Basishandleiding – voor gebruik zonder computer – Inleiding Belangrijke veiligheidsvoorschriften ..............3 Persoonlijke gegevens opgeslagen in het geheugen ...4 Cartridges vervangen Voorzorgsmaatregelen ................ 27 Cartridges verwijderen en installeren................................... 27 Bedieningspaneel ...........................5 Gebruik van papier en originelen Papier................................................8 Originelen .........................................
Informatiebronnen Papieren handleidingen Hier beginnen Lees deze poster eerst. Op deze poster leest u hoe u de printer en de software moet installeren. (dit boek) Basishandleiding – voor gebruik zonder computer – In dit boek vindt u informatie over het gebruik van de printer zonder dat het apparaat op de computer is aangesloten. Zo vindt u hier instructies voor het faxen, kopiëren en afdrukken vanaf een geheugenkaart.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ■ Lees de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u de printer in gebruik neemt: ■ Gebruik alleen het netsnoer dat bij de printer is geleverd. Gebruik van een ander snoer kan leiden tot brand of schokken. Gebruik het snoer niet voor andere apparatuur. ■ Controleer of het netsnoer voldoet aan alle relevante plaatselijke veiligheidsnormen. ■ Gebruik alleen het type stroombron dat op het label is aangegeven.
■ Gebruik geen telefoons als het onweert. Er bestaat een kleine kans op elektrische schokken door bliksem. ■ Gebruik als u een gaslek moet melden, geen telefoon in de buurt van het lek. ■ Houd deze instructiehandleiding bij de hand, zodat u deze later kunt raadplegen. Voor gebruikers in Europa: Hierbij verklaart Seiko Epson Corporation dat dit toestel, model C361A, in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Functies van het bedieningspaneel Bedieningspaneel b c de f g j i k l m n Het ontwerp van het bedieningspaneel kan van land tot land verschillen. Knoppen f a b Knoppen Functie P On Hiermee zet u de printer aan en uit. (Brandt wanneer de printer aanstaat en knippert wanneer de printer actief is of wordt aan- of uitgezet.) Mode * Hiermee selecteert u de gewenste modus: r Copy, s Memory Card, K Fax en J Photo. (Aan de lampjes ziet u welke modus is geselecteerd.
Knoppen j k Gebruik van het display Hiermee schakelt u de automatische beantwoording in of uit. U kunt deze knop als spatie gebruiken als u nummers of tekens invoert of bewerkt. Volg de onderstaande instructies om de menu's met instellingen en foto's op het display te selecteren en te wijzigen. Hiermee geeft u de snelkieslijst weer in de faxmodus. U kunt deze knop als backspace gebruiken als u nummers of tekens invoert of bewerkt. l e a b,c Hiermee geeft u het laatst gekozen telefoonnummer weer.
U kunt de helderheid van het display aanpassen. 1. Druk op F Setup om instellingen te kunnen opgeven. 2. Druk op l of r om Onderhoud te selecteren en druk vervolgens op OK. 3. Druk op u of d om LCD-helderheid te selecteren en druk vervolgens op OK. Het volgende scherm wordt weergegeven. ■ Gegevens die opnieuw moeten worden verzonden en nummerherhalingen Wanneer de printer lange tijd uitgeschakeld blijft, kan bovendien de klok worden uitgeschakeld. Dit kan onregelmatigheden veroorzaken.
Gebruik van papier en originelen Papier Papier laden 1. Open de papiersteun en schuif hem uit. Papier selecteren Vóór het afdrukken moet u eerst de juiste papiersoort selecteren. Deze instelling is belangrijk omdat hierdoor wordt bepaald hoe de inkt op het papier wordt aangebracht. Opmerking: ❏ De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. ❏ U vindt het artikelnummer van het volgende speciale afdrukmateriaal van Epson op de website van Epson.
4. Plaats het papier met de korte zijde eerst (ook voor liggende afdrukken) en met de afdrukzijde naar boven in de printer. Volg dezelfde stappen voor A4-papier. De afdrukzijde is meestal witter of lichter dan de achterkant van het papier. A4 Originelen Originelen op de glasplaat plaatsen 1. Open het deksel en leg het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 6. Schuif de zijgeleider naar rechts. Het papier moet onder de pijl aan de binnenzijde van de linkerzijgeleider blijven. 7.
