items Geverifieerd wachtwoord Instellingen voor gebruik van de printer > Een e-mailserver configureren Instellingen en toelichting Als u SMTP-verificatie of POP voor SMTP selecteert als de Verificatiemethode, voert u het geverifieerde wachtwoord in met 0 tot 20 tekens in ASCII (0x20 tot 0x7E). Als u SMTP-verificatie selecteert, voert u het geverifieerde account in voor de SMTP-server. Als u POP voor SMTP selecteert, voert u het geverifieerde account in voor de POP3-server.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een e-mailserver configureren Referenties verbindingstest e-mailserver Berichten Oorzaak De verbindingstest is gelukt. Dit bericht wordt weergegeven wanneer de verbinding met de server is geslaagd. SMTP-servercommunicatiefout. Controleer het volgende.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Berichten Oorzaak De verbinding is niet-vertrouwd. Controleer het volgende. - CAcertificaat Dit bericht verschijnt wanneer de printer geen basiscertificaat heeft die overeenkomt met de server of als een CA-certificaat niet is geïmporteerd. De verbinding is niet beveiligd. Dit bericht wordt weergegeven wanneer het verkregen certificaat beschadigd is. SMTP-serververificatie is mislukt.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Het netwerkprofiel controleren Op de computer waarop de gedeelde map wordt gemaakt, controleert u of het delen van mappen is ingeschakeld. 1. Meld u met het gebruikersaccount van de beheerder aan bij de computer waarop de gedeelde map wordt gemaakt. 2. Selecteer Bedieningspaneel > Netwerk en internet > Netwerkcentrum. 3.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Gebruikers waarvoor de toegang kan worden beheerd, zoals iemand die zich in hetzelfde domein bevindt als de computer waarop een gedeelde map wordt gemaakt, hebben toegang tot de gedeelde map. Stel deze configuratie in wanneer u elke gebruiker lees- en schrijftoegang wilt geven voor de gedeelde map op de computer, zoals een bestandsserver of gedeelde computer.
Informatie voor beheerders > 5. Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Klik op het tabblad Delen op de optie Geavanceerd delen.
Informatie voor beheerders > 6. Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Selecteer Deze map delen en klik vervolgens op Machtigingen.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen 7. Selecteer de groep Iedereen bij Groep of gebruikersnamen, selecteer Toestaan bij Wijzigen en klik vervolgens op OK. 8. Klik op OK.
Informatie voor beheerders > 9. Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Selecteer het tabblad Beveiliging en selecteer vervolgens Geverifieerde gebruikers bij Groep of gebruikersnamen. "Geverifieerde gebruikers" is de speciale groep die alle gebruikers omvat die zich bij dat domein of die computer kunnen aanmelden. Deze groep wordt alleen weergegeven als de map direct onder de hoofdmap wordt gemaakt.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen 10. Controleer of Toestaan is geselecteerd bij Wijzigen in Machtigingen voor geverifieerde gebruikers. Als deze optie niet is geselecteerd, selecteert u Geverifieerde gebruikers, klikt u op Bewerken, selecteert u Toestaan bij Bewerken in Machtigingen voor geverifieerde gebruikers en klikt u op OK.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen 11. Selecteer het tabblad Delen. Het netwerkpad van de gedeelde map wordt weergegeven. Dit wordt gebruik bij het registreren van de contacten in de printer. Noteer dit. 12. Klik op OK of Sluiten om het scherm te sluiten. Controleer of het vanaf de computers in hetzelfde domein mogelijk is om het bestand in de gedeelde map te lezen of hiernaar te schrijven.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen ❏ Mappad: C:\Gebruikers\xxxx\Bureaublad\scanmap ❏ Toegangsmachtiging via het netwerk (Sharemachtigingen): Iedereen ❏ Toegangsmachtiging op het bestandssysteem (Beveiliging): voeg dit niet toe of voeg Gebruikers-/Groepsnamen in om toegang toe te staan 1. Meld u met het gebruikersaccount van de beheerder aan bij de computer waarop de gedeelde map wordt gemaakt. 2. Open de verkenner. 3.
Informatie voor beheerders > 5. Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Klik op het tabblad Delen op de optie Geavanceerd delen.
Informatie voor beheerders > 6. Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Selecteer Deze map delen en klik vervolgens op Machtigingen.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen 7. Selecteer de groep Iedereen bij Groep of gebruikersnamen, selecteer Toestaan bij Wijzigen en klik vervolgens op OK. 8. Klik op OK. 9. Selecteer het tabblad Beveiliging. 10. Controleer de groep of gebruiker bij Groep of gebruikersnamen. De hier weergegeven groep of gebruiker heeft toegang tot de gedeelde map.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Voeg indien nodig toegangsmachtigingen toe. Klik op Bewerken om deze toe te voegen. Raadpleeg voor meer informatie Gerelateerde informatie.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen 11. Selecteer het tabblad Delen. Het netwerkpad van de gedeelde map wordt weergegeven. Dit wordt gebruik bij het registreren van de contacten van de printer. Noteer dit. 12. Klik op OK of Sluiten om het scherm te sluiten. Controleer of het vanaf de computers van groepen of gebruikers met toegangsmachtigingen mogelijk is om het bestand in de gedeelde map te lezen of hiernaar te schrijven.
