® Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave Verklarende woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Productinformatie Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Printerspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Systeemvereisten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Interfacespecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opties en verbruiksmaterialen . . .
De USB Host Device Driver verwijderen (alleen Windows Me en 98) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151 Afdrukken met de Macintosh De printersoftware openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Basisinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De printerdriver gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De printerhulpprogramma's gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . .
Probleemoplossing Printer stopt opeens met afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253 De printer gaat niet aan of blijft niet aan . . . . . . . . . . . . . . . . 254 De printer drukt niets af . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258 De afdrukken zien er anders uit dan verwacht . . . . . . . . . . 261 De afdrukkwaliteit is niet optimaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265 Kleurendocumenten worden in zwart-wit afgedrukt . . . . . 270 Afdruksnelheid is niet optimaal . . .
Verklarende woordenlijst De volgende definities zijn specifiek van toepassing op printers. afdrukgebied Het gebied van een pagina waarop door de printer kan worden afgedrukt. Door de marges die worden gebruikt, is dit gebied kleiner dan het totale paginaformaat. afdrukmateriaal Materialen waarop gegevens worden afgedrukt, zoals papierrollen en losse vellen, gewoon papier en speciaal papier. afdrukmodus Het aantal dots (punten) per inch dat wordt gebruikt om een afbeelding weer te geven.
characters per inch (cpi) Tekens per inch. Een maateenheid voor de grootte van teksttekens. Hiervoor wordt ook wel de term pitch gebruikt. CMYK Cyaan (blauwgroen), magenta, geel en zwart. De kleureninkt waarmee een heel kleurengamma wordt afgedrukt volgens het subtractieve systeem. ColorSync Software voor gebruik op de Macintosh voor kleurafdrukken van WYSIWYG-kwaliteit (What You See Is What You Get). Hierbij komt de kleurkwaliteit van de afgedrukte afbeeldingen overeen met die op uw beeldscherm.
ESC/P Raster Met behulp van deze opdrachttaal kunt u vanaf uw computer de printer besturen. Dit systeem bevat opdrachten voor de besturing van laserfuncties zoals het afdrukken van grafische beelden van hoge kwaliteit. foutdiffusie Een methode waarbij punten met afzonderlijke kleuren samenvloeien met de kleuren van omringende punten, waardoor de kleuren natuurlijker lijken. Door gekleurde punten samen te laten vloeien kan de printer uitstekende kleuren produceren met een subtiele kleurgradatie.
initialisatie De printer opnieuw instellen op de standaardwaarden (de vaste instellingen). Dit gebeurt elke keer als u de printer inschakelt of een reset uitvoert. inkjet Een methode van afdrukken waarbij elke letter en elk symbool wordt gevormd door inkt nauwkeurig op het papier te spuiten. interface De verbinding tussen de computer en de printer. Via een parallelle interface worden gegevens met een teken of code tegelijk overgedragen. Via een seriële interface worden gegevens bit voor bit overgedragen.
parallelle interface Zie interface. peer-to-peer-netwerken Windows ondersteunt peer-to-peer-netwerken. In een dergelijk netwerk heeft elke computer toegang tot de bronnen van de andere computers in het netwerk. PhotoEnhance4 De EPSON-software waarmee u de diepte van een tint en de scherpte van beeldgegevens kunt wijzigen en beeldgegevens kunt corrigeren. poort Een interfacekanaal waardoor gegevens worden overgedragen tussen apparaten.
ROM Read Only Memory. Een gedeelte van het geheugen dat alleen kan worden gelezen en niet kan worden gebruikt voor de opslag van gegevens. De inhoud van het ROM blijft behouden als u de printer uitschakelt. SelecType-instellingen Instellingen die zijn vastgelegd met behulp van het bedieningspaneel van de printer. In de modus SelecType kunt u verschillende printerinstellingen vastleggen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver, zoals instellingen voor testafdrukken.
Status Monitor Het programma waarmee u de status van de printer kunt controleren. strepen De horizontale strepen die soms verschijnen bij het afdrukken van grafische voorstellingen. Dit treedt op als de printkoppen niet goed zijn uitgelijnd. Zie ook MicroWeave. subtractieve kleuren Kleuren die worden gemaakt door pigmenten die sommige lichtkleuren absorberen en andere weerkaatsen. Zie ook CMYK.
Productinformatie Veiligheidsvoorschriften Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees de volgende instructies goed door voordat u de printer in gebruik neemt. Neem ook alle waarschuwingen en voorschriften die op de printer zelf staan in acht. ❏ De openingen in de printerbehuizing mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt. ❏ Steek geen voorwerpen in de sleuven. Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op de printer morst. ❏ Gebruik alleen de netspanning die staat vermeld op het etiket op de printer.
