Operation Manual

Een foto of document faxen 17
Nederlands
Wanneer het vijfde belsignaal klinkt en de
aangesloten telefoon geen
antwoordapparaat heeft, of het
antwoordapparaat is uitgeschakeld
Opmerking:
Wanneer wordt begonnen met de automatische
ontvangst van een fax, wordt de lijn van de
telefoon naar het apparaat overgeschakeld en
wordt de telefoon uitgeschakeld. Leg als er een
fax wordt ontvangen, de haak weer op het
toestel en wacht tot de fax binnen is.
Wanneer de modus voor automatische
beantwoording wordt uitgeschakeld, kunt u
handmatig faxen ontvangen door de telefoon
op te nemen. (& “Handmatig faxen
ontvangen” op pagina 17)
De instelling Belsignalen is niet op alle
locaties beschikbaar.
Handmatig faxen ontvangen
Wanneer uw telefoontoestel op het apparaat
is aangesloten en de modus voor
automatische beantwoording is
uitgeschakeld, kunt u faxgegevens
ontvangen nadat er een verbinding tot
stand is gebracht.
1. Plaats normaal papier in de papiertoevoer.
(
&
“Papier laden” op pagina 8)
2. Wanneer de telefoon overgaat, neemt u
de hoorn op van het toestel dat op de
printer is aangesloten. Het onderstaande
scherm verschijnt.
3. Selecteer
Ontv.
en druk vervolgens op
OK
.
4. Druk op
x Start
als u de fax wilt ontvangen.
5. Leg de hoorn weer op de haak als het
bovenstaande scherm verschijnt.
Instellingen voor
verzenden en ontvangen
Dit apparaat is ingesteld voor verzending
en ontvangst van faxen met de volgende
standaardinstellingen.
Als het signaal afkomstig is van een normale
telefoon, kan de telefoon op normale wijze
worden gebruikt of kan de beller een bericht
inspreken op het antwoordapparaat.
Het apparaat brengt een verbinding tot stand met
de telefoonlijn. Wanneer het signaal afkomstig is
van een fax, wordt de fax ontvangen en afgedrukt.
Het apparaat brengt een verbinding tot stand
met de telefoonlijn. Wanneer het signaal
afkomstig is van een beller, wordt nog steeds
de faxmodus ingeschakeld.
Instelling en
opties
Beschrijving
Pap.form. A4, Letter, Legal
De standaardwaarde is
afhankelijk van de locatie.
Het formaat van het papier
dat in het apparaat is
geplaatst voor het
afdrukken van ontvangen
faxberichten.
Autom. verkl. Aan (standaard), Uit
Geeft aan of grote
binnenkomende faxen
worden verkleind zodat ze
op het geselecteerde
papierformaat passen, of
dat ze op het
oorspronkelijke formaat op
meerdere vellen worden
afgedrukt.
Ltst. verz. Uit, Bij fout (standaard), Bij
vrz
Geeft aan of het apparaat
wel of geen rapport afdrukt
voor uitgaande
faxberichten, en wanneer
dit wordt afgedrukt.
Selecteer Uit om geen
rapporten af te drukken,
selecteer Bij fout om alleen
rapporten af te drukken als
er een fout optreedt, of
selecteer Bij vrz om een
rapport af te drukken voor
elke fax die u verzendt.