Informatie voor beheerders > 3. Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Klik op Bewerken.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen 4. Klik op Toevoegen onder Groep of gebruikersnamen. 5. Voer de naam in van de groep of gebruiker die u toegang wilt geven en klik vervolgens op Namen controleren. De naam wordt onderstreept.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen Opmerking: Als u de volledige naam van de groep of de gebruiker niet weet, voert u een gedeelte van de naam in en klikt u vervolgens op Namen controleren. De namen van groepen of gebruikers die overeenkomen met het gedeelte van de naam, worden weergegeven. U kunt vervolgens de volledige naam uit de lijst selecteren.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Een gedeelde netwerkmap instellen 7. Selecteer op het tabblad Machtigingen de gebruikersnaam die al is ingevoerd in Groep of gebruikersnamen, selecteer de toegangsmachtiging bij Wijziging en klik op OK. 8. Klik op OK of Sluiten om het scherm te sluiten. Controleer of het vanaf de computers van groepen of gebruikers met toegangsmachtigingen mogelijk is om het bestand in de gedeelde map te lezen of hiernaar te schrijven.
Informatie voor beheerders > 6. Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken Voer in de verkenner van de computer het volgende in en druk vervolgens op Enter. Controleer of er een netwerkmap is waartoe u toegang hebt. IP-adres van de printer Voorbeeld: \\192.0.2.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken Opmerking: ❏ Via het bedieningspaneel van de printer kunt u schakelen tussen de contactpersonenlijst van de printer en de LDAPserver. ❏ De lijst met contactpersonen kan de volgende soorten bestemmingen bevatten. U kunt in totaal maximaal 200 items registreren. Fax Bestemming voor faxberichten E-mail Bestemming voor e-mail U moet de instellingen van de e-mailserver van tevoren configureren.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Scannen/Kopiëren of Fax > Contactpersonen. 2. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken. 3. Voer Naam en Indexwoord in. 4. Selecteer het type bestemming voor de optie Type. Opmerking: Nadat de registratie is voltooid, kunt u de optie Type niet meer wijzigen.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken Items Instellingen en toelichting Type Selecteer het type adres dat u wilt registreren. Toewijzen aan frequent gebruik Selecteer om het geregistreerde adres in te stellen als veelgebruikt adres. Wanneer u dit instelt als veelgebruikt adres, wordt dit bovenaan het scherm voor faxen en scannen weergegeven en kunt u de bestemming opgeven zonder de contacten weer te geven.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken Bestemmingen als groep registreren met Web Config Als het type bestemming is ingesteld op Fax of E-mail, kunt u de bestemmingen als groep registreren. 1. Open Web Config en selecteer het tabbald Scannen/Kopiëren of Fax > Contactpersonen. 2. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken. 3. Selecteer een groep in Type. 4.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken Veelgebruikte contacten registreren Wanneer u veelgebruikte contacten registreert, worden de contacten boven aan het scherm waar u het adres opgeeft, weergegeven. 1. Selecteer Instel. op het startscherm. 2. Selecteer Contacten-beheer en selecteer vervolgens Frequent. 3. Selecteer het type contact dat u wilt registreren. 4. Selecteer Bewerken.
Informatie voor beheerders > 3. Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken Schakel het selectievakje Contactpersonen in en klik vervolgens op Volgende. Een back-op maken van contactpersonen via Web Config Gegevens van contactpersonen kunnen verloren gaan bij printerstoringen. Het wordt aanbevolen elke keer dat u gegevens hebt bijgewerkt een back-up te maken.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken 5. Klik op Algemeen > Contacten. 6. Selecteer de exportindeling in Exporteren >Items exporteren. ❏ Alle items Exporteer het versleutelde binaire bestand. Selecteer deze optie wanneer u beveiligingsitems wilt opnemen, zoals wachtwoorden en persoonlijke gegevens. Dit bestand kunt u niet bewerken. Als u deze optie selecteert, moet u een wachtwoord instellen.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken ❏ De geladen informatie bewerken Klik wanneer u afzonderlijke gegevens wilt bewerken. ❏ Meer bestanden laden Klik wanneer u meerdere bestanden wilt importeren. 10. Klik op Importeren en klik vervolgens op OK in het bevestigingsscherm. Ga terug naar het eigenschappenscherm van het apparaat. 11. Klik op Verzenden. 12. Klik op OK in het bevestigingsbericht.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken Items Certificaatvalidatie Instellingen en toelichting Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt het certificaat van de LDAP-sever gevalideerd. Wij raden aan dit in te stellen op Inschakelen. Voor de configuratie moet het CA-certificaat naar de printer worden geïmporteerd. Time-out zoeken (sec) Stel de tijdsduur voor zoeken tussen 5 en 300 in voordat een time-out optreedt.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Contactpersonen beschikbaar maken 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerk > LDAP-server > Zoekinstellingen. 2. Voer voor elk item een waarde in. 3. Klik op OK om het resultaat van de instellingen weer te geven. De instellingen die u hebt geselecteerd, worden weergegeven.
