Operation Manual

Opmerking:
Voor een printer die via USB is aangesloten in Windows 2000 schakelt u de printer weer in nadat het
bericht "Updated printer settings. (De printerinstellingen zijn bijgewerkt.)" is weergegeven.
De printer instellen in een netwerk
De printer delen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer kunt delen in een standaard Windows-netwerk.
De computers in een netwerk kunnen een printer delen die rechtstreeks is aangesloten op een van de
computers. De computer die rechtstreeks op de printer is aangesloten, fungeert als printerserver; de
andere computers zijn de clients die toestemming nodig hebben om de printer te kunnen delen met de
printerserver. De clients delen de printer via de printerserver.
Afhankelijk van de versies van het Windows-besturingssysteem en uw toegangsrechten in het
netwerk, kunt u de gewenste instellingen voor de printerserver en de clients opgeven.
Zie “De printer instellen in een netwerk” op pagina 38.
Zie “Instellen van de clients” op pagina 43.
Opmerking:
Als de printer wordt gedeeld, moet u EPSON Status Monitor 3 zodanig instellen dat de gedeelde
printer op de printerserver en op clientcomputers kan worden gecontroleerd. Zie “EPSON Status
Monitor 3 instellen” op pagina 33.
Als u verbinding hebt met een printer die via Windows XP wordt gedeeld, worden foutmeldingen en
waarschuwingen niet weergegeven tijdens het afdrukken. U verhelpt dit probleem door Windows XP
Service Pack 1 of hoger te installeren.
Als u via een router verbinding hebt met een gedeelde printer, worden wegens de routerinstellingen
foutmeldingen en waarschuwingen voor gedeelde printers tijdens het afdrukken soms niet
weergegeven.
De printerserver en de clients dienen op hetzelfde netwerksysteem te worden ingesteld en vooraf
onder hetzelfde netwerkbeheer te worden opgezet.
PLQ-30/PLQ-30M Gebruikershandleiding
Printersoftware 38