Operation Manual

De printer is niet rechtstreeks met de computer
verbonden.
Als u een printerschakelaar, printerbuffer of verlengkabel ge‐
bruikt, drukt de printer niet goed af als gevolg van de combinatie
van deze apparaten. Controleer of de printer goed werkt als deze
rechtstreeks op de computer is aangesloten zonder deze appara‐
ten.
De printerdriver is niet goed geïnstalleerd. Ga na of de printerdriver correct geïnstalleerd is. Installeer als no‐
dig de printerdriver.
Papier is vastgelopen of het lint of het geleidings‐
mechanisme is vastgelopen.
Zet de printer uit, open de printerkap en verwijder het vastgelo‐
pen papier of zaken die zijn vastgelopen. Zie “Een papierstoring
oplossen” op pagina 82 voor het uitwerpen van vastgelopen
papier.
De USB-instelling is onjuist. Controleer of de USB-instelling juist is. Zie “Problemen met de
USB-aansluiting verhelpen” op pagina 81 voor meer informatie.
De printer hangt (stopt onder abnormale omstan‐
digheden).
Zet de printer uit en wacht even. Zet de printer daarna weer aan en
begin met afdrukken.
De kabel gebruikt in de modus WNI 4915 is niet
dezelfde die met de printer is meegeleverd.
Zorg er voor dat altijd de speciale kabel wordt gebruikt.
De printer drukt niet af als de computer gegevens verstuurt.
Oorzaak Te verrichten handeling
De printer is onderbroken.
Druk op de knop Offline om het lampje Power uit te schakelen.
De aansluitkabel is niet goed aangesloten. Controleer of beide einden van de kabel tussen de printer en de
computer stevig vast zitten. Als de kabel goed vast zit, voer dan
een zelftest uit zoals is beschreven in “Een zelftest afdrukken” op
pagina 83.
De aansluitkabel voldoet niet aan de specificaties
van de printer en/of de computer.
Gebruik een aansluitkabel die aan de eisen van zowel printer als
computer voldoet. Zie “Elektronisch” op pagina 107 en de com‐
puterdocumentatie.
De software is niet goed ingesteld voor de printer. Selecteer de printer op het bureaublad van Windows of in de
toepassing. Installeer of installeer als nodig de printerdriversoft‐
ware opnieuw.
De printer maakt geluid, maar drukt niets af of het afdrukken stopt ineens.
Oorzaak Te verrichten handeling
Het lint hangt te slap, het lint zit los, of de lintcas
sette is niet goed geïnstalleerd.
Los slap hangen op door de spanknop voor het lint te verdraaien,
of installeer de lintcassette opnieuw zoals beschreven in de para‐
graaf onder “De lintcassette vervangen” op pagina 96.
De afdruk is vaag.
Oorzaak Te verrichten handeling
PLQ-30/PLQ-30M Gebruikershandleiding
Probleemoplossing 77