Informatie voor beheerders > 2. Instellingen voor gebruik van de printer > Scannen voorbereiden Selecteer Starten. De verbindingstest wordt gestart. Na de test wordt het controlerapport weergegeven. Referenties verbindingstest LDAP-server Berichten Uitleg De verbindingstest is gelukt. Dit bericht wordt weergegeven wanneer de verbinding met de server is geslaagd. Verbindingstest is mislukt. Dit bericht wordt weergegeven om de volgende redenen: Controleer de instellingen.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Scannen voorbereiden Servers en mappen instellen Naam Instellingen Locatie Vereiste Scannen naar netwerkmap (SMB) Delen van de map voor opslag maken en instellen Een computer met een locatie voor een map voor opslag Het beheerdersaccount voor de computer waarop mappen voor opslag worden gemaakt.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Scannen/Kopiëren > Netwerkscan. 2. Controleer of Scannen inschakelen voor EPSON Scan is geselecteerd. Als deze optie is geselecteerd, is deze taak voltooid. Sluit het Web Config. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, schakelt u dit in en gaat u verder naar de volgende stap. 3. Klik op Volgende. 4. Klik op OK.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties De printer aansluiten op een telefoonlijn Compatibele telefoonlijnen U kunt de printer gebruiken via standaard analoge telefoonlijnen (PSTN = Public Switched Telephone Network) en PBX (Private Branch Exchange) telefoonsystemen. U kunt de printer mogelijk niet gebruiken via de volgende telefoonlijnen of systemen.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Aansluiten op DSL of ISDN Sluit een telefoonkabel aan tussen de DSL-modem of ISDN terminaladapter naar de LINE-poort aan de achterzijde van de printer. Raadpleeg de documentatie van de modem of adapter voor meer informatie. Opmerking: Als uw DSL modem niet uitgerust is met een ingebouwde DSL filter, sluit dan een aparte DSL filter aan.
Informatie voor beheerders > 2. Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Sluit het telefoontoestel met een telefoonkabel aan op de EXT.-poort. Opmerking: Als u een enkele telefoonlijn deelt, zorg er dan voor dat u uw telefoontoestel aansluit op de EXT.-poort van de printer. Als u de lijn splitst om de telefoon en de printer afzonderlijk aan te sluiten, werken de telefoon en de printer niet goed. 3. Selecteer Fax op het startscherm. 4. Neem de hoorn van de haak.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten Met de Wizard faxinstelling configureert u de standaard faxfuncties om de printer kaar te maken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten. De wizard wordt automatisch weergegeven wanneer de printer voor de eerste keer wordt ingeschakeld. U kunt de wizard handmatig weergeven vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Opmerking: ❏ Specifieke beltoondiensten, die door veel telecombedrijven worden aangeboden (naam van de service verschilt per bedrijf), bieden de mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een specifieke beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een ander nummer om te faxen. Selecteer de beltoon voor faxen in DRD.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Opmerking: ❏ Gebruik Web Config om de faxfuncties van de printer te configureren. ❏ Wanneer u Web Config gebruikt om het menu Faxinstellingen te openen, kan de gebruikersinterface en de locatie daarvan enigszins verschillen met het bedieningspaneel van de printer.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Instellingen configureren wanneer u een telefoontoestel verbindt Instellingen configureren om een antwoordapparaat te gebruiken Om een antwoordapparaat te kunnen gebruiken, moet u de printer correct instellen. 1. Selecteer Instel. op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen. 3. Stel Ontvangstmodus in op Auto. 4.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Gerelateerde informatie & “Instellingen voor opslaan configureren voor inkomende faxberichten” op pagina 410 & “Instellingen voor doorsturen configureren voor inkomende faxberichten” op pagina 411 Instellingen voor opslaan configureren voor inkomende faxberichten U kunt instellen dat ontvangen faxberichten in het postvak IN en op een extern geheugenapparaat worden opgeslagen, ongeacht de afzender of het tijdst
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties ❏ Ontvangen faxberichten opslaan op een extern geheugenapparaat: A Voer een geheugenapparaat in de externe interface USB-poort van de printer. B Selecteer Opsl.op geheugenapp.. C Selecteer Ja. Om de documenten automatisch af te drukken terwijl ze worden opgeslagen op het geheugenapparaat, selecteert u in plaats daarvan Ja en afdrukken.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Opmerking: ❏ Behalve het bedieningspaneel van de printer kunt u ook Web Config gebruiken om het doorsturen van ontvangen faxberichten in te stellen. Selecteer het tabblad Fax > Instellingen opsl./doorsturen > Onvoorwaardelijk opslaan/ doorsturen en configureer vervolgens de instellingen voor doorsturen in Faxuitvoer. ❏ U kunt tegelijkertijd ontvangen faxberichten afdrukken en/of opslaan.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Opmerking: ❏ De onvoorwaardelijke instellingen voor het doorsturen van ontvangen faxberichten zijn geconfigureerd. U kunt indien nodig Algemene instellingen instellen. Voor details wordt verwezen naar de toelichting voor Algemene instellingen in het menu Instellingen opsl./doorsturen.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties 3. Selecteer het vak Naam en voer de naam in die u wilt registeren. 4. Selecteer het vak Voorwaarde(en) om een voorwaarde in te stellen. ❏ Overeenk. Faxnummer afzender: als het inkomende faxnummer overeenkomt met de voorwaarden die u in dit item hebt geselecteerd, worden de ontvangen faxberichten door de printer opgeslagen en doorgestuurd. Selecteer de voorwaarde Overeenk.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties ❏ Ontvangen faxberichten opslaan op een extern geheugenapparaat: A Voer een geheugenapparaat in de externe interface USB-poort van de printer. B Selecteer Opsl.op geheugenapp.. C Tik op Opsl.op geheugenapp. om dit in te stellen op Aan. D Controleer het bericht dat wordt weergegeven en tik vervolgens op Aanmaken. Er wordt een map voor het opslaan van ontvangen documenten gemaakt op het geheugenapparaat.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Voordat u de functie voor het doorsturen van faxberichten die op een opgegeven tijdstip zijn ontvangen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de instellingen Datum/tijd en Tijdsverschil van de printer juist zijn. Open het menu vanuit Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Datum/tijd instellen. Gekleurde documenten kunnen niet worden doorgestuurd naar een ander faxapparaat.
