Operation Manual

Het bedieningspaneel
26
Gebruikershandleiding
PRINTKOP UITLIJNEN
U kunt de printkop uitlijnen. Zie voor meer informatie over het uitlijnen van de printkop het volgende gedeelte.
“Printkop uitlijnen” op pagina 138
NETWERKINSTELLING
Dit menu bevat de volgende items. Raadpleeg voor meer informatie over netwerkinstellingen de Handleiding voor
de netwerkbeheerder.
Item Parameter Uitleg
PAPIERDIKTE PAPIERSOORT SELECT. Wanneer u speciaal afdrukmateriaal gebruikt van
Epson, selecteert u de papiersoort. Als u speciaal
afdrukmateriaal gebruikt dat niet van Epson afkomstig
is, voert u een papierdikte in van 0,1 tot 1,5 mm.
DIKTE SELECTEREN
UITLIJNEN Auto Wanneer u
AUTO selecteert, leest de sensor het
uitlijningspatroon voor uitvoer en wordt de optimale
aanpassingswaarde automatisch vastgelegd in de
printer. Wanneer u
HANDMATIG selecteert, controleert u
het patroon zelf en voert u de waarde in voor uitlijning.
HANDMATIG
Item Parameter Uitleg
NETWERKINSTELLING UITSCHAKELEN U kunt de netwerkinstellingen van de printer
configureren. De volgende items worden uitsluitend
weergegeven wanneer
INSCHAKELEN is geselecteerd.
Na het instellen van de items drukt u op de knop in
het menu Netwerkinstelling. Het netwerk wordt opnieuw
ingesteld en de netwerkverbinding is na 15 seconden
beschikbaar. Tijdens het opnieuw instellen van het
netwerk wordt het menu Netwerkinstelling niet
weergegeven.
INSCHAKELEN
IP-ADRES INSTELLEN Auto U kunt de methode selecteren voor het instellen van het
IP-adres van de printer. Wanneer u
PANEEL selecteert,
wordt
IP/MASKER/GATEWAY weergegeven.
PANEEL
IP/MASKER/GATEWAY Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder.
BONJOUR AAN U kunt de instelling Bonjour in- of uitschakelen.
UIT
NETWERKINST. INIT. UITVOEREN U kunt de netwerkinstellingen van de printer weer
terugzetten op de fabrieksinstellingen.