Operation Manual

Beeld- of geluidsproblemen oplossen
149
Oplossingen wanneer het beeld niet rechthoekig is
Probeer één van de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld niet
gelijkmatig rechthoekig is.
• Plaats de projector direct voor het midden van het scherm, in een rechte
hoek als dat mogelijk is.
• Schakel de automatische aanpassing in het menu Instellingen van de
projector in. De projector corrigeert automatisch het beeld telkens wanneer
u de projector verplaatst.
s Instellingen > Keystone > H/V-Keystone > Autom. V-Keystone
• Schakel de horizontale keystoneschuifregelaar in het menu Instellingen van
de projector in. Stel dan schuifregelaar af tot het beeld gelijkmatig
rechthoekig is.
s Instellingen > Keystone > H/V-Keystone > H-Keystone-regelaar
• Als u de projectorhoogte hebt aangepast met de projectorvoeten, drukt u op
de keystone-knoppen op de projector om de beeldvorm aan te passen.
• Pas de instelling Quick Corner aan om de beeldvorm te corrigeren.
s Instellingen > Keystone > Quick Corner
gg Verwante koppelingen
• "Automatische V-Keystone" pag.39
• "De beeldvorm corrigeren met de keystone-knoppen" pag.40
• "De beeldvorm corrigeren met Quick Corner" pag.41
• "De beeldvorm corrigeren met de horizontale Keystone-schuifregelaar"
pag.39
Oplossingen wanneer het beeld ruis bevat of statisch
is
Probeer de volgende oplossingen als het geprojecteerde beeld elektronische
interferentie (ruis) vertoont of statisch is:
• Controleer de kabels die uw computer of videobron verbinden met de
projector. Ze moeten:
• Gescheiden zijn van de voedingskabel om interferentiestoring te
voorkomen
• Veilig aangesloten zijn op beide uiteinden
• Niet aangesloten zijn op een verlengsnoer
• Controleer de instellingen in het menu Signaal van de projector om er zeker
van te zijn dat ze overeenkomen met de videobron.
• Pas, indien beschikbaar voor uw videobron, de instellingen Deinterlacing
en Ruisvermindering aan in het menu Beeld van de projector.
s Beeld > Geavanceerd > Deinterlacing
s Beeld > Beeldverbetering > Ruisvermindering
• Selecteer een computervideoresolutie en vernieuwingsfrequentie die
compatibel zijn met de projector.
• Als u projecteert vanaf een computer, drukt u op de afstandsbediening op
de knop [Auto] om Tracking en Sync. automatisch aan te passen. Als de
beelden niet correct worden aangepast, past u de instellingen Tracking en
Sync. aan in het menu Signaal van de projector.
• Selecteer Automatisch als de instelling Resolutie in het menu Signaal van
de projector.
• Als u de beeldvorm hebt aangepast met de bedieningselementen van de
projector, moet u proberen de instelling Scherpte in het menu Beeld van de
projector te verlagen om de beeldkwaliteit te verbeteren.
• Als u een verlengsnoer hebt aangesloten, kunt u proberen te projecteren
zonder dit snoer om te zien of deze de storing in het signaal veroorzaakt.
• Als u de functie USB Display gebruikt, schakelt u de instelling Gelaagd
venster verzenden onder het programma Instellingen Epson USB Display
op uw computer in.
gg Verwante koppelingen
• "Instellingen ingangssignaal - Menu Signaal" pag.107
• "Instellingen Beeldkwaliteit - menu Beeld" pag.105
• "Ondersteunde resoluties voor de monitorweergaven" pag.164