Operation Manual

10 Het bedieningspaneel gebruiken
Knoppen
Knoppen Functie
P Aan Hiermee zet u het apparaat aan en uit.
Modus Kopie Hiermee schakelt u de kopiemodus in.
Modus Kaart Hiermee schakelt u de geheugenkaartmodus in.
Modus Scan Hiermee schakelt u de scanmodus in.
Modus Setup Hiermee schakelt u de setupmodus in.
l Selecteer
/
Bewaar 3
sec.
Hiermee gaat u naar de vorige optie.
Wanneer het apparaat zich in de kopiemodus bevindt,
wordt de huidige instelling opgeslagen als u deze knop 3
seconden ingedrukt houdt.
r Selecteer
/
Annuleer 3
sec.
Hiermee gaat u naar de volgende instelling.
Wanneer het apparaat zich in de kopiemodus bevindt,
wordt de opgeslagen instelling opgehaald als u deze knop
3 seconden ingedrukt houdt.
Wis/
Reset 3 sec.
Hiermee verwijdert u de instelling die u hebt ingevoerd.
Hiermee stelt u het aantal exemplaren weer in op één.
Hiermee stelt u de standaardwaarde van een
menuonderdeel weer in wanneer dit in het display wordt
weergegeven.
Wanneer u deze knop 3 seconden ingedrukt houdt,
worden alle instellingen weer teruggezet naar hun
standaardwaarden.
Menu Hiermee geeft u menuonderdelen weer waarmee u
gedetailleerde instellingen kunt opgeven in het display.
OK Hiermee legt u de instellingen vast die u hebt
geselecteerd.
x Z&W Hiermee kunt u kopiëren of afdrukken in grijstinten.
x Kleur Hiermee kunt u kopiëren of afdrukken in kleur.
Hiermee start u het scannen of de taak die u hebt
geselecteerd.
y Stop Hiermee stopt u het kopiëren of scannen. De kopie wordt
uitgevoerd.
Hiermee keert u terug naar het basisscherm wanneer een
menuonderdeel in het display verschijnt.
A, B, C, D Hiermee kunt u verschillende instellingen opgeven.
Wanneer een knop brandt, is deze knop actief.
Cijfertoetsen Hiermee voert u waarden in (aantal exemplaren,
vergrotingspercentage enzovoort).