® Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave Verklarende woordenlijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Productinformatie Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Enkele voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Printerspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Afdrukken . . . . . . . . . . . . .
Het bedieningspaneel Knoppen, lampjes en berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Knoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Statusberichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SelecType-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wanneer u SelecType gebruikt . . . . .
Printer and Option Information gebruiken . . . . . . . . . . . . . 134 Speed & Progress . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135 Informatie krijgen via de online-Help . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138 Help openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138 De printerstatus controleren en afdruktaken beheren. . . . . . . . . 139 De voortgangsbalk gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De printerhulpprogramma's gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De printersoftware openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Informatie krijgen via de online-Help. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Help openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De printerstatus controleren en afdruktaken beheren . . . . . . . . De EPSON StatusMonitor gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . Configuratie-instellingen vastleggen . . . . . . .
Onderhoud en transport Cartridges vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230 Zwarte cartridges vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234 De cassette met gebruikte inkt controleren . . . . . . . . . . . . . 235 Resterende inkt in inktcartridges controleren . . . . . . . . . . . 236 De inkt aftappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236 Printerdriverinformatie bijwerken. . . . . . . . . . . . . . .
De printer is niet op de juiste manier aangesloten op de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De EPSON-printer is niet geselecteerd als de standaardprinter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instelling voor de printerpoort komt niet overeen met de printeraansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het beschikbaar geheugen van de printerdriver is niet voldoende (Macintosh) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verklarende woordenlijst De volgende definities zijn specifiek van toepassing op printers. afdrukgebied Het gebied van een pagina waarop door de printer kan worden afgedrukt. Door de marges die worden gebruikt, is dit gebied kleiner dan het totale paginaformaat. afdrukmateriaal Materialen waarop gegevens worden afgedrukt, zoals papierrollen en losse vellen, gewoon papier en speciaal papier. afdrukmodus Het aantal dots (punten) per inch dat wordt gebruikt om een afbeelding weer te geven.
characters per inch (cpi) Tekens per inch. Een maateenheid voor de grootte van teksttekens. Hiervoor wordt ook wel de term pitch gebruikt. CMYK Cyaan (blauwgroen), magenta, geel en zwart. De kleureninkt waarmee een heel kleurengamma wordt afgedrukt volgens het subtractieve systeem. ColorSync Software voor gebruik op de Macintosh voor kleurafdrukken van WYSIWYG-kwaliteit (What You See Is What You Get). Hierbij komt de kleurkwaliteit van de afgedrukte afbeeldingen overeen met die op uw beeldscherm.
ESC/P Raster Met behulp van deze opdrachttaal kunt u vanaf uw computer de printer besturen. Dit systeem bevat opdrachten voor de besturing van laserfuncties zoals het afdrukken van grafische beelden van hoge kwaliteit. foutdiffusie Een methode waarbij punten met afzonderlijke kleuren samenvloeien met de kleuren van omringende punten, waardoor de kleuren natuurlijker lijken. Door gekleurde punten samen te laten vloeien kan de printer uitstekende kleuren produceren met een subtiele kleurgradatie.
initialisatie De printer opnieuw instellen op de standaardwaarden (de vaste instellingen). Dit gebeurt elke keer als u de printer inschakelt of een reset uitvoert. inkjet Een methode van afdrukken waarbij elke letter en elk symbool wordt gevormd door inkt nauwkeurig op het papier te spuiten. interface De verbinding tussen de computer en de printer. Via een parallelle interface worden gegevens met een teken of code tegelijk overgedragen. Via een seriële interface worden gegevens bit voor bit overgedragen.
parallelle interface Zie interface. peer-to-peer-netwerken Windows 98 en 95 en Windows NT 4.0 ondersteunen peer-to-peer-netwerken. In een dergelijk netwerk heeft elke computer toegang tot de bronnen van de andere computers in het netwerk. PhotoEnhance4 De EPSON-software waarmee u de diepte van een tint en de scherpte van beeldgegevens kunt wijzigen en beeldgegevens kunt corrigeren. poort Een interfacekanaal waardoor gegevens worden overgedragen tussen apparaten.
ROM Read Only Memory. Een gedeelte van het geheugen dat alleen kan worden gelezen en niet kan worden gebruikt voor de opslag van gegevens. De inhoud van het ROM blijft behouden als u de printer uitschakelt. SelecType-instellingen Instellingen die zijn vastgelegd met behulp van het bedieningspaneel van de printer. In de modus SelecType kunt u verschillende printerinstellingen vastleggen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver, zoals instellingen voor testafdrukken. seriële interface Zie interface.
station Een apparaat voor informatiedragers, zoals een cd-romlezer, een diskettestation of een vaste-schijfstation. In Windows wordt aan elk station een letter toegewezen zodat de verschillende stations eenvoudiger kunnen worden beheerd. Status Monitor Het programma waarmee u de status van de printer kunt controleren. strepen De horizontale strepen die soms verschijnen bij het afdrukken van grafische voorstellingen. Dit treedt op als de printkoppen niet goed zijn uitgelijnd. Zie ook MicroWeave.
Productinformatie Veiligheidsvoorschriften Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees alle instructies goed door voordat u de printer in gebruik neemt. Neem ook alle waarschuwingen en voorschriften die op de printer zelf staan in acht. ❏ De openingen in de printerbehuizing mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt. ❏ Steek geen voorwerpen in de sleuven. Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op de printer morst. ❏ Gebruik alleen de netspanning die staat vermeld op het etiket op de printer.
❏ Als u een stekkerdoos gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor de stekkerdoos. Zorg er bovendien voor dat de totale stroombelasting in ampère van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact. ❏ Probeer de printer niet zelf te repareren.
❏ Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen of vochtige plaatsen. Houd de printer ook uit de buurt van direct zonlicht, sterk licht of warmtebronnen. ❏ Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken en trillingen. ❏ Zet de printer niet in een stoffige omgeving. ❏ Zet de printer in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
❏ Zet de printer altijd uit met de knop Power op het bedieningspaneel. Wanneer u op deze knop drukt, knippert het lampje Operate even en gaat dan uit. Verwijder de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het stopcontact niet af voordat het lampje Operate is opgehouden met knipperen. ❏ Zorg ervoor dat de printkoppen in de uitgangspositie staan (uiterst rechts) voordat u de printer verplaatst.
❏ Als u UltraChrome- of ColorFast-cartridges gebruikt, krijgt u de beste resultaten wanneer u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na installatie. ❏ Haal cartridges niet uit elkaar en probeer ze niet opnieuw te vullen. Hierdoor kunnen de printkoppen beschadigd raken. ❏ Bewaar cartridges op een koele, donkere plaats. ❏ Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen. ❏ Raak de groene chip aan de zijkant van de cartridges niet aan.
Printerspecificaties Afdrukken Afdrukmethode On-demand inkjet Configuratie van spuitkanaaltjes Zwart: 180 spuitkanaaltjes Kleur: 180 spuitkanaaltjes × 5 (cyaan, magenta, geel, lichtcyaan, lichtmagenta) Tekstmodus: Tekenbreedte Afdrukkolom 10 cpi* 437 * characters per inch (tekens per inch) Rastermodus: Horizontale resolutie Afdrukbreedte Beschikbare punten 360 dpi* 1.112 mm (43,78 inch) 15762 720 dpi 1.112 mm (43,78 inch) 31524 1440 dpi 1.
Besturingscode ESC/P Raster Regelafstand 1/6 inch of programmeerbaar in stappen van 1/720 inch Papierdoorvoersnelheid 200 ± 10 mm/seconde per regel van 1/6 inch RAM Extern 128 MB (vast) Tekensets PC 437 (US, Standard Europe), PC 850 (Multilingual) Lettertype EPSON Courier 10 cpi Afdrukgebied Papier op een rol en losse vellen A B-L B-R C -20
A Voor rolpapier geldt een bovenmarge van minimaal 3 mm (0,12")*. Voor losse vellen geldt een bovenmarge van minimaal 3 mm (0,12"). B-L Voor rolpapier geldt een linkermarge van minimaal 3 mm (0,12")*. Voor losse vellen geldt een linkermarge van minimaal 3 mm (0,12"). B-R Voor rolpapier geldt een rechtermarge van minimaal 3 mm (0,12")*. Voor losse vellen geldt een rechtermarge van minimaal 3 mm (0,12"). C Voor rolpapier geldt een ondermarge van minimaal 3 mm (0,12")*.
Mechanische specificaties Methode van papierinvoer Frictie Papierpad Papierrollen of losse vellen met handmatige invoer Afmetingen (in gebruik) Breedte: 1.865 mm (73,4 inch) Diepte: 710 mm (28 inch) Hoogte: 1.225 mm (48,2 inch) Gewicht Circa 129 kg (284 lb) met standaard Elektrische specificaties Stroomsterkte 100 V tot 240 V Invoervoltage 90 tot 264 V Frequentiebereik 50 tot 60 Hz Invoerfrequentie 49 tot 61 Hz Stroomsterkte 1,4 - 0,7 A Stroomverbruik ca.
Omgevingsspecificaties Temperatuur 10 tot 35°C (50 tot 95°F) Gebruik: -20 tot 40 °C (-4 tot 104 °F) Opslag: Transport: -20 tot 60 °C (-4 tot 140 °F)* 1 maand bij 40 °C (104 °F) 120 uur bij 60 °C (140 °F) Luchtvochtigheid Gebruik: 20 tot 80% RV** Opslag: 20 tot 85% RV** Transport: 5 tot 85% RV*,** * Bij opslag in transportcontainer ** Zonder condensatie Gebruiksomgeving (temperatuur en luchtvochtigheid): Initialisatie Hardware-initialisatie bij aanzetten van de printer: -23
Het printermechanisme wordt teruggezet naar de beginstatus. De invoerbuffer en de afdrukbuffer worden leeggemaakt. De printer wordt ingesteld op de laatst ingestelde standaardwaarden. Software-initialisatie wanneer de opdracht ESC@ (initialiseer de printer) wordt ontvangen: De afdrukbuffer wordt leeggemaakt. De printer wordt ingesteld op de laatst ingestelde standaardwaarden.
EMC FCC lid 15 sublid B klasse A CSA C108.8 klasse A AS/NZS 3548 klasse A EMC-richtlijn 89/336/EEG EN 55022 klasse A EN 55024 EN 61000-2-3 EN 61000-3-3 w Waarschuwing: Dit is een klasse A product. In een huishoudelijke omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. Neem in dat geval de vereiste maatregelen.
Papiersoorten Gewoon papier, speciaal afdrukmateriaal van EPSON Dikte (voor gewoon papier) 0,08 tot 0,11 mm (0,003 tot 0,004 inch) Gewicht (voor gewoon papier) 64 gf/m² (17 lb) tot 90 gf/m² (24 lb) Losse vellen: -26 Formaat Super B0 (1.118 × 1.580 mm) B0 (1.030 × 1.456 mm) B1 (728 × 1.030 mm) B2 (515 × 728 mm) B3 (364 × 515 mm) Super A0 (914 × 1.292 mm) A0 (841 × 1.
Gewicht (voor gewoon papier) 64 gf/m² (17 lb) tot 90 gf/m² (24 lb) Opmerking: ❏ Papier van slechte kwaliteit kan leiden tot een minder goede afdrukkwaliteit, vastlopen van papier of andere problemen. Gebruik papier van een betere kwaliteit als u problemen ondervindt. ❏ Laad geen omgekruld of gevouwen papier in de printer.
ColorFast Kleuren Zwart Geel Magenta Cyaan Lichtmagenta Lichtcyaan T511011 T512011 T513011 T514011 T515011 T516011 Zwart Geel Magenta Cyaan Lichtmagenta Lichtcyaan T499011 T500011 T501011 T502011 T503011 T504011 Dye-inkt Kleuren Levensduur (UltraChrome) Ongeopend 2 jaar vanaf de productiedatum; 6 maanden na openen van de verpakking. -28 Levensduur(ColorFast) Ongeopend 2 jaar vanaf de productiedatum; 6 maanden na openen van de verpakking.
Opslag -20 tot 40 °C (-4 tot (geïnstalleerd): 104 °F) 1 maand bij 40 °C (104 °F) 120 uur bij 60 °C (140 °F) Afmetingen 168 mm (B) × 344 mm (D) × 30,3 mm (H) (6,62 (B) × 13,54 (D) × 1,19 (H) inch) Gewicht circa 860 g (1,9 lb) Capaciteit 500 ml c Let op: ❏ Als u EPSON UltraChrome- of ColorFast-cartridges gebruikt, krijgt u het beste resultaat wanneer u de cartridge voor het installeren voorzichtig schudt. ❏ EPSON raadt u aan uitsluitend originele EPSON-cartridges te gebruiken.
Systeemvereisten De printer gebruiken met een pc Voor het gebruik van deze printer moet u beschikken over Microsoft® Windows® Millennium Edition, 98, 95, XP, 2000 of NT 4.0 en een afgeschermde parallelle kabel (twisted pair). Als u de printer wilt aansluiten op een USB-poort moet u beschikken over een computer die is voorzien van Windows Me, 98, XP of Windows 2000 (originele versie), een USB-poort en een afgeschermde USB-kabel.
De printer gebruiken met een Macintosh Voor het gebruik van deze printer dient uw Apple® Macintosh® aan de volgende systeemvereisten te voldoen. U hebt tevens een USB-kabel nodig om de printer aan te sluiten op de Macintosh. Minimale systeemvereisten Aanbevolen systeem PowerPC PowerPC G3 350 MHz*1/PowerPC G3 300 MHz*2 of snellere processor Mac OS 8.5.1 Mac OS 9.1 of hoger 11 MB beschikbaar geheugen 14 MB beschikbaar geheugen wanneer afdrukken op de achtergrond is ingeschakeld.
Naast deze systeem- en geheugenvereisten hebt u 15 MB vrije ruimte op de harde schijf nodig om de printersoftware te kunnen installeren. Interfacespecificaties Deze printer is voorzien van een 8-bits parallelle interface, een USB-interface, een IEEE1394-interface en een Ethernet-interface.
Compatibiliteitsmodus Gegevensindeling 8-bits parallel Synchronisatie STROBE-pulsen Handshaking BUSY- en ACKNLG-signalen Signaalniveau TTL-niveau (IEEE-1284 niveau 1 apparaat) Verstelbare connector 57-30360 Amphenol-connector of vergelijkbaar Nibble-modus Transmissiemethode 8-bits parallel Synchronisatie STROBE-pulsen Handshaking BUSY- en ACKNLG-signalen Signaalniveau TTL-niveau (IEEE-1284 niveau 1 apparaat) Gegevensoverdracht -timing Raadpleeg de IEEE-1284-specificatie ECP-modus Transmi
Revision 1.1 en de Universal Serial Bus Device Class Definition for Printing Devices Version 1.1. De kenmerken van deze interface zijn als volgt. Standaard Universal Serial Bus Specifications Revision 1.1, Universal Serial Bus Device Class Definition for Printing Devices Version 1.
Basisspecificaties Gegevensoverdracht Half-duplex data/kloksignaal differentieel serieel Synchronisatie Conform IEEE 1394-1995 Codering/decodering Conform IEEE 1394-1995 Compatibele connectors 6-polige contrastekker conform IEEE 1394-1995 Penverdeling van connector Pen Signaal Functie 1 VP Voeding kabel 2 VG Aarding kabel 3 TPB* Kloksignaal bij ontvangst, data bij transmissie (differentieel paar) 4 TPB 5 TPA* 6 TPa Data bij ontvangst, kloksignaal bij transmissie (differentieel paar
Ethernet-interface De interfacekaart ondersteunt zowel 10 Base-T als 100 Base-TX. Connectors: RJ-45 (ISO/IEC8802-3 12.
Opties en verbruiksmaterialen Opties Voor uw printer zijn de volgende opties verkrijgbaar. Opmerking: De asterisk (*) staat voor het laatste cijfer van het productnummer, dat van land tot land verschilt. Papierrolhouders Er zijn extra papierrolhouders beschikbaar waardoor u de papierrol sneller en eenvoudiger kunt vervangen. Als u een aantal houders met verschillende soorten papier op voorraad houdt, kunt u op elk moment de gewenste rol meteen in de printer plaatsen.
Handmatige snijeenheid Met deze optie kunt u afdrukken op een papierrol handmatig afsnijden. Zie de bijgevoegde handleiding voor informatie over de installatie en het gebruik van het snijmechanisme. Handmatige snijeenheid C12C815182 Reservemes voor het handmatige snijmechanisme C12C815192 Verbruiksmaterialen Voor uw printer zijn de volgende verbruiksmaterialen verkrijgbaar. Snijmechanisme Als het papier niet meer scherp wordt afgesneden, kunt u het mes van het snijmechanisme vervangen.
Cartridge (Magenta) T549300 Cartridge (Yellow) T549400 Cartridge (Light Cyan) T549500 Cartridge (Light Magenta) T549600 Cartridge (Matte Black) T549800 Cartridge (Black) T511011 Cartridge (Yellow) T512011 Cartridge (Magenta) T513011 Cartridge (Cyan) T514011 Cartridge (Light Magenta) T515011 Cartridge (Light Cyan) T516011 Cartridge (Black) T499011 Cartridge (Yellow) T500011 Cartridge (Magenta) T501011 Cartridge (Cyan) T502011 Cartridge (Light Magenta) T50
Speciaal afdrukmateriaal van EPSON U kunt voor deze printer vrijwel alle typen gewoon papier gebruiken. EPSON levert daarnaast speciaal afdrukmateriaal voor inkjetprinters dat voldoet aan de hoogste eisen met betrekking tot de afdrukkwaliteit. Opmerking: ❏ De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. ❏ De namen van bepaalde materialen kunnen van land tot land verschillen.
Papierrollen voor UltraChrome-inkt: Naam van afdrukmateriaal Formaat Productnummer EPSON Glossy Paper 559mm (22") × 20m - Photo Weight (65') S041388 EPSON Glossy Paper 1.118 mm (44") × 20m - Photo Weight (65') S041389 EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041638 EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041639 EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 1.
EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) 1.118 mm (44") × 30,5 m S041657 (100') EPSON Premium Luster Photo Paper 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041461 EPSON Premium Luster Photo Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041462 EPSON Premium Luster Photo Paper 1.118 mm (44") × 30,5 m S041463 (100') EPSON Premium Glossy Photo Paper 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041390 EPSON Premium Glossy Photo Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041391 EPSON Premium Glossy Photo Paper 1.
EPSON Premium Semigloss Photo Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') EPSON Premium Semigloss Photo Paper 1.118 mm (44") × 30,5 m S041395 (100') EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041576 S041478 EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041573 S041479 EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 1.
-44 EPSON Enhanced Matte Paper 1.118 mm (44") × 30,5 m S041597 (100') EPSON Smooth Fine Art Paper 610 mm (24") × 15,2 m (50') S041431 EPSON Smooth Fine Art Paper 914 mm (36") × 15,2 m (50') S041432 EPSON Smooth Fine Art Paper 1.118 mm (44") × 15,2 m S041433 (50') EPSON Textured Fine Art Paper 610 mm (24") × 15,2 m (50') S041447 EPSON Textured Fine Art Paper 914 mm (36") × 15,2 m (50') S041448 EPSON Textured Fine Art Paper 1.