Capaciteit 30 vellen of 3 mm (A4, Letter)/ 10 vellen (Legal) c Let op: Leg de volgende documenten niet in de automatische documenttoevoer want zij kunnen vastlopen. Deze documenten kunt u op de glasplaat leggen. ❏ Documenten die aan elkaar vastzitten met paperclips, nietjes enzovoort. ❏ Documenten waaraan tape of papier is geplakt. ❏ Foto's, overheadsheets of thermisch transferpapier. ❏ Papier met een coating. ❏ Papier dat is gescheurd, gekreukeld, of met gaten.
Een foto of document faxen Een telefoon of antwoordapparaat aansluiten Volg de onderstaande stappen om het apparaat op een telefoonlijn aan te sluiten, en om een telefoon/antwoordapparaat voor de ontvangst van normale telefoongesprekken op dezelfde telefoonlijn aan te sluiten. 1. Sluit de telefoonkabel vanaf de telefoonaansluiting aan de muur aan op de LINE-poort. 2. Sluit het ene uiteinde van een andere telefoonkabel aan op het telefoontoestel of antwoordapparaat. 3.
Faxnummer invoeren l, r Hiermee verplaatst u de cursor naar links of naar rechts. 3. Selecteer Kopregel/tijd en druk vervolgens op OK. 4. Selecteer Kopregel en druk vervolgens op OK. Het scherm voor invoer van de kopregel verschijnt. Hiermee voegt u een spatie in of verplaatst u de cursor één teken naar rechts. Hiermee verwijdert u een teken of verplaatst u de cursor één plaats naar links. Hiermee voegt u een pauze (-) in en verplaatst u de cursor één teken naar rechts.
Als u de zomertijd wilt selecteren, zet u Zomertijd op Aan. Uw telefoonnummer instellen 1. Selecteer Uw telefoonnummer in het menu Kopregel/tijd en druk vervolgens op OK. Het scherm voor invoer van het telefoonnummer verschijnt. 2. Met het numerieke toetsenbord en andere knoppen op het bedieningspaneel kunt u uw telefoonnummer invoeren (& “Gebruik van het bedieningspaneel in de faxmodus” op pagina 11). U kunt maximaal 20 cijfers invoeren.
2. Selecteer of typ het snelkiesnummer dat u wilt bewerken en druk vervolgens op OK. 3. Met het numerieke toetsenbord en andere knoppen op het bedieningspaneel kunt u het telefoonnummer wijzigen (& “Gebruik van het bedieningspaneel in de faxmodus” op pagina 11). 4. Druk op OK. 5. Met het numerieke toetsenbord en andere knoppen op het bedieningspaneel kunt u de naam voor het snelkiesnummer wijzigen (& “Gebruik van het bedieningspaneel in de faxmodus” op pagina 11). 6. Druk op OK.
Opmerking: ❏ Als het faxapparaat van de ontvanger alleen in zwart-wit afdrukt, worden de faxgegevens automatisch in zwart-wit verzonden, ongeacht of u Kleur of Z/W hebt geselecteerd. ❏ Als u het faxen wilt annuleren, drukt u op y Stop/Clear. Een faxnummer snelkiezen 1. Druk op K Fax om naar de faxmodus te gaan. 7. Nadat het origineel is gescand, verschijnt het volgende scherm. 2. Druk op Druk op OK als u nog een pagina wilt faxen.
6. Druk op x Start. Wanneer de fax is gescand, wordt deze op het door u opgegeven tijdstip verzonden. Faxen verzenden met het aangesloten telefoontoestel Wanneer uw telefoontoestel op het apparaat is aangesloten, kunt u faxen verzenden nadat er een verbinding tot stand is gebracht. 1. Leg het originele document of de foto op de glasplaat (& “Kopiëren” op pagina 19). 2. Kies een nummer op het telefoontoestel dat op de printer is aangesloten. Het onderstaande scherm verschijnt. 3.
Als het signaal afkomstig is van een normale telefoon, kan de telefoon op normale wijze worden gebruikt of kan de beller een bericht inspreken op het antwoordapparaat. 3. Selecteer Ontv. en druk vervolgens op OK. 4. Druk op x Start als u de fax wilt ontvangen. 5. Leg de hoorn weer op de haak als het bovenstaande scherm verschijnt.
Instelling en opties Beschrijving Instelling en opties Beschrijving DRD All (standaard), Eén, Twee, Drie, Twee/drie/Aan, Uit Deze optie verschilt per locatie. Kiestoondetectie Aan (standaard), Uit Resolutie Std. (standaard), Fijn, Foto Hier wordt aangegeven welk type belpatroon u wilt gebruiken voor de ontvangst van faxberichten. Als u een andere optie wilt selecteren dan All moet uw telefoonsysteem zijn ingesteld voor gebruik van verschillende belpatronen.