❏ Als u een stekkerdoos gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor de stekkerdoos. Zorg er bovendien voor dat de totale stroombelasting in ampère van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact. ❏ Probeer de printer niet zelf te repareren.
❏ Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen of vochtige plaatsen. Houd de printer ook uit de buurt van direct zonlicht, sterk licht of warmtebronnen. ❏ Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken en trillingen. ❏ Zet de printer niet in een stoffige omgeving. ❏ Zet de printer in de buurt van een wandstopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
❏ Zet de printer altijd uit met de knop Power op het bedieningspaneel. Wanneer u op deze knop drukt, knippert het lampje Operate even en gaat dan uit. Verwijder de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het stopcontact niet af voordat het lampje Operate is opgehouden met knipperen. ❏ Zorg ervoor dat de printkoppen in de uitgangspositie staan (uiterst rechts) voordat u de printer verplaatst.
❏ Als u EPSON Ultra Chrome-cartridges gebruikt, krijgt u de beste resultaten wanneer u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na installatie. ❏ Haal cartridges niet uit elkaar en probeer ze niet opnieuw te vullen. Hierdoor kunnen de printkoppen beschadigd raken. ❏ Bewaar cartridges op een koele, donkere plaats. ❏ Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen. ❏ Raak de groene IC-chip aan de zijkant van de cartridges niet aan.
Printerspecificaties Afdrukken Afdrukmethode On-demand inkjet Configuratie van spuitkanaaltjes Zwart: 96 spuitkanaaltjes × 2 (zwart 1 en zwart 2) Kleur: 96 spuitkanaaltjes × 5 (cyaan, magenta, geel, lichtcyaan, lichtmagenta) Tekstmodus: Tekenbreedte Afdrukkolom 10 cpi* 237 voor Stylus Pro 7600 437 voor Stylus Pro 9600 * characters per inch (tekens per inch) 16
Rastermodus: Stylus Pro 7600 Horizontale resolutie Afdrukbreedte Beschikbare punten 360 dpi* 604 mm (24,16 inches) 8698 720 dpi 604 mm (24,16 inches) 17395 1440 dpi 604 mm (24,16 inches) 34790 2880 dpi 604 mm (24,16 inches) 69581 Horizontale resolutie Afdrukbreedte Beschikbare punten 360 dpi* 1.112 mm (43,78 inch) 15762 720 dpi 1.112 mm (43,78 inch) 31524 1440 dpi 1.112 mm (43,78 inch) 63048 2880 dpi 1.
Papierdoorvoersnelheid 215 ± 10 mm/seconde per regel van 1/4 inch RAM 32 MB voor Stylus Pro 7600 64 MB voor Stylus Pro 9600 Tekensets PC 437 (US, Standard Europe), PC 850 (Multilingual) Lettertype EPSON Courier 10 cpi Afdrukgebied Papier op een rol en losse vellen A B-L B-R C 18
A Voor rolpapier geldt een bovenmarge van minimaal 3,0 mm (0,12")*. Voor losse vellen geldt een bovenmarge van minimaal 3,0 mm (0,12"). B-L Voor rolpapier geldt een linkermarge van minimaal 0 mm (0")*. Voor losse vellen geldt een linkermarge van minimaal 0 mm (0"). B-R Voor rolpapier geldt een rechtermarge van minimaal 0 mm (0")*. Voor losse vellen geldt een rechtermarge van minimaal 0 mm (0"). C Voor rolpapier geldt een ondermarge van minimaal 3,0 mm (0,12")*.
Mechanische specificaties Methode van papierinvoer Frictie Papierpad Papierrollen of losse vellen met handmatige invoer Afmetingen (in gebruik) Stylus Pro 7600: Breedte: 1.100 mm (43,3 inches) Diepte: 572 mm (22,5 inches) Hoogte: 560 mm (22,0 inches) Stylus Pro 9600: Breedte: 1.624 mm (63,9 inches) Diepte: 717 mm (28,2 inches) Hoogte: 1.181 mm (46,5 inch) Gewicht Stylus Pro 7600: ca. 43,5 kg (95,7 lb) Stylus Pro 9600: ca. 63,5 kg (139,7 lb) Standaard: ca.
Opmerking: Raadpleeg het etiket op de achterkant van de printer voor informatie over het voltage.
Initialisatie Hardware-initialisatie bij aanzetten van de printer: Het printermechanisme wordt teruggezet naar de beginstatus. De invoerbuffer en de afdrukbuffer worden leeggemaakt. De printer wordt ingesteld op de laatst ingestelde standaardwaarden. Software-initialisatie wanneer de opdracht ESC@ (initialiseer de printer) wordt ontvangen: De afdrukbuffer wordt leeggemaakt. De printer wordt ingesteld op de laatst ingestelde standaardwaarden.
