® Gebruikershandleiding NPD1885-00
Auteursrechten en handelsmerken Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Seiko Epson Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de informatie in deze uitgave.
Inhoudsopgave Auteursrechten en handelsmerken Veiligheidsvoorschriften Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Kopieerbeperking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Hoofdstuk 1 Overzicht van de mogelijkheden van uw scanner Scannen met de automatische documenttoevoer . . . . . . . . . . . . . . .14 Scannen en opslaan als PDF-bestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 4 Scannen met de automatische documenttoevoer Scannen met de knop Start . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Scannen met EPSON Scan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Scannen met een ander scanprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Overzicht van de modi van EPSON Scan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 6 De functies van de scanner gebruiken Scannen en opslaan als PDF-bestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102 Gescande documenten omzetten in tekstgegevens . . . . . . . . . . . .111 Beperkingen van OCR-software. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111 Scannen met een OCR-programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112 Kleuren van foto's herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .114 Programma's toewijzen aan de knop Start . . . . . . . .
Het juiste programma wordt niet geopend na een druk op de knop Start op de scanner . . . . . . . . . . . . . Het is niet mogelijk om meerdere afbeeldingen tegelijk te scannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Problemen met de scansoftware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . U kunt EPSON Scan niet starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De scansoftware werkt niet optimaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het scannen duurt lang . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Appendix A Hulp vragen Technische ondersteuning (website) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .171 Contact opnemen met de klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .171 Voordat u contact opneemt met Epson . . . . . . . . . . . . . . . . . .171 Appendix B Technische specificaties Systeemvereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .173 Systeemvereisten voor Windows. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsvoorschriften Belangrijke veiligheidsvoorschriften Neem de hier gegeven voorschriften goed door en volg alle op de scanner aangegeven waarschuwingen en aanwijzingen. ❏ In dit document worden de volgende waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen gebruikt: w Waarschuwingen Deze moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. c Voorzorgsmaatregelen Deze worden aangegeven met “Let op” en moet u in acht nemen om schade aan het apparaat te voorkomen.
❏ Plaats de scanner en de lichtnetadapter vlak bij een stopcontact waar de stekker van het netsnoer er gemakkelijk kan worden uitgetrokken. c Voorzorgsmaatregelen: Controleer of uw netsnoer voldoet aan de van toepassing zijnde plaatselijke veiligheidsnormen. ❏ Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats geen voorwerpen op het netsnoer en plaats de lichtnetadapter en het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen.
❏ Gebruik geen stopcontacten in hetzelfde circuit als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die regelmatig worden in- en uitgeschakeld. ❏ Als u een verlengsnoer gebruikt voor de scanner, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer.
❏ Haal de stekker van de scanner en de lichtnetadapter eruit voordat u de scanner gaat reinigen. Gebruik alleen een vochtige doek. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of spuitbussen. ❏ Als u de scanner gedurende langere tijd niet gebruikt, haal dan de stekker van de lichtnetadapter uit het stopcontact. ❏ Voor gebruikers in Hongkong en Singapore: Vervang zekeringen alleen door zekeringen van het juiste type.
Kopieerbeperking Voor een verantwoord en legaal gebruik van dit apparaat moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de volgende beperkingen. Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden: ❏ Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven effecten. ❏ Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene briefkaarten en andere officiële, voorgefrankeerde poststukken. ❏ Belastingzegels en effecten volgens de geldende voorschriften.
ENERGY STAR® Als ENERGY STAR®-partner heeft Epson bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen voor efficiënt energiegebruik conform de ENERGY STAR®-normen.
Hoofdstuk 1 Overzicht van de mogelijkheden van uw scanner Scannen met de automatische documenttoevoer De automatische documenttoevoer waarmee uw scanner is uitgerust, biedt plaats aan originelen van maximaal 50 pagina's. Zo kunt u snel documenten scannen en op de computer opslaan zonder dat u elke pagina apart op de scanner hoeft te leggen. Zie "Documenten in de automatische documenttoevoer plaatsen" op pagina 24 als u hiermee wilt beginnen.
Scannen en opslaan als PDF-bestand 1 Met de automatische documenttoevoer kunt u documenten die uit meerdere pagina's bestaan, scannen en op de computer opslaan als één PDF-bestand. Tijdens het scannen wordt een bewerkingspagina weergegeven. Daarin ziet u de pagina's en kunt u ze eventueel een andere volgorde geven, draaien en verwijderen. 1 1 1 1 1 1 1 1 U kunt ook een losse pagina op de glasplaat leggen en vervolgens scannen en opslaan als PDF-bestand.
Gescande documenten omzetten in tekstgegevens U kunt een document scannen en de tekst van dat document omzetten in gegevens die met een tekstverwerkingsprogramma verder kunnen worden bewerkt. Dit proces wordt OCR genoemd. OCR staat voor Optical Character Recognition oftewel optische tekstherkenning. Hiervoor hebt u een OCR-programma nodig, zoals Adobe® Acrobat®. Zie "Gescande documenten omzetten in tekstgegevens" op pagina 111 voor instructies.
Zie "Scannen met de knop Start" op pagina 34 als u wilt scannen met de automatische documenttoevoer en de knop a Start. Zie "Scannen met de knop Start" op pagina 67 als u wilt scannen vanaf de glasplaat met de knop a Start. EPSON Scan gebruiken 1 1 1 1 1 Met EPSON Scan kunt u alle mogelijke scantaken regelen.
❏ Zie "Scannen met EPSON Scan" op pagina 35 als u documenten wilt scannen met de documenttoevoer. ❏ Zie "Scannen met EPSON Scan" op pagina 68 als u documenten of foto's wilt scannen vanaf de glasplaat. U gebruikt EPSON Scan ook wanneer u scant met behulp van andere TWAIN-programma's, zoals Adobe Acrobat. ❏ Zie "Scannen met een ander scanprogramma" op pagina 37 als u documenten wilt scannen met de documenttoevoer.
Hoofdstuk 2 2 Onderdelen van de scanner 2 Onderdelen van de scanner ew N :F ra o sin g lce b a 2 2 c 2 2 2 d h 2 e f 2 g a. automatische documenttoevoer b. papiersteun c. zijgeleiders d. lampje dat aangeeft dat er een fout is opgetreden (Error) e. lampje dat aangeeft dat het apparaat gebruiksklaar is (Ready) f. knop a Start g. aan-uitknop . h.
a b c a. onderkant van automatische documenttoevoer b. glasplaat c.
2 2 2 2 d c a 2 b 2 a. gelijkspanningsingang b. USB-interfaceconnector c. kabel van automatische documenttoevoer (niet losmaken) d.
Lampjes en knop Start N ew :F ra o sin g lce Lampjes De lampjes op de scanner geven de status van het apparaat aan. Ready 22 Error Betekenis Aan Uit Gereed om te scannen. Knippert Uit Bezig met initialiseren of scannen. Aan Aan Er is een opdrachtfout opgetreden. Zie "De lampjes op de scanner" op pagina 142 voor meer informatie. Knippert Knippert Er is een fatale fout opgetreden. Zie "De lampjes op de scanner" op pagina 142 voor meer informatie. Uit Uit De scanner is uitgeschakeld.
De knop Start Met de knop a Start op de scanner voert u diverse scantaken uit. 2 2 2 2 2 2 Met de knop a Start op de scanner opent u automatisch de scansoftware, zodat u een afbeelding kunt scannen en gebruiken in een programma of opslaan als bestand. 2 Voordat u de knop a Start kunt gebruiken, moet u eerst EPSON Scan op uw computer installeren. 2 Zie "Scannen met de knop Start" op pagina 34 als u wilt scannen met de automatische documenttoevoer en de knop a Start.
Hoofdstuk 3 Originelen op de scanner plaatsen Documenten in de automatische documenttoevoer plaatsen De automatische documenttoevoer biedt plaats aan maximaal 50 vellen papier (een stapel van maximaal 5,0 mm [0,2 inch]). Zie "Documentspecificaties" op pagina 26 voor meer informatie hierover. Gebruik alleen vellen die allemaal van hetzelfde formaat zijn. c Let op: ❏ Gebruik de automatische documenttoevoer niet voor foto's of waardevolle originelen.
1. Schuif de papiersteun aan het uiteinde van de uitvoerlade van de documenttoevoer uit. 3 3 3 3 3 3 2. Schuif de zijgeleiders van de invoerlade van de documenttoevoer helemaal naar buiten.
3. Leg de eerste pagina van het document in de documenttoevoer, bekijk deze pagina in de scansoftware en leg de pagina vervolgens samen met de rest van de pagina's opnieuw in de automatische documenttoevoer. Leg de eerste pagina van het document in de invoerlade met de bedrukte zijde naar boven en de bovenrand in de toevoer. Schuif het papier zo ver mogelijk in de automatische documenttoevoer. Schuif nu de zijgeleiders tegen het papier.
Letter 215,9 × 279,4 mm (8,5 × 11 inch) Legal 215,9 × 355,6 mm (8,5 × 14 inch) B5 182 × 257 mm (7,2 × 10,1 inch) A5 148,5 × 210 mm (5,9 × 8,3 inch) 3 3 Gebruik de automatische documenttoevoer alleen voor documenten die aan de volgende specificaties voldoen: Grootte Breedte: 148,5 tot 215,9 mm (5,9 tot 8,5 inch) Lengte: 148,5 tot 355,6 mm (5,9 tot 14 inch) Gewicht 60 tot 105 g/m2 Papier Hoogwaardig briefpapier 3 3 3 Zorg ervoor dat uw documenten aan de onderstaande voorwaarden voldoen voordat
Originelen op de glasplaat leggen Houd rekening met de auteursrechten voordat u een document scant. Scan geen gepubliceerde teksten of afbeeldingen voordat u hebt gecontroleerd welke auteursrechten erop rusten. c Let op: Plaats geen zware voorwerpen op de glasplaat en let erop dat u nooit te hard op de glasplaat drukt. Opmerking: Zie "Documenten in de automatische documenttoevoer plaatsen" op pagina 24 als u een document van meerdere pagina's wilt scannen met de automatische documenttoevoer. 1.
2. Leg uw document of foto met de te scannen zijde naar beneden op de glasplaat. De bovenrand van het document of de foto moet in de linkerbovenhoek van de glasplaat liggen.