EPSON Enhanced Adhesive Synthetic Paper 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041617 EPSON Enhanced Adhesive Synthetic Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041618 EPSON Enhanced Adhesive Synthetic Paper 1.
Losse vellen voor UltraChrome-inkt Naam van afdrukmateriaal -46 Formaat Productnummer EPSON Glossy Paper A4 - Photo Weight S041349 EPSON Glossy Paper LTR - Photo Weight S041683 EPSON Glossy Paper A3 - Photo Weight S041350 EPSON Glossy Paper Super A3 - Photo Weight S041347 EPSON Archival Matte Paper A4 S041342 EPSON Archival Matte Paper A3 S041344 EPSON Archival Matte Paper Super A3 S041340 EPSON Enhanced Matte Paper LTR S041341 EPSON Smooth Fine Art Paper 610 mm (24") × 750 mm S0414
EPSON Enhanced Matte Poster Board 762 mm (30") × 1.
Papierrollen voor ColorFast-inkt: Naam van afdrukmateriaal -48 Formaat Productnummer EPSON Glossy Paper 559 mm (22") × 20 m - Photo Weight (65') S041388 EPSON Glossy Paper 1.118 mm (44") × 20 m - Photo Weight (65') S041389 EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041638 EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041639 EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 1.
EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) 1.118 mm (44") × 30,5 m S041657 (100') EPSON Premium Luster Photo Paper 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041461 EPSON Premium Luster Photo Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041462 EPSON Premium Luster Photo Paper 1.118 mm (44") × 30,5 m S041463 (100') EPSON Premium Glossy Photo Paper 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041390 EPSON Premium Glossy Photo Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041391 EPSON Premium Glossy Photo Paper 1.
-50 EPSON Premium Semigloss Photo Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') EPSON Premium Semigloss Photo Paper 1.118 mm (44") × 30,5 m S041395 (100') EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041576 S041478 EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041573 S041479 EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 1.
EPSON Enhanced Matte Paper 1.118 mm (44") × 30,5 m S041597 (100') EPSON Watercolor Paper - Radiant White 610 mm (24") × 18 m (59') S041396 EPSON Watercolor Paper - Radiant White 914 mm (36") × 18 m (59') S041397 EPSON Watercolor Paper - Radiant White 1.118 mm (44") × 18 m (59') S041398 EPSON Smooth Fine Art Paper 610 mm (24") × 15,2 m (50') S041431 EPSON Smooth Fine Art Paper 914 mm (36") × 15,2 m (50') S041432 EPSON Smooth Fine Art Paper 1.
-52 EPSON Backlight Film 36" × 100' (30,5 m) S041483 EPSON Backlight Film 44" × 100' (30,5 m) S041484 EPSON Glossy Film 610mm (24") × 20m (65') S041314 EPSON Glossy Film 914mm (36") × 20m (65') S041313 EPSON Glossy Film 1.118 mm (44") × 20m (65') S041312 EPSON Heavyweight Polyester Banner 610mm (24") × 20m (65') S041485 EPSON Heavyweight Polyester Banner 914 mm (36") × 20 m (65') S041486 EPSON Heavyweight Polyester Banner 1.
EPSON Adhesive Vinyl 1.118 mm (44") × 12,2 m S041438 (40') EPSON Synthetic Paper 610 mm (24") × 40 m (131') S041399 EPSON Synthetic Paper 914 mm (36") × 40 m (131') S041400 EPSON Synthetic Paper 1.118 mm (44") × 40 m (131') S041401 EPSON Adhesive Synthetic Paper 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041402 EPSON Adhesive Synthetic Paper 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041403 EPSON Adhesive Synthetic Paper 1.
Losse vellen voor ColorFast-inkt Naam van afdrukmateriaal -54 Formaat Productnummer EPSON Glossy Paper A4 - Photo Weight S041349 EPSON Glossy Paper LTR - Photo Weight S041683 EPSON Glossy Paper A3 - Photo Weight S041350 EPSON Glossy Paper Super A3 - Photo Weight S041347 EPSON Archival Matte Paper A4 S041342 EPSON Archival Matte Paper A3 S041344 EPSON Archival Matte Paper Super A3 S041340 EPSON Enhanced Matte Paper LTR S041341 EPSON Watercolor Paper - Radiant White Super A3 S041352
EPSON Textured Fine Art Paper 610 mm (24") × 750 mm S041450 (30") EPSON Textured Fine Art Paper 914 mm (36") × 1118 mm (44") EPSON Enhanced Matte Poster Board 610 mm (24") × 762 mm S041598 (30') EPSON Enhanced Matte Poster Board 762 mm (30") × 1.
Papierrollen voor dye-inkt: Naam van afdrukmateriaal Productnummer EPSON Glossy Photo 24" × 20,7 m Paper EPSON Glossy Paper-Heavy Weight S041293 S041291 EPSON Glossy Photo 36" × 20,7 m Paper EPSON Glossy Paper-Heavy Weight S041225 S041227 EPSON Glossy Photo 44" × 20,7 m Paper EPSON Glossy Paper-Heavy Weight S041224 S041226 EPSON Semigloss 24" × 25 m Photo Paper EPSON Semi Gloss Paper-Heavy Weight S041294 S041292 EPSON Semigloss 36" × 25 m Photo Paper EPSON Semi Gloss Paper-Heavy Weight S041223 S0
EPSON ColorLife Photo Paper Semigloss 44" × 30,5 m S041666 EPSON Premium Luster Photo Paper 24" × 100' S041461 EPSON Premium Luster Photo Paper 36" × 100' S041462 EPSON Premium Luster Photo Paper 44" × 100' S041463 EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) 610 mm (24") × 30,5 m (100') S041655 EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) 914 mm (36") × 30,5 m (100') S041656 EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) 1.
EPSON Doubleweight Matte Paper 44" × 25 S041387 EPSON Photo Glossy 610 mm (24") × 30,5 m Paper (100') EPSON Photo Grade Glossy Paper S041575 S041475 EPSON Photo Glossy 914 mm (36") × 30,5 m Paper (100') EPSON Photo Grade Glossy Paper S041571 S041476 EPSON Photo Glossy 1.
EPSON Backlight Film 36" × 100' (30,5 m) S041483 EPSON Backlight Film 44" × 100' (30,5 m) S041484 EPSON Heavyweight Polyester Banner 24" × 20 m S041485 EPSON Heavyweight Polyester Banner EPSON Heavyweight Polyester Banner S041486 EPSON Heavyweight Polyester Banner 44" × 20 m S041487 EPSON Polyester Banner 24" × 20 m S041380 EPSON Polyester Banner 36" × 20 m S041381 EPSON Polyester Banner 44" × 20 m S041382 Losse vellen voor dye-inkt Naam van afdrukmateriaal Formaat Productnummer E
-60 EPSON Photo Paper B EPSON Glossy Photo Paper S041156 EPSON Photo Paper A3 EPSON Glossy Photo Paper S041142 EPSON Photo Paper A3+ EPSON Glossy Photo Paper S041143 EPSON ColorLife™ Photo Paper LTR S041500 EPSON ColorLife™ Photo Paper Super B S041501 EPSON ColorLife™ Photo Paper A4 S041560 EPSON ColorLife™ Photo Paper Super A3 S041561 EPSON Photo Letter Quality Ink Jet Paper S041062 EPSON Photo A4 Quality Ink Jet Paper S041461 EPSON Photo B Quality Ink Jet Paper S041070 EPSON Photo
EPSON Photo C Quality Ink Jet Paper S041171 EPSON Photo Quality Glossy Film Letter S041072 EPSON Photo Quality Glossy Film A4 S041071 EPSON Photo Quality Glossy Film B S041075 EPSON Photo Quality Glossy Film A3 S041073 EPSON Photo Quality Glossy Film Super A3/B S041074 EPSON Poster Board B2 -Semigloss S041273 EPSON Poster Board B1 -Semigloss S041236 -61
Het bedieningspaneel Knoppen, lampjes en berichten Op het bedieningspaneel van de printer bevinden zich 8 knoppen, 12 lampjes en een LCD-display voor 20 tekens. Hieronder ziet u hoe het bedieningspaneel is ingedeeld. Knoppen -62 Power Hiermee zet u de printer aan en uit. Als u naar de onderhoudsmodus wilt gaan zet u de printer uit, houdt u de knop Pause ingedrukt en drukt u vervolgens op deze knop. Zie “Onderhoudsmodus”. Cleaning 3 Sec.
Pause (Reset 3 sec.) Onderbreekt het afdrukken. Druk nogmaals op deze knop als u het afdrukken wilt hervatten. Als u deze knop drie seconden ingedrukt houdt worden alle afdrukgegevens uit het geheugen van de printer verwijderd. Als u in de modus SelecType op deze knop drukt, keert de printer terug naar de status READY. SelecType Als u deze knop indrukt in de status READY gaat u naar de modus SelecType. Als u deze knop indrukt in de modus SelecType kunt u een gewenst menu selecteren.
Cut/Eject (Enter) Wanneer het lampje Sheet brandt: Voert het vel papier uit. Wanneer het lampje Roll Auto Cut brandt: Voert het papier van de rol door en snijdt het af. Wanneer het lampje Roll Cutter Off brandt: Laadt het papier tot aan de geleider op de degel. Wanneer het lampje Roll Cutter Off brandt en Print Page Line is ingeschakeld: Voert de rol papier door en drukt vervolgens een paginascheiding af onderaan het document. Zie “PAGE LINE”.
De printer staat uit. Operate Het papier is op, de papierhendel is ontgrendeld of het geladen papier is te dik om de printkoppen te kunnen reinigen. Paper Out Het papier zit vast of er is een andere fout opgetreden in de papieruitvoer. Zie “Printer stopt opeens met afdrukken”. Paper Out De printer is klaar om gegevens af te drukken. Pause Pause Het printermechanisme beweegt ter voorbereiding op het afdrukken, de afdruk wordt gedurende een geprogrammeerde tijd gedroogd of de printkop wordt schoongemaakt.
De inkt in de kleur magenta is op of de magentacartridge is niet op de juiste manier geïnstalleerd. Ink Out M De inkt in de kleur magenta is bijna op. De cartridge met magenta is bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge. Ink Out M De inkt in de kleur lichtcyaan is op of de cartridge met lichtcyaan is niet op de juiste manier geïnstalleerd. Ink Out LC De inkt in de kleur lichtcyaan is bijna op. De cartridge met lichtcyaan is bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge.
In de printerdriver is Roll Paper geselecteerd, maar op het bedieningspaneel is gekozen voor Sheet. Roll Auto Cut Er wordt onafgebroken afgedrukt zonder dat het papier wordt afgesneden. Roll Cutter Off In de printerdriver is Roll Paper geselecteerd, maar op het bedieningspaneel is gekozen voor Sheet. Roll Cutter Off Sheet is geselecteerd. Er wordt afgedrukt op losse vellen papier. De printer voert het papier uit.
-68 INK CHARGING nnn% De printer is het inkttoevoersysteem aan het laden. Dit bericht geeft de voortgang weer van het laden van de inkt. INK DRY nn MIN De inkt krijgt tijd om te drogen na het afdrukken. nn minuten geduld. PAUSE De printer is tijdelijk stopgezet. Druk op de knop Pause als u het afdrukken wilt hervatten. RESET De oorspronkelijke instellingen van de printer worden hersteld. PRESS PAUSE BUTTON De printer wacht op een signaal om het initialiseren van het afdrukmateriaal te starten.
COMMAND ERROR Dit bericht wordt weergegeven in de volgende gevallen: 1. Wanneer de geïnstalleerde printersoftware niet geschikt is voor uw printer. 2. Wanneer beschadigde gegevens naar de printer worden gestuurd terwijl de fotoafdrukversneller (Photo Printing Accelerator) wordt gebruikt. 3. Wanneer de printer gegevens ontvangt met een onjuiste opdrachtsequentie voor ESC/P2. OPTION I/F ERROR Er heeft zich een interfacefout type B voorgedaan.
SelecType-instellingen Wanneer u SelecType gebruikt In de modus SelecType kunt u rechtstreeks via het bedieningspaneel printeropties instellen die u normaal gesproken in de driver of de software zou instellen. Bovendien zijn hier extra instellingen mogelijk. Let op de volgende punten wanneer u instellingen vastlegt in SelecType. ❏ Het is mogelijk dat toepassingsprogramma’s opdrachten naar de printer sturen die voorrang krijgen op de SelecType-instellingen.
Keuzelijst SelecType Menu Item Parameter “PRINTER SETTING MENU” “PLATEN GAP” NARROW, STANDARD, WIDE “PAGE LINE” ON, OFF “INTERFACE” AUTO, PARALLEL, USB, OPTION1, OPTION2 “CODE PAGE” PC437, PC850 “ROLL MARG” T/B15mm, 3mm, 15mm “PAPER SIZE CHK” ON, OFF “PAPER ALIGN CHK” ON, OFF “INIT.
“PRINTER STATUS MENU” -72 “VER” TPOxxxx.xxxx.xxxx “JOB HISTORY” No. 0 - No. 10 “CLR JOB HSTRY” EXEC “REMAIN INK K/C/M/LC/LM/Y” xxxxxPG “INK USED” xxxxx.xml “PAPER USED” xxxxx.xcm “INK COUNT CLR” EXEC “PAPER C.
“PAPER CONFIG MENU” “MAINTENANCE MENU” “HEAD ALIGNMENT MENU” “PAPER NUMBER” STD, 1-10 “THICK PAT.” PRINT “PAPER THK NO.” AUTO, 1 - 17 “CUT PRESSURE” 0% - 100% “CUT METHOD” 3 STEP, 4 STEP “PPR FEED ADJ” -1.00% - 1.00% “DRYING TIME” 00.0sec - 10.0sec “SUCTION” NORMAL, WEAK, WEAKEST “PRINT ADJSTMENT” 1-5-9 “BK INK CHANGE” EXEC “CUT. REPLACE” EXEC “PAPER THICK.” STD, 0.0mm - 1.
Basisprocedure voor SelecType-instellingen Hieronder ziet u de basisprocedure voor SelecType-instellingen.
3 Om menu te selecteren Voorbeeld: als u het derde menu wilt selecteren, drukt u driemaal op deze knop. 4 Om het menu te openen 5 Om items te selecteren Voorbeeld: als u het derde item wilt selecteren, drukt u driemaal op deze knop. 6 Om parameters in te stellen 7 Om het item te openen Opmerking: U kunt op elk gewenst moment op de knop Pause drukken om terug te keren naar de status READY. 1.
Als u het volgende item wilt weergeven zonder de standaardwaarde te wijzigen, drukt u op de knop Item. 5. Leg de instelling voor de parameter vast Druk op de knop Enter om de geselecteerde parameter op te slaan. Druk op de knop Item om terug te keren naar stap 3 en nog een item te selecteren. 6. Verlaat de modus SelecType Druk op de knop Pause. Opmerking: Druk op de knop SelecType om terug te keren naar stap 2. Druk nogmaals op de knop SelecType om de modus SelecType te verlaten.
De werking van de functie Print Page Line hangt mede af van de instellingen voor Auto Cut (zie de tabel). Roll Auto Cut-lampje Print Page Line Werking van de printer Aan Aan Alleen aan de rechterkant wordt een paginascheiding afgedrukt. Het papier wordt automatisch afgesneden als de afdruktaak is voltooid. Aan Uit Het papier wordt automatisch afgesneden als de afdruktaak is voltooid.
ROLL MARG Selecteer de marges voor papierrollen. Kies uit 3 mm, 15 mm en T/B 15 mm. Marge-instellingen Boven- en onderkant Links en rechts 3 mm 3 mm 3 mm 15 mm 15 mm 15 mm T/B 15 mm 15 mm 3 mm Opmerking: De combinatie ‘Boven- en onderkant = 3 mm, Links en rechts = 15 mm’ is niet mogelijk.
PAPER SIZE CHK Als ON is geselecteerd, stopt de printer met afdrukken en verschijnt RELOAD PAPER op het bedieningspaneel wanneer de breedte van het geladen papier niet overeenkomt met de breedte van de afbeelding. Als OFF is geselecteerd blijft de printer afdrukken maken, ook als de papierbreedte niet overeenkomt met de breedte van de afbeeldingen. De printer kan dan gegevens naast het papier afdrukken.
STATUS CHECK Hiermee drukt u de huidige SelecType-status af. Zie “Een statusblad afdrukken” voor meer informatie. JOB INFO Hiermee drukt u de taakinformatie af die in de printer is opgeslagen (maximaal 10 taken). PRINTER STATUS MENU Dit menu bevat de volgende items. VER Hier wordt het versienummer van de firmware weergegeven. JOB HISTORY Hiermee geeft u de afdruktaken weer die in de printer zijn opgeslagen.
Opmerking: De waarden die op het LCD-display worden weergegeven, zijn slechts een indicatie. PAPER USED Hiermee wordt het papierverbruik in cm weergegeven. Opmerking: De waarden die op het LCD-display worden weergegeven, zijn slechts een indicatie. INK COUNT CLR Hiermee wist u de waarde die is ingesteld bij INK USED. PAPER C. CLR Hiermee wist u de waarde die is ingesteld bij PAPER USED.
TOTAL PRINTS Hier wordt het totaal aantal afgedrukte pagina’s weergegeven. WASTE INK Alleen voor onderhoudspersoneel. CUTTER LIFE Geeft de levensduur van het snijmechanisme weer. Opmerking: De waarden die op het LCD-display worden weergegeven, zijn slechts een indicatie. CR MOTOR Alleen voor onderhoudspersoneel. PF MOTOR Alleen voor onderhoudspersoneel. HEAD UNIT Alleen voor onderhoudspersoneel. CLEANER Alleen voor onderhoudspersoneel. PAPER CONFIG MENU Dit menu bevat de volgende items.
PAPER NUMBER Als STD is geselecteerd, bepaalt de printer automatisch de dikte van het papier. U kunt ook No. X selecteren (X is een getal tussen 1 en 10) om de volgende instellingen vast te leggen of op te vragen. ❏ Diktenummer ❏ Snijdruk ❏ Snijmethode ❏ Aanpassing papiertoevoer ❏ Afdrukaanpassing ❏ Droogtijd ❏ Zuigdruk Opmerking: Als u STD selecteert, worden de gegevens afgedrukt met de instellingen van de printerdriver. Als u No.
CUT PRESSURE Hier stelt u de druk in van het snijmechanisme (0 tot 100%) voor het snijden van het papier. Verlaag de druk als u slapper papier wilt snijden. CUT METHOD Hier stelt u de snijmethode in. Er zijn twee manieren om het papier te snijden (3 STEP en 4 STEP). Selecteer 4 STEP voor slapper of dikker papier. PPR FEED ADJ Hier stelt u de hoeveelheid papier in die moet worden ingevoerd. U kunt een hoeveelheid instellen van -1,00 tot 1,00%.