Informatie voor beheerders > 5. Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Selecteer Best. Opslaan/Doorsturen en stel de bestemming voor doorsturen in. A Selecteer Doorsturen. B Selecteer Ja. Om de documenten automatisch af te drukken en ze door te sturen, selecteert u in plaats daarvan Ja en afdrukken. C Selecteer Bestemming > Gegeven toevoegen en selecteer de doorstuurbestemmingen in de lijst met contactpersonen. U kunt een doorstuurbestemming opgeven.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Beschikbare faxfuncties Gerelateerde informatie & “Instellingen opsl./doorsturen” op pagina 325 Instellingen configureren voor het blokkeren van ongewenste faxberichten U kunt ongewenste faxberichten blokkeren. 1. Selecteer Instel. op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Weigeringsfax. 3.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Basisinstellingen van de printer De instelling Opslaan op computer configureren op ook afdrukken op de printer die faxen ontvangt U kunt de instelling zo configureren dat ontvangen faxen zowel worden afgedrukt als op een computer worden opgeslagen. 1. Selecteer Instel. in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Selecteer Algemene instellingen > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen. 3.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Basisinstellingen van de printer Opmerking: U kunt dit ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer. ❏ Taal: Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Taal/Language ❏ Paneelvergrendeling: Instel. > Algemene instellingen > Systeembeheer > Veiligheidsinstel. > Beheerdersinstellingen > Instelling vergrendelen ❏ Time-out bewerking: Instel.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Basisinstellingen van de printer ❏ Stille modus Stel het geluid in wanneer de printer is ingesteld op Stille modus. Dit is ingeschakeld wanneer een van de volgende item is ingeschakeld. ❏ Bedieningspaneel van de printer: Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen > Stille modus Instel.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Problemen bij het configureren van in ❏ Kopiëren ❏ Fax 1. Open Web Config en selecteer de functies waarvoor u de standaardwaarde wilt instellen op het tabblad Scannen/Kopiëren > Standaardinst. gebr.. Selecteer het tabblad Fax > Standaardinst. gebr. om de standaardwaarde voor faxberichten in te stellen. 2. Stel elk item in. 3. Klik op OK.
Informatie voor beheerders > Instellingen voor gebruik van de printer > Problemen bij het configureren van in De webbrowser ondersteunt de versleutelingssterkte voor SSL/TLS niet. SSL/TLS heeft de Codeersterkte. U kunt Web Config openen in een webbrowser die bulkversleuteling als volgt ondersteunt. Controleer of u een ondersteunde browser gebruikt.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Inleiding tot functies voor productbeveiliging De printer beheren Inleiding tot functies voor productbeveiliging In dit deel worden de beveiligingsfuncties van Epson-apparaten vermeld.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beheerdersinstellingen & “Het beheerderswachtwoord configureren” op pagina 425 & “Beschikbare functies beperken” op pagina 434 & “De externe interface uitschakelen” op pagina 436 Beheerdersinstellingen Het beheerderswachtwoord configureren Wanneer u een beheerderswachtwoord instelt, kunt u voorkomen dat gebruikers de systeembeheerinstellingen wijzigen.
Informatie voor beheerders > 3. De printer beheren > Beheerdersinstellingen Selecteer OK. Opmerking: ❏ Als u de vergrendelde menu-items wilt instellen of wijzigen, klikt u op Aanmelding beheerder en voert u het beheerderswachtwoord in. ❏ Als u het beheerderswachtwoord wilt verwijderen, klikt u op het tabblad Productbeveiliging > Beheerderswachtwoord verwijderen. Voer vervolgens het beheerderswachtwoord in.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beheerdersinstellingen Gerelateerde informatie & “Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)” op pagina 312 Items van Instelling vergrendelen voor het menu Algemene instellingen Dit is een lijst met de items van Instelling vergrendelen in Instel. > Algemene instellingen op het bedieningspaneel. Sommige functies kunnen afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beheerdersinstellingen Menu Algemene instellingen Paneelvergrendeling Instellingen papierbron - Algem. afdrukinst. ✓ Auto probleemopl. ✓ Interface geheugenapp.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beheerdersinstellingen Menu Algemene instellingen Paneelvergrendeling Wi-Fi instellen ✓ Bekabelde LAN-installatie ✓ Netwerkstatus ✓ Status vast netwerk/Wi-Fi ✓*2 Wi-Fi Direct-status ✓*2 Status e-mailserver ✓*2 statusvel ✓*2 Controle van netwerkverbinding ✓*3 Geavanceerd ✓ Apparaatnaam ✓ TCP/IP ✓ Proxy-server ✓ E-mailserver ✓ IPv6-adres ✓ MS netwerk delen ✓ link Speed & Duplex ✓ HTTP omleiden naar HTTPS ✓ IPsec/IP-filter ui
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beheerdersinstellingen Menu Algemene instellingen Paneelvergrendeling Knop Snelle bewerking ✓ Basisinstellingen ✓ Verzendinstellingen ✓ Ontvangstinstellingen ✓ Rapportinstellingen ✓ Veiligheidsinstel. ✓ Fax-aansl.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beheerdersinstellingen Menu Algemene instellingen Paneelvergrendeling Contacten-beheer ✓ Registreren/Wissen ✓*1, *4 Frequent ✓*4 Contacten afdrukken ✓ Weergaveopties ✓*4 Zoekopties ✓*4 Gegevens intern geh.wissen ✓ Veiligheidsinstel. ✓ Beperkingen ✓ Toegangsbeheer ✓ Beheerdersinstellingen ✓ Beheerderswachtwoord ✓ Instelling vergrendelen ✓ Wachtwoordcodering ✓ Klantonderzoek ✓ Standaardinst.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beheerdersinstellingen Overige opties voor Instelling vergrendelen Naast het menu Algemene instellingen wordt Instelling vergrendelen. ❏ Presets ❏ Nieuwe toevoegen ❏ Wissen ❏ Naam wijzigen ❏ Toevoegen aan of verwijderen van Startscherm ❏ Gebruikersinstellingen wijzigen ❏ Instel. > Gebruikersinstellingen.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beheerdersinstellingen ❏ Toegang opgesl. Afdrukgesch. Scan naar netwerkmap/FTP: Scannen > Netwerkmap/FTP > Menu > Opslaggeschiedenis afdrukken Controleer het afdrukken van het overzicht van taken die zijn opgeslagen via de functie scannen naar netwerkmap. Selecteer Aan om afdrukken toe te staan. ❏ Toegang tot recente Scan naar e-mail: Scannen > E-mail > Ontvanger > Geschied. Controleer de weergave van het overzicht van de functie scannen naar e-mail.