3. Als u meerdere documenten of foto's tegelijk wilt scannen, moet u steeds een tussenruimte van minimaal 20 mm (0,8 inch) hanteren. Opmerking: Zie "Grote of dikke documenten op de scanner plaatsen" op pagina 32 als u grote of dikke documenten wilt scannen.
4. Sluit het de automatische documenttoevoer voorzichtig zodat het origineel niet verschuift. 3 3 3 3 3 3 3 Opmerking: ❏ Zorg er altijd voor dat de glasplaat en de onderkant van de automatische documenttoevoer schoon blijven. Zie "De scanner schoonmaken" op pagina 138 voor instructies. ❏ Laat foto's niet te lang op de glasplaat liggen omdat deze anders aan het glas kunnen kleven. Zie "Scannen met de knop Start" op pagina 67 als u documenten of foto's wilt scannen.
Grote of dikke documenten op de scanner plaatsen Ga als volgt te werk om een groot of dik document te scannen via de glasplaat: 1. Leg een groot of dik document op de glasplaat.
2. Sluit de automatische documenttoevoer en blijf erop drukken.
Hoofdstuk 4 Scannen met de automatische documenttoevoer Scannen met de knop Start N ew :F ra o sin g lce 1. Plaats de eerste pagina van uw document in de invoerlade van de automatische documenttoevoer. Zie "Documenten in de automatische documenttoevoer plaatsen" op pagina 24 voor instructies. Opmerking: Doe de automatische documenttoevoer nooit open tijdens het scannen. Anders krijgt u een foutmelding over de documenttoevoer en wordt er verder geen papier meer ingevoerd.
2. Druk op de knop a Start op de scanner. EPSON Scan wordt automatisch gestart (de eerste keer in de kantoormodus). In EPSON Scan selecteert u de gewenste scaninstellingen. De afbeelding wordt (in eerste instantie als zogeheten voorbeeldscan) gescand en opgeslagen als bestand op uw computer. Zie "Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren" op pagina 42 voor instructies. Opmerking: ❏ U kunt de knop a Start koppelen aan elk Windows®-programma dat hiervoor geschikt is.
Andere mogelijkheid: selecteer Start > Alle programma's (All Programs) of Programma's (Programs) > EPSON Scan > EPSON Scan. Mac OS X: Open de map Programma's (Applications) en klik op het pictogram EPSON Scan. 3. Wanneer u EPSON Scan voor de eerste keer gebruikt, wordt de kantoormodus geopend. Klik indien nodig op de pijl van de keuzelijst onder Modus in de rechterbovenhoek van het EPSON Scan-venster en selecteer Kantoormodus.
Zie "Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren" op pagina 42 voor meer informatie over het gebruik van de kantoormodus. 4 Als bij Modus rechtsboven in het venster Professionele modus is geselecteerd, ziet u een ander EPSON Scan-venster met instellingen. Zie "Basisinstellingen selecteren" op pagina 50 voor meer informatie over het gebruik van de professionele modus. Opmerking: Zie "De scanmodus wijzigen" op pagina 49 als u van scanmodus wilt veranderen.
2. Start uw scanprogramma. Dubbelklik op het programmapictogram op het bureaublad (indien aanwezig) of ga op een van de volgende manieren te werk. Windows: Selecteer Start > Alle programma's (All Programs) of Programma's (Programs) > programmamap > programmapictogram. Mac OS X: Open de map Programma's (Applications), selecteer de programmamap en klik op het programmapictogram. 3. Open het menu Bestand (File) en selecteer Importeren (Import) of Ophalen (Acquire).
5. Wanneer u EPSON Scan voor de eerste keer gebruikt, wordt de kantoormodus geopend. Klik indien nodig op de pijl van de keuzelijst onder Modus in de rechterbovenhoek van het EPSON Scan-venster en selecteer Kantoormodus. 4 4 Het venster van de kantoormodus verschijnt: 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Zie "Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren" op pagina 42 voor meer informatie over het gebruik van de kantoormodus.
Als bij Modus rechtsboven in het venster Professionele modus is geselecteerd, ziet u een ander EPSON Scan-venster met instellingen. Zie "Basisinstellingen selecteren" op pagina 50 voor meer informatie over het gebruik van de professionele modus. Opmerking: Zie "De scanmodus wijzigen" op pagina 49 als u van scanmodus wilt veranderen.
De professionele modus is de beste oplossing wanneer u eerst een voorbeeld van uw afbeeldingen wilt weergeven en allerlei uitgebreide en gedetailleerde correcties wilt aanbrengen voordat de definitieve scan wordt gemaakt. Daarbij hebt u de beschikking over allerlei functies voor het verbeteren van uw afbeeldingen (scherper maken, kleuren corrigeren enzovoort). 4 4 4 Zie "De scanmodus wijzigen" op pagina 49 voor meer informatie over het omschakelen naar de professionele modus.
Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren Nadat EPSON Scan is gestart in de kantoormodus, gaat u als volgt te werk om de gewenste instellingen te selecteren: 1. Geef bij Beeldtype aan wat voor type document u wilt scannen: Kleuren, Grijs of Zwart-wit. 2. Selecteer Automatisch detecteren, ADF - Enkelzijdig of ADF - Dubbelzijdig bij Documentbron.
3. Selecteer het formaat van uw origineel bij Grootte. 4. Klik op de pijl van de keuzelijst Resolutie en selecteer het aantal dots per inch waarmee moet worden gescand. Zie de onderstaande tabel voor enkele richtlijnen: 4 4 Wat u met de gescande afbeelding wilt doen Geadviseerde scanresolutie Verzenden per e-mail, uploaden naar internet, alleen weergeven op een scherm 96 tot 150 dpi 4 Afdrukken, met OCR omzetten in tekst die kan worden bewerkt 300 dpi 4 Verzenden per fax 200 dpi 4 5.
Instelling Beschikbare modus (modi) en beschrijving Helderheid Hiermee bepaalt u hoe licht of donker de afbeelding in haar geheel is. Contrast Hiermee past u het verschil tussen de lichte en donkere delen van de gehele afbeelding aan. Verscherpen Hiermee worden de overgangen in een afbeelding scherper aangezet, zodat de hele afbeelding scherper lijkt. Als u deze optie uitschakelt, krijgt u zachtere overgangen.
Instellingen voor de professionele modus van EPSON Scan selecteren 4 Instellingen voor Bewaar bestand selecteren 4 In het venster Instellingen voor Bewaar bestand selecteert u de locatie, naam en bestandsindeling voor de gescande afbeelding die u wilt opslaan. 1. Geef in het dialoogvenster Instellingen voor Bewaar bestand de locatie op waarin u de gescande afbeelding wilt opslaan. Klik op de knop Mijn documenten of Mijn afbeeldingen (Windows) of de knop Documenten of Afbeeldingen (Mac OS X).
Als u een andere map wilt selecteren, klikt u op Aangepast en vervolgens klikt u op Blader (Windows) of Kies (Mac OS X), waarna u de gewenste map selecteert. 2. Geef als voorvoegsel voor de bestandsnaam een alfanumerieke tekenreeks op. Aan de bestandsnaam wordt automatisch een volgnummer van drie cijfers toegevoegd. Het startnummer kunt u naar wens aanpassen. Als u meerdere afbeeldingen tegelijk scant, krijgt elke afbeelding een ander driecijferig volgnummer.
3. Selecteer de gewenste bestandsindeling (zie beschrijving in de volgende tabel). Afhankelijk van het bestandstype kan de knop Opties wel of niet worden gebruikt voor het opgeven van gedetailleerde instellingen. 4 Bestandstype (extensie) Uitleg BITMAP (*.BMP) (alleen Windows) Een standaardindeling van Windows voor afbeeldingsbestanden. De meeste Windows-programma's, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken. JPEG (*.
PICT (*.PCT) (alleen Macintosh) Een standaardindeling van Macintosh voor afbeeldingsbestanden. De meeste Macintosh-programma's, zoals tekstverwerkingsprogramma's, kunnen afbeeldingen in deze indeling lezen en verwerken. PRINT Image Matching II JPEG (*.JPG) of TIFF (*.TIF) Een bestandsindeling voor bestanden met PRINT Image Matching™ II-gegevens voor een hogere kwaliteit en meer kleuren.
❏ Afbeeldingsmap openen na het scannen Schakel dit selectievakje in als de map met de daarin opgeslagen gescande afbeeldingen na het scannen met EPSON Scan automatisch moet worden geopend in Windows Verkenner (Windows Explorer) of Macintosh Finder. 5. Klik op OK. EPSON Scan begint met scannen. De gescande afbeelding wordt automatisch op de opgegeven locatie opgeslagen als bestand.
Basisinstellingen selecteren Wanneer u EPSON Scan start in de professionele modus, verschijnt het EPSON Scan-venster. Professionele modus Voordat u een document kunt scannen, moet u eerst deze basisinstellingen opgeven: ❏ Instellingen voor het origineel. Aan de hand hiervan weet EPSON Scan welke type document u scant.
❏ Instellingen voor de bestemming. Aan de hand hiervan weet EPSON Scan wat u met de gescande afbeelding wilt doen, zodat de juiste resolutie (scankwaliteit) daarop kan worden afgestemd. Ga als volgt te werk om de basisinstellingen te selecteren in de professionele modus van EPSON Scan. 1. Open de keuzelijst Documentbron door op de pijl te klikken en selecteer ADF - Enkelzijdig of ADF - Dubbelzijdig (als u scant met de automatische documenttoevoer). 2.
Scanresolutie selecteren In de professionele modus kunt u op elk gewenst moment een andere resolutie selecteren. Voordat u de scanresolutie selecteert, moet u eerst nagaan of u de afbeeldingen wilt vergroten en zo ja, of u dat vóór of na het scannen wilt doen. Ga daarbij uit van de volgende principes: ❏ U wilt de afbeeldingen niet vergroten.
❏ U wilt de afbeeldingen scannen op het originele formaat, maar later vergroten in een beeldbewerkingsprogramma. Als u de afbeeldingen later wilt vergroten in een beeldbewerkingsprogramma, moet u de instelling bij Resolutie verhogen. Alleen op die manier kan de hoge beeldkwaliteit behouden blijven na het vergroten. Verhoog de resolutie in dezelfde mate als de verhoging van het beeldformaat.