BK INK CHANGE Hiermee kunt u de zwarte cartridge vervangen voor het beste resultaat. Raadpleeg “Zwarte cartridges vervangen” voor meer informatie. CUT. REPLACE Hier wordt de procedure weergegeven voor het vervangen van het snijmechanisme. Volg de instructies op het LCD-display. HEAD ALIGNMENT MENU Dit menu bevat de volgende items. PAPER THICK. Hiermee wijzigt u de dikte van het papier dat u wilt gebruiken.
Papierrollen voor UltraChrome-inkt: Papiergroep A Naam van afdrukmateriaal EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) EPSON Premium Luster Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo Grade Glossy Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper EPSON Canvas EPSON Backlight Film EPSON Enhanced Synthetic Paper EPSON Enhanced Adhesive Synt
Losse vellen voor UltraChrome-inkt Papiergroep A Naam van afdrukmateriaal EPSON Archival Matte Paper EPSON Enhanced Matte Paper B EPSON Glossy Paper - Photo Weight C EPSON Smooth Fine Art Paper EPSON Textured Fine Art Paper EPSON Enhanced Matte Poster Board -87
Papierrollen voor ColorFast-inkt Papiergroep A Naam van afdrukmateriaal EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) EPSON Premium Luster Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo Grade Glossy Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper EPSON Canvas EPSON Backlight Film EPSON Glossy Film EPSON Heavyweight Polyester Banner EPSON Tyv
B EPSON Glossy Paper - Photo Weight EPSON Doubleweight Matte Paper EPSON Enhanced Matte Paper EPSON Watercolor Paper - Radiant White EPSON Smooth Fine Art Paper EPSON Textured Fine Art Paper Gewoon papier C - -89
Losse vellen voor ColorFast-inkt Papiergroep Naam van afdrukmateriaal A - B EPSON Glossy Paper - Photo Weight EPSON Archival Matte Paper EPSON Enhanced Matte Paper EPSON Watercolor Paper - Radiant White C EPSON Smooth Fine Art Paper EPSON Textured Fine Art Paper EPSON Enhanced Matte Poster Board Papierrollen voor dye-inkt: Papiergroep A Naam van afdrukmateriaal EPSON ColorLife™ Photo Paper Semigloss EPSON Premium Luster Photo Paper EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) EPSON Photo Glossy Paper
B EPSON Glossy Photo Paper EPSON Glossy Paper - Heavy Weight EPSON Semigloss Photo Paper EPSON Semigloss Paper - Heavy Weight EPSON Presentation Matte Paper EPSON Doubleweight Matte Paper C - Losse vellen voor dye-inkt Papiergroep A Naam van afdrukmateriaal EPSON ColorLife™ Photo Paper EPSON Photo Quality Ink Jet Paper EPSON Photo Quality Glossy Film B EPSON Photo Paper EPSON Glossy Photo Paper C EPSON Poster Board -Semigloss ALIGNMENT Hiermee kunt u de uitlijning van de printkop corrigeren als de
2. Druk in de modus SelecType op de knop SelecType totdat TEST PRINT MENU op het LCD-display verschijnt. 3. Druk op de knop Item totdat NOZZLE CHECK wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Enter. Het spuitkanaaltjespatroon wordt afgedrukt zoals getoond in de onderstaande illustratie. Na het afdrukken verlaat de printer de modus SelecType en keert hij terug naar de status READY.
c Let op: Controleer voordat u afbeeldingen afdrukt eerst of het spuitkanaaltjespatroon goed wordt afgedrukt. Anders kan de afdrukkwaliteit minder zijn. De uitlijning van de printkop uitvoeren Hierna wordt beschreven hoe u de printkop uitlijnt met behulp van SelecType. 1. Laad papier in de printer volgens de instructies in “Papierrollen gebruiken” of “Losse vellen papier gebruiken”.
Opmerking: Dit patroon wordt alleen afgedrukt in de kleur lichtcyaan. Als u de printkop in alle kleuren wilt uitlijnen of als u een probleem opmerkt bij lichtcyaan, selecteert u Bi-D ALL. Als u bij het resultaat in alle kleuren nog steeds problemen ondervindt, lijnt u de printkoppen uit met Uni-D. Voorbeelden van uitlijnpatronen voor printkoppen: 6. Als het afdrukken is voltooid, worden het patroonnummer en het huidige reeksnummer weergegeven.
De papierdikte instellen Als u ander afdrukmateriaal gebruikt dan het speciale materiaal van EPSON, dan moet u mogelijk de dikte van het papier instellen. U kunt instellen of de dikte van het gebruikte papier automatisch moet worden bepaald (STD (standaard)) of moet worden ingesteld (1 tot 10) in het menu Paper Settings. Zie de volgende paragrafen voor het vastleggen en opvragen van uw instellingen. U kunt ook de inktdroogtijd instellen voor de respectievelijke papierinstellingen, inclusief STD.
Voorbeeld testpatroon papierdikte: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 kleinste tussenruimte 6. Bekijk het afgedrukte patroon goed en bepaal bij welk nummer de twee lijnen uitgelijnd zijn (de kleinste tussenruimte hebben). 7. PAPER THK NO. kan worden weergegeven. Als u speciaal afdrukmateriaal van EPSON gebruikt, selecteert u AUTO. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat niet van EPSON afkomstig is, druk dan op de knop + of - om het bij stap 6 bepaalde nummer te selecteren.
Opmerking: Voor het snijden van afdrukmateriaal niet van EPSON en voor slapper of dik papier wordt 4 STEP aanbevolen. 11. Druk op de knop Item totdat PPR FEED ADJ wordt weergegeven. Druk op de knop + of - om de hoeveelheid papier in te stellen die moet worden ingevoerd en druk vervolgens op de knop Enter. 12. Druk op de knop Item totdat PRINT ADJUSTMENT wordt weergegeven. Druk op de knop + of - om MicroWeave aan te passen en druk vervolgens op de knop Enter. U kunt een instelling kiezen van 1 tot 9.
1. Druk in de modus SelecType op de knop SelecType totdat PAPER CONFIG MENU op het LCD-display verschijnt. 2. Druk op de knop Item. PAPER NUMBER kan worden weergegeven. 3. Druk op de knop + of - om het vastgelegde nummer te selecteren dat u wilt gebruiken. Als u STD selecteert, worden de gegevens afgedrukt met de instellingen van de printerdriver. Als u No. X selecteert, krijgen de instellingen van het bedieningspaneel voorrang op die van de driver, tenzij u AUTO selecteert in PAPER THK NO..
Onderhoudsmodus In de onderhoudsmodus kunt u een hex dump uitvoeren en de taal selecteren voor het LCD-display. De onderhoudsmodus openen Controleer eerst of de printer uitstaat. Zet de printer aan door de knop Pause ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de knop Power te drukken. Wanneer de printer de onderhoudsmodus opent, verschijnt op het LCD-display MAINTENANCE MODE.
Lijst met onderhoudsmodi Items Als u ON selecteert, slaat de printer alle afdruktaken op die u hebt gemaakt, inclusief testafdrukken. Als u OFF selecteert, bewaart de printer alleen de afdruktaken die via de printerdriver naar de printer zijn gestuurd. Item Parameters “HEX DUMP” PRINT “LANGUAGE” ENGLISH, FRENCH, ITALIAN, GERMAN, SPANISH, PORTUGUESE “UNITS” METRIC*, FEET/INCHES “PARA, I/F” ECP*, COMPAT “IEEE1284.
HEX DUMP U kunt de gegevens die de printer van de server ontvangt afdrukken in hexadecimale getallen. Voer de volgende stappen uit om deze gegevens af te drukken. 1. Plaats papier in de printer. 2. Druk in de onderhoudsmodus op de knop Item totdat HEX DUMP op het LCD-display verschijnt. 3. Druk op de knop Enter. In de linkerkolom worden de afdrukgegevens uit de printerbuffer afgedrukt in 16-byte hexadecimale tekens. In de rechterkolom worden de overeenkomstige ASCII-tekens afgedrukt.
Opmerking: Het kan even duren voordat READY (of een woord met dezelfde betekenis in de gekozen taal) op het LCD-display verschijnt. UNITS U kunt zelf bepalen in welke eenheid de lengte wordt aangegeven. Opmerking: Dit item is alleen beschikbaar wanneer u ENGLISH kiest bij LANGUAGE. Voer de volgende stappen uit om de eenheden te kiezen. 1. Druk in de onderhoudsmodus op de knop Item totdat UNITS op het LCD-display verschijnt. 2.
AUTO NZL CHK U kunt ON selecteren om de spuitkanaaltjes automatisch te laten controleren of OFF om de spuitkanaaltjes niet automatisch te laten controleren. SSCL U kunt een ultrasone reiniging van de printkoppen uitvoeren. Opmerking: Dit item is alleen beschikbaar bij gebruik van UltraChrome- of ColorFast-inkt. MW7 MW7 is voor testafdrukken en mag alleen worden gebruikt door erkende servicemedewerkers.
K/C/M/LC/LM/Y CARTRIDGE INFO CARTRIDGE INFO is alleen voor onderhoudspersoneel. SN MENU SN MENU is voor testafdrukken en mag alleen worden gebruikt door erkende servicemedewerkers.
Afdrukken onder Windows De printersoftware openen Volg de onderstaande instructies om de op uw computer geïnstalleerde printersoftware op uw computer te openen. U kunt de printersoftware openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, of via Deze computer (My Computer) of Printers en faxapparaten (Printers and Faxes). Vanuit Windows-toepassingen 1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken of Pagina-instelling. 2.
Voor Windows 2000 1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My Computer), het pictogram Configuratiescherm (Control Panel) en vervolgens op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences). Het venster van de printersoftware verschijnt. Voor Windows NT4.0 1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My Computer) en dubbelklik vervolgens op Printers. 2.
Basisinstellingen De instellingen voor de printerdriver vastleggen Ga naar het tabblad Main en het tabblad Paper van de printerdriver om de basisinstellingen voor het afdrukken van documenten vast te leggen. Op het tabblad Paper kunt u instellingen vastleggen voor afdrukken op rolpapier, automatisch draaien, automatisch afsnijden en afdrukken van paginascheidingen. Meer informatie over de printersoftware vindt u in de online-Help. Druk hiervoor op de knop Help in het venster met driverinstellingen. 1.
Tabblad Main 4. Selecteer in de lijst Media Type het materiaal dat u in de printer hebt geladen. Opmerking: De instelling van Media Type bepaalt welke andere opties beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen. 5. Selecteer in het vak Ink (als u UltraChrome-inkt gebruikt) Color om in kleur af te drukken of Black om alleen een concept of zwarte tekst af te drukken. Als u ColorFast- of dye-inkt gebruikt, selecteert u Color om in kleur af te drukken of Black om in zwart-wit af te drukken.
Opmerking: In de modus Automatic zorgt de printerdriver op basis van de huidige instellingen bij Media Type en Ink voor alle gedetailleerde instellingen. 7. Stel in het vak Mode de Speed en Quality in als hiervoor een schuifbalk wordt weergegeven. Verschuif de balk naar links of naar rechts, al naar gelang u de snelheid of de kwaliteit belangrijker vindt. Deze instelling wordt normaal gesproken automatisch aangepast aan de instellingen die u hebt vastgelegd bij Media Type.
9. Selecteer in de lijst Paper Source het type papier dat in de printer is geladen. 10. Selecteer in de lijst Paper Size het papierformaat dat in de printer is geladen. Opmerking: De meeste Windows-toepassingen beschikken over eigen opties voor het papierformaat en de pagina-instelling. De instellingen van deze opties hebben voorrang op vergelijkbare instellingen van de printerdriver. 11. Stel de Roll Paper Option in als u een papierrol gebruikt. Zie “Roll Paper Option”. 12.
Tabblad Layout 14. Selecteer Reduce/Enlarge en pas indien nodig het formaat van de afbeelding aan. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar wanneer Roll Paper (Banner) is geselecteerd in de lijst Paper Source. 15. Klik op de knop OK onder in het venster. Op het scherm verschijnt opnieuw het dialoogvenster Pagina-instelling (of een vergelijkbaar venster) van uw toepassing. 16. Klik op Afdrukken om het document af te drukken.
Voortgangsbalk Het afdrukken annuleren Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stop op de EPSON-voortgangsbalk. U kunt het afdrukken ook tijdelijk onderbreken of opnieuw beginnen met afdrukken. Als u het afdrukken tijdelijk wilt onderbreken, drukt u op de knop Pause. Als u het afdrukken wilt hervatten, drukt u nogmaals op deze knop. c -112 Let op: Als u een afdruktaak onderbreekt kan het nodig zijn opnieuw te beginnen voor het beste resultaat.
De printerdriver gebruiken De printerdriversoftware zorgt ervoor dat de computer de printer kan besturen aan de hand van de instellingen die u voor uw afdrukken vastlegt. Afdrukmateriaal instellen De instelling van Media Type bepaalt welke andere opties beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen. Selecteer in de “Tabblad Main” bij Media Type het type afdrukmateriaal dat in de printer is geladen. Zoek het papier op in de volgende lijst en selecteer de juiste instelling bij Media Type.
Voor UltraChrome-inkt: -114 Instelling bij Media Type Speciaal afdrukmateriaal van EPSON/Omschrijving Doubleweight Matte Paper EPSON Doubleweight Matte Paper Enhanced Matte Paper EPSON Enhanced Matte Paper EPSON Archival Matte Paper Glossy Paper - Photo Weight EPSON Glossy Paper - Photo Weight Premium Glossy Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper Premium Semigloss Photo Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper Premium Luster Photo Paper EPSON Premium Luster Photo Paper Photo Glossy Pa
Enhanced Adhesive Synthetic Paper EPSON Adhesive Synthetic Paper Gewoon papier - Enhanced Matte - Poster Board EPSON Enhanced Matte Poster Board -115
Voor ColorFast-inkt: -116 Instelling bij Media Type Speciaal afdrukmateriaal van EPSON/Omschrijving Gewoon papier - Doubleweight Matte Paper EPSON Doubleweight Matte Paper Glossy Paper - Photo Weight EPSON Glossy Paper - Photo Weight Premium Glossy Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) Premium Semigloss Photo Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) Photo Glossy Paper EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo
Heavyweight Polyester Banner EPSON Heavyweight Polyester Banner Adhesive Vinyl EPSON Adhesive Vinyl Tyvek Brillion EPSON Tyvek® Brillion™ Backlight Film EPSON Backlight Film Canvas EPSON Canvas Media - 1 EPSON Enhanced Synthetic Paper Media - 2 EPSON Enhanced Adhesive Synthetic Paper Media - 3 EPSON Adhesive Vinyl EPSON Tyvek® Brillion™ *Selecteer deze instelling wanneer u op dit materiaal afdrukt in de modus voor een groot inktverbruik.
Voor dye-inkt: Instelling bij Media Type Speciaal afdrukmateriaal van EPSON/Omschrijving Gewoon papier - Presentation Matte Paper EPSON Presentation Matte Paper Photo Paper EPSON Photo Paper EPSON Glossy Photo Paper Semigloss Photo Paper EPSON Semigloss Photo Paper EPSON Semi Gloss Paper-Heavy Weight Photo Glossy Paper EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo Grade Glossy Paper Photo Semigloss Paper EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper Premium Luster Photo Paper EPSON Pre
worden uitgelegd. “De modus Automatic” De snelste en eenvoudigste manier om te beginnen met afdrukken. “De Modus Custom” Corrigeert kleuren en verhoogt de kwaliteit van foto’s. Handig voor afbeeldingen met een lage resolutie. Kies uit een lijst vooraf gedefinieerde instellingen de optie die het meest geschikt is voor het type document dat u wilt afdrukken. U kunt ook uw eigen instellingen aan deze lijst toevoegen.
❏ De meeste Windows-toepassingen beschikken over eigen opties voor het papierformaat en de pagina-instelling. De instellingen van deze opties hebben voorrang op vergelijkbare instellingen van de printerdriver. Als uw toepassing echter niet over deze opties beschikt, controleert u de instellingen op het tabblad Paper van de printerdriver. De Modus Custom In de modus Custom kunt u een groot aantal veranderingen uitvoeren met slechts één muisklik.
1. Klik op de knop Custom op het “Tabblad Main”. 2. Kies uit de lijst Custom Settings de meest geschikte instelling voor het type document of beeld dat u wilt afdrukken. 3. Als u een instelling selecteert voor Custom, worden andere opties, zoals Print Quality en Color Adjustment, automatisch ingesteld. Wijzigingen worden weergegeven in het scherm Current Settings linksonder in het tabblad Main. 4.
Dialoogvenster Advanced 2. Selecteer bij Media Type het type afdrukmateriaal dat in uw printer is geladen. Zie “Afdrukmateriaal instellen” voor meer informatie. 3. Als u UltraChrome-inkt gebruikt, kiest u Color om foto’s in kleur of in zwart-wit af te drukken of Black om alleen een concept of zwarte tekst af te drukken. Als u ColorFast- of dye-inkt gebruikt, kiest u Color om in kleur af te drukken of Black om in zwart-wit af te drukken. 4. Stel de Print Quality in. 5.
6. Stel desgewenst nog meer opties in. Zie de online-Help voor meer informatie. Opmerking: ❏ Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de instellingen die u hebt gekozen voor Media Type, Ink en Print Quality. ❏ Als u de fotoafdrukversneller (Photo Printing Accelerator) inschakelt, kunt u bij Mode niet de optie Automatic kiezen. 7. Klik op OK om uw instellingen toe te passen en terug te keren naar het tabblad Main.
U kunt maximaal 100 combinaties van instellingen opslaan. U kunt de opgeslagen instellingen selecteren uit de lijst met instellingen op het “Tabblad Main”. Opmerking: ❏ De namen die EPSON heeft gegeven aan de vooraf gedefinieerde instellingen, kunt u niet voor uw eigen instellingen gebruiken. ❏ Als u een instelling wilt verwijderen, selecteert u deze in het dialoogvenster Custom Settings en klikt u op Delete.
❏ Als u afdrukt terwijl PhotoEnhance4 is geselecteerd, kan het afdrukken langer duren, afhankelijk van uw computersysteem en de hoeveelheid gegevens in uw afbeelding. U kunt kiezen uit de volgende instellingen. Klik op het pijltje aan de rechterkant van het keuzemenu. Tone Normal Deze instelling biedt standaardbeeldcorrectie voor de meeste foto's. Probeer deze instelling eerst. Hard Deze instelling biedt variabele beeldcorrectie voor uw afdrukken.
Papierconfiguratie-instellingen Het instellen van de papierconfiguratie omvat een aantal menu’s met opties die op het afdrukken worden toegepast. Klik op de knop Paper Config om deze instellingen vast te leggen. Opmerking: De instellingen voor de papierconfiguratie zijn alleen beschikbaar wanneer u UltraChrome-inkt gebruikt. Modus Omschrijving Color Density Hiermee past u de dichtheid van de kleur aan. Gebruik een waarde van -50% tot +50%.
