Operation Manual

12
De beeldkwaliteit aanpassen
Computerbeelden en RGB-videobeelden aanpassen
Tijdens de automatische configuratie worden analoge RGB-signalen van
een aangesloten computer gedetecteerd en worden deze signalen
automatisch aangepast, zodat optimale beelden worden verkregen.
Tijdens een automatische configuratie worden de volgende drie onderdelen
aangepast: Tracking
g, Position (Positie) en Sync (synchronisatie)g.
Als ‘Auto Setup (Automatische configuratie)’ in het menu ‘Signal (Signaal)’
is ingesteld op OFF (Uit)’, wordt geen automatische configuratie
uitgevoerd. In dat geval drukt u op de knop [Auto] op de afstandsbediening
of op de knop [Enter] op het bedieningspaneel van de projector om de
aanpassingen uit te voeren terwijl de computer- of RGB-videobeelden
worden geprojecteerd.
Als er verticale strepen in de geprojecteerde
computer- of RGB-videobeelden verschijnen en dit
niet kan worden verholpen door een automatische
configuratie, moet u de Tracking
g handmatig
aanpassen door de volgende stappen uit te voeren.
PROCEDURE
Selecteer ‘Signal’ (Signaal) in het configuratiemenu
en selecteer daarnaTracking’.
Voor meer informatie raadpleegt u Het configuratiemenu
gebruiken
. s pagina 32
Onder in het scherm wordt aangegeven welke knoppen u kunt
gebruiken en welke bewerkingen ze uitvoeren.
Automatische configuratie
QTip
Als u op de knop [Auto] op de afstandsbediening of de
knop [Enter] op het bedieningspaneel drukt terwijl u
andere functies, zoals E-Zoom of Freeze uitvoert,
worden deze functies geannuleerd en wordt vervolgens
de aanpassing uitgevoerd.
Soms worden de signalen niet correct aangepast,
afhankelijk van het soort computer- of RGB-videosignalen
dat wordt ontvangen. Gebruik in dat geval de opdrachten
in het configuratiemenu om de tracking en synchronisatie
handmatig aan te passen. s pagina 13
Via de afstandsbediening
Via het bedieningspaneel
De tracking aanpassen
A
1
Via de afstandsbediening
Via het bedieningspaneel