EMC FCC lid 15 sublid B klasse B CSA C108.8 klasse B AS/NZS 3548 klasse B EMC-richtlijn 89/336/EEG EN 55022 klasse B EN 55024 EN 61000-2-3 EN 61000-3-3 w Waarschuwing: Dit is een klasse A product. In een huishoudelijke omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. Neem in dat geval de vereiste maatregelen.
Papierrol: Formaat Binnenste diameter: Stylus Pro 7600: 2 inch 210 tot 610 mm (B) × 45.000 mm (L) (8,26 tot 24,02 inches × 1.771,65 inches) Stylus Pro 9600: 210 tot 1.118 mm (B) × 45.000 mm (L) (8,26 tot 44,02 inch × 1.771,65 inches) Binnenste diameter: Stylus Pro 7600: 3 inch 210 tot 610 mm (B) × 202.000 mm (L) (8,26 tot 24,02 inches × 7.952,76 inch) Stylus Pro 9600: 210 tot 1.118 mm (B) × 202.000 mm (L) (8,26 tot 44,02 inch × 7.
Losse vellen: Formaat Super B0 (1.118 × 1.580 mm)* B0 (1.030 × 1.456 mm)* B1 (728 × 1.030 mm)* B2 (515 × 728 mm) B3 (364 × 515 mm) B4 (257 × 364 mm) B5 (182 × 257 mm) Super A0 (914 × 1.292 mm)* A0 (841 × 1.
Opmerking: ❏ Papier van slechte kwaliteit kan leiden tot een minder goede afdrukkwaliteit, vastlopen van papier of andere problemen. Gebruik papier van een betere kwaliteit als u problemen ondervindt. ❏ Laad geen omgekruld of gevouwen papier in de printer.
Dye-inkt Standaard Zwart Geel Magenta Cyaan Lichtmagenta Lichtcyaan Levensduur EPSON UltraChrome Dye-inkt Temperatuur Afmetingen Gewicht Capaciteit T545100 T545400 T545300 T545200 T545600 T545500 ongeopend 2 jaar vanaf de productiedatum; 6 maanden na openen van de verpakking ongeopend 2 jaar vanaf de productiedatum; binnen 2 jaar na openen van de verpakking -30 tot 40°C (-22 tot 104°F) 1 maand bij 40°C (104°F) -20 tot 40°C (-4 tot 104°F) Opslag (niet geïnstalleerd): Opslag (geïnstalleerd): Tijdens
c Let op: ❏ Als u EPSON UltraChrome-cartridges gebruikt, krijgt u het beste resultaat wanneer u de cartridge voor het installeren voorzichtig schudt. ❏ EPSON raadt u aan uitsluitend originele EPSON-cartridges te gebruiken. Andere producten die niet door EPSON zijn vervaardigd kunnen leiden tot beschadiging van de printer die niet onder de garantie van EPSON valt. ❏ Gebruik geen cartridge waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking is verstreken.
Minimale systeemvereisten Aanbevolen systeem Pentium voor Windows 98, 95 en NT 4.0 Pentium 133 MHz voor Windows 2000 Pentium 150 MHz voor Windows Me Pentium 300 MHz voor Windows XP Pentium III 1 GHz of snellere processor 32 MB RAM voor Windows Me, 98, 95 en NT 4.0 64 MB RAM voor Windows 2000 128 MB RAM voor Windows XP 128 MB RAM of meer 100 MB vrije ruimte op de vaste schijf voor Windows Me, 98, 95, XP, 2000 en NT 4.
Opmerking: ❏ De hoeveelheid beschikbaar geheugen is afhankelijk van het aantal en het soort geopende toepassingen. Als u wilt weten hoeveel geheugen er beschikbaar is, kiest u Over deze Macintosh in het Apple-menu. U vindt vervolgens de geheugengrootte (in kilobytes) onder Grootste ongebruikte blok (1.024 kB = 1 MB). ❏ De bovengenoemde geheugenvereisten gelden voor afdrukken op papier van het formaat B0 (1.030 × 1.456 mm).
Compatibiliteitsmodus Gegevensindeling 8-bits parallel Synchronisatie STROBE-pulsen Handshaking BUSY- en ACKNLG-signalen Signaalniveau TTL-niveau (IEEE-1284 niveau 1 apparaat) Verstelbare connector 57-30360 Amphenol-connector of vergelijkbaar Nibble-modus Transmissiemethode 8-bits parallel Synchronisatie STROBE-pulsen Handshaking BUSY- en ACKNLG-signalen Signaalniveau TTL-niveau (IEEE-1284 niveau 1 apparaat) Gegevensoverdrac ht-timing Raadpleeg de IEEE-1284-specificatie ECP-modus Transmi
USB-interface De in deze printer ingebouwde USB-interface is gebaseerd op de standaarden volgens de Universal Serial Bus Specifications Revision 1.1 en de Universal Serial Bus Device Class Definition for Printing Devices Version 1.1. De kenmerken van deze interface zijn als volgt. Standaard Universal Serial Bus Specifications Revision 1.1, Universal Serial Bus Device Class Definition for Printing Devices Version 1.