Scangebied weergeven en aanpassen Na het selecteren van de basisinstellingen en resolutie in de professionele modus kunt u een voorbeeldscan van de eerste pagina van uw document maken en vervolgens het precieze gebied selecteren en aanpassen dat moet worden gescand. Het voorbeeld wordt op uw scherm weergegeven in een apart venster. Ga als volgt te werk om een voorbeeldscan van de eerste pagina te maken in de professionele modus: 1. Klik op de knop Voorbeeldscan onder in het EPSON Scan-venster.
2. Leg de eerste pagina boven op de rest van de pagina's en leg de hele stapel (van maximaal 50 pagina's) in de automatische documenttoevoer. 3. U kunt de afbeelding op de volgende manieren aanpassen: ❏ Als u een specifiek scangebied wilt selecteren, klikt u op het pictogram om daarmee een selectiekader in de afbeelding te plaatsen. Dit kader geeft aan welk deel wordt gescand. U kunt dit selectiekader nu naar wens aanpassen. Zie "Scangebied (selectiekader) aanpassen" op pagina 56 voor instructies.
Scangebied (selectiekader) aanpassen Het selectiekader is een bewegende stippellijn aan de rand van uw voorbeeldscan. Dit kader geeft het scangebied aan. U kunt het selectiekader verplaatsen en van formaat veranderen. Het is zelfs mogelijk om in één afbeelding meerdere selectiekaders te gebruiken. Op deze manier scant u verschillende delen van de afbeelding, die allemaal worden opgeslagen in een apart bestand. Volg de onderstaande instructies: 1.
2. Plaats de aanwijzer daar waar de hoek van het selectiekader moet komen en klik. Sleep de kruiscursor met de muisknop ingedrukt naar de andere hoek van het gewenste scangebied. Laat de muisknop nu los. U ziet nu de bewegende stippellijn van het selectiekader. 4 4 4 4 4 4 3. U past het selectiekader aan op een van de volgende manieren: ❏ Als u het selectiekader wilt verplaatsen, plaatst u de aanwijzer ergens binnen het kader. De aanwijzer verandert in een handje.
❏ Als u het selectiekader groter of kleiner wilt maken, plaatst u de aanwijzer op de rand of een van de hoeken van het kader. De aanwijzer verandert in een rechte of schuine tweekoppige pijl. Klik en sleep de rand van het selectiekader naar de gewenste plaats (tot de gewenste grootte is bereikt). Opmerking: Als u het selectiekader verplaatst met de Shift-toets ingedrukt, kan het selectiekader alleen in horizontale of verticale richting worden versleept.
Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen Wanneer u de afbeelding hebt bekeken en het scangebied hebt aangepast, kunt u de beeldkwaliteit eventueel bijregelen. EPSON Scan biedt tal van mogelijkheden om de kleuren, de scherpte en het contrast, maar ook diverse andere aspecten die van invloed zijn op de beeldkwaliteit, te verbeteren. Voordat u uw aanpassingen aanbrengt, moet u eerst op de afbeelding of in het selectiekader klikken voor het gebied dat u wilt aanpassen.
Instelling Beschikbare modus (modi) en beschrijving Helderheid Hiermee bepaalt u hoe licht of donker de afbeelding in haar geheel is. Klik op de knop instelling. Contrast Hiermee past u het verschil tussen de lichte en donkere delen van de gehele afbeelding aan. Klik op de knop instelling. Verzadiging Beeldaanpassing voor deze Hiermee bepaalt u de balans tussen de kleuren rood, groen en blauw in de hele afbeelding. Klik op de knop instelling.
Histogram Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de hoge lichten, schaduwen en gammaniveaus. Alleen voor gevorderden. Klik op de knop instelling. Tooncorrectie Histogramaanpassing voor deze 4 Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de verschillende tonen. Alleen voor gevorderden. Klik op de knop Kleurenpalet Tooncorrectie voor deze instelling.
Scanformaat selecteren U kunt uw afbeeldingen scannen op de grootte van het origineel, maar het is ook mogelijk om het formaat tijdens het scannen aan te passen. U doet dit met de optie Doelgrootte van de professionele modus.
Als u uw afbeelding op een bepaald formaat wilt scannen, dan moet u de doelgrootte selecteren na het maken van de voorbeeldscan, maar voordat u het scangebied aanpast (aangegeven door het selectiekader). Zo wordt het scangebied ingesteld op de juiste verhoudingen en wordt uw afbeelding niet verkeerd bijgesneden. Zie "Scangebied weergeven en aanpassen" op pagina 54 voor meer informatie over het maken van een voorbeeldscan van uw afbeelding. Ga vervolgens als volgt te werk om de doelgrootte in te stellen: 1.
2. Als u een scanformaat wilt gebruiken dat niet in de lijst bij Doelgrootte voorkomt, kunt u zelf een aangepast formaat opgeven. Klik op de pijl van de lijst en selecteer Aanpassen. Het dialoogvenster Doelgrootte verschijnt. Voer een naam voor het aangepaste formaat in, voer het formaat in en klik vervolgens op de knop Opslaan gevolgd door OK. Het nieuwe formaat wordt toegevoegd aan de keuzelijst Doelgrootte. 3. U hebt de beschikking over een aantal extra mogelijkheden voor aanpassing van het formaat.
❏ Als u het formaat van de afbeelding met een bepaald percentage wilt aanpassen, wijzigt u de waarde bij Vergroten/verkleinen. 4 ❏ Als u de manier van bijsnijden wilt aanpassen, schakelt u Bijsnijden in of uit. (Zie de Help van EPSON Scan voor meer informatie.) ❏ Als u de verhoudingen van het scanformaat wilt ontgrendelen, klikt u op het pictogram met het slotje. Vervolgens past u het selectiekader aan of voert u nieuwe maten voor de breedte/hoogte in. 4.
De scan voltooien Wanneer alle scaninstellingen zijn opgegeven en alle pagina's van het document in de automatische documenttoevoer liggen, bent u klaar om te scannen. Klik op de knop Scannen. Na enkele ogenblikken worden de pagina's geladen, gescand en weer uitgeworpen. Wat er na het scannen gebeurt, hangt af van de manier waarop u het scannen bent begonnen: ❏ Als u met scannen bent begonnen door EPSON Scan te starten als zelfstandig programma, verschijnt het venster Instellingen voor Bewaar bestand.
Hoofdstuk 5 5 Scannen vanaf de glasplaat 5 Scannen met de knop Start ew N :F ra o sin g lce 5 5 5 5 5 1. Leg uw document of foto op de glasplaat. Zie "Originelen op de glasplaat leggen" op pagina 28 voor instructies. 2. Druk op de knop a Start op de scanner. EPSON Scan wordt automatisch gestart (de eerste keer in de kantoormodus). In EPSON Scan selecteert u de gewenste scaninstellingen.
❏ U kunt de knop a Start koppelen aan elk Windows-programma dat hiervoor geschikt is. Zie "Programma's toewijzen aan de knop Start" op pagina 117 voor meer informatie hierover. ❏ Zie "Het juiste programma wordt niet geopend na een druk op de knop Start op de scanner" op pagina 147 als een programma niet wordt gestart wanneer u op de knop a Start drukt.
3. Wanneer u EPSON Scan voor de eerste keer gebruikt, wordt de kantoormodus geopend. 5 5 5 5 5 5 5 5 5 Zie "Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren" op pagina 74 voor meer informatie over het gebruik van de kantoormodus. 5 Als bij Modus rechtsboven in het venster Thuismodus of Professionele modus is geselecteerd, ziet u een ander EPSON Scan-venster met instellingen.
Opmerking: Zie "De scanmodus wijzigen" op pagina 81 als u van scanmodus wilt veranderen. Scannen met een ander scanprogramma U kunt uw scanner gebruiken om te scannen in combinatie met elk scanprogramma dat aan de TWAIN-norm voldoet, zoals Adobe Acrobat. U opent het programma in kwestie, selecteert EPSON Scan als scanprogramma en scant. Na het scannen wordt de gescande afbeelding geopend in uw scanprogramma, waarmee u de afbeelding vervolgens kunt bewerken, afdrukken en opslaan. 1.
4. Selecteer EPSON GT-2500. In sommige programma's moet u eerst opgeven dat u de scanner wilt gebruiken als bron. Als u een optie van het type Bron selecteren (Select Source) ziet, moet u die optie kiezen en vervolgens de scanner selecteren. Opmerking voor gebruikers van Windows XP: Selecteer uw scanner bij het importeren of opvragen niet met de optie WIA, want anders werkt de scanner niet goed. 5. Wanneer u EPSON Scan voor de eerste keer gebruikt, wordt de kantoormodus geopend.
Zie "Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren" op pagina 74 voor meer informatie over het gebruik van de kantoormodus. Als bij Modus rechtsboven in het venster Thuismodus of Professionele modus is geselecteerd, ziet u een ander EPSON Scan-venster met instellingen. Zie "Basisinstellingen selecteren" op pagina 82 voor meer informatie over het gebruik van de thuismodus of professionele modus. Opmerking: Zie "De scanmodus wijzigen" op pagina 81 als u van scanmodus wilt veranderen.
De thuismodus is de beste oplossing wanneer u eerst een voorbeeld van uw afbeeldingen of documenten wilt weergeven voordat de definitieve scan wordt gemaakt. U kunt het formaat aanpassen, het scangebied bijregelen en allerlei andere beeldinstellingen wijzigen, waaronder die voor het herstellen van kleuren. 5 5 Zie "De scanmodus wijzigen" op pagina 81 voor meer informatie over het omschakelen naar de thuismodus. 5 Zie "Basisinstellingen selecteren" op pagina 82 voor de scanprocedure.
Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren Nadat EPSON Scan is gestart in de kantoormodus, gaat u als volgt te werk om de gewenste instellingen te selecteren: 1. Geef bij Beeldtype aan wat voor type document u wilt scannen: Kleuren, Grijs of Zwart-wit. 2. Selecteer Automatisch detecteren of Documenttabel (eigenlijk Glasplaat) bij Documentbron.
