Operation Manual

33
Functies van configuratiemenu
Configuratiemenu
Hiermee past u de beelden aan als de beelden flikkeren, onscherp zijn of worden gestoord.
Het beeld kan ook flikkeren of onscherp worden wanneer u de helderheid, het contrast en de scherpte aanpast.
U behaalt betere resultaten door eerst "Tracking" en vervolgens "Sync." aan te passen.
(U kunt deze optie niet instellen wanneer signalen van de [HDMI1] / [HDMI2]-poort binnenkomen.)
Als een deel van het beeld wordt afgesneden, verschuif dan de beeldweergavepositie in verticale of
horizontale richting om het hele beeld te projecteren. Druk op , , en om de positie aan te
passen.
(Instellen is niet mogelijk als "4-4 pull-down" is ingesteld op "Aan". Deze instelling is alleen mogelijk als
signalen binnenkomen via de ingangspoorten [Video] / [S-Video]; 480i-, 576i- of 1080i -signalen
binnenkomen via de ingangspoorten [Component] / [HDMI1] / [HDMI2]).
Interlace
(i)-signalen worden geconverteerd naar progressieve (p) signalen volgens een methode die is
aangepast aan het beeld.
Video : Dit is ideaal voor normale videobeelden.
Film : Dit is ideaal voor filmbeelden. Kies dit als de instelling "Automatisch" is en de filmbeelden
flikkering vertonen.
Automatisch: voor een optimale conversie van ingangssignalen voor film, computerbeelden en animaties.
Instellen is niet mogelijk als "4-4 pull-down" is ingesteld op "Aan". Zet op "Uit" als er zich storing voordoet
bij de "Laag", "Normaal" of "Hoog" instelling.
De huidige en voorgaande frames worden vergeleken en het frame in het midden ervan wordt geinterpoleerd
om vaagheid te verminderen en bewegende beelden duidelijker te produceren.
De mate van interpolatie kan naar wens ingesteld worden op "Laag", "Normaal" of "Hoog".
(Deze instelling kan alleen worden gemaakt wanneer 480i, 1080i/60Hz of 1080p/24Hz signalen worden ingevoerd naar de
[Component], [HDMI1] or [HDMI2] ingangspoorten of wanneer NTSC, M-PAL of PAL60 signalen worden ingevoerd
naar de [Video] of [S-Video] ingangspoorten.)
U kunt kiezen of beelden geprojecteerd worden met 4-4 pull-down of 2-3 pull-down. De standaardinstelling voor "4-4
pull-down" verschilt afhankelijk van de ingangssignalen. Wanneer ingesteld op "Aan", worden de beelden geprojecteerd
met "4-4 pull-down". Zet echter op "Uit" als de geprojecteerde beelden ongelijkmatig zijn wanneer andere signalen dan
1080p/24Hz worden ingevoerd.
Hiermee schakelt u de automatische aanpassing in of uit. Als de automatische aanpassing is ingeschakeld, past de
projector automatisch de beelden aan zodat deze optimaal blijven wanneer een ander ingangssignaal wordt
geselecteerd. Er worden drie opties automatisch aangepast:
"
Tracking
"
,
"
Positie
"
en
"
Sync.
"
Alleen getoond voor computerbeeldinvoer(verschijnt niet bij ingangssignalen van [HDMI1] / [HDMI2]-poort)
Getoond voor andere ingangsbronnen dan een computerbeeld
Sync.
*1
Positie
*1
Progressief
*1
Frame-interpolatie
4-4 pull-down
Autom. configuratie
*1 De instellingen worden voor elke beeldbron en elk signaaltype apart opgeslagen.