Operation Manual

Onderdelen en functies
11
Bedieningspaneel
Naam Functie
A
Statusindicatiela
mpjes
De status van de projector kan worden
afgelezen aan de kleur van de indicatielampjes
en of deze knipperen of branden. s p.66
B
[t]-knop Met deze knop schakelt de projector in en uit.
s Introductiehandleiding
C
[Source Search]-
knop
Hiermee schakelt u naar het volgende
invoerapparaat dat op de projector is
aangesloten en een beeldsignaal doorgeeft.
s p.16
D
[Enter]-knop Als deze knop tijdens de projectie van
signaalbeelden van de computer wordt
ingedrukt, stelt de projector automatisch
tracking, synchronization, and position
(frequentieafstemming, synchronisatie en
positie) in voor een optimale beeldweergave.
Als een configuratiemenu of een hulpscherm
wordt weergegeven, accepteert de projector
de huidige selectie en gaat verder naar het
volgende niveau. s p.39
E
[]-en
[ ]-knoppen
Corrigeert de trapeziumvertekening. In de
volgende gevallen hebben deze knoppen
enkel de [ ]- en de [ ]-functies.
• Wanneer het geprojecteerde beeld via een
netwerkverbinding wordt verzonden
• Wanneer de functie PC Free wordt gebruikt
voor de projectie
Als er een configuratiemenu of een
hulpscherm wordt weergegeven, kunt u met
deze knoppen menu-items en
instellingswaarden selecteren.
s Introductiehandleiding, p.39
F
[Help]-knop Druk op deze knop om het hulpscherm weer te
geven en te sluiten. Het hulpscherm geeft aan
hoe u problemen kunt oplossen. s p.64
G
[Esc]-knop Druk op deze knop om de huidige functie te
stoppen.
Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het
configuratiemenu wordt weergegeven, geeft de
projector het vorige menu weer. s p.39
Naam Functie