3. Selecteer het formaat van uw origineel bij Grootte. 4. Klik op de pijl van de keuzelijst Resolutie en selecteer het aantal dots per inch waarmee moet worden gescand. Zie de onderstaande tabel voor enkele richtlijnen: 5 5 Wat u met de gescande afbeelding wilt doen Geadviseerde scanresolutie Verzenden per e-mail, uploaden naar internet, alleen weergeven op een scherm 96 tot 150 dpi 5 Afdrukken, met OCR omzetten in tekst die kan worden bewerkt 300 dpi 5 Verzenden per fax 200 dpi 5 5.
Verscherpen Hiermee worden de overgangen in een afbeelding scherper aangezet, zodat de hele afbeelding scherper lijkt. Als u deze optie uitschakelt, krijgt u zachtere overgangen. Ontrasteren Hiermee verwijdert u de ribbelpatronen die zichtbaar kunnen worden in subtiele kleuren, zoals de huid. Ook krijgt u hiermee een beter resultaat bij het scannen van foto's uit tijdschriften of kranten die zelf rasters hebben gebruikt bij het drukken.
Instellingen voor de thuismodus/professionele modus van EPSON Scan selecteren Instellingen voor Bewaar bestand selecteren In het venster Instellingen voor Bewaar bestand selecteert u de locatie, naam en bestandsindeling voor de gescande afbeelding die u wilt opslaan. 1. Geef in het dialoogvenster Instellingen voor Bewaar bestand de locatie op waarin u de gescande afbeelding wilt opslaan. Klik op de knop Mijn documenten of Mijn afbeeldingen (Windows) of de knop Documenten of Afbeeldingen (Mac OS X).
2. Geef als voorvoegsel voor de bestandsnaam een alfanumerieke tekenreeks op. Aan de bestandsnaam wordt automatisch een volgnummer van drie cijfers toegevoegd. Het startnummer kunt u naar wens aanpassen. Als u meerdere afbeeldingen tegelijk scant, krijgt elke afbeelding een ander driecijferig volgnummer. Opmerking: ❏ Voor Windows: de volgende tekens kunnen niet worden gebruikt in het voorvoegsel. \, /, :, ., *, ?, ", <, >, | ❏ Voor Mac OS X: een dubbelepunt (:) kan niet worden gebruikt in het voorvoegsel.
Multi-TIFF (*.TIF) PDF (*.PDF) Een TIFF-bestandsindeling waarbij meerdere pagina’s worden opgeslagen in hetzelfde bestand. (Bij andere bestandstypen komt elke scan in een apart bestand.) De gescande afbeeldingen kunnen vóór het opslaan ook worden bewerkt. Om Multi-TIFF-bestanden te kunnen openen hebt u wel een programma nodig dat dit bestandstype ondersteunt. 5 5 Een documentindeling die volledig platformonafhankelijk is en dus op zowel Windows- als Macintosh-systemen kan worden gelezen.
4. De selectievakjes onder in het venster bieden u de volgende mogelijkheden: ❏ Bestanden met dezelfde naam overschrijven Schakel dit selectievakje in als u de geselecteerde bestandsnaam en locatie opnieuw wilt gebruiken en eerdere bestanden met dezelfde naam wilt overschrijven. ❏ Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen Schakel dit selectievakje in als het venster Instellingen voor Bewaar bestand automatisch moet worden geopend vóór het scannen.
De scanmodus wijzigen Als u de scanmodus wilt wijzigen, klikt u op de pijl van de keuzelijst onder Modus in de rechterbovenhoek van het EPSON Scan-venster. Selecteer vervolgens de gewenste modus in de lijst die verschijnt. 5 5 5 5 5 Opmerking: Wanneer u EPSON Scan opnieuw start, is automatisch de laatst gebruikte modus actief. Meer informatie over het gebruik van deze scanmodi: 5 ❏ Thuismodus of professionele modus: "Basisinstellingen selecteren" op pagina 82.
Basisinstellingen selecteren Wanneer u EPSON Scan start in de thuismodus of professionele modus, verschijnt het EPSON Scan-venster.
Professionele modus 5 5 5 5 5 5 5 Voordat u een document of foto kunt scannen, moet u eerst deze basisinstellingen opgeven: ❏ Instellingen voor het origineel. Aan de hand hiervan weet EPSON Scan welke type document of foto u scant. ❏ Instellingen voor de bestemming. Aan de hand hiervan weet EPSON Scan wat u met de gescande afbeelding wilt doen, zodat de juiste resolutie (scankwaliteit) daarop kan worden afgestemd.
1. U selecteert uw type document op een van de volgende manieren: Thuismodus: Open de keuzelijst Documenttype door op de pijl te klikken en selecteer het type origineel dat u wilt scannen. Selecteer vervolgens het keuzerondje Kleuren, Grijs of Zwart-wit om de kleuren van origineel te selecteren. Professionele modus: Open de keuzelijst Documentbron door op de pijl te klikken en selecteer Documenttabel (eigenlijk Glasplaat), als u vanaf de glasplaat wilt scannen.
Professionele modus: Open de keuzelijst Beeldtype door op de pijl te klikken en selecteer het gedetailleerde afbeeldingstype dat u wilt scannen. 5 Instelling bij Beeldtype Type afbeelding dat u wilt scannen 5 48-bit kleuren Kleurenfoto die u kunt wijzigen in een 48-bits beeldbewerkingsprogramma.
In de professionele modus kunt u op elk gewenst moment een andere resolutie selecteren. Voordat u de scanresolutie selecteert, moet u eerst nagaan of u de afbeeldingen wilt vergroten en zo ja, of u dat vóór of na het scannen wilt doen. Ga daarbij uit van de volgende principes: ❏ U wilt de afbeeldingen niet vergroten.
Klik op de pijl van de keuzelijst Resolutie en selecteer het aantal dots per inch waarmee moet worden gescand.
1. Klik op de knop Voorbeeldscan onder in het EPSON Scan-venster. Van de afbeelding(en) wordt een voorbeeldscan gemaakt, die wordt (worden) weergegeven in het Voorbeeldscan-venster: Opmerking: Leg uw document of foto iets van de rand van de glasplaat af, als de rand niet wordt meegescand.
2. U kunt de afbeelding(en) op de volgende manieren aanpassen: ❏ Als u een specifiek scangebied wilt selecteren, klikt u op het pictogram om daarmee een selectiekader in de afbeelding te plaatsen. Dit kader geeft aan welk deel wordt gescand. U kunt dit selectiekader nu naar wens aanpassen. Zie "Scangebied (selectiekader) aanpassen" op pagina 90 voor instructies.
Scangebied (selectiekader) aanpassen Het selectiekader is een bewegende stippellijn aan de rand van uw voorbeeldscan. Dit kader geeft het scangebied aan. U kunt het selectiekader verplaatsen en van formaat veranderen. Het is zelfs mogelijk om in één afbeelding meerdere selectiekaders te gebruiken. Op deze manier scant u verschillende delen van de afbeelding, die allemaal worden opgeslagen in een apart bestand. Volg de onderstaande instructies: 1.
2. Plaats de aanwijzer daar waar de hoek van het selectiekader moet komen en klik. Sleep de kruiscursor met de muisknop ingedrukt naar de andere hoek van het gewenste scangebied. Laat de muisknop nu los. U ziet nu de bewegende stippellijn van het selectiekader. 5 5 5 5 5 5 3. U past het selectiekader aan op een van de volgende manieren: ❏ Als u het selectiekader wilt verplaatsen, plaatst u de aanwijzer ergens binnen het kader. De aanwijzer verandert in een handje.
❏ Als u het selectiekader groter of kleiner wilt maken, plaatst u de aanwijzer op de rand of een van de hoeken van het kader. De aanwijzer verandert in een rechte of schuine tweekoppige pijl. Klik en sleep de rand van het selectiekader naar de gewenste plaats (tot de gewenste grootte is bereikt). Opmerking: Als u het selectiekader verplaatst met de Shift-toets ingedrukt, kan het selectiekader alleen in horizontale of verticale richting worden versleept.
Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen Wanneer u uw afbeeldingen hebt bekeken en het scangebied hebt aangepast, kunt u de beeldkwaliteit eventueel bijregelen. EPSON Scan biedt tal van mogelijkheden om de kleuren, de scherpte en het contrast, maar ook diverse andere aspecten die van invloed zijn op de beeldkwaliteit, te verbeteren. Voordat u uw aanpassingen aanbrengt, moet u eerst op de afbeelding of in het selectiekader klikken voor het gebied dat u wilt aanpassen.
Instelling Beschikbare modus (modi) en beschrijving Kleuren herstellen Thuismodus en professionele modus: Hiermee worden verkleurde foto's automatisch opgefrist. Helderheid Thuismodus, kantoormodus en professionele modus: Hiermee bepaalt u hoe licht of donker de afbeelding in haar geheel is. In de thuismodus klikt u op de knop Helderheid voor deze instelling. In de kantoormodus past u deze instelling aan door op de schuifbalk te klikken en het blokje te verslepen.
Automatische belichting Thuismodus: Automatisch toegepast. 5 Kantoormodus: Klik op de knop Configuratie gevolgd door het tabblad Kleur om bij de schuifbalk Autom. belichting te komen. 5 Professionele modus: Klik op de knop Automatisch belichten. Als u deze optie ingeschakeld wilt laten, klikt u op de knop Configuratie gevolgd door het tabblad Kleur. Vervolgens schakelt u Continue automatische belichting in. U kunt de mate van belichting bijregelen met de schuifbalk.
Kleurenpalet Alleen in de professionele modus: Biedt een grafische interface voor aanpassing van middentinten, zoals de huid, zonder iets te veranderen aan de lichte en donkere delen van de afbeelding. Alleen voor gevorderden. Klik op de knop instelling. Drempelwaarde Kleurenpalet voor deze Thuismodus, kantoormodus en professionele modus: Hiermee past u de aftekening van de zwarte delen van tekst en lijntekeningen aan. Dit verbetert de tekstherkenning van OCR-programma's.
Scanformaat selecteren U kunt uw afbeeldingen scannen op de grootte van het origineel, maar het is ook mogelijk om het formaat tijdens het scannen aan te passen. U doet dit met de optie Doelgrootte van de thuismodus of professionele modus.