Kopiëren ❏ Het formaat van de kopie kan afwijken van dat van de originele afbeelding. ❏ Afhankelijk van het soort papier dat u gebruikt, kan de afdrukkwaliteit boven en onder aan de afdruk minder zijn of kunnen deze delen vegen vertonen. Foto's kopiëren ❏ Als u Kleurherstel op Aan zet voor een foto met normale kleuren, wordt de foto mogelijk niet goed afgedrukt. 3. Druk op OK. Er wordt een afdrukvoorbeeld van de foto gemaakt. 4. Kies het aantal exemplaren. 5.
Foto's bijsnijden en vergroten Wanneer u een foto kopieert, kunt u alleen het hoofdonderwerp afdrukken terwijl u de rest van de foto wegsnijdt. 1. Druk op J Photo. 2. Zie “Foto's kopiëren” op pagina 19 en voer stap 2 t/m 4 uit. 7. Kies het aantal exemplaren. 8. Druk op x Menu en wijzig de instellingen (& “Afdrukinstellingen voor de fotomodus” op pagina 41). Druk vervolgens op OK om de nieuwe instellingen toe te passen. 9. Druk op x Start. Documenten kopiëren 1. Druk op r Copy. 3. Druk op Display/Crop.
Afdrukken vanaf een geheugenkaart Geheugenkaarten Geheugenkaart in de sleuf plaatsen Opmerking: Als een digitale camera op de printer is aangesloten, moet u die eerst losmaken voordat u een geheugenkaart in de printer steekt. xD-Picture Card xD-Picture Card type M xD-Picture Card type H Nederlands 1. Controleer of alle sleuven leeg zijn. Steek vervolgens de geheugenkaart in de sleuf. c Let op: ❏ Plaats niet meer dan één geheugenkaart tegelijk. ❏ Duw niet te hard bij het plaatsen van de geheugenkaart.
Geheugenkaarten verwijderen 1. Controleer of het kaartlampje niet knippert. 2. Trek de geheugenkaart recht uit de sleuf. Foto's afdrukken 1. Druk op C Memory Card. Memory Stick Memory Stick PRO MagicGate Memory Stick 2. Selecteer een van de instellingen uit de volgende tabel voor het weergeven of afdrukken van de foto's en druk vervolgens op OK. Volg de onderstaande instructies om op te geven welke foto's en hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
Instructies Diavoorstelling De printer geeft de foto's in de volgorde weer waarin ze op de geheugenkaart staan. Wanneer u de foto ziet die u wilt afdrukken, drukt u op OK en stelt u het aantal exemplaren in. Als u nog meer foto's wilt afdrukken, selecteert u die nu. Stel vervolgens het aantal exemplaren in. 3. Druk op x Menu en wijzig de instellingen (& “Afdrukinstellingen voor de geheugenkaartmodus” op pagina 40). Druk vervolgens op OK. 4. Druk op x Start.
Index scannen 5. Selecteer de gewenste foto's. Druk vervolgens op OK. Bereik Select. Beschrijving Alle foto's Hiermee drukt u alle foto's af die op een geheugenkaart zijn opgeslagen. Laatste 30 Hiermee drukt u de laatste 30/60/90 foto's af in de volgorde van de bestandsnaam. Laatste 60 Laatste 90 Geselecteerde foto's afdrukken 6. Druk op x Start. Opmerking: Controleer of het driehoekje in de linkerbovenhoek van de index goed is afgedrukt.
3. Index scannen en geselecteerde foto's afdrukken Nederlands 1. Leg de index met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. De bovenzijde van de index moet tegen de linkerrand van de glasplaat liggen. 2. Sluit het deksel. 3. Plaats fotopapier van het op de index aangegeven formaat (& pagina 8). 4. Controleer of op het display Afdrukken van index is geselecteerd en druk op de knop x Start. Opmerking: Als de index uit meerdere vellen bestaat, wacht dan steeds tot het afdrukken is voltooid.
Afdrukken vanaf een digitale camera PictBridge en USB DIRECT-PRINT 6. Steek de USB-kabel van de camera in de USB-poort aan de voorkant van de printer. Met PictBridge en USB DIRECT-PRINT kunt u foto's afdrukken door uw digitale camera rechtstreeks aan te sluiten op de printer. De camera en foto's moeten aan de volgende voorwaarden voldoen. Rechtstreeks afdrukken PictBridge of USB DIRECT-PRINT Bestandstype JPEG Afbeeldingsgrootte 80 × 80 pixels tot 9200 × 9200 pixels 1.