Opties en verbruiksmaterialen Opties Voor uw printer zijn de volgende opties verkrijgbaar. Opmerking: De asterisk (*) staat voor het laatste cijfer van het productnummer, dat van land tot land verschilt. Papierrolhouders Er zijn extra papierrolhouders beschikbaar waardoor u de papierrol sneller en eenvoudiger kunt vervangen. Als u een aantal houders met verschillende soorten papier op voorraad houdt, kunt u op elk moment de gewenste rol meteen in de printer plaatsen.
Auto Take-Up Reel Unit Deze optie is alleen beschikbaar voor de Stylus Pro 9600. Deze eenheid rolt uw documenten die op rolpapier zijn afgedrukt, automatisch op. De eenheid bestaat uit een oprolhaspel, een aandrijfeenheid en een beweegbare eenheid, die alle worden bevestigd aan de printer, en bevestigingstape. Zie de optionele Auto Take-Up Reel Unit User’s Guide voor informatie over de installatie en het gebruik van deze optie.
Interfacekaarten Er is een aantal extra interfacekaarten verkrijgbaar als aanvulling op de ingebouwde interfaces van de printer. Raadpleeg voor informatie over de installatie van optionele interfacekaarten de handleiding Uitpakken en installeren van de printer. Neem contact op met uw leverancier als u niet zeker weet of u een optionele interfacekaart nodig hebt, of als u meer wilt weten over interfaces. EPSONNet 10/100 BASE TX Int.
Reservemes voor het automatische snijmechanisme (voor afdrukken zonder marge) Dit mes is geschikt voor afdrukken zonder marge. Reservemes voor het automatische snijmechanisme C12C815241 (voor afdrukken zonder marge) Cartridges Zie “Cartridges vervangen” voor informatie over het vervangen van een cartridge.
Standaard (110 ml) Cartridge (Black) T545100 Cartridge (Yellow) T545400 Cartridge (Magenta) T545300 Cartridge (Cyan) T545200 Cartridge (Light Magenta) T545600 Cartridge (Light Cyan) T545500 Opmerking: ❏ Het productnummer verschilt per land. ❏ De optionele cartridge (220 ml) is alleen verkrijgbaar voor de Stylus Pro 9600. Onderhoudscassette In deze cassette worden overtollige vloeistoffen opgevangen.
Speciaal afdrukmateriaal van EPSON U kunt voor deze printer vrijwel alle typen gewoon papier gebruiken. EPSON levert daarnaast speciaal afdrukmateriaal voor inkjetprinters dat voldoet aan de hoogste eisen met betrekking tot de afdrukkwaliteit. Opmerking: ❏ De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. ❏ De namen van bepaalde materialen kunnen van land tot land verschillen.
Papierrol (voor EPSON UltraChrome-inkt) Media name Size Product Code EPSON Doubleweight Matte Paper 610mm (24") x 25m (82') S041385 EPSON Doubleweight Matte Paper 914mm (36") x 25m (82') S041386 EPSON Doubleweight Matte Paper 1.118mm (44") x 25m (82') S041387 EPSON Glossy Paper-Photo Weight 559mm (22") x 20m (65') S041388 EPSON Glossy Paper-Photo Weight 1.
EPSON Watercolor Paper-Radiant White 610mm (24") x 18m S041396 EPSON Watercolor Paper-Radiant White 914mm (36") x 18m S041397 EPSON Watercolor Paper-Radiant White 1.118mm (44") x 18m S041398 EPSON Glossy Film 610mm (24") x 20m S041314 EPSON Glossy Film 914mm (36") x 20m S041313 EPSON Glossy Film 1.
EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 610mm (24") x 30,5m (100') S041638 EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 914mm (36") x 30,5m (100') S041639 EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) 1.118mm (44") x 30,5m (100') S041640 EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) 610mm (24") x 30,5m (100') S041641 EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) 914mm (36") x 30,5m (100') S041642 EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) 1.
EPSON Premium Luster Photo Paper 508mm (20") x 30,5m (100') S041645 EPSON Premium Luster Photo Paper 30cm x 30,5m S041646 EPSON Premium Luster Photo Paper 60cm x 30,5m S041647 EPSON Smooth Fine Art Paper 610mm (24") x 15,2m (50') S041431 EPSON Smooth Fine Art Paper 914mm (36") x 15,2m (50') S041432 EPSON Smooth Fine Art Paper 1.