Professionele modus Als u uw afbeelding op een bepaald formaat wilt scannen, dan moet u de doelgrootte selecteren na het maken van de voorbeeldscan, maar voordat u het scangebied aanpast (aangegeven door het selectiekader). Zo wordt het scangebied ingesteld op de juiste verhoudingen en wordt uw afbeelding niet verkeerd bijgesneden. Zie "Scangebied weergeven en aanpassen" op pagina 87 voor meer informatie over het maken van een voorbeeldscan van uw afbeeldingen.
1. Bij Doelgrootte kunt u kiezen uit enkele voorgedefinieerde scanformaten. Klik op de pijl van de lijst en selecteer het gewenste formaat. In de voorbeeldscan wordt een selectiekader (stippellijn) weergegeven voor het geselecteerde formaat: 5 5 5 5 5 5 2. Als u een scanformaat wilt gebruiken dat niet in de lijst bij Doelgrootte voorkomt, kunt u zelf een aangepast formaat opgeven. Klik op de pijl van de lijst en selecteer Aanpassen. Het dialoogvenster Doelgrootte verschijnt.
Voer een naam voor het aangepaste formaat in, voer het formaat in en klik vervolgens op de knop Opslaan gevolgd door OK. Het nieuwe formaat wordt toegevoegd aan de keuzelijst Doelgrootte. 3. In de professionele modus hebt u de beschikking over een aantal extra mogelijkheden voor aanpassing van het formaat.
Opmerking: Klik op Help in het EPSON Scan-venster voor meer informatie over het gebruik van de functies voor de doelgrootte. 5. Nu is alles in gereedheid voor het scannen van de afbeelding(en). Zie "De scan voltooien" op pagina 101 voor instructies. 5 5 5 De scan voltooien Wanneer alle scaninstellingen zijn opgegeven, bent u klaar om te scannen. Klik op de knop Scannen. Na enkele ogenblikken worden uw afbeeldingen gescand.
Hoofdstuk 6 De functies van de scanner gebruiken Scannen en opslaan als PDF-bestand Met de automatische documenttoevoer kunt u documenten die uit meerdere pagina's bestaan, scannen en op de computer opslaan als één PDF-bestand. Tijdens het scannen wordt een bewerkingspagina weergegeven. Daarin ziet u de pagina's en kunt u ze eventueel een andere volgorde geven, draaien en verwijderen. U kunt ook een losse pagina op de glasplaat leggen en vervolgens scannen en opslaan als PDF-bestand.
Andere mogelijkheid: selecteer Start > Alle programma's (All Programs) of Programma's (Programs) > EPSON Scan > EPSON Scan. Mac OS X: Open de map Programma's (Applications) en klik op het pictogram EPSON Scan. 3. Klik op de pijl van de keuzelijst Modus rechtsboven in het EPSON Scan-venster en selecteer Professionele modus als deze modus nog niet is geselecteerd.
4. Selecteer ADF - Enkelzijdig of ADF - Dubbelzijdig bij Documentbron als u de automatische documenttoevoer gebruikt. Selecteer Documenttabel (eigenlijk Glasplaat) als u één pagina scant vanaf de glasplaat. 5. Open de keuzelijst Automatische belichting en selecteer het type origineel: Document of Foto. 6. Open de keuzelijst Beeldtype door op de pijl te klikken en selecteer het gedetailleerde afbeeldingstype dat u wilt scannen.
7. Klik op de pijl van de keuzelijst Resolutie en selecteer het aantal dots per inch waarmee moet worden gescand. Zie de onderstaande tabel voor enkele richtlijnen: Wat u met de gescande afbeelding wilt doen Geadviseerde scanresolutie Verzenden per e-mail, uploaden naar internet, alleen weergeven op een scherm 96 tot 150 dpi Afdrukken, met OCR omzetten in tekst die kan worden bewerkt 300 dpi Verzenden per fax 200 dpi 6 6 6 6 8. Klik op de knop Voorbeeldscan onder in het EPSON Scan-venster.
❏ Zie "Scangebied (selectiekader) aanpassen" op pagina 90 als u vanaf de glasplaat scant. 10. Ga in het EPSON Scan-venster naar het gedeelte Aanpassingen en geef daar de gewenste instellingen op (zie onderstaande tabel). Instelling Beschikbare modus (modi) en beschrijving Kleuren herstellen Hiermee worden verkleurde foto's automatisch opgefrist. Helderheid Hiermee bepaalt u hoe licht of donker de afbeelding in haar geheel is. Klik op de knop instelling.
Ontrasteren Histogram Tooncorrectie Hiermee verwijdert u de ribbelpatronen die zichtbaar kunnen worden in subtiele kleuren, zoals de huid. Ook krijgt u hiermee een beter resultaat bij het scannen van foto's uit tijdschriften of kranten die zelf rasters hebben gebruikt bij het drukken. Het resultaat van het ontrasterfilter is niet zichtbaar in de voorbeeldscan, alleen in de definitieve scan. 6 Klik op de knop deze instelling.
12. Het dialoogvenster Instellingen voor Bewaar bestand verschijnt: Selecteer PDF als bestandstype. Eronder worden de actieve instellingen voor het papierformaat, de afdrukstand, de marge en de compressie weergegeven.
13. Klik op de knop Opties als u de huidige PDF-instellingen wilt wijzigen. Het venster met PDF-instellingen verschijnt: 6 6 6 6 6 6 Selecteer de gewenste instellingen voor uw document en klik op OK. U keert terug naar het dialoogvenster Instellingen voor Bewaar bestand. 14. Klik op OK wanneer u de gewenste instellingen hebt opgegeven.
15. Als u klaar bent met het scannen van het document en de gescande pagina's in het klein wilt weergeven, klikt u op Pagina bewerken en gaat u naar stap 16. Als u nog meer pagina's wilt scannen, klikt u op Pag. toevoegen. Plaats vervolgens uw originelen op de scanner en klik op Scannen. Wanneer u klaar bent, klikt u op Pagina bewerken en gaat u verder bij stap 16. Als u klaar bent met scannen en het bestand wilt opslaan zonder de pagina's te wijzigen, klikt u op Bestand opslaan en gaat u naar stap 18. 16.
Als u pagina's wilt draaien of verwijderen, klikt u op de desbetreffende pagina's of gebruikt u de pictogrammen voor de oneven pagina's, voor de even pagina's of voor alle pagina's. Klik vervolgens op het pictogram (links) of (rechts) om ze te draaien of om ze te verwijderen. Opmerking: Het pictogram (verwijderen) kan niet worden gebruikt wanneer alle pagina's van het document zijn geselecteerd. 6 6 6 17. Klik op OK wanneer u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht.
❏ zeer dicht op elkaar staande tekst; ❏ tekst in tabellen of onderstreepte tekst; ❏ cursieve lettertypen en tekengrootten van minder dan 8 punten. Scannen met een OCR-programma Ga als volgt te werk om tekst te scannen en om te zetten met een OCR-programma. Zie de documentatie van het programma in kwestie voor meer informatie. 1. Plaats uw originele document op de scanner.
❏ U maakt een voorbeeldscan en selecteert eventueel het scangebied. 6 Zie "Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren" op pagina 42 als u scant met de automatische documenttoevoer. 6 Zie "Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren" op pagina 74 als u vanaf de glasplaat scant. 6 Thuismodus ❏ Selecteer Magazine, Krant of Tekst/lijntekeningen bij Documenttype. ❏ Selecteer Zwart-wit of Kleur bij Beeldtype. 6 6 6 ❏ Kies Printer of Andere bij Bestemming.
Zie "Scangebied weergeven en aanpassen" op pagina 87 als u vanaf de glasplaat scant. Opmerking: Als uw tekst niet goed wordt herkend, kunt u de herkenning verbeteren door de instelling bij Drempelwaarde aan te passen. Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 59 als u scant met de automatische documenttoevoer. Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 93 als u vanaf de glasplaat scant. 5. Klik op Scannen.
Ga als volgt te werk om de kleuren te herstellen met EPSON Scan: 1. Leg uw originele foto op de glasplaat. Zie "Originelen op de glasplaat leggen" op pagina 28 voor instructies. 6 Opmerking: Plaats geen foto's in de automatische documenttoevoer. 6 2. Start EPSON Scan. Voor instructies: ❏ "Scannen met EPSON Scan" op pagina 68 ❏ "Scannen met een ander scanprogramma" op pagina 70 3. Wanneer EPSON Scan verschijnt, selecteert u Thuismodus of Professionele modus rechtsboven in het venster, indien nodig.
❏ Professionele modus: Ga naar het deel met aanpassingen en schakel daar het selectievakje Kleuren herstellen in. 7. Breng eventueel nog meer aanpassingen aan in de beeldinstellingen. Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 93 voor instructies. 8. Geef uw afbeelding het gewenste formaat. Zie "Scanformaat selecteren" op pagina 97 voor instructies.
9. Klik op de knop Scannen om de afbeelding te scannen en tegelijk de kleuren van die afbeelding op te frissen. Wat er na het scannen gebeurt, hangt af van de manier waarop u EPSON Scan hebt gestart. Zie "De scan voltooien" op pagina 101 voor meer informatie hierover. 6 6 6 Programma's toewijzen aan de knop Start Wanneer u voor het eerst op de knop a Start drukt, wordt EPSON Scan geopend in de kantoormodus.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw scanner en selecteer Eigenschappen (Properties). Het volgende dialoogvenster verschijnt: 4. Klik op het tabblad Gebeurtenissen (Events). 5. Kies in de lijst Selecteer een gebeurtenis (Select an event) de knop a Start (aangegeven met Start Button). 6. Kies in de lijst Uitvoeren (Start this program) het programma dat u wilt toewijzen. De lijst bevat alleen programma's die hiervoor geschikt zijn.
Programma toewijzen bij gebruik van Windows 98 Tweede Editie, Me en 2000 1. Klik achtereenvolgens op Start > Instellingen (Settings) > Configuratiescherm (Control Panel). 2. Dubbelklik op het pictogram Scanners en camera's (Scanners and Cameras). 6 6 6 3. Ga op een van de volgende manieren te werk: 6 Windows Me: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw scanner en selecteer Eigenschappen (Properties).