Informatie voor beheerders > 3. De printer beheren > Beschikbare functies beperken Voer het beheerderswachtwoord in en selecteer OK. wordt weergegeven nadat u bent geverifieerd. Vervolgens kunt u de vergrendelde menu-items bedienen. Tik op om uit te loggen. Opmerking: Wanneer u Aan selecteert bij Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Time-out bewerking, wordt u automatisch uitgelogd nadat een specifieke tijdsduur is verstreken waarin het bedieningspaneel niet is gebruikt.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Beschikbare functies beperken 2. Klik op Toevoegen voor het nummer dat u wilt registreren. 3. Stel elk item in. ❏ Gebruikersnaam: Voer de gebruikersnaam in die moet worden weergegeven in de gebruikerslijst. Gebruik minimaal 1 en maximaal 14 alfanumerieke tekens. ❏ Wachtwoord: Voer een wachtwoord van minimaal 0 en maximaal 20 tekens in ASCII (0x20–0x7E) in. Laat leeg wanneer u het wachtwoord initialiseert.
Informatie voor beheerders > 3. De printer beheren > De externe interface uitschakelen Klik op Wissen. c Belangrijk: Wanneer u op Wissen klikt, wordt het gebruikersaccount verwijderd zonder dat een bevestigingsbericht wordt weergegeven. Let goed op wanneer u accounts verwijdert. Na een ingestelde tijd keert u terug naar de lijst met gebruikersinstellingen.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Een externe printer beheren ❏ Geheugenapp. Voorkom dat gegevens via de USB-poort voor externe verbinding op een extern geheugen worden opgeslagen. ❏ PC-verbinding via USB U kunt het gebruik van de USB-verbinding vanaf de computer beperken. Als u dit wilt beperken, selecteert u Uitschakelen. 3. Klik op OK. 4. Verzeker u ervan dat de uitgeschakelde poort niet kan worden gebruikt. ❏ Geheugenapp.
Informatie voor beheerders > De printer beheren > Een externe printer beheren ❏ Taakgeschiedenis Hiermee controleert u het takenlogboek op afdruktaken, verzendtaken enzovoort.
Informatie voor beheerders > 6. De printer beheren > Een back-up maken van de instellingen Klik op OK. Controleer of een e-mailmelding wordt verzonden door de betreffende gebeurtenis na te bootsen. Voorbeeld: geef een afdruktaak op voor een Papierbron waarbij geen papier is ingesteld.