Voorzorgsmaatregelen w Waarschuwing: Cartridges verwijderen en installeren Als u inkt op uw handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of ongemak blijft ondervinden. Zorg ervoor dat u een nieuwe cartridge bij de hand hebt wanneer u begint.
3. Open het de cartridgeklep. 5. Schud nieuwe cartridges vier- of vijfmaal voordat u de verpakking opent. Haal de cartridge vervolgens uit de verpakking. c Let op: Probeer de cartridgeklep nooit te openen wanneer de printkop beweegt. Wacht tot de printkop in de positie staat waar vervanging van de cartridges mogelijk is. 4. Knijp de tab in en trek de cartridge recht omhoog. c Let op: ❏ Zorg ervoor dat u de haakjes aan de zijkant van de inktcartridge niet breekt wanneer u deze uit de verpakking haalt.
7. Plaats de nieuwe cartridge in de cartridgehouder en druk erop (deze moet vastklikken). Opmerking: Als op het display nog steeds wordt aangegeven dat een cartridge moet worden vervangen, is de cartridge mogelijk niet correct geïnstalleerd. Druk nogmaals op OK en druk de inktcartridge omlaag totdat deze vastklikt. 8. Sluit de cartridgeklep (deze moet ook vastklikken). Nederlands c Let op: Als de klep moeilijk sluit, controleer dan of alle cartridges goed vastzitten. Duw op elke cartridge.
Onderhoud De cartridgestatus controleren U kunt controleren welke cartridge bijna leeg is. 1. Druk op F Setup. 2. Selecteer Inktniveau en druk vervolgens op OK. De cartridgestatus wordt grafisch weergegeven: C (Cyan (Cyaan)), M (Magenta), Y (Yellow (Geel)), B (Black (Zwart)) Wanneer de inkt begint op te raken, wordt weergegeven. 3. Druk op y Back om terug te keren naar het vorige scherm. Opmerking: 1. Plaats gewoon A4-papier in de papiertoevoer (& pagina 8). 2. Druk op F Setup.
1. Druk op F Setup. 2. Selecteer Onderhoud en druk vervolgens op OK. 3. Selecteer Printkop rein. en druk vervolgens op OK. 4. Druk op x Start. De printkop wordt gereinigd. Volg de instructies op het display. 6. Kijk naar het eerste patroon en zoek het blokje dat het gelijkmatigst is afgedrukt, dus zonder zichtbare strepen. 7. Selecteer het nummer van dat blokje en druk vervolgens op OK. c Let op: 5. Zodra het reinigen is voltooid, wordt op het display een bericht weergegeven.
Problemen oplossen Zie de online-gebruikershandleiding voor meer informatie over het gebruik van de printer in combinatie met een computer. Problemen en oplossingen Foutmeldingen Het display ging aan en uit. ■ Het voltage van de printer komt mogelijk niet overeen met dat van het stopcontact. Zet de printer uit en verwijder onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Controleer daarna de printerlabels. Foutmeldingen Oplossing Printerfout opgetreden.
Faxproblemen ■ Wanneer u problemen ondervindt bij het verzenden van een fax, controleer dan of de telefoonkabel goed is aangesloten en of de telefoonlijn werkt door er een telefoon op aan te sluiten. Controleer ook of het faxapparaat van de ontvanger is ingeschakeld en functioneert. ■ Wanneer u problemen ondervindt bij het ontvangen van een fax, controleer dan of het papier goed is geplaatst, of de telefoonkabel goed is aangesloten en of de telefoonlijn werkt.
■ Als het papier binnen in de printer vastzit, zet u het apparaat uit met de aan-uitknop P On. Open de scannereenheid en verwijder al het papier en alle eventuele losse stukken met de hand. Sluit de scanner. Als er papier blijft vastzitten in de buurt van de papiertoevoer, trekt u het papier voorzichtig naar buiten. Zet de printer weer aan en plaats het papier voorzichtig opnieuw in de papiertoevoer.