EPSON Backlight Film 914mm (36") x 30,5m (100') S041483 EPSON Backlight Film 1118mm (44") x 30,5m (100') S041484 EPSON Adhesive Vinyl 610mm (24") x 12,2m (40') S041436 EPSON Adhesive Vinyl 914mm (36") x 12,2m (40') S041437 EPSON Adhesive Vinyl 1.118mm (44") x 12,2m (40') S041438 EPSON Heavyweight Polyester Banner 610mm (24") x 20m (65') S041485 EPSON Heavyweight Polyester Banner 914mm (36") x 20m (65') S041486 EPSON Heavyweight Polyester Banner 1.
EPSON Enhanced Adhesive Synthetic Paper 1.118mm (44") x 30,5m (100') S041619 EPSON Tyvek® Brillion™ 610mm (24") x 18,3m (60') S041494 EPSON Tyvek® Brillion™ 914mm (36") x 18,3m (60') S041495 EPSON Tyvek® Brillion™ 1.118mm (44") x 18,3m (60') S041496 EPSON Enhanced Matte Paper 610mm (24") x 30,5m (100') S041595 EPSON Enhanced Matte Paper 914mm (36") x 30,5m (100') S041596 EPSON Enhanced Matte Paper 1.
Losse vellen (voor EPSON UltraChrome-inkt) Media name Size ProductC ode EPSON Glossy Paper-Photo Weight A4 S041349 EPSON Glossy Paper-Photo Weight A3 S041350 EPSON Glossy Paper-Photo Weight Super A3 S041347 EPSON Watercolor Paper-Radiant White Super A3 Super B S041352 S041387 EPSON Smooth Fine Art Paper 24" x 30" S041434 EPSON Smooth Fine Art Paper 36" x 44" S041435 EPSON Textured Fine Art Paper 24" x 30" S041450 EPSON Textured Fine Art Paper 36" x 44" S041451 EPSON Enhanced Matte
EPSON Presentation Matte Paper 1.118mm (44") x 25m (82') S041220 EPSON Semigloss Photo Paper EPSON Semi Gloss Paper-Heavy Weight 610mm (24") x 25m (82') S041294 S041292 EPSON Semigloss Photo Paper EPSON Semi Gloss Paper-Heavy Weight 914mm (36") x 25m (82') S041223 S041229 EPSON Semigloss Photo Paper EPSON Semi Gloss Paper-Heavy Weight 1.
EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo Grade Glossy Paper 914mm (36") x 30,5m (100') S051571 S041476 EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo Grade Glossy Paper 1.118mm (44") x 30,5m (100') S041572 S041477 EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 610mm (24") x 30,5m (100') S041576 S041478 EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 914mm (36") x 30,5m (100') S041573 S041479 EPSON Photo Semigloss Paper EPSON Photo Grade Semigloss Paper 1.
EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) 1.118mm (44") x 30,5m (100') S041657 EPSON Premium Luster Photo Paper 610mm (24") x 30,5m (100') S041461 EPSON Premium Luster Photo Paper 914mm(36") x 30,5m(100') S041462 EPSON Premium Luster Photo Paper 1.
EPSON Photo Paper (Glossy Photo Paper) A4 S041140 S041622 EPSON Photo Paper (Glossy Photo Paper) LTR S041141 EPSON Photo Paper (Glossy Photo Paper) A3 S041142 EPSON Photo Paper (Glossy Photo Paper) B S041156 EPSON Photo Paper (Glossy Photo Paper) Super A3/B S041143 EPSON Photo Quality Ink Jet Paper A4 S041026 S041061 EPSON Photo Quality Ink Jet Paper LTR S041062 EPSON Photo Quality Ink Jet Paper A3 S041068 EPSON Photo Quality Ink Jet Paper B S041070 EPSON Photo Quality Ink Jet Pap
Het bedieningspaneel Knoppen, lampjes en berichten Op het bedieningspaneel van de printer bevinden zich 8 knoppen, 14 lampjes en een LCD-display voor 20 tekens. Hieronder ziet u hoe het bedieningspaneel is ingedeeld. Knoppen Power Hiermee zet u de printer aan en uit. Als u naar de onderhoudsmodus wilt gaan zet u de printer uit, houdt u de knop Pause ingedrukt en drukt u vervolgens op deze knop. Zie “Onderhoudsmodus”. Cleaning 3 Sec.