Informatie voor beheerders > 2. Geavanceerde beveiligingsinstellingen Selecteer de instellingen die u wilt exporteren. Selecteer de instellingen die u wilt exporteren. Als u de bovenliggende categorie selecteert, worden ook subcategorieën geselecteerd. Subcategorieën die echter fouten veroorzaken door het dupliceren binnen hetzelfde netwerk (zoals IP-adressen enz.), kunnen niet worden geselecteerd. 3. Voer een wachtwoord in om het geëxporteerde bestand te versleutelen.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Beveiligingsinstellingen en voorkomen Beveiligingsinstellingen en voorkomen van gevaar Wanneer een printer met een netwerk is verbonden, hebt u hier vanaf een externe locatie toegang toe. Bovendien kunnen veel personen de printer delen, wat de operationele efficiëntie en het gebruiksgemak kan verbeteren. Risico's zoals illegale toegang, illegaal gebruik en knoeien met gegevens nemen hierdoor echter toe.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Beheren met protocollen Instellingen van de beveiligingsfunctie Wanneer u IPsec/IP-filtering of IEEE 802.1X instelt, is het raadzaam om Web Config via SSL/TLS te openen voor het doorgeven van instellingsgegevens om beveiligingsrisico's zoals fraude of onderschepping terug te dringen. Configureeer het beheerderswachtwoord voordat u IPsec/IP-filtering of IEEE 802.1X instelt.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Beheren met protocollen Protocol Beschrijving LLTD-instellingen U kunt de LLTD-functie in- en uitschakelen. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt deze weergegeven in de Windows-netwerkmap. LLMNR-instellingen U kunt de LLMNR-functie in- en uitschakelen. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u naamomzetting zonder NetBIOS gebruiken, zelfs als u DNS. niet kunt gebruiken.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Beheren met protocollen Items Instelwaarden en beschrijving WSD inschakelen Selecteer deze optie om apparaten die WSD gebruiken toe te voegen en om via de WSD-poort af te drukken en te scannen. Time-out afdruk (sec) Voer de time-outwaarde voor de communicatie voor afdrukken via WSD in van 3 tot 3600 seconden. Time-out scan (sec) Voer de time-outwaarde voor de communicatie voor scannen via WSD in van 3 tot 3600 seconden.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Beheren met protocollen Items Instelwaarden en beschrijving IPP inschakelen Selecteer deze optie om IPP-communicatie in te schakelen. Alleen printers die IPP ondersteunen, worden weergegeven. Niet-beveiligde communicatie toestaan Selecteer Toegestaan om communicatie door de printer zonder beveiligingsmaatregelen toe te staan (IPP). Time-out communicatie (sec) Voer de time-outwaarde voor IPP-afdrukken in van 0 tot 3600 seconden.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Een digitaal certificaat gebruiken Items Instelwaarden en beschrijving Codeerinstellingen Algoritme Selecteer een algoritme voor een versleuteling voor SNMPv3. Wachtwoord Voer het wachtwoord in voor een versleuteling voor SNMPv3. Voer tussen 8 en 32 tekens in ASCII (0x20–0x7E) in. Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg. Wachtwoord bevestigen Voer het geconfigureerde wachtwoord in ter bevestiging.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Een digitaal certificaat gebruiken ❏ Zelfondertekend certificaat Dit is een certificaat dat door de printer zelf wordt ondertekend en uitgegeven. Dit wordt ook wel het basiscertificaat genoemd. Omdat de uitgever het certificaat zelf ondertekent, is dit niet betrouwbaar en kan imitatie niet worden voorkomen.
Informatie voor beheerders > 6. Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Een digitaal certificaat gebruiken Klik op een van de downloadknoppen voor de CSR met de opgegeven indeling volgens de certificeringsinstantie om de CSR te downloaden op een computer. c Belangrijk: Genereer geen CSR opnieuw. Als u dat toch doet, kunt u een verstrekt CA-ondertekend Certificaat mogelijk niet importeren. 7. Stuur de CSR naar een certificeringsinstantie. Daarmee vraagt u een door een CA-ondertekend Certificaat aan.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Een digitaal certificaat gebruiken c Belangrijk: ❏ Zorg ervoor dat de datum en tijd van de printer goed zijn ingesteld. Het certificaat is mogelijk ongeldig. ❏ Als u een certificaat ontvangt op basis van een CSR die u met Web Config hebt gemaakt, kunt u één keer een certificaat importeren. 1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Een digitaal certificaat gebruiken Instellingsitems voor het importeren van door een CA ondertekende certificaten Items Servercertificaat of Clientcertificaat Instellingen en toelichting Selecteer een certificaatindeling. Voor een SSL/TLS-verbinding wordt het Servercertificaat weergegeven. Voor IPsec/IP-filtering of IEEE 802.1X wordt het Clientcertificaat weergegeven.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Een digitaal certificaat gebruiken 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerkbeveiliging tab > SSL/TLS > Certificaat. 2. Klik op Update. 3. Voer de Algemene naam in. U kunt tot 5 IPv4-adressen, IPv6-adressen, hostnamen, FQDN's tussen 1 en 128 tekens invoeren. Scheid deze met komma's. De eerste parameter wordt opgeslagen als de algemene naam. De overige elementen worden opgeslagen in het aliasveld van het certificaat.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > SSL/TLS-communicatie met de printer Gerelateerde informatie & “Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)” op pagina 312 Een CA-certificaat verwijderen U kunt een geïmporteerd CA-certificaat verwijderen. 1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > CA-certificaat. 2. Klik op Wissen naast het CA-certificaat dat u wilt verwijderen. 3.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I Gerelateerde informatie & “Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)” op pagina 312 Een servercertificaat voor de printer configureren 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Certificaat. 2. Geef bij Servercertificaat op welk certificaat u wilt gebruiken.
Informatie voor beheerders > 3. Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I Klik op Volgende. Er wordt een bevestiging weergegeven. 4. Klik op OK. De printer wordt bijgewerkt. Gerelateerde informatie & “Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)” op pagina 312 Instellingen voor Standaard beleid Standaard beleid Items Instellingen en toelichting IPsec/IP-filter U de functie IPsec/IP-filtering in- of uitschakelen.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I ❏ IKE-versie Selecteer IKEv1 of IKEv2 als IKE-versie. Selecteer een van beide op basis van het apparaat waarop de printer wordt aangesloten. ❏ IKEv1 De volgende items worden weergegeven wanneer u IKEv1 selecteert voor IKE-versie. Items Instellingen en toelichting Verificatiemethode Als u Certificaat wilt gebruiken, moet u op voorhand een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren.