Modus Omschrijving Cut Method Selecteer de gewenste snijmethode voor dun papier in het menu dat op het scherm verschijnt. U kunt kiezen uit Standard, Thin Paper en Very Thin Paper. Pagina-instellingen aanpassen Op het “Tabblad Paper” kunt u de volgende instellingen aanpassen. Orientation Gebruik deze instelling om de afdrukrichting op het papier aan te geven: Portrait (verticaal) of Landscape (horizontaal). Als u dicht bij de onderkant van het papier wilt afdrukken, klikt u op 180° draaien.
Auto Rotate De functie Auto Rotate heeft alleen zin wanneer de lengte van de gewenste afdruk kleiner is dan de afdrukbreedte van de papierrol (300, 400 of 600 mm; 12, 14, 20, 22, 24, 36 of 44 inch). De afdruk wordt automatisch 90 graden gedraaid zodat het beeld op zijn kant komt te liggen. Zo bespaart u papier. Deze functie is niet beschikbaar wanneer Roll Paper (Banner) is geselecteerd in de lijst Paper Source. Bij deze functie kunt u ook de papierbreedte instellen.
Auto Cut Wanneer Auto Cut is geselecteerd, wordt de papierrol na elke afdruktaak automatisch afgesneden. Selecteer Auto Cut door het vakje Auto Cut in te schakelen in het vak Roll Paper Option op het “Tabblad Paper”. Print Page Line U kunt voor het handmatig afsnijden een paginascheiding laten afdrukken aan de rechterkant of de onderkant van het document. Selecteer het vakje Print Page Line in het vak Roll Paper Option op het “Tabblad Paper” om Print Page Line in te schakelen.
Save Roll Paper Schakel dit vakje in als u papier wilt besparen. Wanneer dit vakje is geselecteerd, wordt het onderste, lege gedeelte van de laatste pagina van een document niet doorgevoerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer Roll Paper (Banner) is geselecteerd in de lijst Paper Source. Documenten aanpassen aan het papierformaat U kunt het formaat van een document aanpassen aan het formaat van het papier waarop u wilt afdrukken.
De printerhulpprogramma's gebruiken Met de EPSON-printerhulpprogramma’s kunt u op het computerscherm de printerstatus controleren en enkele onderhoudsfuncties voor de printer uitvoeren. EPSON Status Monitor 3 Met het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 controleert u de printerstatus en de resterende hoeveelheid inkt per cartridge. Nozzle Check U kunt een spuitkanaaltjespatroon laten afdrukken om te controleren of de spuitkanaaltjes de inkt op de juiste manier toevoeren.
Printer and Option Information Dit hulpprogramma geeft informatie weer over de configuratie van de printer. Ook geeft dit hulpprogramma specifieke informatie weer over bepaalde kenmerken van de printer, zoals de cartridgeoptie en het identificatienummer van de printer. Zie “Printer and Option Information gebruiken”. Opmerking: Zorg ervoor dat de printer alle afdruktaken heeft voltooid voordat u een van de hulpprogramma’s Nozzle Check, Head Cleaning of Print Head Alignment uitvoert.
De printersoftware openen Wanneer u de printersoftware opent, verschijnen in het venster van de printersoftware de tabbladen voor de printerdriver en de hulpprogramma’s. Als u de hulpprogramma's wilt gebruiken, klikt u op het tabblad Utility in het venster van de printersoftware en klikt u vervolgens op de knop voor het hulpprogramma dat u wilt gebruiken. Opmerking: ❏ De letter tussen haakjes achter de naam van het hulpprogramma is de sneltoets voor dat hulpprogramma.
Printer and Option Information gebruiken De configuratie van uw systeem bepaalt of de informatie in het dialoogvenster Printer and Option Information automatisch wordt geactualiseerd of handmatig dient te worden ingevoerd. Als een melding verschijnt in het gedeelte Current Settings waarin u wordt gevraagd instellingen op te geven, of als u de configuratie van de printer wilt wijzigen, voert u de onderstaande stappen uit om de benodigde instellingen handmatig op te geven. 1.
Printer-ID #1: 50-50-50-50-50-50 Printer-ID #2: 50-50-50-50-50-50 3. Controleer of de informatie in het hulpprogramma overeenkomt met de afgedrukte gegevens. Zoniet, pas dan de informatie op het scherm aan zodat deze overeenkomt met de afgedrukte gegevens. 4. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en het venster te verlaten. Speed & Progress In dit dialoogvenster kunt u opties instellen die betrekking hebben op de afdruksnelheid en de voortgang van het afdrukken.
Opmerking: Schakel Speed & Progress in door te klikken op Start, Instellingen (Settings), Printers, klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer, klik op Eigenschappen (Properties) en open het tabblad Utility. U hebt de keuze uit de volgende mogelijkheden: High Speed Copies Selecteer High Speed Copies als u meerdere exemplaren van uw document sneller wilt afdrukken. Show Progress Meter Selecteer Show Progress Meter als u de voortgang van uw afdruktaak wilt bijhouden.
Als uw computer de modus ECP ondersteunt, schakelt u DMA-overdracht in om het afdrukken te versnellen. Zie “Speed & Progress gebruiken” voor meer informatie. Always Spool Raw Datatype (alleen voor Windows XP, 2000 en NT) Schakel dit selectievakje in als u wilt dat documenten van Windows NT-clients worden gespoold met het RAW-formaat in plaats van met het EMF-formaat (metafile). (In Windows NT-toepassingen wordt standaard het EMF-formaat gebruikt.
Informatie krijgen via de online-Help Uw printersoftware beschikt over een uitgebreide online-Help. Hierin vindt u instructies voor het afdrukken, het instellen van opties in de printerdriver en het gebruik van hulpprogramma’s voor de printer.
De printerstatus controleren en afdruktaken beheren De voortgangsbalk gebruiken Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, verschijnt de voortgangsbalk, zoals in de volgende illustratie. Dit venster geeft de voortgang van de huidige afdruktaak aan en bevat informatie over de printerstatus wanneer communicatie in twee richtingen tussen de printer en de computer tot stand is gebracht. In dit venster verschijnen bovendien nuttige tips voor het afdrukken, en foutberichten.
EPSON Printing Tips Onderaan het venster van de voortgangsbalk worden tips weergegeven voor een optimaal gebruik van uw EPSON-printerdriver. Er verschijnt een nieuwe tip om de 30 seconden. Als u meer informatie wilt over een tip die wordt weergegeven, klikt u op de knop Details. De EPSON Spool Manager gebruiken (alleen voor Windows Me, 98 en 95) De EPSON Spool Manager is vergelijkbaar met Afdrukbeheer onder Windows.
Klik op de knop EPSON Stylus Pro 10600 UC (bij gebruik van UltraChrome-inkt), EPSON Stylus Pro 10600 CF (bij gebruik van ColorFast-inkt) of EPSON Stylus Pro 10600 DYE (bij gebruik van dye-inkt), nadat deze knop op de taakbalk is verschenen. U krijgt nu de status en overige informatie te zien van de afdruktaken in de rij. Bovendien kunt u met de Spool Manager geselecteerde afdruktaken annuleren, onderbreken en opnieuw starten.
❏ Dubbelklik op het printerpictogram op de taakbalk van Windows. Zie “Controlevoorkeursinstellingen vastleggen” voor informatie over hoe u dit pictogram kunt toevoegen aan de taakbalk. ❏ Open de printerdriver, klik op het tabblad Utility en klik vervolgens op EPSON Status Monitor 3. Als u EPSON Status Monitor 3 opent, verschijnt het volgende venster.
❏ Huidige status: EPSON Status Monitor 3 biedt uitgebreide informatie over de printerstatus, een grafische weergave en statusberichten. Als de inkt (bijna) op is, verschijnt de knop How to ... in het venster van EPSON Status Monitor 3. Als u vervolgens op How to ... klikt, worden er instructies weergegeven voor het vervangen van de cartridges. ❏ Informatie: EPSON Status Monitor 3 biedt een grafische weergave van de resterende hoeveelheid inkt.
3. Klik op de knop Monitoring Preferences. Het dialoogvenster Monitoring Preferences wordt geopend. 4. Stel de volgende instellingen in. Select Notification Hier worden de huidige instellingen voor foutmeldingen weergegeven. Schakel de selectievakjes in voor de typen fouten waarvoor u een melding wilt ontvangen. Select Shortcut Icon -144 Schakel dit selectievakje in als u een pictogram voor een snelkoppeling wilt weergeven op de taakbalk van Windows.
Allow monitoring of shared printers Als dit selectievakje is ingeschakeld kan een gedeelde printer worden gecontroleerd door andere pc’s. De afdruksnelheid verhogen Algemene tips Het duurt langer om afbeeldingen in kleur af te drukken met instellingen voor een hoge afdrukkwaliteit, dan beelden in zwart-wit van standaardkwaliteit. Voor kleurendocumenten van hoge kwaliteit moeten namelijk veel meer gegevens worden verwerkt.
Afdrukkwaliteit Afdruksnelheid Gegevensken merken Lager Sneller Hoger Langzamer Printerdriv ermenu Afbeelding sgrootte Weinig Veel - Resolutie Laag Hoog In de volgende tabel staan alleen de factoren met betrekking tot de afdruksnelheid.
Speed & Progress gebruiken In het dialoogvenster Speed & Progress kunt u bepaalde opties instellen die betrekking hebben op de afdruksnelheid. Klik op Speed & Progress op het tabblad Utility van de printersoftware. High Speed Copies Drukt meerdere exemplaren van uw document sneller af. Show Progress Meter Geeft de voortgang van het afdrukproces weer tijdens het afdrukken. EPSON Printer Port (alleen voor Windows Me, 98 en 95) Versnelt de gegevensoverdracht naar EPSON-printers.
Bericht Actie Gebruik DMA (directe geheugentoegang) voor een snellere gegevensoverdracht. Voer de stappen onder deze tabel uit om DMA-overdracht in te schakelen. (Geen bericht) DMA-overdracht is niet mogelijk bij de instelling van de parallelle poort op uw systeem. U kunt DMA-overdracht mogelijk wel gebruiken als u de instelling van de parallelle poort wijzigt in ECP of Enhanced via het Setup-programma voor uw computer-BIOS.
4. Klik op het tabblad Bronnen (Resources) en schakel het selectievakje Automatische instellingen gebruiken (Use automatic settings) uit om de automatische instelling uit te schakelen. Noteer de instelling voor Invoer-/uitvoer-bereik (Input/Output Range) die wordt weergegeven in het vak met broninstellingen. Schrijf deze instellingen op Klik hier om het selectievakje uit te schakelen 5.
Opmerking: Op sommige computers kan DMA-overdracht niet worden gebruikt, ook al hebt u de bovenstaande stappen uitgevoerd. Neem contact op met de fabrikant van uw computer voor informatie over de mogelijkheid voor DMA-overdracht van uw computer. Poortconfiguratie (alleen Windows NT 4.0) Opmerking: Poortinstellingen voor Windows NT 4.0 zijn zeer gecompliceerd en dienen alleen te worden uitgevoerd door een ervaren gebruiker met beheerdersrechten.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteer Eigenschappen (Properties).
3. Klik op het tabblad Poort (Port) en klik vervolgens op de knop Poort configureren (Configure Port). 4. Klik op het tabblad LPT voor de poort waarop uw printer is aangesloten en klik vervolgens op Poortconfiguratie (Port Configuration).
Opmerking: Als uw printer is aangesloten op de poort LPT1, is alleen het tabblad LPT1 beschikbaar. 5. Klik op OK. Broninstellingen (IRQ en DMA) Als uw printer is aangesloten op LPT2 of LPT3 kunt u hier IRQen DMA-instellingen wijzigen om het afdrukken te versnellen. Voer voor IRQ en DMA dezelfde configuratiewaarden in als u hebt opgegeven voor uw uitbreidingskaart. Raadpleeg de documentatie bij uw computer voor de instellingen voor IRQ en DMA.
De printer configureren in een netwerk In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer configureert zodat deze kan worden gebruikt door andere computers in het netwerk. U moet de printer via de computer waarop de printer is aangesloten eerst instellen als een gedeelde printer. Vervolgens geeft u het netwerkpad naar de printer op vanaf iedere computer die de printer moet kunnen gebruiken en installeert u de printersoftware op die computers.
4. Schakel het selectievakje Ik wil anderen toegang kunnen geven tot mijn printer(s) (I want to be able to allow others to print to my printer(s) in en klik op OK. 5. Klik in het netwerkvenster op OK. 6. Dubbelklik in het Configuratiescherm (Control Panel) op Printers. Opmerking: ❏ Als er een dialoogvenster verschijnt waarin u wordt gevraagd de cd-rom van Windows Me, 98 of 95 te plaatsen, plaatst u die cd-rom in de cd-romlezer en voert u de aanwijzingen op het scherm uit.
8. Klik op Gedeeld als (Shared As, voer de benodigde printerinformatie in en klik op OK. Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot de printer via een netwerk. Opmerking: U kunt pas toegang krijgen tot de printer vanaf een andere computer nadat de printer als een gedeelde printer is ingesteld op de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. 1.
4. Selecteer Netwerkprinter (Network printer) en klik op Volgende (Next). 5. Klik op Bladeren (Browse). 6. Dubbelklik op het pictogram van de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. Klik vervolgens op het printerpictogram. 7. Klik op OK en voer de aanwijzingen op het scherm uit.
Voor Windows 2000 en NT 4.0 De printer instellen als een gedeelde printer Voer de volgende stappen uit om een printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten, in te stellen als gedeelde printer voor andere computers in het netwerk. 1. Klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en klik vervolgens op Printers. 2. Selecteer uw printer en klik in het menu Bestand (File) op Delen (Sharing). 3. Klik op het keuzerondje Gedeeld (Shared) en voer de Sharenaam (Share Name) in. 4. Klik op OK.
Opmerking: Selecteer geen driver uit de lijst Alternatieve stuurprogramma’s (Alternate Drivers). Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot de printer via een netwerk. Opmerking: U kunt pas toegang krijgen tot de printer vanaf een andere computer nadat de printer als een gedeelde printer is ingesteld op de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. 1. Installeer de printerdriver op de client vanaf de cd-rom met software. 2.
3. Klik op het tabblad Poorten (Ports) en klik vervolgens op Poort toevoegen (Add Port). 4. Het volgende dialoogvenster verschijnt. Selecteer Lokale poort (Local Port) en klik vervolgens op Nieuwe poort (New Port). 5. Het volgende dialoogvenster verschijnt.
\\naam van de computer waarop de printer is aangesloten\naam van de gedeelde printer Klik vervolgens op OK. 6. Klik in het dialoogvenster Printerpoorten (Printer Ports) op Sluiten (Close) om terug te keren naar het tabblad Poorten (Ports). 7. Controleer op het tabblad Poorten (Ports) of de nieuwe poort is toegevoegd en het selectievakje is ingeschakeld. Klik op OK om de printerdriver te sluiten.
Voor Windows XP De printer instellen als een gedeelde printer Voer de volgende stappen uit om een printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten, in te stellen als gedeelde printer voor andere computers in het netwerk. 1. Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten (Printers and Faxes). 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik vervolgens op Delen (Sharing) in het menu dat verschijnt.
3. Selecteer Deze printer delen (Share this printer) en typ de naam in het vak Sharenaam (Share name). 4. Klik op OK. Opmerking: Selecteer geen drivers in de lijst Extra stuurprogramma's (Additional Drivers). Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot de printer via een netwerk.
2. Klik op Start en open Printers en faxapparaten (Printers and Faxes). Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en open vervolgens de Eigenschappen (Properties) van de printer. 3. Klik op het tabblad Poorten (Ports) en klik vervolgens op Poort toevoegen (Add Port). 4. Het volgende dialoogvenster verschijnt. Selecteer Lokale poort (Local Port) en klik vervolgens op Nieuwe poort (New Port). 5. Het volgende dialoogvenster verschijnt.
\\naam van de computer waarop de printer is aangesloten\naam van de gedeelde printer Klik daarna op OK. 6. Sluit het dialoogvenster Printerpoorten (Printer Ports) om terug te keren naar het tabblad Poorten (Ports). 7. Controleer op het tabblad Poorten (Ports) of de nieuwe poort is toegevoegd en het selectievakje is ingeschakeld. Klik op OK om de Eigenschappen (Properties) te sluiten.
Updaten naar Windows Me Als u op uw computer een upgrade hebt uitgevoerd van Windows 95 of 98 naar Windows Me, dient u de installatie van de printersoftware ongedaan te maken en de software vervolgens opnieuw te installeren. Dubbelklik in het Configuratiescherm (Control Panel) van Windows op het onderdeel Software (Add/Remove Programs) en selecteer EPSON Printer Software in de lijst. Klik op de knop Toevoegen/Verwijderen (Add/Remove) en vervolgens op OK in het dialoogvenster dat verschijnt.
De printersoftware verwijderen Volg de onderstaande instructies om de installatie van de EPSON printerdriver en hulpprogramma’s voor Windows ongedaan te maken. 1. Dubbelklik op Deze computer (My Computer) (voor Windows Me, 98, 95, 2000 en NT 4.0) of klik op Start (voor Windows XP) en dubbelklik op Configuratiescherm (Control Panel). 2. Dubbelklik op Software (Add/Remove Programs) (voor Windows Me, 98, 95, 2000 en NT 4.0) of Software (Add or Remove Programs) (voor Windows XP). 3.
1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My Computer) en dubbelklik vervolgens op Configuratiescherm (Control Panel). 2. Dubbelklik op Software (Add/Remove Programs). 3. Selecteer de EPSON USB-Printer om de USB Host Device Driver uit de lijst met software te verwijderen. Klik vervolgens op Toevoegen/Verwijderen (Add/Remove). 4. Volg de instructies op het scherm om de software te verwijderen.
Afdrukken met de Macintosh De printersoftware openen Volg de onderstaande instructies om de op uw computer geïnstalleerde printersoftware op uw computer te openen. Afdrukvenster Klik in het menu Archief van uw toepassing op Print of klik in het dialoogvenster voor de pagina-instelling op Options. Dialoogvenster voor de pagina-instelling Klik in het menu Archief van uw toepassing op Pagina-instelling.
Opmerking: De instellingen van veel Macintosh-toepassingen krijgen voorrang boven de instellingen die u in de printerdriver maakt, maar dit is niet altijd het geval. Controleer dus steeds de instellingen zodat u de resultaten krijgt die u verwacht. 1. Kies Pagina-instelling uit het menu Archief. Het dialoogvenster voor de pagina-instelling verschijnt, zoals in de onderstaande illustratie. Dialoogvenster voor de pagina-instelling 2.
Opmerking: U kunt niet afdrukken vanuit het dialoogvenster voor de pagina-instelling. U kunt alleen afdrukken vanuit het afdrukvenster. 7. Kies Print uit het menu Archief. Het afdrukvenster wordt geopend (zie onderstaande illustratie). Afdrukvenster Opmerking: U kunt het afdrukvenster ook openen door in het “Dialoogvenster voor de pagina-instelling” op de knop Options te drukken. 8. Leg de instellingen voor Copies en Pages vast. 9.