Pause (Reset 3 sec.) Onderbreekt het afdrukken. Druk nogmaals op deze knop als u het afdrukken wilt hervatten. Als u deze knop drie seconden ingedrukt houdt worden alle afdrukgegevens uit het geheugen van de printer verwijderd. Als u in de modus SelecType op deze knop drukt, keert de printer terug naar de status READY. SelecType Als u deze knop indrukt in de status READY gaat u naar de modus SelecType. Als u deze knop indrukt in de modus SelecType kunt u een gewenst menu selecteren.
Cut/Eject (Enter) Wanneer het lampje Sheet brandt: Voert het vel papier uit. Wanneer het lampje Roll Auto Cut brandt: Voert het papier van de rol door en snijdt het af. Wanneer het lampje Roll Cutter Off brandt: Laadt het papier tot aan de geleider op de degel. Wanneer het lampje Roll Cutter Off brandt en Print Page Line is ingeschakeld: Voert de rol papier door en drukt vervolgens een paginascheiding af onderaan het document. Zie “PAGE LINE”.
De printer staat uit. Operate Het papier is op, de papierhendel is ontgrendeld of het geladen papier is te dik om de printkoppen te kunnen reinigen. Paper Out Het papier zit vast of er is een andere fout opgetreden in de papieruitvoer. Zie “Printer stopt opeens met afdrukken”. Paper Out Onderhoudscassette is bijna vol. Maintenance Tank Onderhoudscassette is niet geïnstalleerd. Maintenance Tank De printer is klaar om gegevens af te drukken.
De zwarte inkt (1 of 2) is bijna op. De zwarte cartridge is bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge. Ink Out K/LK De inkt in de kleur cyaan is op of de cyaancartridge is niet op de juiste manier geïnstalleerd. Ink Out C De inkt in de kleur cyaan is bijna op. De cyaancartridge is bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge. Ink Out C De inkt in de kleur magenta is op of de magentacartridge is niet op de juiste manier geïnstalleerd. Ink Out M De inkt in de kleur magenta is bijna op.
De gele inkt is bijna op. De gele cartridge is bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge. Ink Out Y Auto Cut is geselecteerd. Het papier van de rol wordt na het afdrukken automatisch afgesneden. Roll Auto Cut In de printerdriver is Roll Paper geselecteerd, maar op het bedieningspaneel is gekozen voor Sheet. Roll Auto Cut Er wordt onafgebroken afgedrukt zonder dat het papier wordt afgesneden. Roll Cutter Off In de printerdriver is Roll Paper geselecteerd, maar op het bedieningspaneel is gekozen voor Sheet.
READY Gereed om gegevens af te drukken PRINTING De printer is bezig met het verwerken van gegevens. POWER OFF De printer wordt uitgeschakeld. WAIT De printer is bezig met opwarmen, inkt laden of initialiseren. INK CHARGING De printer is het inkttoevoersysteem aan het laden. Dit bericht geeft de voortgang weer van het laden van de inkt. PAUSE De printer is tijdelijk stopgezet. Druk op de knop PAUSE als u het afdrukken wilt hervatten.
PAPER NOT STRAIGHT Het papier is niet recht in de printer geladen. (Wanneer PPR ALIGN CHK (papieruitlijning controleren) op ON staat.) RELOAD PAPER De printer kan geen papier detecteren. SET INK CARTRIDGE Cartridge(s) defect of er heeft zich een CSIC-fout voorgedaan. INK OUT INK OUT MSG staat op ON. CONTINUE? NO INK CARTRIDGE U bent de cartridge(s) aan het vervangen. INK LOW Cartridge(s) is/zijn bijna leeg. De afdrukkwaliteit kan afnemen wanneer dit bericht wordt weergegeven.
INVALID INK CARTRIDGE Dit bericht wordt weergegeven als er een cartridge met een onjuist productnummer is geïnstalleerd. MAINTENANCE TANK ALMOST FULL De onderhoudscassette is bijna vol. CHANGE MAINTENANCE TANK De onderhoudscassette is vol en moet worden vervangen. NO MAINTENANCE TANK Er is geen onderhoudscassette aanwezig in de printer. PAPER NOT CUT Er heeft zich een fout voorgedaan bij het snijden van het papier.
❏ Druk een statusweergave af om de huidige SelecType-instellingen te bekijken.
PRINTER STATUS “VERSION” “PRINTABLE PG” “INK LEFT” “MAINT TANK” “USAGE COUNT” “USAGE CT CLR” “JOB HISTORY” “JOB HSTRY CLR” “TOTAL PRINTS” “SERVICE LIFE” PAPER CONFIG “PAPER NUMBER” “THICKNESS PAT” “THICKNESS NUM” “CUT PRESSURE” “CUT METHOD” “PPR FEED ADJ” “DRYING TIME” “SUCTION” “PRINT ADJ” MAINTENANCE “PWR CLEANING” “BK INK CHANGE” “CUTTER REPL” HEAD ALIGNMENT “PAPER THKNS” 60
De modus SelecType openen Hieronder ziet u de basisprocedure voor SelecType-instellingen.