Informatie voor beheerders > Items Extern Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I Instellingen en toelichting Verificatiemethode Als u Certificaat wilt gebruiken, moet u op voorhand een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren. ID-type Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert als Verificatiemethode, selecteert u het id-type voor het apparaat dat u wilt verifiëren. ID Voer de printer-id in die overeenkomt met het id-type.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I ❏ Algoritme-instellingen Het wordt aanbevolen Alle te selecteren voor alle instellingen, of om een andere optie dan Alle te selecteren voor elke instelling. Als u Alle selecteert voor een aantal instellingen en een andere optie dan Alle selecteert voor de andere instellingen, communiceert het apparaat mogelijk niet, afhankelijk van het andere apparaat dat u wilt verifiëren.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I Instellingen voor Groepsbeleid Items Instellingen en toelichting Dit Groepsbeleid inschakelen Hiermee schakelt u het groepsbeleid in of uit. Toegangsbeheer Hiermee bepaalt u hoe het IP-verkeer wordt beheerd. Items Instellingen en toelichting Toegang toestaan Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten door te laten.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I ❏ Lokale poort Als u Poortnummer selecteert voor Methode van poortkeuze en TCP of UDP selecteert voor Transportprotocol, geeft u poortnummers op, gescheiden door komma's, om het ontvangen van pakketten te controleren. U kunt maximaal tien poortnummers invoeren. Voorbeeld: 20,80,119,5220 Als u geen poortnummer opgeeft, worden alle poorten gebruikt.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I ❏ IKEv2 De volgende items worden weergegeven wanneer u IKEv2 selecteert voor IKE-versie. Items Lokaal Instellingen en toelichting Verificatiemethode Als u IPsec selecteert bij Toegangsbeheer, moet u een optie selecteren. Het gebruikte certificaat is gelijk aan dat van het standaardbeleid.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I Items Instellingen en toelichting Transportmodus Selecteer deze optie als u de printer alleen gebruikt in hetzelfde LAN. IP-pakketten van laag 4 of hoger worden versleuteld. Tunnelmodus Als u de printer gebruikt in een netwerk met internetmogelijkheid, zoals IPsec-VPN, selecteert u deze optie. De header en data van de IP-pakketten worden versleuteld.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I Combinatie van Lokaal adres (printer) en Extern adres (host) in Groepsbeleid Instelling van Lokaal adres (printer) Instelling van Extern adres (host) IPv4 IPv6*2 Alle adressen*3 IPv4*1 ✓ – ✓ IPv6*1*2 – ✓ ✓ Leeg ✓ ✓ ✓ *1Als IPsec is geselecteerd bij Toegangsbeheer, kunt u geen IP-adressen invoeren met een bepaalde lengte.
Informatie voor beheerders > Servicenaam Protocoltype Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I Nummer lokale poort Nummer externe poort Gecontroleerde kenmerken Network Push Scan Discovery UDP 2968 Willekeurige poort Een computer zoeken wanneer pushscan vanuit de scansoftware wordt uitgevoerd FTP-gegevens (lokaal) TCP 20 Willekeurige poort FTP-server (gegevens van FTPafdrukken doorsturen) FTP-beheer (lokaal) TCP 21 Willekeurige poort FTP-server (FTP-
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Versleutelde communicatie met IPsec/I Configuratievoorbeelden van IPsec/IP-filter Alleen IPsec-pakketten ontvangen Dit voorbeeld is alleen bedoeld voor configuratie van een standaardbeleid. Standaard beleid: ❏ IPsec/IP-filter: Inschakelen ❏ Toegangsbeheer: IPsec ❏ Verificatiemethode: Vooraf gedeelde sleutel ❏ Vooraf gedeelde sleutel: voer maximaal 127 tekens in. Groepsbeleid: niet configureren.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > De printer verbinden met een IEEE802. Een certificaat voor IPsec/IP-filtering configureren Configureer het cliencertificaat voor IPsec/IP-filtering. Wanneer u het certificaat instelt, kunt u het gebruiken als verificatiemethode voor IPsec/IP-filtering. Als u de certificeringsinstantie wilt configureren, gaat u naar CAcertificaat. 1.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > De printer verbinden met een IEEE802. Instellingen voor een IEEE 802.1X-netwerk Items Instellingen en toelichting IEEE802.1X (bekabeld LAN) U kunt de instellingen van de pagina in- of uitschakelen (IEEE802.1X > Basis) voor IEEE802.1X (bekabeld LAN). IEEE802.1X (Wi-Fi) De verbindingsstatus van IEEE802.1X (Wi-Fi) wordt weergegeven. Verbindingsmethode De verbindingsmethode van het huidige netwerk wordt weergegeven.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > De printer verbinden met een IEEE802. 1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > IEEE802.1X > Clientcertificaat. 2. Voer een certificaat in bij Clientcertificaat. Als u al een certificaat hebt geïmporteerd dat door een certificeringsinstantie is gepubliceerd, kunt u het certificaat kopiëren en in IEEE802.1X gebruiken.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Problemen met geavanceerd beveiligin Gerelateerde informatie & “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 295 Problemen met geavanceerd beveiliging oplossen De beveiligingsinstellingen herstellen Wanneer u een in hoge mate beveiligde omgeving configureert, bijv. IPsec/IP-filtering of IEEE802.1X, kunt u mogelijk niet communiceren met apparaten vanwege onjuiste instellingen of problemen met het apparaat of de server.