Operation Manual

Gebruikte Symbolen en Tekens ...................... 2
Inleiding
Kenmerken van de Projector ................................. 8
Gebruiksgemak bij montage aan het plafond met een ophangbeugel..........8
Betrouwbaarheid waar u van op aan kunt.............................. 8
Komt tegemoet aan heel wat behoeften...............................8
Verbeterde veiligheidsfuncties..................................... 9
Gemakkelijk te hanteren.........................................9
Beheer- en bedieningsfuncties .....................................9
Optimaal gebruikmaken van een netwerkverbinding......................9
Namen van onderdelen en functies .......................... 11
Voorzijde/Bovenzijde ...........................................11
Onderkant ..................................................12
Achterkant ..................................................13
Interface...................................................13
Bedieningspaneel.............................................15
Afstandsbediening............................................16
De batterijen installeren....................................... 18
Bedieningsbereik van afstandbediening............................19
Nuttige Functies
Het geprojecteerde beeld wijzigen .......................... 21
Een testpatroon weergeven......................................21
De positie van het geprojecteerde beeld aanpassen (lensverschuiving).........22
Vertekening van het geprojecteerde beeld corrigeren....................23
Quick Corner ...............................................24
H/V-Keystone..............................................26
Het Geprojecteerde Beeld Wijzigen ......................... 28
Automatisch ingangssignalen en wijzigingen detecteren aan het geprojecteerde
beeld (Bron zoeken)............................................28
Via de afstandsbediening overschakelen naar het doelbeeld................29
De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld
wijzigen .................................................. 30
De hoogte-breedtemodus wijzigen................................. 30
Beelden projecteren vanaf het videoapparaat of van de HDMI-ingang . . . . . . . . 30
Beelden van een computer projecteren ............................ 31
De projectiekwaliteit selecteren (het selecteren van de
kleurmodus) .............................................. 32
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen) ............ 33
Invoerbronnen voor projectie met split screen .......................... 33
Bedieningsprocedures ..........................................33
Op een split screen projecteren..................................33
Wisselen tussen de linker- en rechterschermen.......................34
Wisselen tussen de beeldgroottes links en rechts......................34
Het split screen stoppen.......................................35
Beperkingen tijdens Split Screen Projectie.............................35
Beperkingen in bediening ...................................... 35
Beperkingen met het beeld .....................................36
Functies voor het Verbeteren van Projecties ................. 37
Tijdelijk het beeld en geluid onderdrukken (A/V Mute)....................37
Het beeld bevriezen (Bevriezen) ...................................37
Aanwijzerfunctie (Aanwijzer) ......................................38
Gedeelte van het beeld vergroten (E-Zoom)...........................39
Beperking van het aantal doelprojectors bij gebruik van
meerdere projectors ....................................... 41
Instellen van de projector-id ......................................41
Projector-id controleren......................................... 41
Het instellen van de afstandsbediening-ID............................42
Kleurcorrectie tijdens het projecteren van meerdere projecties
(Multischerm Kleuraanpassing) ............................. 44
Overzicht van de correctieprocedure................................ 44
Correctiemethode ............................................. 44
Inhoudsopgave
3