User Manual

Table Of Contents
6.
Voer in de verkenner van de computer het volgende in en druk vervolgens op Enter.
Controleer of er een netwerkmap is waartoe u toegang hebt.
IP-adres van de printer
Voorbeeld: \\192.0.2.111
Gerelateerde informatie
&
“Webconguratie uitvoeren op een webbrowser” op pagina 312
Instellingsitems voor MS Network
Items Uitleg
Microsoft netwerk delen gebruiken Selecteer deze optie wanneer u delen via MS Network inschakelt.
SMB1.0
SMB2/SMB3
Schakel het protocol in dat u wilt gebruiken. U kunt alleen SMB1.0 of SMB2/SMB3
inschakelen.
Bestandsdeling Selecteer of bestandsdeling moet worden ingeschakeld.
Schakel de optie voor de volgende situaties in.
Bij delen van de USB-opslag via het netwerk waarmee de printer is verbonden.
Bij doorsturen van scanresultaten naar of ontvangen van faxberichten in de
gedeelde map op de computer.
Gebruikersvericatie Selecteer of u gebruikersvericatie wilt uitvoeren wanneer toegang wordt
verkregen tot de USB-opslag in het netwerk waarmee de printer is verbonden.
Gebruikersnaam Stel de gebruikersnaam voor gebruikersvericatie in. Voer tussen 1 en 127 tekens
in ASCII in, met uitzondering van "/\[]:;|=,+*?<>@%. U kunt echter niet alleen een
enkele punt of een punt (.) in combinatie met een spatie invoeren.
Wachtwoord Stel het wachtwoord voor gebruikersvericatie in. Voer tussen 1 en 64 tekens in
ASCII in. U kunt echter niet alleen 10 sterretjes (*) invoeren.
Gecodeerde communicatie Stel in of de communicatie moet worden versleuteld. U kunt dit instellen wanneer
Inschakelen is geselecteerd bij Gebruikersvericatie.
Hostnaam De MS Network-hostnaam van de printer wordt weergegeven. Als u dit wilt
wijzigen, selecteert u het tabblad Netwerk > Basis en wijzigt u de
Apparaatnaam.
Werkgroepnaam Voer de werkgroepnaam van MS Network in. Voer tussen 0 en 15 tekens in ASCII
in.
Toegangskenmerk Stel Toegangskenmerk in op bestandsdeling.
Gedeelde naam (USB-host) Dit wordt weergegeven als de gedeelde naam bij bestandsdeling.
Contactpersonen beschikbaar maken
Als u bestemmingen in de contactpersonenlijst van de printer registreert, kunt u de bestemming eenvoudig
invoeren tijdens het scannen of het verzenden van faxberichten.
U kunt ook een LDAP-server gebruiken om een bestemming te kiezen (LDAP-zoekopdracht).
Informatie voor beheerders
>
Instellingen voor gebruik van de printer
>
Contactpersonen beschikbaar maken
389