Operation Manual

Het bereik waarbinen het beeld met de kiesschijven kan worden bewogen
wordt hieronder weergegeven.
A
Midden van lens
B
Geprojecteerd beeld als de kiesschijven voor de lensverschuivingen in het
midden zijn ingesteld.
Vertekening van het geprojecteerde beeld
corrigeren
Vervormde weergave van geprojecteerde beelden kan op de twee
onderstaande methoden worden gecorrigeerd.
Quick Corner
Hiermee kunt u handmatig elk van de vier hoeken van het
geprojecteerde beeld bijstellen.
s "Quick Corner" pag.24
We raden aan om Quick Corner te gebruiken om nauwkeurig de
keystone-vertekening aan te passen.
H/V-Keystone
Hiermee corrigeert u vertekening in horizontale en verticale richting
afzonderlijk. U kunt dit eenvoudig bijregelen met de knoppen [
w/ ],
[
v/ ] , [</ ] en [>/ ] op het bedieningspaneel van de projector.
s
"H/V-Keystone" pag.26
Quick Corner en horizontale en verticale keystone kunnen niet tegelijkertijd
worden uitgevoerd. Wanneer u Keystone selecteert in het configuratiemenu,
wordt de gekozen correctiemethode toegewezen aan de knoppen [
w/ ],
[
v/ ], [</ ] en [>/ ]. De standaardinstelling voor Keystone is
ingesteld op H/V-Keystone, dus als de knoppen [
w/ ], [v/ ] [</ ] en
[
>/ ]worden ingedrukt, wordt H/V-Keystone-correctie uitgevoerd.
Doordat Quick Corner en H/V-Keystone-correctie kunnen worden
uitgevoerd terwijl u een testpatroon projecteert, hoeft u geen speciale
voorbereidingen te treffen zoals het aansluiten van een computer of andere
apparatuur.
Het geprojecteerde beeld wijzigen
23