1. Open de modus SelecType Wacht totdat READY op het LCD-display wordt weergegeven en druk vervolgens op de knop SelecType (r). 2. Selecteer een menu Druk op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) om het gewenste menu te selecteren. 3. Selecteer een item Druk op de knop SelecType (r). Het eerste item van het geselecteerde menu wordt weergegeven. Druk op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) om het gewenste item te selecteren. 4. Selecteer een parameter Druk op de knop SelecType (r).
SelecType in detail PRINTER SETUP Dit menu bevat de volgende instellingen. PLATEN GAP Normaalgesproken laat u deze instelling op STANDARD staan. Selecteer WIDE als de afdruk vegen vertoont. Selecteer NARROW als u op dun papier wilt afdrukken en WIDER als u wilt afdrukken op dik papier. Wanneer NARROW is geselecteerd, verschijnt N op het LCD-display. W wordt weergegeven wanneer WIDE of WIDER is geselecteerd. PAGE LINE Wanneer u ON selecteert worden op rolpapier paginascheidingen afgedrukt.
Roll Cutter Off-lampje Print Page Line Werking van de printer Aan Aan Er wordt aan de rechterkant en onderkant van het document een paginascheiding afgedrukt. Aan Uit Er worden geen paginascheidingen afgedrukt en pagina’s worden niet afgesneden. Opmerking: Als het Sheet-lampje brandt, is de instelling Print Page Line niet beschikbaar.
Opmerking: ❏ De combinatie ‘Boven- en onderkant = 3 mm, Links en rechts = 15 mm’ is niet mogelijk. ❏ De linker- en rechtermarge kunnen ook worden ingesteld op 0 mm door ‘afdrukken zonder marge’ te selecteren. Als u de afdrukken vergelijkt van één afbeelding die zowel is afgedrukt met een marge van 3 mm als een marge van 15 mm, merkt u misschien dat bij een marge van 15 mm een gedeelte van de rechterkant van de afbeelding niet wordt afgedrukt.
PPR ALIGN CHK Als OFF is geselecteerd, worden fouten in de uitlijning van het papier niet gemeld, ook niet als de afdruk niet op het papier past. De printer kan zo doorgaan met de afdruktaak. Als ON is geselecteerd, wordt op het LCD-display PAPER NOT STRAIGHT weergegeven en stopt de printer met afdrukken. TIME OUT U kunt een tijd instellen tussen 30 en 180 seconden.
L/R ONLY De linker- en rechtermarge worden ingesteld op nul. - CUTTER ADJ Hier past u de plaats aan waar het papier wordt afgesneden wanneer u afdrukken maakt met een boven- en ondermarge van nul. Er worden afdrukken gemaakt met patronen voor het aanpassen van het snijmechanisme, waaruit u vervolgens de plaats kunt kiezen waar u het papier wilt laten afsnijden.
STATUS CHECK Hiermee drukt u de huidige SelecType-status af. Zie “Een statusblad afdrukken” voor meer informatie. JOB INFO Hiermee drukt u de taakinformatie af die in de printer is opgeslagen (maximaal 10 taken). Printer Status Dit menu bevat de volgende instellingen. VERSION Hier wordt het versienummer van de firmware weergegeven. PRINTABLE PG Hier wordt het aantal nog af te drukken pagina’s per cartridge weergegeven.
nn% (minder dan 10%) MAINT TANK Hier wordt de beschikbare ruimte in de onderhoudscassette weergegeven. E ✽✽✽✽✽ F (100-81%) E ✽✽✽✽ F (80-61%) E ✽✽✽ F (60-41%) E ✽✽ F (40-21%) E✽ F (20-10%) nn% (minder dan 10%) 0% 0% USAGE COUNT Hier wordt de resterende inkt (INK) weergegeven in grammen, en het papierverbruik in (PPR) in centimeters. Opmerking: De bovenstaande waarden zijn slechts bij benadering. USAGE CT CLR Hiermee wist u de waarden die zijn ingesteld bij USAGE COUNT.
JOB HSTRY CLR Hiermee wist u de taakgeschiedenis van de printer. TOTAL PRINTS Hier wordt het totaal aantal afgedrukte pagina’s weergegeven. CR MOTOR/PF MOTOR Alleen voor onderhoudspersoneel. SERVICE LIFE CUTTER geeft de levensduur van het snijmechanisme weer. HEAD UNIT geeft de levensduur van de printkopeenheid weer. CLEANING UNIT geeft de levensduur van de reinigingseenheid weer.
