User Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Uitleg bij deze handleiding
- Belangrijke instructies
- Veiligheidsinstructies
- Printeradviezen en waarschuwingen
- Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer
- Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer
- Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen
- Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding
- Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de printer
- Uw persoonlijke gegevens beschermen
- Namen en functies van onderdelen
- Uitleg bij het bedieningspaneel
- Papier laden
- Originelen plaatsen
- Een geheugenapparaat plaatsen en verwijderen
- Afdrukken
- Kopiëren
- Scannen
- Faxen
- Voordat u faxfuncties gebruikt
- Overzicht van de faxfuncties van de printer
- Functie: Faxberichten verzenden
- Functie: Faxberichten ontvangen
- Functie: Verzenden/ontvangen met PC-FAX (Windows/Mac OS)
- Functies: Verschillende faxrapporten
- Functie: De status of logboeken van faxtaken controleren
- Functie: Faxbox
- Functie: Beveiliging bij het verzenden en ontvangen van faxberichten
- Functies: andere handige functies
- Faxberichten verzenden via de printer
- Faxberichten ontvangen op de printer
- Menuopties voor faxen
- Menuopties voor Faxbox
- De status of logboeken van faxtaken controleren
- Een faxbericht verzenden via een computer
- Faxberichten ontvangen op een computer
- De printer onderhouden
- De status van verbruiksartikelen controleren
- De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
- De printer reinigen
- Gemorste inkt opruimen
- Controleren hoeveel pagina's in totaal door de printer zijn gegaan
- Stroom besparen
- Toepassingen afzonderlijk installeren of verwijderen
- De printer vervoeren en opslaan
- Problemen oplossen
- De computer of apparaten toevoegen of vervangen
- Verbinden met een printer die met het netwerk is verbonden
- De netwerkverbinding opnieuw instellen
- Een smart device rechtstreeks verbinden met een printer (Wi-Fi Direct)
- Over Wi-Fi Direct
- Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi Direct
- Verbinding maken met Android-apparaten via Wi-Fi Direct
- Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct
- De verbinding met Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) verbreken
- De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wijzigen, zoals de SSID
- De status van de netwerkverbinding controleren
- Productinformatie
- Papiergegevens
- Informatie over verbruiksproducten
- Software-informatie
- Overzicht instellingenmenu
- Productspecificaties
- Printer specificaties
- Scannerspecificaties
- Specificaties voor ADF
- Faxspecificaties
- De poort voor de printer gebruiken
- Interfacespecificaties
- Netwerkspecificaties
- Ondersteunde services van derden
- Specificaties van geheugenapparaten
- Ondersteunde gegevensspecificaties
- Dimensies
- Elektrische specificaties
- Omgevingsspecificaties
- Installatielocatie en -ruimte
- Systeemvereisten
- Regelgevingsinformatie
- Informatie voor beheerders
- Hulp vragen
- Technische ondersteuning (website)
- Contact opnemen met de klantenservice van Epson
- Voordat u contact opneemt met Epson
- Hulp voor gebruikers in Europa
- Hulp voor gebruikers in Australië
- Hulp voor gebruikers in Nieuw-Zeeland
- Hulp voor gebruikers in Indonesië
- Hulp voor gebruikers in Maleisië
- Hulp voor gebruikers in de Filippijnen
- Hulp voor gebruikers in Singapore
- Hulp voor gebruikers in Thailand
- Hulp voor gebruikers in Vietnam
Items Instellingen en toelichting
Transportmodus Selecteer deze optie als u de printer alleen gebruikt in hetzelfde LAN. IP-pakketten van
laag 4 of hoger worden versleuteld.
Tunnelmodus Als u de printer gebruikt in een netwerk met internetmogelijkheid, zoals IPsec-VPN,
selecteert u deze optie. De header en data van de IP-pakketten worden versleuteld.
Externe gateway (Tunnelmodus): Als u Tunnelmodus selecteert bij Inkapseling, voer
dan een gatewayadres in van minimaal 1 en maximaal 39 tekens.
Beveiligingsprotocol
Als u IPsec selecteert bij To e ga ng s b eh e er , moet u een optie selecteren.
Items Instellingen en toelichting
ESP Selecteer deze optie om de integriteit van de vericatie en data te waarborgen en de data
te versleutelen.
AH Selecteer deze optie om de integriteit van de vericatie en data te waarborgen. Ook als
het versleutelen van data verboden is, kunt u IPsec toch gebruiken.
Algoritme-instellingen
Het wordt aanbevolen Alle te selecteren voor alle instellingen, of om een andere optie dan Alle te selecteren voor
elke instelling. Als u Alle selecteert voor een aantal instellingen en een andere optie dan Alle selecteert voor de
andere instellingen, communiceert het apparaat mogelijk niet, aankelijk van het andere apparaat dat u wilt
veriëren.
Items Instellingen en toelichting
IKE Codering Selecteer het versleutelingsalgoritme voor IKE.
De items variëren afhankelijk van de IKE-versie.
Vericatie Selecteer het vericatiealgoritme voor IKE.
Toetsuitwisseling Selecteer het sleuteluitwisselingsalgoritme voor IKE.
De items variëren afhankelijk van de IKE-versie.
ESP Codering Selecteer het versleutelingsalgoritme voor ESP.
Dit is beschikbaar wanneer ESP is geselecteerd voor Beveiligingsprotocol.
Vericatie Selecteer het vericatiealgoritme voor ESP.
Dit is beschikbaar wanneer ESP is geselecteerd voor Beveiligingsprotocol.
AH Vericatie Selecteer het versleutelingsalgoritme voor AH.
Dit is beschikbaar wanneer AH is geselecteerd voor Beveiligingsprotocol.
Gerelateerde informatie
& “Groepsbeleid congureren” op pagina 457
& “Combinatie van Lokaal adres (printer) en Extern adres (host) in Groepsbeleid” op pagina 462
& “Referenties van servicenaam in groepsbeleid” op pagina 462
Informatie voor beheerders
>
Geavanceerde beveiligingsinstellingen
>
Versleutelde communicatie met IPsec/I
461