Operation Manual

Problemen oplossen 33
Nederlands
De tekst op het display wordt niet in uw
taal weergegeven.
Als op het display niet de gewenste taal
wordt weergegeven, selecteert u de
gewenste taal in het menu Setup.
Faxproblemen
Wanneer u problemen ondervindt bij het
verzenden van een fax, controleer dan of
de telefoonkabel goed is aangesloten en of
de telefoonlijn werkt door er een telefoon
op aan te sluiten. Controleer ook of het
faxapparaat van de ontvanger is
ingeschakeld en functioneert.
Wanneer u problemen ondervindt bij het
ontvangen van een fax, controleer dan of
het papier goed is geplaatst, of de
telefoonkabel goed is aangesloten en of de
telefoonlijn werkt.
Wanneer u het apparaat op een
DSL-telefoonlijn hebt aangesloten, moet u
een DSL-filter op de lijn installeren.
Anders kunt u niet faxen. Neem contact
op met uw DSL-leverancier voor de
benodigde filter.
Wanneer u gekraak of andere ruis op de
telefoonlijn hoort, schakelt u de instelling
V.34 en vervolgens ECM (foutcorrectie)
uit. Probeer dan opnieuw te faxen
(& “Instellingen voor verzenden en
ontvangen” op pagina 17).
Problemen bij het afdrukken
en kopiëren
Het display is uit.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Zet de printer uit en controleer of het
netsnoer goed in het stopcontact zit.
Controleer of het stopcontact goed werkt
en niet met een muurschakelaar of
tijdklok wordt geregeld.
De printer maakt wel de normale
afdrukgeluiden, maar er wordt niets
afgedrukt.
Misschien moeten de spuitkanaaltjes van
de printkop worden gereinigd (& “De
printkop reinigen” op pagina 30).
Controleer of de ondergrond waarop de
printer staat, wel vlak en stabiel is.
De marges kloppen niet.
Zorg ervoor dat het origineel goed in de
rechterbenedenhoek van de glasplaat ligt.
Als de randen niet worden
meegekopieerd, moet u het origineel iets
verder uit de hoek leggen.
Controleer of de instellingen voor het
papierformaat overeenstemmen met het
papier in de papiertoevoer.
Zorg ervoor dat het papier met de korte
zijde naar voren in het apparaat gaat. Het
papier moet helemaal rechts liggen en de
linkerzijgeleider moet tegen het papier
zijn aangeschoven (& pagina 8).
De stapel papier mag niet boven de pijl
(c) op de linkerzijgeleider uitkomen
(& pagina 8).
Selecteer Werkelijk in plaats van
Aut.voll.pag of pas de zoominstellingen
aan.
Met de instelling Vergrot. kunt u zelf
regelen hoeveel van de afbeelding buiten
de rand van het papier valt bij het
randloos afdrukken.
Er komen blanco pagina's uit het apparaat.
Misschien moeten de spuitkanaaltjes van
de printkop worden gereinigd (& “De
printkop reinigen” op pagina 30).
Problemen bij het invoeren
van papier
Het papier wordt niet goed ingevoerd of
loopt vast.
Als het papier niet goed in de printer gaat,
moet u het uit de papiertoevoer
verwijderen. Waaier het papier los, plaats
het tegen de rechterzijgeleider van de
papiertoevoer en schuif de
linkerzijgeleider tegen het papier aan
(niet te strak). Zorg ervoor dat het papier
niet voor de beschermkap van de
papiertoevoer zit.
De stapel papier mag niet boven de pijl
(c) op de linkerzijgeleider uitkomen
(& “Papier laden” op pagina 8).