4. Klik op het tabblad Gebeurtenissen (Events). 5. Kies in de lijst Scannergebeurtenissen (Scanner events) de knop a Start (aangegeven met Start Button). 6. Schakel in de lijst Naar deze toepassing kopiëren (Send to this application) het selectievakje in van het programma dat u wilt toewijzen. De lijst bevat alleen programma's die hiervoor geschikt zijn. Opmerking: Als u na een druk op de knop a Start wilt kunnen kiezen uit een aantal programma's, moet u in de lijst meerdere programma's opgeven.
Hoofdstuk 7 7 De apart verkrijgbare Network Image Express Card gebruiken 7 7 Network Image Express Card installeren Met de EPSON Network Image Express Card (B808392) kunt u de scanner gebruiken in het netwerk zonder dat de scanner op een als server functionerende computer hoeft te worden aangesloten. Zie de documentatie die u bij de kaart hebt gekregen voor meer informatie. c Let op: ❏ Installeer geen andere kaarten in uw scanner. Dit kan de scanner beschadigen.
2. Trek het netsnoer uit het stopcontact en trek alle kabels los van de scanner. (Laat de kabel waarmee de automatische documenttoevoer op de scanner is aangesloten gewoon zitten.) 3. Draai de twee schroefjes van het afdekplaatje los met een kruiskopschroevendraaier en verwijder het plaatje. Bewaar de twee schroefjes. Misschien wilt u het afdekplaatje later weer aanbrengen. 4. Steek de Network Image Express Card in de daarvoor bestemde sleuf van de scanner.
5. Draai de kaart goed vast. 7 7 7 7 7 6. Steek de stekker van de scanner in het stopcontact. 7. Zet de scanner aan terwijl u de resetknop op de kaart 10 seconden ingedrukt houdt. Zo wordt de kaart geïnitialiseerd. Het rode statuslampje en groene gegevenslampje gaan branden. Opmerking: Wanneer u de Network Image Express Card (opnieuw) in de scanner plaatst, moet u de kaart (opnieuw) initialiseren. 7 7 7 7 8. Zet de scanner uit.
Kaart en scanner aansluiten op een netwerkhub 1. Steek het ene uiteinde van een Ethernet-kabel (STP CAT5) in de RJ-45-connector van de Network Image Express Card en het andere uiteinde in een hub van uw netwerk. c Let op: ❏ U moet de Network Image Express Card aansluiten met een CAT5 STP-netwerkkabel. Zo voorkomt u storingen. ❏ U mag de Network Image Express Card nooit rechtstreeks op uw computer aansluiten. Gebruik altijd een netwerkhub.
3. Controleer de lampjes op de Network Image Express Card. De initialisatie loopt zolang het rode statuslampje en groene gegevenslampje branden. Zodra het oranje statuslampje gaat branden, is de initialisatie voltooid. 7 7 Clientcomputers geschikt maken om te scannen in het netwerk 7 Voor gebruik in het netwerk moet er in elke clientcomputer in het netwerk een netwerkkaart met bijbehorende driver geïnstalleerd zijn. Zie de documentatie die u bij de kaart hebt gekregen voor precieze instructies.
1. Windows XP: Klik op Start, klikt met de rechtermuisknop op Mijn netwerklocaties (My Network Places) en selecteer Eigenschappen (Properties). Windows 2000: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Mijn netwerklocaties (My Network Places) en selecteer Eigenschappen (Properties).
2. Dubbelklik op LAN-verbinding (Local Area Connection). 7 7 7 7 7 3. Klik op Eigenschappen (Properties).
4. Zorg ervoor dat het selectievakje Internet-protocol (TCP/IP) is ingeschakeld in het dialoogvenster Eigenschappen voor LAN-verbinding (Local Area Connection Properties). Ga naar stap 5 als Internet-protocol (TCP/IP) niet in de lijst voorkomt. Ga naar "Scannen via het netwerk" op pagina 132 als deze optie wel in de lijst staat. 5. Klik op Installeren (Install). Het dialoogvenster Type netwerkonderdeel selecteren (Select Network Component Type) verschijnt.
6. Selecteer Protocol in de lijst en klik op Toevoegen (Add). 7 7 7 7 7 7. Selecteer Internet-protocol (TCP/IP) en klik op OK. 7 7 7 7 8. Zorg ervoor dat het selectievakje Internet-protocol (TCP/IP) is ingeschakeld en klik op OK. Ga vervolgens naar "Scannen via het netwerk" op pagina 132. Windows 98 Tweede Editie of Me 1. Klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en selecteer Configuratiescherm (Control Panel).
2. Dubbelklik op het pictogram Netwerk (Network). 3. Klik in het dialoogvenster Netwerk (Network) op het tabblad Configuratie (Configuration). 4. Kijk of TCP/IP in de lijst met netwerkonderdelen staat.
Als TCP/IP in de lijst staat, gaat u naar "Scannen via het netwerk" op pagina 132. Ga anders naar stap 5. 7 5. Klik op Toevoegen (Add). Het dialoogvenster Type netwerkonderdeel selecteren (Select Network Component Type) verschijnt. 6. Selecteer Protocol in de lijst en klik op Toevoegen (Add). 7 7 7 7 7 7. Selecteer Microsoft onder Fabrikanten (Manufacturers) en TCP/IP onder Netwerkprotocollen (Network Protocols). Klik vervolgens op OK. 7 7 7 7 7 8.
Scannen via het netwerk EPSON Scan Instellingen starten Zorg ervoor dat de Epson-scanner en Network Image Express Card aanstaan en normaal werken. Volg nu de onderstaande instructies om scannen via het netwerk mogelijk te maken met behulp van het onderdeel EPSON Scan Instellingen. Opmerking: ❏ Om software te kunnen installeren onder Windows XP of 2000 moet u zijn aangemeld als gebruiker met beheerdersrechten.
2. Start EPSON Scan Instellingen. Windows: Klik op Start > Alle programma's (All Programs) (Windows XP) of Programma's (Programs) (Windows Me, 98 Tweede Editie en 2000) > EPSON Scan > EPSON Scan Instellingen. 7 7 7 7 7 Mac OS X: Klik op het pictogram EPSON Scan Instellingen in de map met hulpprogramma's.
3. Selecteer EPSON GT-2500 in de keuzelijst Selecteer scanner. 4. Selecteer het keuzerondje Netwerk en klik op de knop Toevoegen.
5. Selecteer in het venster Toevoegen onder Zoeken naar adressen het IP-adres van de Network Image Express Card of selecteer het keuzerondje Adres opgeven en voer zelf het adres in. Klik vervolgens op de knop OK.
6. Klik in het venster EPSON Scan Instellingen op de knop Test om de verbinding te testen. Als alles goed werkt, wordt onder Scannerstatus aangegeven dat de test is geslaagd. 7. Klik op OK om de instellingen op te slaan.
Afbeelding scannen Opmerking: Voordat u kunt scannen via de Network Image Express Card, moet u eerst het IP-adres ervan opgegeven. Zie "EPSON Scan Instellingen starten" op pagina 132 voor instructies. 7 7 7 1. Zet de scanner en clientcomputer aan. 2. Dubbelklik op de clientcomputer op het pictogram EPSON Scan op het bureaublad (Windows) of open het programma via de map Programma's (Applications) (Mac OS X). 7 3.
Hoofdstuk 8 Onderhoud De scanner schoonmaken Om de scanner in topvorm te houden moet u hem regelmatig schoonmaken volgens de onderstaande instructies. 1. Zet de scanner uit met de aan-uitknop. 2. Trek het netsnoer uit de scanner. 3. Maak de behuizing schoon met water met een mild schoonmaakmiddel. 4. Als de glasplaat vies is, veegt u deze schoon met een zachte, droge doek.
5. Als de onderkant van de automatische documenttoevoer vies wordt, maakt u dit deel schoon zoals beschreven in stap 4. Maak ook de linkerkant van de glasplaat schoon. 8 8 a 8 8 8 8 8 b 8 a. onderkant van automatische documenttoevoer b.
c Let op: ❏ Let erop dat u nooit te hard op de glasplaat drukt. ❏ Voorkom krassen en beschadigingen op het glas en gebruik bij het schoonmaken geen harde, schurende borstels. Een beschadigde glasplaat resulteert in een mindere scankwaliteit. ❏ Maak de scanner nooit schoon met alcohol, thinner of bijtende oplosmiddelen. Deze chemicaliën kunnen zowel het binnenwerk als de behuizing van de scanner beschadigen.
De scanner vervoeren Wanneer u de scanner over een grote afstand verplaatst of gedurende langere tijd niet gebruikt, moet u het loopstuk van de scanner en transparanteneenheid vastzetten om beschadiging te voorkomen. ew N :F ra o sin g lce 1. Steek de stekker van de scanner in het stopcontact, sluit de scanner aan op de computer, zet de scanner aan met de aan-uitknop en wacht tot het lampje ophoudt met knipperen. 2.
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen De lampjes op de scanner N ew :F ra o sin g lce Wanneer een fout optreedt, stopt de scanner zijn activiteiten en knipperen de lampjes Ready en Error. Dit duidt op een van de volgende problemen: ❏ De scanner is niet goed aangesloten op de computer of de software is niet volledig geïnstalleerd. Zie de poster Hier beginnen die u bij de scanner hebt gekregen voor meer informatie over het installeren van de scansoftware en het aansluiten van de scanner op de computer.
Wanneer u deze oplossingen hebt geprobeerd, zet u de scanner uit en weer aan (met de aan-uitknop). 9 Als de lampjes Ready en Error nog steeds knipperen: 9 ❏ Misschien is de scanner defect. ❏ Misschien moet de scanlamp worden vervangen. 9 ❏ Misschien is de automatische documenttoevoer defect. Neem contact op met uw leverancier of EPSON. Zie "Contact opnemen met de klantenservice" op pagina 171 voor meer informatie hierover.
De scanner scant niet ❏ Wacht tot het groene lampje Ready gaat branden, wat wil zeggen dat de scanner gereed is om te scannen. ❏ Uw systeem kan ook problemen ondervinden als u een andere USB-kabel gebruikt dan de kabel die u bij de scanner hebt gekregen. ❏ De mogelijkheid bestaat dat de scanner niet goed werkt wanneer deze op de computer is aangesloten via meer dan één hub. Probeer de scanner rechtstreeks aan te sluiten op de USB-poort van de computer of via slechts één hub.