11. Stel de optie Mode in op Automatic. Opmerking: In de modus Automatic zorgt de printerdriver op basis van de huidige instellingen bij Media Type en Ink voor alle gedetailleerde instellingen. 12. Stel in het vak Mode de Speed en Quality in als hiervoor een schuifbalk wordt weergegeven. Verschuif de balk naar links of naar rechts, al naar gelang u de snelheid of de kwaliteit belangrijker vindt.
3. Klik op de naam van het document dat wordt afgedrukt en klik vervolgens op de knop Stop om de afdruktaak te annuleren. Wanneer Afdrukken in de achtergrond is uitgeschakeld 1. Druk op de knop Power om de printer uit te zetten. 2. Houd de toets J op uw toetsenbord ingedrukt en druk op de punt (.) om de afdruktaak te annuleren. De printerdriver gebruiken De printerdriversoftware zorgt ervoor dat de computer de printer kan besturen aan de hand van de instellingen die u voor uw afdrukken vastlegt.
Selecteer in de “Afdrukvenster” bij Media Type het type afdrukmateriaal dat in de printer is geladen. Zoek het papier op in de volgende lijst en selecteer de juiste instelling bij Media Type. Voor een aantal soorten papier kunt u kiezen uit meerdere instellingen. Opmerking: ❏ De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. ❏ Zie “Informatie over speciaal afdrukmateriaal en ander materiaal” wanneer u ander papier gebruikt dan speciaal afdrukmateriaal van Epson.
Voor UltraChrome-inkt: Instelling bij Media Type Speciaal afdrukmateriaal van EPSON/Omschrijving Doubleweight Matte Paper EPSON Doubleweight Matte Paper Enhanced Matte Paper EPSON Enhanced Matte Paper EPSON Archival Matte Paper Glossy Paper - Photo Weight EPSON Glossy Paper - Photo Weight Premium Glossy Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper Premium Semigloss Photo Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper Premium Luster Photo Paper EPSON Premium Luster Photo Paper Photo Glossy Paper EP
-176 Enhanced Adhesive Synthetic Paper EPSON Adhesive Synthetic Paper Gewoon papier - Enhanced Matte - Poster Board EPSON Enhanced Matte Poster Board
Voor ColorFast-inkt: Instelling bij Media Type Speciaal afdrukmateriaal van EPSON/Omschrijving Gewoon papier - Doubleweight Matte Paper EPSON Doubleweight Matte Paper Glossy Paper - Photo Weight EPSON Glossy Paper - Photo Weight Premium Glossy Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) Premium Semigloss Photo Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) Photo Glossy Paper EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo Grade G
Heavyweight Polyester Banner EPSON Heavyweight Polyester Banner Adhesive Vinyl EPSON Adhesive Vinyl Tyvek Brillion EPSON Tyvek® Brillion™ Backlight Film EPSON Backlight Film Canvas EPSON Canvas Media - 1 EPSON Enhanced Synthetic Paper Media - 2 EPSON Enhanced Adhesive Synthetic Paper Media - 3 EPSON Adhesive Vinyl EPSON Tyvek® Brillion™ *Selecteer deze instelling wanneer u op dit materiaal afdrukt in de modus voor een groot inktverbruik.
Voor dye-inkt: Instelling bij Media Type Speciaal afdrukmateriaal van EPSON/Omschrijving Gewoon papier - Presentation Matte Paper EPSON Presentation Matte Paper Photo Paper EPSON Photo Paper EPSON Glossy Photo Paper Semigloss Photo Paper EPSON Semigloss Photo Paper EPSON Semi Gloss Paper-Heavy Weight Photo Glossy Paper EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo Grade Glossy Paper Photo Semigloss Paper EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper Premium Luster Photo Paper EPSON Pre
worden uitgelegd. “De modus Automatic” De snelste en eenvoudigste manier om te beginnen met afdrukken. “De Modus Custom” Corrigeert kleuren en verhoogt de kwaliteit van foto’s. Handig voor afbeeldingen met een lage resolutie. Kies uit een lijst vooraf gedefinieerde instellingen de optie die het meest geschikt is voor het type document dat u wilt afdrukken. U kunt ook uw eigen instellingen aan deze lijst toevoegen.
De Modus Custom In de modus Custom in het “Afdrukvenster” kunt u een groot aantal veranderingen uitvoeren met slechts één muisklik. In de lijst Custom Settings vindt u instellingen die vooraf door EPSON zijn gedefinieerd. Deze zijn afgestemd op bepaalde typen afdrukken, zoals afbeeldingen en diagrammen voor presentaties. U kunt ook zelf instellingen maken en aan deze lijst toevoegen. Zie “Modus Advanced”.
4. Controleer voordat u gaat afdrukken de instellingen van Media Type en Ink, want deze kunnen worden beïnvloed door de instelling die u kiest voor Custom. Zie “Afdrukmateriaal instellen”. Modus Advanced Met de instellingen onder Advanced kunt u uw afdrukomgeving volledig besturen. Gebruik deze instellingen om te experimenteren met nieuwe ideeën voor het afdrukken van uw afbeeldingen of om bepaalde afdrukinstellingen zodanig te verfijnen dat deze aan uw individuele behoeften voldoen.
3. Als u UltraChrome-inkt gebruikt, kiest u Color om foto’s in kleur of in zwart-wit af te drukken of Black om alleen een concept of zwarte tekst af te drukken. Als u ColorFast- of dye-inkt gebruikt, kiest u Color om in kleur af te drukken of Black om in zwart-wit af te drukken. 4. Stel de Print Quality in. 5. Leg de gewenste instellingen voor de papierconfiguratie vast. Zie “Papierconfiguratie-instellingen” voor meer informatie.
Als u de gemaakte instellingen wilt opslaan, klikt u op Save Settings in het dialoogvenster Advanced Settings. Het dialoogvenster Custom Settings verschijnt. Typ een unieke naam (van maximaal 16 tekens) voor uw instellingen in het vak Naam en klik vervolgens op de knop Opslaan. Uw instellingen worden toegevoegd aan de lijst Custom Settings. U kunt maximaal 100 combinaties van instellingen opslaan.
Modus PhotoEnhance Met de instellingen onder PhotoEnhance kunt u, voordat u uw foto’s gaat afdrukken, kiezen uit diverse instellingen voor beeldcorrectie. PhotoEnhance is niet van invloed op de oorspronkelijke gegevens. Klik op het keuzerondje PhotoEnhance4 in het “Dialoogvenster Advanced”. Als u PhotoEnhance4 selecteert, kunt u ook het selectievakje Digital Camera Correction gebruiken.
None Er wordt geen kleuraanpassing toegepast. Effect Sharpness Met deze instelling worden de contouren op uw afdrukken extra scherp. Soft-focus Met deze instelling zien uw foto's eruit alsof ze zijn gemaakt met een zachte-focus-lens. Canvas Met deze instelling wordt een beeldcorrectie toegepast waardoor het lijkt of de afdrukken zijn gemaakt op een doek van linnen. Parchment Met deze instelling wordt een beeldcorrectie toegepast waardoor het lijkt of de afdrukken zijn gemaakt op perkament.
Modus Omschrijving Paper Feed Adjustment Hiermee bepaalt u in welke mate de papiertoevoer wordt aangepast. Gebruik een waarde van -70 tot +70. De eenheden zijn 0,01%. Verschuif de balk met de muis naar rechts of links om de instelling aan te passen. In het vak naast de schuifbalk kunt u ook rechtsreeks een getal typen (van -70 tot +70).
Reduce or Enlarge Hier kunt u het percentage instellen waarmee u een beeld wilt vergroten of verkleinen. Stel een waarde in tussen 25 en 400%. Deze instelling is alleen beschikbaar voor losse vellen. Roll Paper Option Opmerking: De papierrolopties (Auto Rotate, Auto Cut en Print Page Line) zijn niet beschikbaar wanneer Sheet is geselecteerd in de lijst Paper Source.
Auto Cut Wanneer Auto Cut is geselecteerd, wordt de papierrol na elke afdruktaak automatisch afgesneden. Schakel deze functie in door Auto Cut in het “Dialoogvenster voor de pagina-instelling” te selecteren. Print Page Line U kunt voor het handmatig afsnijden een paginascheiding laten afdrukken aan de rechterkant of de onderkant van het document. Selecteer Print Page Line in het “Dialoogvenster voor de pagina-instelling” om Print Page Line in te schakelen.
Save Roll Paper Schakel dit vakje in als u papier wilt besparen. Wanneer dit vakje is geselecteerd, wordt het onderste, lege gedeelte van de laatste pagina van een document niet doorgevoerd. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer Roll Paper (Banner) is geselecteerd in de lijst Paper Source. Documenten aanpassen aan het papierformaat U kunt het formaat van een document aanpassen aan het formaat van het papier waarop u wilt afdrukken.
De printerhulpprogramma's gebruiken Met de EPSON-printerhulpprogramma’s kunt u op het computerscherm de printerstatus controleren en enkele onderhoudsfuncties voor de printer uitvoeren. EPSON StatusMonitor Met het hulpprogramma EPSON StatusMonitor controleert u de printerstatus en de resterende hoeveelheid inkt per cartridge. Nozzle Check U kunt een spuitkanaaltjespatroon laten afdrukken om te controleren of de spuitkanaaltjes de inkt op de juiste manier toevoeren.
Configuration Als u op deze knop klikt, wordt het configuratievenster geopend. In dit venster kunt u de manier veranderen waarop de StatusMonitor u waarschuwt als er zich een wijziging in de status van de printer voordoet. Zie “Configuratie-instellingen vastleggen” voor meer informatie. De printersoftware openen Open het afdrukvenster of het dialoogvenster voor de pagina-instelling en klik op het pictogram Utility om het dialoogvenster voor de hulpprogramma’s te openen.
Informatie krijgen via de online-Help Uw printersoftware beschikt over een uitgebreide online-Help. Hierin vindt u instructies voor het afdrukken, het instellen van opties in de printerdriver en het gebruik van hulpprogramma’s voor de printer. Help openen Open het afdrukvenster of het dialoogvenster voor de pagina-instelling en klik op het pictogram Help (de knop met ?) om het dialoogvenster met de Help-inhoud te openen.
Zie “De printersoftware openen” voor informatie over het openen van het dialoogvenster Utility. Opmerking: Er is geen informatie beschikbaar over geïnstalleerde cartridges. De EPSON StatusMonitor geeft u informatie over de resterende hoeveelheid inkt op het moment dat de StatusMonitor werd geopend. Als u de informatie over de hoeveelheid resterende inkt wilt actualiseren, klikt u op de knop Update.
Configuratie-instellingen vastleggen U kunt instellen hoe de EPSON StatusMonitor uw printer moet controleren en hoe u de informatie wilt ontvangen. Klik op de knop Configuration in het dialoogvenster Utility. (Zie “De printersoftware openen” voor informatie over het openen van het dialoogvenster Hulpprogramma.) Het onderstaande dialoogvenster Configuration Settings verschijnt.
Data will be sent to the printer after being stored on your disk.. Schakel dit selectievakje in om horizontale strepen op uw afdrukken te voorkomen. Gegevens van afbeeldingen worden standaard door de computer naar de printer gestuurd in rechthoekige pakketjes, waardoor de printer niet het hele beeld opnieuw hoeft op te bouwen in het geheugen. Als u dit vakje selecteert zal de computer beeldgegevens tijdelijk op de vaste schijf opslaan en vervolgens als één pakketje versturen.
EPSON Monitor3 gebruiken U kunt EPSON Monitor3 pas gebruiken als u eerst de optie Afdrukken in de achtergrond (Background Printing) hebt ingeschakeld in de Kiezer (Chooser) of het dialoogvenster van afdrukken in de achtergrond. Stuur een afdruktaak naar de computer en selecteer vervolgens EPSON Monitor3 uit het programmamenu rechts op de menubalk. Er wordt dan een dialoogvenster geopend dat vergelijkbaar is met het onderstaande venster.
Delete Stopt het afdrukken en verwijdert de afdruktaak uit de wachtrij ❏ Gebruik de volgende knoppen om de printerfuncties te starten. Print Head Cleaning Start het hulpprogramma Print Head Cleaning om de printkop schoon te maken Status Monitor Start EPSON StatusMonitor, waardoor de hoeveelheid resterende inkt wordt weergeven ❏ Klik op Stop Print Queue om het afdrukken te onderbreken. Klik op Start Print Queue om het afdrukproces te hervatten.
Als u op het pijltje voor Show details klikt, wordt het venster van het EPSON Monitor3-dialoogvenster aan de onderkant uitgebreid, op een vergelijkbare manier als in onderstaande illustratie. Het uitgebreide dialoogvenster toont gedetailleerde informatie over de driverinstellingen voor een geselecteerd document. De prioriteit van afdruktaken wijzigen Voer de onderstaande stappen uit om de prioriteit van afdruktaken in een wachtrij te wijzigen.
1. Klik op het pijltje voor Show details onder aan het EPSON Monitor3-dialoogvenster en klik vervolgens op een documentnaam in het vak Document name. Het venster wordt uitgebreid, op een vergelijkbare manier als in de onderstaande illustratie. 2. Selecteer Urgent, Normal, Hold of Print Time uit de lijst Priority. Als u Print Time selecteert, verschijnt een dialoogvenster waarin u een datum en tijd kunt opgeven voor het afdrukken van het document.
U moet de printer via de computer waarop de printer is aangesloten eerst instellen als een gedeelde printer. Vervolgens geeft u het netwerkpad naar de printer op vanaf iedere computer die de printer moet kunnen gebruiken en installeert u de printersoftware op die computers. De printer instellen als een gedeelde printer Voer de volgende stappen uit om een printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten, in te stellen als gedeelde printer in het AppleTalk-netwerk. 1. Zet de printer aan. 2.
3. Klik op de knop Setup Het volgende dialoogvenster verschijnt. 4. Schakel het selectievakje Share this printer in en typ vervolgens, indien nodig, de naam van de printer en een wachtwoord. 5. Klik op OK. De naam van de gedeelde printer verschijnt in de lijst met poorten van de Kiezer (Chooser). 6. Sluit de Kiezer (Chooser). Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Voer de volgende stappen uit om de printer te benaderen vanaf een andere computer in het netwerk. 1. Zet de printer aan.
2. Selecteer op elke computer waarmee u toegang wilt hebben tot de printer de Kiezer (Chooser) in het Apple-menu. Klik vervolgens op het pictogram van de printer en selecteer in de lijst Selecteer een poort de printerpoort die u wilt gebruiken. U kunt alleen printers selecteren die zijn aangesloten op de huidige AppleTalk-zone. 3. Als het volgende dialoogvenster verschijnt, voert u het wachtwoord voor de printer in en klikt u vervolgens op OK. 4. Schakel de optie Afdr.
Papier gebruiken Informatie over speciaal afdrukmateriaal en ander materiaal Hoewel de meeste soorten gecoat papier een goede afdrukkwaliteit zullen opleveren, verschilt de kwaliteit van de afdrukken wel, afhankelijk van de kwaliteit van het papier en de fabrikant. Test eerst de kwaliteit van de afdrukken voordat u grote hoeveelheden papier koopt. c Let op: Raak de afdrukzijde van het materiaal niet aan. Vingerafdrukken kunnen de kwaliteit van de afdrukken verminderen.
Speciaal afdrukmateriaal van EPSON bewaren ❏ Bewaar ongebruikt materiaal in de originele plastic zak en verpakking zodat het niet vochtig wordt. ❏ Bewaar het papier niet op een warme of vochtige plaats en voorkom blootstelling aan direct zonlicht.
1. Schuif de verwijderbare flens van het uiteinde van de houder. 2. Leg de papierrol zo op een vlak oppervlak dat afrollen niet mogelijk is. Schuif de papierrol op de houder en over de flens totdat ze op haar plaats klikt. 3. Schuif de verwijderbare flens (die u bij stap 1 hebt verwijderd) terug op de houder en in het uiteinde van de papierrol totdat hij vastzit. De papierrol van de houder halen Voer de onderstaande stappen uit als u de papierrol van de houder wilt halen. 1.
c Let op: Houd de houder niet verticaal en tik niet met het uiteinde op de vloer om de verwijderbare flens te verwijderen. Dit kan de houder en flens beschadigen. 3. Haal de papierrol van de houder. 4. Breng een nieuwe rol op de houder aan (zie “De papierrol op de houder plaatsen”), of schuif, als u geen nieuwe papierrol wilt aanbrengen, de verwijderbare flens terug op de houder. Opmerking: Bewaar ongebruikte papierrollen in de originele verpakking.
❏ twee houders van 2 inch ❏ één houder van 2 inch en één van 3 inch Opmerking: ❏ Als u op hetzelfde moment één houder van 2 inch en één van 3 inch monteert, moet u die van 3 inch altijd in de bovenste steunen plaatsen en die van 2 inch in de onderste. ❏ Als twee houders op de printer zijn gemonteerd, moet u de ongebruikte rol netjes opgerold laten met behulp van de papierrolklem om papierstoringen te voorkomen. Zie “De papierrolklem gebruiken”. 1. Open de kap van de papierrol. 2.
4. Plaats het rechteruiteinde van de houder in de rechtersteun van de printer. Opmerking: Leg de houder zo in de printer dat de kleur aan het uiteinde van de houder overeenkomt met die van de bijbehorende steun. 5. Plaats het linkeruiteinde van de houder in de linkersteun van de printer.
6. Sluit de kap van de papierrol. Een papierrol laden Voer de onderstaande stappen uit om een papierrol te laden. Opmerking: Het is misschien handig om eerst de papieropvang te installeren voordat u begint met afdrukken. Zie “De papieropvang plaatsen”. (In de volgende illustraties is de papieropvang geplaatst voor achterwaartse papierinvoer.) 1. Open de kap van de papierrol. Controleer of de papierrol goed is aangebracht in de printer.
3. Druk een aantal malen op de knop Paper Source totdat het lampje Roll Auto Cut of Roll Cutter Off gaat branden. c Let op: Als u dik papier wilt laden, selecteert u Roll Cutter Off. Papier dat te dik is kan het snijmechanisme beschadigen. 4. Controleer of de lampjes Operate en Pause niet knipperen en ontgrendel vervolgens de papierhendel. Het lampje Paper Out gaat branden en LOAD PAPER verschijnt op het LCD-display.
5. Steek het papier in de papierinvoersleuf. 6. Trek het papier door de sleuf naar beneden tot het er aan de onderkant uitkomt. Opmerking: Volg de onderstaande instructies als het papier er niet aan de onderkant uitkomt.
❏ Pas de kracht waarmee het papier wordt ingevoerd aan met de knoppen Paper Feed op het bedieningspaneel. Als u dik, zwaar of gekruld papier gebruikt, drukt u op de knop Paper Feed (+) voor meer kracht. Als u dun of licht papier gebruikt, drukt u op de knop Paper Feed (-) voor minder kracht. ❏ Als het papier er hierna nog steeds niet uitkomt, opent u de voorkap en trekt u het papier er met de hand uit. 7. Houd het papier aan de onderkant vast en draai aan de papierrol om het papier strak te trekken.