Zorg ervoor dat het papier niet beschadigd, oud of vies is of met de afdrukzijde naar beneden geplaatst is. Is dat wel het geval, plaats het nieuwe papier dan met de meest witte of glanzende zijde naar boven in de papiertoevoer. ■ Wanneer u Standaard of Best selecteert als kwaliteit, selecteer dan Uit bij de instelling voor bidirectioneel afdrukken. Met bidirectioneel afdrukken neemt de afdrukkwaliteit af. De afdruk is korrelig. ■ Zorg ervoor dat de kwaliteitsinstelling Best is geselecteerd.
c Let op Open altijd het deksel van de automatische papierdoorvoer voordat u probeert vastgelopen papier te verwijderen. Als het deksel niet is geopend kunt u de printer beschadigen. 3. Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. 4. Druk op OK als er op het display informatie over een papierstoring wordt weergegeven. Selecteer OK als er op het display een papierstoring wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK.
Overzicht van instellingen op het bedieningspaneel Menu Instelling Beschrijving Aan 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 0, *, #, - Faxnummers invoeren. Kleur / Z/W Kleur, Z/W Selecteer of u wilt faxen in kleur of zwart-wit. Nederlands Modus Fax (faxen) Verzendinstellingen voor de faxmodus Menu Instelling Beschrijving Resolutie Std., Fijn, Foto Selecteer deze optie om de resolutie te wijzigen van de faxgegevens die u verzendt.
Instellingen voor faxrapporten in de faxmodus Menu Beschrijving Snelkiezen Hiermee drukt u de snelkieslijst af. Faxlog Hiermee drukt u het communicatielog af voor alle vastgelegde communicatie. Laatste verz. Hiermee drukt u de laatste communicatie in het log af (verzending en ontvangst met polling). Opnieuw afdr. Hiermee drukt u de faxen die u tot nu toe hebt ontvangen, opnieuw af. Protocol Hiermee drukt u het laatste protocol voor één communicatie af.
Menu Instelling Beschrijving Zoom Werkelijk, Aut.voll.pag Selecteer Werkelijk om foto's op ware grootte af te drukken. Selecteer Aut.voll.pag voor afdrukken zonder randen en om de afmetingen van afbeeldingen aan te passen aan uiteenlopende gangbare papierformaten. U kunt de afmetingen van het origineel ook aanpassen aan een specifieke schaal met kop. + of -. Wanneer u de automatische documenttoevoer gebruikt, kunt u alleen Werkelijk (100%) selecteren. Pap.soort Gewoon pap., Matte, Prem.
Modus Memory Card (geheugenkaart) Instelling Beschrijving Weergeven en afdr. Hiermee worden alleen de door u geselecteerde foto's afgedrukt. Alle foto's afdrukken Hiermee drukt u alle foto's op een geheugenkaart af. Afdrukken op datum Hiermee drukt u foto's af op basis van de datum waarop deze zijn gemaakt. Index afdrukken Hiermee drukt u miniaturen af van de foto's op de geheugenkaart, zodat u kunt nagaan welke u wilt afdrukken.
Instelling Beschrijving Kwalit. Standaard, Best - Datum Geen, jjjj.mm.dd, mmm.dd.jjjj, dd.mmm.jjjj Hiermee wordt de opnamedatum van de foto afgedrukt. Bidirect. Aan, Uit Selecteer Aan om de afdruksnelheid te verhogen. Selecteer Uit om de afdrukkwaliteit te verbeteren (het afdrukken van de foto's duurt dan langer). Vergrot. Stand., Mid., Min. Selecteer de mate waarin u de afbeelding wilt vergroten wanneer u Randloos selecteert. Stand.
Menu Instelling Beschrijving Lay-out Randloos Hiermee kopieert u de volledige foto, tot aan de randen van het papier. Opmerking: De afbeelding wordt enigszins vergroot en bijgesneden om het vel papier te vullen. De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan de boven- en onderkant van de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen. Met rand Hiermee kopieert u het origineel met een standaardmarge van 3 mm. Kwalit. Standaard - Vergrot. Stand., Mid., Min.
Onderhoud Spuitkan. contr. Hiermee drukt u een spuitkanaaltjespatroon af zodat u de printkop kunt controleren. Printkop rein. Hiermee reinigt u de printkop om de toestand van de printkop te verbeteren. LCD-helderheid -10 t/m +10 Printkop uitl. Hiermee lijnt u de printkop opnieuw uit. Cartridge vervangen Hiermee vervangt u een cartridge die nog niet helemaal leeg is.
Cartridges vervangen Printernaam Black (Zwart) Cyan (Cyaan) Magenta Yellow (Geel) Stylus CX9300F Series T0731 T0731H T0732 T0733 T0734 Stylus DX9400F Series T0711 T0711H T0712 T0713 T0714 De capaciteit van de beschikbare cartridges kan van land tot land verschillen.