De scanner wordt niet herkend door uw systeem Controleer eerst de aansluiting tussen de scanner en de computer. ❏ Controleer of het netsnoer van de scanner goed is aangesloten op de scanner en een normaal functionerend stopcontact, en of de scanner is aangezet met de aan-uitknop. ❏ Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten op de scanner en computer, en of de kabel niet is beschadigd.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk: ❏ Windows XP en 2000: Klik op het tabblad Hardware en klik vervolgens op de knop Apparaatbeheer (Device Manager). ❏ Windows Me en 98 Tweede Editie: Klik op het tabblad Apparaatbeheer (Device Manager). 3. Ga met de schuifbalk verder omlaag en klik op USB-controllers (Universal Serial Bus controllers).
Het juiste programma wordt niet geopend na een druk op de knop Start op de scanner 9 ❏ Zorg ervoor dat EPSON Scan goed is geïnstalleerd. Zie de poster Hier beginnen voor instructies. ❏ Controleer of uw Windows-systeem goed is ingesteld voor scannergebeurtenissen: Windows XP: Klik op het tabblad Gebeurtenissen (Events) in het dialoogvenster Eigenschappen (Properties) van uw scanner en zorg ervoor dat Niets doen (Take no action) niet is geselecteerd.
Het is niet mogelijk om meerdere afbeeldingen tegelijk te scannen ❏ Laat steeds minimaal 20 mm (0,8 inch) ruimte tussen de verschillende foto's op de glasplaat. ❏ Controleer of uw scanprogramma wel meerdere afbeeldingen kan scannen. ❏ Zie "Documenten in de automatische documenttoevoer plaatsen" op pagina 24 voor oplossingen als u scant met de automatische documenttoevoer.
❏ De mogelijkheid bestaat dat de scanner niet goed werkt wanneer uw computer stand-by (Windows) of in de sluimerstand (Mac OS X) staat. Start EPSON Scan opnieuw en probeer opnieuw te scannen. ❏ De mogelijkheid bestaat dat de scanner niet goed werkt na een upgrade van uw besturingssysteem zonder EPSON Scan opnieuw te installeren. Zie "Scansoftware verwijderen" op pagina 167 voor meer informatie over het verwijderen en opnieuw installeren van de software.
De scansoftware werkt niet optimaal ❏ Zorg ervoor dat uw computer voldoende geheugen heeft en beantwoordt aan alle systeemvereisten die uw software stelt. Raadpleeg de documentatie van uw software en computer voor meer informatie. ❏ Controleer in Windows of uw scanner meer dan eens vermeld staat in het onderdeel Scanners en camera's (Scanners and Cameras).
Het scannen duurt lang ❏ Computers met een poort die USB 2.0 (Hi-Speed) aankan, zijn sneller dan computers met USB 1.1. Als uw scanner is aangesloten op een USB 2.0-poort, controleer dan of aan alle systeemvereisten is voldaan. Zie "Systeemvereisten" op pagina 173 voor meer informatie hierover. ❏ Gebruik voor het scannen een lagere waarde bij Resolutie. Het scannen gaat dan sneller. Zie "Scanresolutie selecteren" op pagina 52 als u scant met de automatische documenttoevoer.
Problemen met de scankwaliteit De randen van het document worden niet gescand Plaats het document circa 2 mm (0,1 inch) van de rand van de glasplaat om te vermijden dat een deel niet wordt gescand. a a a.
De gescande afbeelding bestaat uit niet meer dan een paar punten ❏ Controleer of er een document op de glasplaat van de scanner ligt, met de te scannen zijde naar beneden. Zie "Originelen op de glasplaat leggen" op pagina 28 voor meer informatie hierover. ❏ Wijzig de instelling bij Drempelwaarde wanneer u in de thuismodus of professionele modus de optie Zwart-wit hebt ingesteld om te scannen. Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 93 voor instructies.
Rechte lijnen worden in de afbeelding scheef weergegeven Zorg ervoor dat het document volledig recht op de glasplaat ligt. Maak gebruik van de markeringen aan de bovenkant en de zijkant van de glasplaat om het document recht te leggen. De afbeelding is vervormd of wazig ❏ Zorg ervoor dat het document volledig plat op de glasplaat ligt. Ook mag uw document geen kreukels of vouwen bevatten. c Let op: Plaats geen zware voorwerpen op de glasplaat.
❏ Schakel in de kantoormodus of professionele modus van EPSON Scan het selectievakje Verscherpen in. 9 Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 59 voor instructies als u scant met de automatische documenttoevoer. 9 Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 93 als u vanaf de glasplaat scant. 9 ❏ Wijzig in het hoofdvenster van de kantoormodus of professionele modus de instelling bij Automatische belichting.
De kleuren aan de randen van de afbeelding zijn vlekkerig of vervormd Als uw document erg dik of gekruld aan de randen is, moet u de randen met papier bedekken om externe lichtinval te voorkomen. De gescande afbeelding is te donker ❏ Wijzig het Schermgamma van de gescande afbeelding voor uw uitvoerapparaat (zoals een monitor of printer) in het dialoogvenster Configuratie van EPSON Scan. Zie de Help van EPSON Scan voor meer informatie.
❏ Wijzig in het hoofdvenster van de kantoormodus of professionele modus de instelling bij Automatische belichting. 9 Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 59 voor instructies als u scant met de automatische documenttoevoer. Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 93 als u vanaf de glasplaat scant. ❏ Probeer de volgende instellingen in het dialoogvenster Configuratie: Kleurencontrole, Continue automatische belichting en Aanbevolen waarde op het tabblad Kleur.
In de gescande afbeelding is te zien wat er achter op het origineel staat Als uw origineel op dun papier staat, kan de achterzijde doorschijnen. Dit doorschijnende beeld wordt meegescand en dus zichtbaar gemaakt in de scan. Leg een vel zwart papier achter uw origineel tijdens het scannen. Zorg er ook voor dat u de juiste instellingen gebruikt bij Documenttype en Beeldtype. Zie "Basisinstellingen selecteren" op pagina 50 als u scant met de automatische documenttoevoer.
❏ Schakel het selectievakje Ontrasteren in EPSON Scan in. 9 In de kantoormodus of professionele modus moet u bovendien het selectievakje Verscherpen uitschakelen. Geef in de professionele modus de juiste Screen Ruling voor het ontrasterfilter op. Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 59 voor instructies als u scant met de automatische documenttoevoer. Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 93 als u vanaf de glasplaat scant. ❏ Verlaag de resolutie.
Tekst wordt niet goed herkend bij het gebruik van OCR ❏ Zorg ervoor dat het document volledig recht op de glasplaat ligt. Maak gebruik van de markeringen aan de bovenkant en de zijkant van de glasplaat om het document recht te leggen. ❏ In de kantoormodus of thuismodus selecteert u Zwart-wit bij Beeldtype. Pas vervolgens de drempelwaarde aan. In de professionele modus selecteert u Geen als optie voor Zwart-wit. Pas vervolgens de drempelwaarde aan.
❏ Wijzig in het hoofdvenster van de kantoormodus of professionele modus de instelling bij Automatische belichting. Probeer ook een andere instelling bij Tooncorrectie. 9 Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 59 voor instructies als u scant met de automatische documenttoevoer. Zie "Kleur- en andere beeldinstellingen aanpassen" op pagina 93 als u vanaf de glasplaat scant.
Problemen met de automatische documenttoevoer U kunt niet scannen met de automatische documenttoevoer ❏ Zorg ervoor dat de kantoormodus of professionele modus is geselecteerd in EPSON Scan. Zie "De scanmodus wijzigen" op pagina 49 voor instructies. ❏ Zorg ervoor dat ADF - Enkelzijdig, ADF - Dubbelzijdig of Automatisch detecteren is geselecteerd bij Documentbron in EPSON Scan. Zie "Instellingen voor de kantoormodus van EPSON Scan selecteren" op pagina 42 voor instructies.
Vastgelopen papier in de automatische documenttoevoer 9 Als er papier is vastgelopen binnen in de automatische documenttoevoer, moet u de automatische documenttoevoer openen en al het papier van de glasplaat verwijderen. Kijk vervolgens of er papier uit een van beide zijden van de documenttoevoer steekt. Ga als volgt te werk als er nog steeds papier vastzit: 9 9 1. Zet de scanner uit met de aan-uitknop. 9 2. Sluit de automatische documenttoevoer, mocht die open staan. 9 3.
4. Klap de papiergeleider open en verwijder het vastgelopen papier. Trek niet te hard, want anders scheurt het papier, waardoor het moeilijker wordt om het te verwijderen. Ga naar stap 5 als u het papier niet gemakkelijk kunt verwijderen. 5. Als het grootste deel van het papier aan de bovenkant uit de toevoer steekt, dan verwijdert u het papier door de uitvoerrol in de getoonde richting (zie illustratie) te draaien. Verwijder het papier voorzichtig.
Als het grootste deel van het papier aan de kant van de uitvoerlade zit, dan trekt u het papier voorzichtig in de aangegeven richting. Draai de uitvoerrol eventueel in de aangegeven richting (zie illustratie) om het papier los te maken.
6. Doe de klep aan de bovenkant van de automatische documenttoevoer weer dicht nadat u het papier hebt verwijderd. Problemen met de apart verkrijgbare Network Image Express Card Scannen via de apart verkrijgbare Network Image Express Card lukt niet Zorg ervoor dat het IP-adres van de Network Image Express Card is ingesteld. Zie de documentatie die u bij de kaart hebt gekregen.
Scansoftware verwijderen 9 Sommige problemen kunnen worden opgelost door de scansoftware te verwijderen en opnieuw te installeren. Dit kan ook nodig zijn na een upgrade van uw besturingssysteem. De installatie van EPSON Scan ongedaan maken Verwijder EPSON Scan aan de hand van de instructies in het gedeelte voor uw besturingssysteem. 9 9 9 9 Windows Opmerking: ❏ De illustraties in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows XP.