Opmerking: De rechterkant van het papier hoeft u niet uit te lijnen met de verticale rij gaatjes. 8. Vergrendel de papierhendel en sluit de klep van de papierrol. PRESS PAUSE BUTTON verschijnt op het display.
Opmerking: Als het lampje Roll Auto Cut brandt en de onderrand van de papierrol is na de vorige afdruktaak niet goed afgesneden, drukt u op de knop Cut/Eject om de rand nogmaals af te snijden. 9. Druk op de knop Pause. De printkoppen worden nu verplaatst en het papier wordt automatisch doorgevoerd tot de afdrukpositie is bereikt. READY verschijnt op het LCD-display.
2 inch 3 inch Als u de papierrolklem wilt verwijderen, rolt u hem eenvoudig weer los van het papier. Plaats de klem om het uiteinde van de houder wanneer u hem niet gebruikt. Papier van de rol afsnijden of paginascheidingen afdrukken Wanneer de afdruktaak is voltooid snijdt de printer het papier automatisch van de rol, of er worden rond het document volgens uw instellingen paginascheidingen afgedrukt. Deze instellingen kunt u vastleggen via het bedieningspaneel of in de printersoftware.
Opmerking: Software-instellingen krijgen meestal voorrang boven instellingen die zijn vastgelegd via het bedieningspaneel. Gebruik dan ook zo veel mogelijk de software om instellingen vast te leggen. De instelling Auto Cut gebruiken Gebruik de instelling Auto Cut als u wilt dat het papier automatisch van de rol wordt gesneden na het voltooien van een afdruktaak. Zie “Knoppen” om de instelling Auto Cut vast te leggen met de knop Paper Source op het bedieningspaneel.
3. Druk op de knop Cut/Eject. Het papier wordt nu afgesneden. Paginascheidingen afdrukken Gebruik de instelling Print Page Line als u in eerste instantie achter elkaar door wilt afdrukken en de pagina zelf wilt afsnijden wanneer het afdrukken is voltooid. Zie “SelecType-instellingen” als u de instelling Print Page Line wilt vastleggen via het bedieningspaneel. Zie “Print Page Line” voor Windows en “Print Page Line” voor Macintosh als u de printersoftware wilt gebruiken.
1. Controleer of de printer aanstaat en de kap van de papierrol dicht is. 2. Druk enkele malen op de knop Paper Source totdat het lampje Sheet gaat branden. 3. Controleer of de lampjes Operate en Pause niet knipperen en ontgrendel vervolgens de papierhendel. Het lampje Paper Out gaat branden en LOAD PAPER verschijnt op het LCD-display. c Let op: Ontgrendel de papierhendel nooit terwijl het lampje Operate of Pause knippert. Anders kan de printer beschadigd raken.
4. Plaats het papier in de invoersleuf en voer het door tot het er aan de onderkant uitkomt. Zorg ervoor dat de onderrand en rechterkant van het papier recht liggen en evenwijdig zijn aan de rijen gaatjes. 5. Vergrendel de papierhendel. PRESS PAUSE BUTTON verschijnt op het LCD-display. 6. Druk op de knop Pause.
De printkoppen worden verplaatst en het papier wordt automatisch doorgevoerd tot de afdrukpositie is bereikt. READY verschijnt op het LCD-display. Opmerking: Ook als u niet op de knop Pause drukt, worden de printkoppen verplaatst en wordt het papier automatisch doorgevoerd tot aan de afdrukpositie. READY verschijnt op het LCD-display. 7.
3. Controleer of de papierhendel is vergrendeld. Laad vervolgens het vel in de papierinvoersleuf totdat u weerstand voelt. Zorg ervoor dat de rechterkant van het papier evenwijdig loopt aan de rechterkant van de schaal op de kap van de papierrol. PRESS PAUSE BUTTON verschijnt op het LCD-display. 4. Druk op de knop Pause. De printkoppen worden verplaatst en het papier wordt automatisch doorgevoerd tot de afdrukpositie is bereikt. READY verschijnt op het LCD-display. 5.
Afdrukken op dik papier (0.5 tot 1,6 mm) Voer de onderstaande stappen uit als u op dikke vellen wilt afdrukken, zoals karton. Opmerking: ❏ Laad geen dik papier van een formaat groter dan B1 (728 × 1.030 mm), anders kan het papier vastlopen. ❏ Laad dik papier van het formaat B1 (728 × 1.030 mm) altijd in de breedte. Hiervoor kunt u het beste in de printerdriver de instelling Landscape selecteren. 1.
5. Steek het vel zo in de papierinvoersleuf dat de onderrand van het papier rust op de steuntjes achter de open voorkap. Zorg ervoor dat de rechterrand van het papier recht langs de verticale rij gaatjes ligt. 6. Vergrendel de papierhendel en sluit de voorklep. PRESS PAUSE BUTTON verschijnt op het LCD-display. 7. Druk op de knop Pause. Volg verder dezelfde procedure als voor andere soorten los papier.
De papieropvang plaatsen Voorkom vuile en gekreukte afdrukken en plaats de papieropvang. U kunt de papieropvang zowel voor papierrollen als voor los papier gebruiken. Opmerking: Zet de papieropvang in voorwaartse richting wanneer u op dik papier gaat afdrukken. Anders kunnen uw afdrukken beschadigd raken. Zie ‘Papier voorwaarts invoeren’ verderop in dit hoofdstuk. Papier achterwaarts invoeren (tot formaat B1, liggend) c Let op: Laad dik papier (0,5 tot 1,6 mm) van het formaat B1 (728 × 1.
2. Haak de ringen (d) aan de bovenste haken van de papieropvang om de overtollige stof omhoog te halen. d Papier achterwaarts invoeren (tot formaat Super B0) Opmerking: Zorg ervoor dat er achter de printer ten minste 20 cm (7,87 inch) ruimte is als u een papierrol groter dan B0 achterwaarts gaat invoeren. Dit voorkomt dat de randen van de afdrukken worden omgevouwen. 1. Stel de papieropvang in zoals aangegeven in “Papier achterwaarts invoeren (tot formaat B1, liggend)”. 2.
3. Trek de onderste haken van de opvang uit tot hun volledige lengte. Papier voorwaarts invoeren (Roll Paper Banner, dik [0,5 mm of meer] los papier) 1. Haal de ringen van de bovenste haken van de papieropvang.
2. Schuif de bovenste haken uit tot hun volledige lengte. Trek vervolgens de onderste haken van de papieropvang volledig uit, zoals in de volgende illustratie, zodat ze op de vloer rusten. Opmerking: Zorg ervoor dat de papieropvang strak gespannen staat. Anders glijdt het papier niet door tot op de vloer.
3. Haak de achterste ringen van de papieropvang aan de bovenste haken en trek de opvang strak.
Onderhoud en transport Cartridges vervangen De lampjes op de printer gaan knipperen wanneer de inkt bijna op is om u te waarschuwen dat u een nieuwe cartridge dient aan te schaffen. De lampjes blijven branden wanneer de inkt op is en de cartridge aan vervanging toe is. Tevens wordt op het LCD-display INK LOW of INK OUT weergegeven. Opmerking: Ook als er maar één cartridge leeg is, kan de printer niet meer afdrukken. EPSON raadt het gebruik van originele EPSON-cartridges aan.
2. Druk op de knop op het inktcompartiment om de klep te openen. INK COVER OPEN verschijnt op het LCD-display. 3. Druk op de bovenkant van de klem en trek deze naar u toe.
4. Trek voorzichtig de lege cartridge recht naar voren en haal hem uit de printer. w Waarschuwing: Als u inkt op uw handen krijgt, moet u deze grondig wassen met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u deze onmiddellijk spoelen met water. 5. Zorg ervoor dat u een nieuwe cartridge van de juiste kleur hebt, en haal hem uit de verpakking. w -232 Waarschuwing: Schud nooit cartridges die al geïnstalleerd zijn geweest. Er kan dan inkt uit de cartridge lekken.
Opmerking: ❏ Als u EPSON UltraChrome- of ColorFast-cartridges gebruikt, krijgt u het beste resultaat wanneer u de cartridge voor het installeren voorzichtig schudt. ❏ De printer bevat een beveiliging tegen het onjuist installeren van de cartridges. Als u de cartridge niet soepel kunt installeren, is het mogelijk niet het juiste type cartridge. Controleer de productiecode op de verpakking. 6. Houd de cartridge vast met het pijltje naar de achterkant van de printer gericht, en druk hem in de sleuf.
7. Druk de cartridgeklem naar achter. Controleer of het betreffende lampje Ink Out uitgaat. Opmerking: Als het lampje Ink Out blijft branden, is de cartridge mogelijk niet op de juiste manier geïnstalleerd. Verwijder de cartridge en installeer hem opnieuw volgens de bovenstaande instructies. 8. Sluit de klep van het inktcompartiment door de klep omhoog te duwen en vast te klikken. De printer keert terug naar de vorige status.
c Let op: Doe tijdens het vervangen van cartridges nooit het volgende. Hierdoor wordt het proces onderbroken: ❏ De printer uitzetten. ❏ De voorkap openen. ❏ De papierhendel ontgrendelen. Opmerking: Als de stroom uitvalt tijdens deze procedure schakelt u de printer weer in. U kunt doorgaan met de procedure vanaf het punt waarop deze werd afgebroken.
Resterende inkt in inktcartridges controleren Voordat u zwarte cartridges vervangt, moet u controleren of de zwarte cartridge en de cartridge met cyaan voldoende inkt bevatten om ervoor te zorgen dat deze procedure kan worden voltooid. Voer de volgende stappen uit om de resterende hoeveelheid zwart en cyaan te controleren. 1. Druk op de knop SelecType totdat PRINTER STATUS MENU op het LCD-display verschijnt. 2. Druk op de knop Item totdat INK LEFT-K wordt weergegeven. 3.
4. Controleer of OPEN INK COVER op het LCD-display wordt weergegeven en open de klep van het inktcompartiment. 5. Controleer of REMOVE BK INK CRTG op het LCD-display wordt weergegeven en verwijder de zwarte cartridge uit de printer. Opmerking: Wanneer een cartridge wordt verwijderd uit een verkeerde sleuf, wordt NO INK CARTRIDGE weergegeven op het LCD-display.
6. Controleer of INSERT DRAIN CRTG op het LCD-display wordt weergegeven en plaats de aftapcartridge in de sleuf voor de zwarte inkt. 7. Controleer of CLOSE INK COVER op het LCD-display wordt weergegeven en sluit de klep van het inktcompartiment. DRAINING nn% wordt op het LCD-display weergegeven en de achtergebleven inkt wordt door de printer afgetapt in de cassette voor gebruikte inkt.
8. Controleer of OPEN INK COVER op het LCD-display wordt weergegeven en open de klep van het inktcompartiment. 9. Controleer of REMOVE DRAIN CRTG op het LCD-display wordt weergegeven en haal de aftapcartridge uit de sleuf voor de zwarte inkt. Opmerking: Wanneer een cartridge wordt verwijderd uit een verkeerde sleuf, wordt NO INK CARTRIDGE weergegeven op het LCD-display. 10. Controleer of INSERT BK INK op het LCD-display wordt weergegeven en plaats een nieuwe zwarte cartridge. 11.
Voor Windows-gebruikers Klik op het tabblad Main en controleer of de inktcartridge-informatie wordt weergegeven. Zo niet, dan stelt u de informatie handmatig in door te klikken op het tabblad Utility en vervolgens op de knop Printer and Option Information.
Voor Macintosh-gebruikers Kies in het Apple-menu de Kiezer (Chooser) en klik op het pictogram van de printer en de printerpoort. Hiermee is het vervangen van de zwarte cartridge(s) voltooid. Het mes van het snijmechanisme vervangen Wanneer het snijmechanisme het papier niet scherp afsnijdt, kan het mes bot zijn. Dit dient dan te worden vervangen. Voor het vervangen van het mes verplaatst u de houder van het mechanisme met behulp van het bedieningspaneel.
1. Controleer of de printer aanstaat. 2. Druk enkele malen op de knop SelecType totdat CUTTER REPLACE MENU op het LCD-display verschijnt. 3. Druk op de knop Item. CUT. REPLACE verschijnt op het display. Druk vervolgens op de knop Enter. WAIT verschijnt en de houder van het mes beweegt nu naar de positie waarin het mes kan worden vervangen. c Let op: Beweeg het snijmechanisme nooit met de hand. Anders kan er schade ontstaan aan uw printer. 4.
5. Wanneer REPLACE CUTTER op het LCD-display verschijnt, opent u de behuizing door de handgreep aan de zijkant in te drukken terwijl u de kap van het snijmechanisme naar rechts draait. 6. Haal langzaam uw vinger van de handgreep. Het mes komt omhoog en u kunt het verwijderen. Opmerking: Zorg ervoor dat het mes en de veer van de schroef niet uit de behuizing kunnen springen. 7. Haal voorzichtig het oude mes uit de printer.
8. Haal het nieuwe mes uit de verpakking. 9. Controleer of de schroefveer zich in de houder bevindt en installeer de veer opnieuw indien nodig. 10. Duw het nieuwe mes volledig in de houder zoals in de onderstaande illustratie. 11. Sluit de behuizing door de handgreep aan de zijkant in te drukken terwijl u de klep van het snijmechanisme naar links draait.
12. Wacht totdat CLOSE FRONT COVER wordt weergegeven en sluit vervolgens de voorkap. Het snijmechanisme wordt nu naar de uitgangspositie (uiterst rechts) verplaatst. 13. Wacht totdat READY op het LCD-display verschijnt. De procedure voor het vervangen van het mes is nu voltooid. De printer schoonmaken Voor een optimale werking van de printer dient u deze enkele keren per jaar grondig schoon te maken. 1. Zorg ervoor dat de printer uitstaat en alle lampjes uit zijn.
8. Als de binnenkant van de printer per ongeluk vervuild is met inkt, veegt u deze weg met een vochtige doek. 9. Als u de papieropvang wilt schoonmaken, haalt u de stangen uit de stof en wast u de stof met een mild wasmiddel. w c Waarschuwing: Raak het bewegende mechanisme in de printer niet aan. Let op: ❏ Gebruik nooit alcohol of thinner om de printer schoon te maken. Deze chemische stoffen kunnen zowel de behuizing als de onderdelen van de printer beschadigen.
De printer vervoeren Over een grote afstand Als u de printer over een grote afstand moet vervoeren, dient u de deze te verpakken in de oorspronkelijke dozen en verpakkingsmaterialen. Neem contact op met uw leverancier voor hulp. Over een kleine afstand Wanneer u de printer een klein stukje wilt verplaatsen, voert u de volgende stappen uit: 1. Zet eerst de printer uit en controleer of de printkoppen in de uitgangspositie staan (uiterst rechts).
❏ Optionele handmatige snijeenheid (indien geïnstalleerd) 3. Zorg ervoor dat de cartridgeklemmen en de klep gesloten zijn. 4. Zorg ervoor dat de wieltjes van de standaard zijn vergrendeld en dat de stabilisatiepootjes van de standaard zijn uitgetrokken tot aan de vloer. 5. Verwijder de vleugelschroeven aan de linker- en rechterkant. Bewaar ze op een veilige plaats. 6. Til de printer met minimaal vier personen van de standaard. Gebruik hiervoor de acht handgrepen (zie onderstaande illustratie).
c Let op: Probeer de printer niet op te tillen met minder dan vier personen. 7. Verplaats de printer in horizontale positie. Zie “De printer na het transport installeren” als u de printer na het transport wilt installeren. Voordat u de printer na transport gaat gebruiken, kan het nodig zijn een spuitkanaaltjescontrole uit te voeren en de printkoppen opnieuw uit te lijnen. Zie “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Windows of “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Macintosh.
De printer verplaatsen met behulp van de wieltjes Als u de printer over een zeer korte afstand wilt verplaatsen, bijvoorbeeld binnen één ruimte, kunt u de printer met de wieltjes naar de nieuwe positie rollen. c Let op: Gebruik de wieltjes niet op hellende of ongelijke oppervlakken. 1. Zorg ervoor dat het netsnoer, de interfacekabel, de papierrolhouders en het losse papier zijn verwijderd en dat de klep van de papierrollen en de voorkap gesloten zijn.
3. Ontgrendel de voorwieltjes en duw de stabilisatiepootjes omhoog. 4. Verplaats de printer voorzichtig naar de plaats waar hij gebruikt gaat worden. Als de printer op zijn plek staat, vergrendelt u de wieltjes weer en trekt u de stabilisatiepootjes uit. De printer na het transport installeren Als u de printer hebt verplaatst voert u vrijwel dezelfde stappen uit voor de installatie als wanneer u de printer de eerste keer installeert.
Optionele producten gebruiken De Auto Take-up Reel Unit gebruiken Met de Auto Take-up Reel Unit kunt u afdrukken oprollen wanneer u gegevens wilt afdrukken op papier op een rol, maar het papier niet wilt afsnijden of op de vloer terecht wilt laten komen. Zie de Auto Take-up Reel Unit User’s Guide voor informatie over de installatie van de eenheid in de printer.
In de onderstaande illustratie en tabel vindt u de functies van de schakelaars en de verschillende betekenissen van het lampje Sensor.
Sensorlampje AAN Geeft aan dat de detector van het lampje en de lichtemitter goed op elkaar aansluiten. Dit betekent dat de Auto Take-up Reel Unit gereed is voor het oprollen van de afdruk. Knipperend Geeft aan dat de lichtdetector en -emitter niet goed op elkaar aansluiten. Raadpleeg “De sensor afstellen” voor meer informatie. Snel knipperend Geeft aan dat de Auto Take-up Reel Unit een probleem is tegengekomen en is gestopt. UIT Geeft aan dat de Auto Take-up Reel Unit is uitgeschakeld.
Voer de onderstaande stappen uit om de positie van de sensor af te stellen. 1. Draai het wieltje van de lichtemitter los. 2. Pas de horizontale hoek van de emitter aan totdat het sensorlampje gaat branden. 3. Draai het wieltje weer vast terwijl u de detector in de juiste positie houdt.
Papierrol op de haspel van Auto Take-up Reel Unit plaatsen w Waarschuwing: ❏ Schakel de Auto Take-up Reel Unit uit voordat u het papier plaatst. Als de eenheid onverwacht gaat werken, kan er lichamelijk letsel ontstaan. ❏ Controleer of de Take-up Reel Unit op de juiste manier is geïnstalleerd. Als de eenheid van de printer valt, kan er lichamelijk letsel ontstaan.
1. Controleer of de papierrol goed is aangebracht in de printer. Zie “Een papierrol laden” voor instructies. 2. Druk op de knop Paper Source op de printer totdat het lampje Roll Cutter Off gaat branden. 3. Druk op de knop Paper Feed (-) op de printer om het papier van de rol in te voeren. 4. Zet de schakelaar Auto op het bedieningskastje op Off.
5. Bevestig de invoerkant van het papier op drie plaatsen aan de haspel van de take-up unit met plakband 6. Druk op de knop Paper Feed (-) om het papier voorwaarts in te voeren en een lus van overtollig papier te vormen.
