Operation Manual
Het bedieningspaneel
21
Gebruikershandleiding
PROEFAFDRUK
CONTROLE PAPIERFORM. AAN U kunt aangeven of u de papierbreedte wilt controleren of
niet.
❏ AAN:
Controleer de papierbreedte en de bovenrand van het
papier.
❏ UIT:
Geen controle van de papierbreedte en de bovenrand
van het papier. De printer drukt af zelfs wanneer de
papierbreedte niet overeenkomt met de opgegeven
breedte in de afdrukgegevens. Mogelijk wordt naast het
papier afgedrukt. Omdat daardoor het binnenwerk van
de printer vervuilt, is het raadzaam
AAN te selecteren.
Daardoor kan de blanco marge aan de bovenkant van
elke pagina breder zijn.
UIT
CONTROLE PAP. SCHEEF AAN Als
AAN is geselecteerd en het papier is niet recht, wordt op het
LCD-scherm
PAPIER SCHEEF weergegeven en stopt de printer
met afdrukken. Wanneer u
UIT selecteert, worden fouten in
de uitlijning van het papier niet gemeld, ook niet als de afdruk
niet op het papier past, en gaat de printer gewoon door met
de afdruktaak.
UIT
MARGE VERNIEUWEN AAN Wanneer u
AAN selecteert, wordt na randloos afdrukken
automatisch een extra afdrukgebied afgesneden.
UIT
AUTOM. CONTR. SP.KAN AAN: REGELMATIG Wanneer u
AAN selecteert, voert de printer een controle uit
van de spuitkanaaltjes. Als er puntjes ontbreken, worden de
spuitkanaaltjes automatisch gereinigd.
❏ AAN: REGELMATIG
Er wordt regelmatig een automatische controle
uitgevoerd van de spuitkanaaltjes.
❏ AAN: ELKE TAAK
Voorafgaand aan elke afdruktaak wordt een controle
uitgevoerd van de spuitkanaaltjes.
❏ UIT
Er wordt geen automatische controle uitgevoerd van de
spuitkanaaltjes.
AAN: ELKE TAAK
UIT
SPUITKANAALTJESPATR. UIT Wanneer u
AAN selecteert, drukt de printer het
spuitkanaaltjespatroon af voorafgaand aan elke afdruktaak
of op elke tiende pagina, afhankelijk van de instelling die u
hebt geselecteerd.
* Deze instelling is uitsluitend beschikbaar voor rolpapier.
AAN: ELKE PAGINA
AAN: ELKE 10 PAG.
INITIALISATIE INST. UITVOEREN U kunt alle waarden die u hebt ingesteld in het menu
Printerinstelling terugzetten op de fabrieksinstellingen.
Item Parameter Uitleg
SPUITKANAALTJESCONTR AFDRUKKEN U kunt voor elke cartridge een testpatroon voor de
spuitkanaaltjes van de printkop afdrukken. Tevens wordt het
versienummer van de firmware, het inktverbruik en de vrije
ruimte in de onderhoudscassette afgedrukt.
Zie “Spuitkanaaltjescontrole” op pagina 132.
STATUSBLAD AFDRUKKEN U kunt de huidige printerstatus afdrukken.
NETWERKSTATUSBLAD AFDRUKKEN U kunt de huidige netwerkstatus afdrukken.
TAAKINFORMATIE AFDRUKKEN Hiermee drukt u de taakinformatie af die in de printer is
opgeslagen (maximaal 10 taken).
AANGEPAST PAPIER AFDRUKKEN Hiermee drukt u de informatie af over aangepast papier die is
vastgelegd in het menu Papierinstelling.
Item Parameter Uitleg