Operation Manual
33
Lijst met functies
Het menu ‘Image (Beeld)’
Welke opties u kunt instellen hangt af van de invoerbron die momenteel wordt geprojecteerd. De instellingen worden voor elke bron afzonderlijk opgeslagen.
Submenu Functie
Color Mode
(Kleurmodus)
Hiermee selecteert u de kwaliteit van het beeld in overeenstemming met de omgeving. s pagina 14
Brightness
(Helderheid)
Hiermee past u de helderheid van het beeld aan.
Contrastg Hiermee past u het verschil tussen licht en donker in het beeld aan.
Color Intensity
(Kleurintensiteit)
Hiermee past u de kleurintensiteit van het beeld aan.
Tint (Aanpassing is alleen mogelijk als componentvideo- of NTSC-signalen binnenkomen.) Hiermee past u de tint van het beeld aan.
Sharpness (Scherpte) Hiermee past u de scherpte van het beeld aan.
Kleurtemperatuurg U kunt de algemene tint van het beeld aanpassen. Als u ‘High’ (Hoog) selecteert, wordt het beeld blauwer, terwijl het beeld roder wordt
als u ‘Low’ (Laag) selecteert.
(U kunt deze optie niet selecteren als ‘sRGBg’ is geselecteerd als instelling voor ‘Color Mode (Kleurmodus)’ in het menu ‘Image (Beeld)’.)
Color Adjustment
(Kleuraanpassing)
Hiermee past u de intensiteit van de rode, groene en blauwe kleur van het beeld aan.
Red (Rood): Hiermee past u de intensiteit van de rode component aan.
Green (Groen): Hiermee past u de intensiteit van de groene component aan.
Blue (Blauw): Hiermee past u de intensiteit van de blauwe component aan.
(U kunt deze optie niet selecteren als ‘sRGBg’ is geselecteerd als instelling voor ‘Color Mode (Kleurmodus)’ in het menu ‘Image
(Beeld)’.)
Reset
(Standaardwaarden)
Herstelt de standaardwaarden voor de opties in het menu ‘Image (Beeld)’.
Als u de standaardinstellingen van alle menuopties wilt herstellen, raadpleegt u ‘Reset All’ (Alle standaardwaarden). s pagina 39
Computer/RGB-video Componentvideo
g
/ Composietvideo
g
/ S-Video
g