7. Zet de schakelaar Manual op de Auto Take-up Reel Unit in de positie Forward en draai het papier minstens één keer rond de haspel. Zorg ervoor dat er nog voldoende overtollig papier overblijft tussen de papierrol en de haspel van de take-up unit. Voorkant printer Papier achterlangs oprollen Als u het papier op de haspel wilt rollen met de afdruk aan de binnenkant, stelt u de haspel van de take-up unit zo in dat het papier achterlangs wordt opgerold. Ga als volgt te werk. 1.
3. Trek de onderkant van het papier via de achterkant rond de haspel, zoals in de volgende afbeelding. Plak vervolgens de rand van het papier op drie plaatsen aan de haspel. 4. Druk op de knop Paper Feed (-) om het papier voorwaarts in te voeren en een lus van overtollig papier te vormen.
5. Zet de schakelaar Manual op de Auto Take-up Reel Unit in de positie Backward en draai het papier minstens één keer rond de haspel. Zorg ervoor dat er nog voldoende overtollig papier overblijft tussen de papierrol en de haspel van de take-up unit. Voorkant printer De afdrukken oprollen De Auto Take-up Reel Unit is gereed voor het oprollen van afdrukken wanneer de eenheid is geïnstalleerd en er in de gewenste richting papier op de haspel is bevestigd.
c Let op: Blijf tijdens het oprollen uit de buurt van het detectiegebied van de sensor. Als de sensorstraal wordt onderbroken kan het papier te strak worden opgerold, wat een negatieve invloed heeft op het afdrukproces. Lichtdetector Detectiegebied van de lichtsensor Lichtemitter 1. Druk meerdere malen op de knop Paper Source op de printer totdat het lampje Roll Cutter Off gaat branden. 2. Stel de oprolrichting in met de schakelaar Auto op het bedieningskastje.
Opmerking: Raak tijdens het afdrukken de schakelaar Manual niet aan. Dit kan de afdrukken beschadigen. Papier verwijderen na het oprollen Na het oprollen verwijdert u de haspel als volgt. 1. Schakel de Auto Take-up Reel Unit uit. w Waarschuwing: Schakel de Auto Take-up Reel Unit uit voordat u de haspel verwijdert. Als de take-up reel unit onverwacht gaat werken, kan er lichamelijk letsel ontstaan. 2. Druk meerdere malen op de knop Paper Source op de printer totdat het lampje Roll Auto Cut gaat branden.
3. Draai de hendel naar achteren om de verwijderbare eenheid te ontgrendelen en schuif de eenheid naar links. De flensknop laat nu het uiteinde van de haspel los. Ondersteun met een hand de haspel om te voorkomen dat deze valt. 4. Maak de haspel los van de flensknop op de verwijderbare eenheid. 5. Maak de haspel op dezelfde manier los van de flensknop op de aandrijfeenheid.
Probleemoplossing Printer stopt opeens met afdrukken Printkoppen worden gereinigd, inkt wordt geladen of inkt is aan het drogen Controleer of het lampje Pause knippert. Als het lampje knippert is de printer bezig met printkoppen reinigen, inkt laden of laten drogen van de inkt. Tijdens het reinigen van de printkoppen en het laden van de inkt wordt WAIT weergegeven op het LCD-display. Tijdens het drogen van de inkt wordt INK DRY nn MIN weergegeven (nn staat voor het resterende aantal minuten).
De printer gaat niet aan of blijft niet aan Bericht en lampje Probleem Oplossing PAPER OUT Er is geen papier in de printer geladen. Laad papier in de printer. Papier is op. Verwijder afdrukken of papier dat nog in de printer zit. Laad meer papier. Als dit bericht verschijnt tijdens een afdruktaak, reset u de printer door drie seconden op de knop Pause te drukken. Laad vervolgens papier en verstuur de afdruktaak opnieuw.
PAPER NOT CUT Papier is niet van de rol afgesneden. Snijd het papier met de hand af. Verwijder vervolgens het afgesneden papier uit de printer. Laad papier wanneer RELOAD PAPER wordt weergegeven. Gesneden papier is niet naar beneden gevallen. Verwijder het afgesneden papier uit de printer. Laad papier wanneer RELOAD PAPER wordt weergegeven. Papier is verschoven en scheef ingevoerd. Laad papier opnieuw. Zie “Papier loopt regelmatig vast of wordt niet goed ingevoerd”.
LOAD PAPER Papierhendel is ontgrendeld tijdens afdrukken of andere handeling. Vergrendel de papierhendel. Begin opnieuw met afdrukken vanaf het begin voor beste resultaten. Geladen papier is te dik voor printkopreiniging. Duw de papierhendel omlaag om het papier te verwijderen. Printkopreiniging start automatisch. Na het reinigen wordt PAPER OUT weergegeven. Laad papier opnieuw.
WRONG CARTRIDGE Onjuiste cartridge(s) geïnstalleerd. Gebruik de juiste cartridge(s). OPTION I/F ERROR Onjuiste interfacekaart geïnstalleerd. Zet de printer uit en installeer de juiste interfacekaart. SERVICE REQ nnnnnnnn Er heeft zich een onherstelbare fout voorgedaan. Noteer de foutcode ‘nnnnnnnn’ en neem contact op met uw leverancier. Zie “Hulp inroepen”.
De printer drukt niets af De printer is niet op de juiste manier aangesloten op de computer Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Zet de printer en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van de printer goed is aangesloten op de juiste aansluiting van de computer. ❏ Controleer of de specificaties van de interfacekabel overeenkomen met de specificaties van de printer en de computer.
Voor Windows Me, 98, 95, 2000 en NT 4.0 1. Klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en selecteer vervolgens Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op EPSON Stylus Pro 10600 UC (bij gebruik van UltraChrome-inkt), EPSON Stylus Pro 10600 CF (bij gebruik van ColorFast-inkt) of EPSON Stylus Pro 10600 DYE (bij gebruik van dye-inkt) in het venster Printers. 3. Selecteer Standaardprinter (Set As Default) en sluit het venster Printers. Voor Windows XP 1.
Instelling voor de printerpoort komt niet overeen met de printeraansluiting Als u Windows gebruikt, selecteert u de printerpoort als volgt. Voor Windows Me, 98 en 95 1. Klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en selecteer vervolgens Printers. 2.
Voor Windows XP 1. Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten (Printers and Faxes). 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik op Eigenschappen (Properties). 3. Klik op het tabblad Poorten (Ports). 4. Selecteer de juiste printerpoort.
De afdrukken zien er anders uit dan verwacht Onjuiste of verminkte tekens Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows. Zie “De EPSON-printer is niet geselecteerd als de standaardprinter.”. ❏ Verwijder alle onderbroken taken uit de voortgangsbalk (voor Windows) of de EPSON Monitor3 (voor Macintosh). Zie “De voortgangsbalk gebruiken” voor Windows of “EPSON Monitor3 gebruiken” voor Macintosh. ❏ Zet de printer en de computer uit.
Onjuiste marges Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Controleer de instellingen voor de marges in uw toepassing. ❏ Zorg ervoor dat de marges binnen het afdrukgebied van de pagina vallen. Zie “Afdrukgebied”. ❏ Controleer bij gebruik van Windows de instellingen in het menu Papier. Zorg ervoor dat de instellingen geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt. Controleer bij gebruik van Macintosh de instellingen in het dialoogvenster voor de pagina-instelling.
❏ Controleer bij gebruik van Windows de instellingen in het menu Papier. Zorg ervoor dat de instellingen geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt. Controleer bij gebruik van Macintosh de instellingen in het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Zorg ervoor dat de instellingen geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt.
De kleur in afdrukken kan verschillen per afdrukmateriaal. Gebruik papier dat geschikt is voor de kleurenafdrukken die u wenst. Een uitgelijnde lijn is verschoven Controleer of de printkoppen goed zijn uitgelijnd. Als u gebruik maakt van bi-directioneel afdrukken, verschuiven de lijnen als de printkoppen niet juist zijn uitgelijnd. Voer het hulpprogramma Print Head Alignment uit. Zie “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Windows of “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Macintosh.
De afdrukkwaliteit is niet optimaal Klik op het bijschrift onder de illustratie die het meest overeenkomt met uw afdruk. “Horizontale strepen” “Onjuiste verticale uitlijning of strepen” “Onjuiste of ontbrekende kleuren” “Afdruk is vaag of bevat lege plekken” “Onduidelijke of vlekkerige afdrukken” Probeer deze oplossingen als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat.
Controleer bij gebruik van Macintosh de instelling voor Media type in het afdrukvenster. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt. ❏ Zorg ervoor dat het papier met de afdrukzijde naar boven ligt. ❏ Voer het hulpprogramma Head Cleaning uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. ❏ Controleer de waarde bij Paper Thickness als u UltraChrome-inkt gebruikt. Verlaag de waarde om lichte strepen te verbeteren en verhoog de waarde voor donkere strepen.
❏ Controleer bij gebruik van Windows de instelling voor Media Type op het tabblad Main. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Controleer bij gebruik van Macintosh de instelling voor Media type in het afdrukvenster. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt. ❏ Zorg ervoor dat het papier met de afdrukzijde naar boven ligt. ❏ Voer het hulpprogramma Head Cleaning uit.
❏ Voer het hulpprogramma Head Cleaning uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. Zie “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Windows of “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Macintosh. ❏ Controleer de lampjes Ink Out. Vervang een of meer cartridges indien nodig. Zie “Cartridges vervangen”. ❏ Selecteer dunner papier in de SelecType-modus. Controleer de instelling voor het papiernummer in het menu PAPER CONFIGURATION. Zie “SelecType-instellingen”.
❏ Controleer of er inkt heeft gelekt aan de binnenkant van de printer en veeg deze met een zachte, schone doek weg. ❏ Voer het hulpprogramma Head Cleaning uit. Zie “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Windows en “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Macintosh. ❏ Selecteer dikker papier in de SelecType-modus. Controleer de instelling voor het papiernummer in het menu PAPER CONFIGURATION. Zie “SelecType-instellingen”. ❏ Mogelijk is de ruimte voor de degel te klein voor het gebruikte papier.
❏ Als u de afdruksnelheid wilt verhogen, selecteert u de modus Automatic op het “Tabblad Main” (Windows) of in het “Afdrukvenster” (Macintosh). Vervolgens verplaatst u de schuifbalk naar Speed. ❏ Zorg ervoor dat u niet te veel toepassingen tegelijk open hebt staan. Sluit de toepassingen die u niet gebruikt. ❏ Verwijder onnodige bestanden van de vaste schijf zodat er ruimte vrijkomt. Opmerking: Het kan zijn dat uw computer over onvoldoende geheugen beschikt.
Papier loopt regelmatig vast of wordt niet goed ingevoerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Maak het papier van de rol die u niet gebruikt vast met de papierrolklem wanneer u twee rollen hebt geïnstalleerd. Zie “De papierrolklem gebruiken”. ❏ Zorg ervoor dat het papier stevig is opgerold voordat u een papierrol plaatst en het papier door de invoersleuf haalt. Zorg ervoor dat de onderkant van het papier recht langs de rijen gaatjes op de printer ligt.
❏ Als u ander papier gebruikt dan materiaal van EPSON, controleert u de papiersoort die is geselecteerd in het menu Paper Configuration van de modus SelecType. Zie “De papierdikte instellen”. Papier van de rol wordt niet goed uitgevoerd Papier van de rol is strak opgerold en kan krullen als het wordt doorgevoerd. Als dit gebeurt kunt u de drie papiergeleiders aan de onderkant van de printer uittrekken. c Let op: Gebruik de geleiders alleen als het papier gekruld wordt doorgevoerd.
Wanneer u papier voorwaarts invoert Trek de papiergeleiders uit de printer en laat ze rusten op de voorkant van de papieropvang. Wanneer u papier achterwaarts invoert Trek de papiergeleiders uit de printer en laat ze rusten tegen de achterzijde van de papieropvang.
Vastgelopen papier verwijderen Voer de onderstaande stappen uit om vastgelopen papier te verwijderen: 1. Als rolpapier is vastgelopen, snijdt u het af bij de papierinvoersleuf. 2. Ontgrendel de papierhendel zodat het papier niet meer wordt vastgedrukt.
3. Open indien nodig de voorkap. 4. Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar beneden. TURN PWR OFF AND ON verschijnt op het LCD-display. 5. Sluit indien nodig de voorkap. Druk vervolgens op de knop Power om de printer uit en weer aan te zetten.
6. Controleer of het lampje Paper Out brandt en LOAD PAPER op het LCD-display wordt weergegeven. Zie “Papierrollen gebruiken” of “Losse vellen papier gebruiken” voor informatie over het laden van papier. Opmerking: Wanneer u twee rollen hebt geïnstalleerd, moet u het papier van de rol die u niet gebruikt vastzetten met de papierrolklem. Zie “De papierrolklem gebruiken”. Zorg ervoor dat de printkoppen in de uitgangspositie staan (uiterst rechts) als u hierna niet meer gaat afdrukken.
❏ Als het sensorlampje langzaam knippert terwijl de printer niet bezig is met afdrukken, bevindt zich mogelijk een obstakel aan de buitenkant tussen de zender en de detector. Het kan ook zijn dat de sensor niet juist is afgesteld. Controleer op eventuele obstakels in het detectiegebied van de sensor of pas de positie van de sensor aan. Zie “De sensor afstellen”.
Hulp inroepen Als uw EPSON-printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt oplossen met de informatie in de printerdocumentatie, kunt u contact opnemen met de klantenservice. Als uw land niet wordt vermeld in het klantenserviceoverzicht in dit gedeelte, neemt u contact op met de leverancier bij wie u de printer hebt aangeschaft.
“United Kingdom” “Republic of Ireland” “Italy” “Turkey” “Belgium” “Poland” “Denmark” “Croatia” “Cyprus” “Luxemburg” “Bulgaria” “Finland” “Macedonia ” “Portugal” “Switzerland” “Romania” “Slovenia” “Estonia” “Latvia” “Lithuania” “Israel” “Middle East” “South Africa” “Bosnia Herzgovina” “Argentin a” “Chile” “Costa Rica” “Peru” “USA (Latin America) ” “Brazil” “Colombi a” “Mexico” “Venezue la” “USA” Germany EPSON Service Center c/o Exel Hünxe GmbH Werner-Heisenberg-Strase 2 4656
Centres de maintenance AJACCIO CIM Tél : 04.95.23.73.73 Le Stiletto - Lot N° 5 Fax : 04.95.23.73.70 20090 AJACCIO AMIENS Tél : 03.22.22.05.04 FMA Fax : 03.22.22.05.01 13, rue Marc Sangnier 8000 AMIENS ANNECY (td) Tél : 04.50.10.21.30 MAINTRONIC Fax : 04.50.10.21.31 Parc des Glaisins Immeuble Prosalp 14, rue Pré Paillard 74940 ANNECY Le Vieux AVIGNON Tél : 04.32.74.33.50 MAINTRONIC Fax : 04.32.74.05.89 Anthéa, rue du Mourelet ZI de Courtine III 84000 AVIGNON BASTIA (td) Tél : 04.95.30.65.
BORDEAUX Tél : 05.57.10.67.67 MAINTRONIC Fax : 05.56.69.98.10 11/19 rue Edmond Besse Immeuble Rive Gauche 33300 BORDEAUX BOURGES (td) Tél : 02.48.67.00.38 BEGELEC Fax : 02.48.67.98.88 18, avenue du 11 Novembre 18000 BOURGES BREST Tél : 02.98.42.01.29 FMA Fax : 02.98.02.17.24 8, rue Fernand Forest 29850 GOUESNOU CAEN Tél : 02.31.71.22.10 MAINTRONIC Fax : 02.31.71.22.19 Rue de Bellevue ZI Est 14650 CARPIQUET CAEN Tél : 02.31.84.80.82 TMS Fax : 02.31.84.80.
GRENOBLE (td) Tél : 04.38.37.01.19 FMA Fax : 04.76.44.78.92 2 rue Mayencin 38400 ST MARTIN D'HERES GRENOBLE Tél : 04.76.25.87.87 MAINTRONIC Fax : 04.76.25.88.10 Les Akhesades Bât B. Rue Irène Joliot Curie 38320 EYBENS LE HAVRE Tél : 02.32.74.27.44 FMA Fax : 02.35.19.05.35 33, bd de Lattre de Tassigny 76600 LE HAVRE LE MANS Tél : 02.43.77.18.20 BEGELEC Fax : 02.43.77.18.28 117, rue de l'Angevinière 72000 LE MANS LILLE Tél : 03.20.71.47.30 FMA Fax : 03.20.61.07.
LYON Tél : 04.72.14.95.00 MAINTRONIC Fax : 04.78.41.81.96 9, allée du Général Benoist ZAC du Chêne 69500 BRON LYON Centre Tél : 04.72.56.94.85 MAINTRONIC Fax : 04.72.56.94.89 4, quai Jules Courmont 69002 LYON MARSEILLE Tél : 04.91.03.13.43 FMA Fax : 04.91.03.13.72 305 ZA de Mourepiane 467, Chemin du Littoral 13322 MARSEILLE CX 13 MARSEILLE Tél : 04.91.87.83.93 MAINTRONIC Fax : 04.91.87.83.94 Bât D1 - Actiparc II Chemin de St LAMBERT 13821 LA PENNE SUR HUVEAUNE METZ Tél : 03.87.76.98.
NANCY Tél : 03.83.44.44.00 FMA Fax : 03.83.44.10.20 3 rue du Bois Chêne le Loup 54500 VANDOEUVRE CEDEX NANTES Tél : 02.28.03.10.73 FMA Fax : 02.28.03.10.71 1105 avenue Jacques Cartier Bât B4 44800 ST HERBLAIN NANTES Tél : 02 51 85 22 70 MAINTRONIC Fax : 02 51 85 22 71 5 rue du Tertre 44470 CARQUEFOU NICE Tél : 04.93.14.01.70 FMA Fax : 04.93.14.01.73 329, avenue des PUGETS Bât A.2 - Le Réal 06700 ST LAURENT DU VAR NICE Tél : 04.92.91.90.90 MAINTRONIC Fax : 04.93.33.98.
PARIS 10ème Tél : 01.42.01.15.15 FMA Fax : 01.42.01.14.15 50 Quai de Jemmapes 75010 PARIS PARIS 12ème Tél : 01.44.68.83.01 BEGELEC Fax : 01.44.68.83.02 182, rue de Charenton 75012 PARIS PARIS 13ème Tél : 01.44.06.99.44 MAINTRONIC Fax : 01.44.24.05.06 Immeuble Berlier 15, rue JB Berlier 75013 PARIS PARIS 14ème Tél : 01.45.45.57.65 FMA Fax : 01.45.39.48.86 63, rue de Gergovie 75014 PARIS PARIS EST (td) Tél : 01.60.06.02.02 BEGELEC Fax : 01.60.06.02.