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Problemen met geavanceerd beveiligin Geen communicatie mogelijk met IPsec-communicatie Geef het algoritme op dat niet wordt ondersteund door de printer of de computer. De printer ondersteunt de volgende algoritmen. Controleer de instellingen van de computer.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Problemen met geavanceerd beveiligin Gerelateerde informatie & “Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)” op pagina 312 & “Versleutelde communicatie met IPsec/IP-filtering” op pagina 453 Veilige IPP-poort kan niet worden gemaakt Het juiste certificaat is niet opgegeven als servercertificaat voor SSL/TLS-communicatie. Als het opgegeven certificaat niet correct is, kan het maken van een poort mislukken.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Problemen met geavanceerd beveiligin ❏ Probeert u het certificaat te importeren op een apparaat dat niet dezelfde gegevens heeft? Controleer de gegevens van de CSR en importeer het certificaat op een apparaat dat dezelfde gegevens bevat. ❏ Hebt u de CSR die in de printer is opgeslagen overschreven na verzending van de CSR naar een certificeringsinstantie? Vraag het door een CA ondertekende certificaat opnieuw aan met de CSR.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Problemen met geavanceerd beveiligin Gerelateerde informatie & “Een door een CA ondertekend certificaat aanvragen” op pagina 447 Er wordt een waarschuwing over een digitaal certificaat weergegeven Berichten Voer een Servercertificaat in. Oorzaak/Wat doen Oorzaak: U hebt geen bestand geselecteerd om te importeren. Wat doen: Selecteer een bestand en klik op Importeren. CA-certificaat 1 is niet ingevoerd.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Problemen met geavanceerd beveiligin Berichten Ongeldig bestand. Oorzaak/Wat doen Oorzaak: U importeert geen certificaatbestand in de indeling X509. Wat doen: Selecteer het juiste certificaat dat afkomstig is van een vertrouwde certificeringsinstantie. Oorzaak: Het bestand dat u hebt geïmporteerd, is te groot. De bestandsgrootte is maximaal 5 kB.
Informatie voor beheerders > Geavanceerde beveiligingsinstellingen > Problemen met geavanceerd beveiligin Berichten Setup mislukt. Oorzaak/Wat doen Oorzaak: De configuratie kan niet worden voltooid, omdat de communicatie tussen de printer en computer is mislukt of het bestand kan niet worden gelezen als gevolg van fouten. Wat doen: Controleer het opgegeven bestand en de communicatie en importeer het bestand opnieuw.
Hulp vragen Technische ondersteuning (website). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 476 Contact opnemen met de klantenservice van Epson. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hulp vragen > Contact opnemen met de klantenservice van Epson > Hulp voor gebruikers in Australië Technische ondersteuning (website) Als u verdere hulp nodig hebt, kunt u naar de onderstaande ondersteuningswebsite van Epson gaan. Selecteer uw land of regio, en ga naar de ondersteuningssectie van uw lokale Epson-website. Op de site vindt u ook de nieuwste drivers, veelgestelde vragen en ander downloadbare materialen. http://support.epson.net/ http://www.epson.
Hulp vragen > Contact opnemen met de klantenservice van Epson > Hulp voor gebruikers in Nieuw-Zeeland Internet-URL http://www.epson.com.au Raadpleeg de website van Epson Australia. Hier vindt u ongetwijfeld wat u zoekt: een downloadgedeelte voor drivers, Epson-adressen, informatie over nieuwe producten en technische ondersteuning (e-mail). Epson-helpdesk Telefoon: 1300-361-054 In laatste instantie kunt u voor advies altijd terecht bij de Epson-helpdesk.
Hulp vragen > Contact opnemen met de klantenservice van Epson > Hulp voor gebruikers in Indonesië Hulp voor gebruikers in Indonesië Voor informatie, ondersteuning en service: Internet http://www.epson.co.
Hulp vragen > Provincie Contact opnemen met de klantenservice van Epson > Hulp voor gebruikers in Maleisië Bedrijfsnaam Adres Telefoon E-mail DKI JAKARTA EAST JAWA BANTEN ESS JAKARTA SUDIRMAN Wisma Keiai Lt. 1 Jl. Jenderal Sudirman Kav. 3 Jakarta Pusat - DKI JAKARTA 10220 (+6221) 5724335 ESS SURABAYA Ruko Surya Inti Jl. Jawa No 2-4 Kav. 29 Surabaya - Jawa Timur (+6231) 5014949 Ruko Mall WTC Matahari No. 953, SerpongBanten (+6221) 53167051 / 53167052 Komplek Ruko Metro Plaza Block C20 Jl.
Hulp vragen > Contact opnemen met de klantenservice van Epson > Hulp voor gebruikers in Singapore Fax: 603-5628 8388/603-5621 2088 Hulp voor gebruikers in de Filippijnen Voor technische ondersteuning en aftersales-services kunnen gebruikers contact opnemen met Epson Philippines Corporation via de telefoon- en faxnummers en het e-mailadres hieronder: Internet http://www.epson.com.ph Informatie over productspecificaties, stuurprogramma's om te downloaden, veelgestelde vragen en ondersteuning via e-mail.
Hulp vragen > Contact opnemen met de klantenservice van Epson > Hulp voor gebruikers in Vietnam ❏ Vragen over het gebruik van of het oplossen van problemen met producten ❏ Vragen over reparaties en garantie Hulp voor gebruikers in Thailand Voor informatie, ondersteuning en service: Internet http://www.epson.co.th Informatie over productspecificaties, stuurprogramma's om te downloaden, veelgestelde vragen en ondersteuning via e-mail. Epson-callcenter Telefoon: 66-2685-9899 E-mail: support@eth.epson.co.