Operation Manual

32 Problemen oplossen
Problemen oplossen
Zie de online-gebruikershandleiding voor
meer informatie over het gebruik van de
printer in combinatie met een computer.
Foutmeldingen
Problemen en oplossingen
Problemen met de instellingen
Het display ging aan en uit.
Het voltage van de printer komt mogelijk
niet overeen met dat van het stopcontact.
Zet de printer uit en verwijder onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact. Controleer
daarna de printerlabels.
c Let op
STEEK DE STEKKER NIET MEER IN HET
STOPCONTACT als de voltages niet
overeenkomen. Neem contact op met uw
leverancier.
De printer maakt lawaai na het aanzetten.
Controleer of de printkop niet wordt
geblokkeerd door verpakkingstape.
Nadat u de printkop hebt ontgrendeld, zet u
de printer uit en even later weer aan.
De printer maakt lawaai na het installeren
van een cartridge.
Wanneer u een nieuwe cartridge
installeert, moet eerst het
inkttoevoersysteem worden gevuld.
Wacht tot dit is voltooid (het bericht
verdwijnt van het display) en zet de
printer uit. Als u het apparaat te vroeg
uitzet, kan er bij het volgende gebruik
extra inkt worden verbruikt.
Controleer of de cartridges goed zijn
geplaatst en of er geen
verpakkingsmateriaal in de printer is
achtergebleven. Open de cartridgeklep en
druk de cartridges omlaag. Ze moeten
vastklikken. Zet het apparaat uit, wacht
even, en zet het weer aan.
Na installatie van de software wordt geen
dialoogvenster weergegeven met de vraag
om de computer opnieuw te starten.
De software is niet goed geïnstalleerd.
Verwijder de cd-rom met software en
plaats deze opnieuw. Installeer de
software vervolgens opnieuw.
Foutmeldingen Oplossing
Printerfout
opgetreden. Zet
de printer uit en
weer aan door op
On te drukken. Zie
documentatie.
Zet het apparaat uit en
weer aan. Controleer of
er geen papier in de
printer is
achtergebleven. Neem
contact op met uw
dealer als de
foutmelding opnieuw
wordt weergegeven.
Scannerfout. Zie
documentatie.
Zet het apparaat uit en
weer aan. Neem
contact op met uw
dealer als de
foutmelding opnieuw
wordt weergegeven.
Inktkussentje in
printer is
verzadigd. Neem
contact op met
leverancier voor
vervanging.
Neem voor vervanging
contact op met uw
leverancier.
Cartridges niet
herkend.
Controleer of
cartridges goed
zijn geïnstalleerd.
Controleer of de
inktcartridges correct
zijn geïnstalleerd.
(& “Cartridges
verwijderen en
installeren” op pagina
27). Probeer het
vervolgens opnieuw.
Geheugenkaart of
schijf niet
herkend.
Controleer of de
geheugenkaart op de
juiste wijze is geplaatst.
Als dit het geval is,
controleert u of er een
probleem is met de
kaart en probeert u het
nogmaals.