REIMS Tél : 03.26.97.80.07 FMA Fax : 03.26.49.00.95 Parc technologique H. Farman 12, allée Fonck 51100 REIMS RENNES Tél : 02.23.20.25.25 FMA Fax : 02.23.20.04.15 59 bd d'Armorique Square de la Mettrie 35700 RENNES RENNES Tél : 02.99.23.62.23 MAINTRONIC Fax : 02.99.23.62.20 Parc d’affaires de la Bretèche Bât 2 35760 RENNES ST GREGOIRE ROUEN Tél : 02.35.59.68.69 TMS Fax : 02.35.59.68.70 ZI de la Vatine 31, rue A. Aron 76130 MONT ST AIGNAN STRASBOURG Tél : 03.88.55.38.18 FMA Fax : 03.88.55.
TOULON (td) Tél : 04.94.63.02.87 FMA Fax : 04.94.63.42.55 64 route de Capelane ZA la Capelane Parc Burotel 83140 SIX FOURS TOULOUSE Tél : 05.61.00.54.22 FMA Fax : 05.61.00.52.01 Buroplus - BP 365 31313 LABEGE CEDEX TOULOUSE Tél : 05.61.73.11.41 MAINTRONIC Fax : 05.61.73.80.06 7, avenue de l’Europe 31520 RAMONVILLE ST AGNE TOURS Tél : 02.47.25.10.60 BEGELEC Fax : 02.47.25.10.72 25, rue des Granges Galand ZI des Granges Galand 37550 ST AVERTIN TROYES (td) Tél : 03.25.49.78.
Fax: 34.93.5821555 CENTRO DE ATENCIÓN AL CLIENTE Tel.: 902 40 41 42 Fax: 93 582 15 16 E-mail: soporte@epson.es www.epson.es www.epson.es/support/ SERVICIOS OFICIALES DE ASISTENCIA TÉCNICA EPSON POBLA CION PROV INCI A EMPRESA TELEFON O FAX DIRECCION CP ALBAC ETE ALBA CETE DEPARTAMENTO TÉCNICO INFORMÁTICO S.A.L. 967/50.6 9.10 967/50.6 9.09 C/ FRANCISCO PIZARRO, 13 BAJOS 02004 ALICA NTE ALIC ANTE RPEI 96/510.2 0.53 96/511.4 1.
-302 BARCE LONA BARC ELON A MADE S.A. BARCELONA 93/423.0 0.48 93/423.3 8.93 C/ RICART, 33 08004 BARCE LONA BARC ELON A MICROVIDEO 93/265.1 5.75 93/265.4 4.58 AVDA DIAGONAL, 296 08013 CERDA NYOLA BARC ELON A OFYSAT S.L. 93/580.8 7.87 93/580.8 9.96 C/ FONTETES, 3-5, Local 1 08290 BARCE LONA BARC ELON A RIFÉ ELECTRÓNICA S.A. 93/453.1 2.40 93/323.6 4.70 C/ ARIBAU, 81 08036 SANT BOI BARC ELON A SELTRON S.L. 93/652.9 7.70 93/630.8 1.
CÓRD OBA CÓR DOB A SETESUR ANDALUCIA S.L. 957/48.5 8.46 957/48.5 8.54 C/ REALEJO, 6 (PASAJE) 14002 GIRON A GIRO NA PROJECTES COM-TECH, S.L. 972/24.1 1.35 972/40.1 1.85 PLAZA DE LA ASUNCION, 35 17005 GRAN ADA GRA NAD A INTELCO ASISTENCIA TÉCNICA S.L. 958/13.2 1.79 958/13.2 2.09 C/ PRIMAVERA, 20 18008 SAN SEBAST IAN GUIP UZC OA ELECTRÓNICA GUIPUZCOANA 943/46.8 6.40 943/45.5 7.01 C/ BALLENEROS, 4 BAJOS 20011 HUELV A HUEL VA AVITELSAT HUELVA 959/54.3 8.82 959/54.3 7.07 C/.
PAMPL ONA NAV ARRA INFORMÉTRICA IRUÑA , S.L. 948/27.9 8.12 948/27.9 2.89 ERMITAGAÑA, 1 BAJOS 31008 VIGO PONT EVED RA SERVICIOS INFORMÁTICOS DEL ATLÁNTICO S.L 986/26.6 2.80 986/28.1 3.83 C/ PÁRROCO JOSÉ OTERO, 3 36206 SALAM ANCA SALA MAN CA EPROM-1 923/18.5 8.28 923/18.6 9.98 C/ GUADALAJARA, 9-11 37003 SEVILL A SEVIL LA AMJ TECNOLAN, S.L. 95/491.5 7.91 95/491.5 2.14 AV.CJAL.ALBERTO JNEZ.BEC.,6,AC. D 41009 SEVILL A SEVIL LA AVITELSAT SEVILLA 95/492.3 3.93 95/463.5 8.
Fax: +44 (0) 1422 227227 www.epson.co.uk Stylus Products Warranty & Support 08705 133 640 Scanner Products Warranty & Support 08702 413 453 Sales 0800 220 546 Republic of Ireland Stylus Products Warranty & Support 01 679 9016 Other Products Warranty & Support 01 679 9015 Sales 1 800 409 132 www.epson.co.uk Italy EPSON Italia s.p.a. Viale F.lli Casiraghi, 427 20099 Sesto San Giovanni (MI) Tel.: 02.26.233.
Fax: 02.2440750 Assistenza e Servizio Clienti TECHNICAL HELPDESK 02.29400341 www.epson.it ELENCO CENTRI ASSISTENZA AUTORIZZATI EPSON AEM SERVICE S.R.L. DATA SERVICE S.R.L. Via Verolengo, 20 Via S. Allende, 22a QUICK COMPUTER SERVICE 00167 ROMA Tel : 06-66018020 50018 SCANDICCI (FI) Viale Louise Pasteur, 23 a/b/c Fax : 06-66018052 Tel : 055-250752 70124 BARI Fax : 055-254111 Tel : 080-5044351 Fax : 080-5618810 A.T.E.S. ELETTRONICA S.R.L.
C.A.M.U. S.N.C. HARD SERVICE S.R.L. Via Grandi, 4 Z.A.3 Via del progresso, 2 33170 PORDENONE Tel : 0434-572949 Fax : 0434-573005 35010 PERAGA DI VIGONZA (PD) S.T.E. S.N.C. di Ciarrocchi A.& C. Via Settimo Torinese, 5 Tel : 049-8933951 65016 MONTESILVANO (PE) Fax : 049-8933948 Tel : 085-4453664 Fax : 085-4456860 COMPUTER LAB S.N.C. INFORMAINT S.N.C. TECMATICA S.R.L. Via Prunizzedda, 94 Via S.
COMPUTER SERVICE 2 S.N.C. MEDIEL S.N.C. filiale di Catania TECNO STAFF S.R.L. Via V.Guindani, 10 Via Novara, 9 00199 ROMA 26100 CREMONA 95125 CATANIA (CT) Tel : 06-8606173 Tel/Fax : 0372-435861 Tel : 095-7169125 Fax : 06-86200117 Via Vivaldi, 19 Fax : 095-7160889 TECNO STAFF S.R.L. COMPUTER SERVICE 2 S.N.C. MICROTECNICA S.N.C. Via P. Savani, 12/C Via Lepanto, 83 43100 PARMA 80125 NAPOLI Tel : 0521-941887 Tel : 081-2394460 06087 PONTE S.
Fax: 21 303 54 90 TECHNICAL HELPDESK 808 200015 www.epson.pt Austria ASC Buromaschinen GmbH Kettenbruckengasse 16 1052 Wien Tel. 01 / 58966-0 Fax. 01/ 5867726 www.artaker.com Netherlands CARD IS B.V. Ambachsweg 3606 AP Maarssen Belgium MDR (ARC) H. Dom.
80 88 11 27 Sales 38 48 71 37 www.epson.dk Finland Warranty & Support 0800 523 010 Sales (09) 8171 0083 www.epson.fi Croatia RECRO d.d. Trg Sportova 11 10000 Zagreb Tel.: 00385 1 3650774 Fax: 00385 1 3650798 Email: servis@recro.hr epson@recro.hr Macedonia DIGIT COMPUTER ENGINEERING 3 Makedonska brigada b.
upravna zgrada R. Konkar 91000 Skopje Tel.: 00389 91 463896 oppure 00389 91 463740 Fax: 00389 91 465294 E-mail: digits@unet.com.mk REMA COMPUTERS Str. Kozara, 64-B-111000 Skopje Tel.: 00389 91 118 159 oppure 00389 91 113 637 Fax: 00389 91 214 338 E-mail: slatanas@unet.com.mk oppure rema@unet.com.mk Slovenia REPRO LJUBLJANA d.o.o. Smartinska 106 1000 Ljubljana Tel.: 00386 1 5853417 Fax: 00386 1 5400130 E-mail: bojan.zabnikar@repro.
Luxemburg MDR (ARC) H. Dom. Saviolaan 8 1700 Dilbeek Switzerland Moosacherstrasse 6, Au, 8820 Wadenswil Tel. 01/7822111 www.excom.ch Hungary R.A. Trade Kft. Petöfi Sandor u. 64 H-2040 Budaör Tel.: 0036.23.415.317 Fax: 0036.23.417.310 Slovac Republic Print Trade spol. s.r.o. Cajkovskeho 8 SK-98401 Lucenec Tel.: 00421.863.4331517 Fax: 00421.863.4331081 Email: Prntrd@lc.psg.SK www.printtrade.
Czek. Republic EPRINT s.r.o. Stresovicka 49 CZ-16200 Praha 6 Tel. :00420.2.20180610 Fax:00420.2.20180611 Email: eprint@mbox.vol.cz Norway Warranty & Support 800 11 828 Sales 23 16 21 24 www.epson.no Sweden Warranty & Support 08 445 12 58 Sales 08 519 92 082 www.epson.se Yugoslavia BS PPROCESOR d.o.o.
Hazdi Nikole Zivkovica 2 Beograd-F.R. Tel.: 00381 111 328 44 88 Fax: 00381 11 328 18 70 E-mail: vule@bsprocesor.com; goran@bsprocesor.com gorangalic@sezampro.yu Greece POULIADIS ASSOCIATES CORP. 142, Sygrou Avenue 176 71 Athens Tel.: 0030 1 9242072 Fax: 0030 1 9241066 E-mail: k.athanasiadis@pouliadis.gr Turkey ROMAR PAZARLAMA SANAYI VE TICARET A.S. Rihtim Cad. Tahir Han No. 201 Karaköy 80030 Istanbul Tel.
E-mail: zozenoglu@romar.com.tr PROSER ELEKTRONIK SANAYI VE TICARET LIMITEDN SIRKETI Inönü Caddesi, Teknik Han, No 72 Kat 3, Gümüssuyü Istanbul Tel.: 0090 212 252 15 75 Fax: 0090 212 244 54 79 Email: okyay@turk.net DATAPRO BILISIM HIZMETLERI SAN VE TICARET LTD.STI Gardenya Plaza 2, 42-A Blok Kat:20 Atasehir Istanbul Tel.: 0090 216 4554770 Fax: 0090 216 4554766 E-mail: cem.kalyoncu@datapro.com.tr Cyprus INFOTEL LTD. CTC House Athalassa P.O.BOX 16116 2086 Nicosia CYPRUS Tel.
Fax: 00357 2 487784 E-mail: yannis.k@infotel.com.cy; george.p@infotel.com.cy Poland FOR EVER Sp. z.o.o. Ul. Frankciska Kawy 44 PL- 01-496 Warszawa Tel.: 0048.22.638.9782 Fax: 0048. 22.638.9786 Email: office@for-ever.com.pl Bulgaria PROSOFT 6. Al Jendov Str. BG-1113 Sofia Tel.: 00359.2.730.231 Fax: 00359.2.9711049 Email: Prosoft@internet-BG.BG Romania MB Distribution S.R. L. 162, Barbu Vacarescu Blvd.
Tel.: 0040.1.2300314 Fax: 0040.1.2300313 Email: office@mbd-epson.ro Estonia Kulbert Ltd. Saeveski 2 EE-0012 Tallinn Tel.: 00372.6.722299 Fax: 00372-6-722349 CHS Eesti AS Pärnu mnt. 142a EE-11317 Tallinn Tel.: (372)6504900 Fax.: (372)650 4916 www.chs.ee Latvia Sim.S.S Jsc Basteja boulv. 14 LV-1602 Riga Tel.: 00371.7.280380 Fax: 00371.7.
Email: KVV@Simss.lanet.LV Soft-Tronik Riga Ltd. Terbatas 78 LV-1001 Riga Tel.: 00317.2.292943 Fax: 00317.7.310169 Email: info@soft-tronik.lv CHS Riga Kalnciema 12a LV-1084 Riga Tel.: (371) 7602051 Tel.: (371) 7613887 Lithuania Baltic Amadeus Akademijos 4 LT-2600 Vilnius Tel.: 00370.2.729913 Fax: 00370.2.729909 Email: Viktoras@Ktl.mii.LT Intac Ltd.
LT-2600 Vilnius Tel.: 00370.2.223623 Fax: 00370.2.223620 Email: info@intac.lt www.intac.lt Israel Warranty & Support 04 8 560 380 www.epson.com Middle East Warranty & Support + 971 (0) 4 352 44 88 or 351 77 77 www.epson.com Email Warranty & Support: www.epson-support@compubase.co.ae South Africa Warranty & Support (011) 444 8278 / 91 or 0800 600 578 For details of EPSON Express centres and Service Repair centres http://www.epson.co.za/support/index.
(011) 262 9200 or 0800 00 5956 www.epson.co.za/ Bosnia Herzgovina RECOS d.o.o. Vilsonovo setaliste 10 71000 Sarajevo Tel.: 00387 33 657 389 Fax: 00387 33 659 461 E-mail: recos@bih.net.ba oppure edin@recos.ba Argentina EPSON ARGENTINA S.A. Avenida Belgrano 964/970 (1092), Buenos Aires Tel.: (54 11) 4346-0300 Fax: (54 11) 4346-0333 www.epson.com.ar Brazil EPSON DO BRASIL LTDA. Av.
Tel.: (55 11) 7296-6100 Fax: (55 11) 7295-5624 www.epson.com.br Chile EPSON CHILE, S.A. La Concepción 322 Providencia, Santiago Tel.: (56 2) 236-2453 Fax: (56 2) 236-6524 www.epson.cl Colombia EPSON COLOMBIA, LTDA. Diagonal 109 No. 15-49 Bogotá, Colombia Tel.: (57 1) 523-5000 Fax: (57 1) 523-4180 www.epson.com.co Costa Rica EPSON COSTA RICA, S.
Tel.: (50 6) 296-6222 Fax: (50 6) 296-6046 www.epsoncr.com Mexico EPSON MÉXICO, S.A. de C.V. Av. Sonora #150 México, 06100, DF Tel.: (52 5) 211-1736 Fax: (52 5) 533-1177 www.epson.com.mx Peru EPSON PERÚ, S.A. Av. Del Parque Sur #400 San Isidro, Lima, Perú Tel.: (51 1) 224-2336 Fax: (51 1) 476-4049 www.epson.com Venezuela EPSON VENEZUELA, S.A.
Tel.: (58 2) 240-1111 Fax: (58 2) 240-1128 www.epson.com.ve USA (Latin America) EPSON LATIN AMERICA 6303 Blue Lagoon Dr., Ste. 390 Miami, FL 33126 Tel.: (1 305) 265-0092 Fax: (1 305) 265-0097 USA EPSON AMERICA, INC 3840 Kilroy Airport Way Long Beach, CA 90806 Tel.: (1 562) 981-3840 Fax: (1 562) 290-5051 www.epson.
Index A Advanced Photo, 181 Afdrukken in de achtergrond, 196 Afdrukkwaliteit (instelling) Macintosh, 183 Windows, 122 Afdruksnelheid, 145 Auto Cut Macintosh, 189 Windows, 129 Auto Rotate Macintosh, 188 Windows, 128 C Cartridges, 38, 230 ColorSync (instelling), 181 Configuratie-instellingen, 195 Contact opnemen met EPSON, 291 D Dialoogvenster voor de lay-out, 190 Dik papier, 223 DMA-overdracht, 147 E EPSON Monitor3, 197 EPSON Spool Manager, 140 EPSON StatusMonitor Macintosh, 191, 193 Windows, 131, 141 F
G Geavanceerde instellingen Macintosh, 182 Windows, 121 H Houder papierrol plaatsen, 205 papierrol verwijderen, 206 plaatsen en verwijderen, 207 Hulp inroepen, 291 Hulpprogramma Printer- en optie-informatie Macintosh, 192 Windows, 132, 134 Printkop reinigen Macintosh, 191 Windows, 131 Printkop uitlijnen Macintosh, 191 Windows, 131 Speed & Progress, 135 Gebruiken, 147 spuitkanaaltjes controleren Macintosh, 191 Windows, 131 Hulpprogramma’s openen Macintosh, 192 Windows, 133 I ICM (instelling), 120 Informati
Windows, 113 K Knoppen, 62 L Lampjes, 64 Losse vellen papier gebruiken, 218 type afdrukmateriaal, 40 M Modus Automatic Macintosh, 180 Windows, 119 Modus Custom Macintosh, 181 Windows, 120 O Onderhoudsmodus, 99 Online-Help Macintosh, 193 Windows, 138 Opties, 37 Orientation Macintosh, 187 Windows, 127 P Paginascheiding, 218 Macintosh, 189 Windows, 129 Paper Thickness, 95 Papieropvang, 225 Papierrol laden, 210 type afdrukmateriaal, 40 Papierrolklem, 215 Papierrol laden, 210 -326
PhotoEnhance (instellingen) Macintosh, 185 Windows, 124 Poortconfiguratie, 150 Printable Area, 20 Windows, 127 Printable area Macintosh, 187 Printerdriver Macintosh, 173 Windows, 113 Printerhulpprogramma's Macintosh, 191 Windows, 131 Printersoftware updaten, 166 verwijderen (alleen Windows), 167 Printer vervoeren, 247 Printkop reinigen, 62 Macintosh, 191 Windows, 131 spuitkanaaltjes controleren Macintosh, 191 Windows, 131 uitlijnen Macintosh, 191 Windows, 131 Printkop uitlijnen, 93 Macintosh, 191 Windows, 1
S Schoonmaken printer, 245 SelecType gebruik, 70 instellingen, procedure, 74 menu’s, 71 modusoverzicht, 74 SelecType-menu’s papierinstellingen, 82 printerinstelling, 76, 76 printerstatus, 76, 80 printkop uitlijnen, 85 testafdruk, 79 Snijmechanisme, 241 Speciaal afdrukmateriaal van EPSON, 40, 204 Specificaties afdrukgebied, 20 cartridges, 28 elektrische, 22 initialisatie, 23 interface, 32 mechanische, 22 Normen en goedkeuringen, 24 omgeving, 23 papier, 25 Spuitkanaaltjespatroon, 91 sRGB (instelling), 120 Sta
V Verbruiksmaterialen, 38 Verkleinen/vergroten (instelling), 130 Vervangen Zwarte cartridges, 234 Vervangen van de zwarte inkt, 234 Voortgangsbalk, 139 -329