4. Klik op EPSON Scan in de lijst met geïnstalleerde programma's en klik vervolgens op Wijzigen/Verwijderen (Change/Remove) (Windows XP en 2000) of Toevoegen/Verwijderen (Add/Remove) (Windows Me en 98 Tweede Editie). 5. Klik op Ja wanneer u om bevestiging wordt gevraagd. 6. Volg de instructies op het scherm om EPSON Scan te verwijderen. In bepaalde gevallen wordt u gevraagd de computer opnieuw te starten.
Mac OS X 1. Plaats de cd-rom met scansoftware in de cd-rom- of dvd-lezer. 2. Dubbelklik op het cd-rompictogram EPSON op het bureaublad. 9 9 3. Open de map EPSON Scan. 9 4. Dubbelklik op het pictogram EPSON Scan Installer. Opmerking: Als het autorisatievenster wordt weergegeven, klikt u op het sleutelpictogram, voert u de naam en het wachtwoord van de beheerder in en klikt u op OK gevolgd door Ga door (Continue). 5. Klik op Accepteer (Accept) wanneer de licentieovereenkomst verschijnt.
De online-gebruikershandleiding verwijderen Verwijder deze online-Gebruikershandleiding aan de hand van de instructies in het gedeelte voor uw besturingssysteem. Windows Opmerking: Om software te kunnen verwijderen onder Windows XP of 2000 moet u zijn aangemeld als gebruiker met beheerdersrechten (Windows XP) of als gebruiker uit de groep Administrators (Windows 2000). 1. Zet de scanner uit met de aan-uitknop. 2. Trek de USB-kabel van de scanner uit de computer. 3.
Appendix A A Hulp vragen A Technische ondersteuning (website) Ga via http://www.epson.com naar uw lokale Epson-website voor de nieuwste drivers, vragen en antwoorden, handleidingen en ander materiaal om te downloaden. De website van Epson voor technische ondersteuning biedt hulp bij problemen die niet kunnen worden opgelost met de informatie in uw documentatie. Als u een webbrowser en internetaansluiting hebt, kunt u de website bezoeken op: A A A A http://support.epson.
❏ serienummer van het product; (Het serienummer vindt u op een etiket aan de achterzijde van de scanner.) ❏ model van uw scanner; ❏ versie van de scansoftware; (Voor het versienummer klikt u op de knop Over, Versie-info of een vergelijkbare knop in uw toepassing.) ❏ merk en model van uw computer; ❏ naam en versie van uw besturingssysteem; ❏ de namen en versienummers van de toepassing(en) die u meestal met de scanner gebruikt.
Appendix B B Technische specificaties B Systeemvereisten Zorg ervoor dat uw systeem aan de hierna beschreven vereisten voldoet voordat u de scanner in gebruik neemt. Systeemvereisten voor Windows Controleer uw Windows-systeem en ga na welk type interface u gebruikt. Zie hieronder het gedeelte voor uw systeem. USB 2.
USB 1.1-poorten Systeem Microsoft Windows XP Home Edition of Professional, Me, 98 Tweede Editie of Windows 2000 Professional (Windows 95 waar later een upgrade overheen is geïnstalleerd, wordt niet ondersteund) De USB-interface moet in Full Speed-modus worden gebruikt.
Opmerking: ❏ USB 2.0 is neerwaarts compatibel met USB 1.1. ❏ EPSON Scan kan niet overweg met het UNIX-bestandssysteem voor Mac OS X. Installeer EPSON Scan daarom op een schijf of partitie waarop dit bestandssysteem niet wordt gebruikt. USB 1.1-poorten Systeem B B B Mac OS X 10.2 of hoger B Snelle gebruikersoverschakeling (Fast User Switching) wordt niet ondersteund in Mac OS X 10.3. Interface Macintosh USB Beeldscherm Kleurenmonitor, schermresolutie van 800 × 600 of meer en 32.
Scanspecificaties Opmerking: Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Algemeen 176 Type scanner Flatbed, kleuren Foto-elektrisch apparaat Kleuren CCD-lijnsensor Effectieve pixels 10.200 × 14.
Interfaces Eén USB-poort Eén sleuf voor een apart verkrijgbare netwerkkaart Lichtbron Witte fluorescerende lamp met koude kathode B Mechanische specificaties Afmetingen Gewicht B B Breedte: 468 mm (18,4 inch) Diepte: 395 mm (15,6 inch) Hoogte: 200 mm (7,9 inch) B Circa 10 kg (22 lb) B Elektrische specificaties B Opmerking: Het voltage van de scanner staat aangegeven op een etiket op de lichtnetadapter of op de achterzijde van de scanner zelf.
Lichtnetadapter N ew :F ra o sin g lce 100-120 V-model A371B 220-240 V-model A311E Wisselspanning 100 tot 120 V Wisselspanning 220 tot 240 V 0,8 A 0,4 A Nominale ingangsspanning Nominale ingangsstroom Nominale frequentie 50 tot 60 Hz Nominale uitgangsspanning Gelijkspanning 24 V Nominale uitgangsstroom 1,4 A Omgevingsspecificaties Temperatuur Vochtigheid Gebruik 5 tot 35 °C (41 tot 95 °F) (scannen zonder automatische documenttoevoer: 10 tot 32 °C (50 tot 90 °F)) Opslag -25 tot 60 °C (-13 t
Interfaces B USB-interface B Type interface Universal Serial Bus Specification Revision 2.0 Elektrische standaard Full Speed-modus (12 Mbit/s) en Hi-Speed-modus (480 Mbit/s), conform Universal Serial Bus Specification Revision 2.0.
Australisch model: EMC AS/NZS CISPR22 klasse B Lichtnetadapter Amerikaans model: Veiligheid UL 60950-1 CAN/CSA-C22.2 No. 60950-1 EMC FCC lid 15 sublid B klasse B CAN/CSA-CEI/IEC CISPR22 klasse B Europees model: Laagspanningsrichtlijn 73/2323EEG, EMC-richtlijn 89/336/EEG EN 60950-1 EMC EN55022 klasse B EN61000-3-2 EN61000-3-3 EN55024 Australisch model: 180 Veiligheid AS/NZS 60950.
Index A Automatische documenttoevoer documenten plaatsen in, 24 documentspecificaties, 26 papier vastgelopen in, 163 problemen, 162 scannen met, 42 automatische documenttoevoer, 162 B Bestanden scannen en opslaan als (automatische documenttoevoer), 45 scannen en opslaan in, 77 Besturingssysteem, opwaarderen, 167 C Contacting EPSON, 171 Contact opnemen met Epson, 171 Customer support, 171 D Dikke documenten, 32 Documenten of foto's dik, 32 groot, 32 kleuren herstellen van, 114 op scanner plaatsen, 28 plaa
E EPSON Scan basisinstellingen, 82 basisinstellingen (automatische documenttoevoer), 50 beeldinstellingen, 93 beeldinstellingen (automatische documenttoevoer), 59 installatie ongedaan maken, 167 instellingen selecteren, 77 instellingen selecteren (automatische documenttoevoer), 45 kleur, aanpassen, 93 kleur, aanpassen (automatische documenttoevoer), 59 modi, overzicht, 72 modi, overzicht (automatische documenttoevoer), 40 overzicht, 17 problemen, 148 resolutie, 75, 85 resolutie (automatische documenttoevoer
Fouten, scanner, 142 G Gelijkspanningsingang, 21 Grote documenten, 32 H Help Epson, 171 Herstellen van kleuren, 114 I Instellingen EPSON Scan selecteren (automatische documenttoevoer), 45 selecteren voor EPSON Scan, 77 Instellingen voor Bewaar bestand selecteren, 77 selecteren (automatische documenttoevoer), 45 K Kantoormodus basisinstellingen, 74 basisinstellingen (automatische documenttoevoer), 42 resolutie, 75 resolutie (automatische documenttoevoer), 43 scanformaat, 75 scanformaat (automatische docu
status, 22 Lichtnetadapter specificaties, 176 M Modus, wijzigen, 81 Modus, wijzigen (automatische documenttoevoer), 49 N Netaansluiting, 21 Network Image Express Card clientcomputers instellen, 125 installeren, 121 problemen met, 166 scannen via het netwerk, 132 scanner aansluiten op, 124 TCP/IP, 125 O OCR (Optical Character Recognition) gebruiken, 111 problemen met, 160 Onderdelen, scanner, 19 Onderhoud, scanner, 138 Ontrasteren, 158 Oplossen, problemen, 142 Overzicht EPSON Scan, 17 EPSON Scan-modi, 72
scanner, 143 scansoftware, 148 Professionele modus basisinstellingen, 82 basisinstellingen (automatische documenttoevoer), 50 beeldinstellingen, 93 beeldinstellingen (automatische documenttoevoer), 59 kleur, aanpassen, 93 kleur, aanpassen (automatische documenttoevoer), 59 resolutie, 85 resolutie (automatische documenttoevoer), 52 scanformaat, 97 scanformaat (automatische documenttoevoer), 62 scangebied, 87 scangebied (automatische documenttoevoer), 54 scan voltooien, 101 scan voltooien (automatische docume
problemen, 143 schoonmaken, 138 specificaties, 176 systeemvereisten, 173 transportvergrendeling, 19 vervoeren, 141 Scannerknop functie, 23 locatie, 19 programma's toewijzen aan, 117 scannen met (automatische documenttoevoer), 34 Scansoftware overzicht, 16 problemen, 148 scanknop toewijzen aan, 117 scannen met andere programma's, 70 scannen met andere programma's (automatische documenttoevoer), 37 systeemvereisten, 173 verwijderen, 167 Scans omzetten in tekst, 111 Schoonmaken, scanner, 138 Service, 171 Softw
beeldinstellingen, 93 kleur, aanpassen, 93 resolutie, 85 scanformaat, 97 scangebied, 87 scan voltooien, 101 selectiekader, aanpassen, 90 voorbeeldscan maken, 87 Transportvergrendeling, 19, 141 Transportvergrendeling, scanner, 19 U USB locatie van aansluiting, 21 problemen, 143 specificaties, 179 systeemvereisten, 173 V Vergrendeling, scanner, 141 Verkleurde foto's, 114 Vervoeren van de scanner, 141 Vervormde afbeelding, 154 Voorbeeldscan maken, 75, 87 Voorbeeldscan maken (automatische documenttoevoer), 43