Operation Manual
35
Lijst met functies
Het menu ‘Settings (Instellingen)’
Submenu Functie
Keystone Hiermee corrigeert u verticale keystone-vervorming in het beeld.
Zoom (Zoomen) Hiermee verandert u de grootte van het geprojecteerde beeld.
Breed: Grotere tele: Kleiner
Image Shift
(Beeldverschuiving)
Hiermee past u de positie van de projectie aan. s pagina 16
Operation Lock
(Knopvergrendeling)
Als deze optie is ingesteld op ‘ON (Aan)’, worden alle knoppen op het bedieningspaneel van de projector, behalve de aan-/uitknop,
uitgeschakeld. s pagina 29
Pointer Shape
(Aanwijzervorm)
Hiermee kunt u de vorm van de aanwijzer selecteren. s pagina 21
Pointer 1 (Aanwijzer 1): Pointer 2 (Aanwijzer 1): Pointer 3 (Aanwijzer 1):
Brightness Control
(Helderheidsaanpassing)
Hiermee kunt u de helderheid van de lamp instellen.
Selecteer ‘Low (Laag)’ als het geprojecteerde beeld te helder is, bijvoorbeeld wanneer u beelden projecteert in een donkere ruimte
of op een klein scherm.
Als ‘Low (Laag)’ is geselecteerd, wordt de helderheid van de beelden verlaagd, wordt er minder stroom verbruikt en minder geluid
voortgebracht tijdens de projectie en gaat de lamp langer mee. (Stroomverbruik: afname van circa 18 W, gebruiksduur van lamp:
circa 1,5 keer langer)
Volume Hiermee past u het volume aan. s pagina 17
Reset
(Standaardwaarden)
De waarden voor de functies van het menu ‘Settings’ worden teruggezet op hun standaardinstellingen, behalve de functies ‘Image
Shift’ en ‘Zoom’.
Als u de standaardinstellingen van alle menuopties wilt herstellen, raadpleegt u ‘Reset All’ (Alle standaardwaarden). s pagina 39