PAPER NUMBER Als STANDARD is geselecteerd, bepaalt de printer automatisch de dikte van het papier. Selecteer nr. X (X kan ieder getal zijn van 1 tot 10) en stel de volgende items in. ❏ THICKNESS NUMBER ❏ CUT PRESSURE ❏ CUT METHOD ❏ PPR FEED ADJ ❏ DRYING TIME ❏ SUCTION ❏ PRINT ADJ THICKNESS PAT Hiermee wordt het patroon afgedrukt voor de detectie van de papierdikte. Dit patroon wordt niet afgedrukt als STANDARD is geselecteerd bij PAPER NUMBER.
CUT METHOD Hier stelt u de snijmethode in. Er zijn twee manieren om het papier te snijden (3 STEP en 4 STEP). Selecteer 4 STEP voor slapper of dikker papier. PPR FEED ADJ Hier stelt u de hoeveelheid papier in die moet worden ingevoerd. U kunt een hoeveelheid instellen van -1,00 tot 1,00%. DRYING TIME Hier stelt u in hoelang de inkt gedroogd moet worden voordat de printkop opnieuw voorbijkomt. U kunt een tijd instellen tussen 0 en 5 seconden.
BK INK CHANGE Hiermee kunt u de cartridge vervangen voor het beste resultaat. Raadpleeg “Zwarte cartridges vervangen” voor meer informatie. CUTTER REPL Hier wordt de procedure weergegeven voor het vervangen van het snijmechanisme. Volg de instructies op het LCD-display. HEAD ALIGNMENT Dit menu bevat de volgende items PAPER THKNS Hiermee kunt u de uitlijning van de printkop corrigeren als deze niet goed is ingesteld. Zie “De uitlijning van de printkop uitvoeren” voor meer informatie.
5. Druk op de knop Enter. Het spuitkanaaltjespatroon wordt afgedrukt zoals getoond in de onderstaande illustratie. Na het afdrukken verlaat de printer de modus SelecType en keert hij terug naar de status READY. Voorbeelden van spuitkanaaltjespatronen: goed printkop moet worden gereinigd Als in het patroon segmenten in de testlijnen ontbreken, dient u de printkoppen te reinigen.
De uitlijning van de printkop uitvoeren Hierna wordt beschreven hoe u de printkop uitlijnt met behulp van SelecType. De printkoppen uitlijnen Voer de onderstaande stappen uit om de printkoppen uit te lijnen. 1. Laad papier in de printer volgens de instructies in “Papierrollen gebruiken” of “Losse vellen papier gebruiken”. Opmerking: U krijgt het beste resultaat wanneer u het uitlijnpatroon afdrukt op het afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voor uw afbeelding. 2.
STD Voor speciaal afdrukmateriaal van EPSON, anders dan de volgende materialen 3N Voor Premium Glossy Photo Paper (250), Premium Semiglossy Photo Paper (250), Premium Luster Photo Paper, Premium Semimatte Photo Paper (250) 0N Voor film Papierdikte (0,0 tot 1,6 mm) Voor speciaal afdrukmateriaal niet van EPSON 5. Druk op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) om BI-D ALL te selecteren.
Voorbeelden van uitlijnpatronen voor printkoppen: kleinste tussenruimte * kleinste tussenruimte 77
7. Als het afdrukken is voltooid, worden het patroonnummer en het huidige reeksnummer weergegeven. Selecteer de reeks met de kleinste tussenruimten en druk vervolgens op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) om het nummer van die reeks weer te geven. 8. Druk op de knop Enter om het nummer van de reeks op te slaan. Het volgende patroonnummer verschijnt. Herhaal stap 7.
De instellingen vastleggen Voer de onderstaande stappen uit om de papierdikte en inktdroogtijd vast te leggen. 1. Laad het papier volgens de instructies in “Papierrollen gebruiken” of “Losse vellen papier gebruiken”. 2. Druk in de modus SelecType op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) totdat PAPER CONFIG op het LCD-display verschijnt. Druk vervolgens op de knop SelecType. 3. Druk op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) totdat PAPER NUMBER verschijnt op de bovenste rij van het LCD-display.
8. Bekijk het afgedrukte patroon goed en bepaal bij welk nummer de twee lijnen uitgelijnd zijn (de kleinste tussenruimte hebben). 9. Na het afdrukken wordt THICKNESS NUM afgedrukt aan de bovenzijde en de numerieke gegevens aan de onderzijde. Selecteer het bij stap 8 bepaalde nummer met behulp van de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d). Opmerking: De standaardwaarde op het display is afhankelijk van de waarde die in het menu HEAD ALIGNMENT is ingesteld bij PAPER THKNS.
13. Druk op de knop Paper Source (l) en vervolgens op de knop Paper Feed (d) totdat PPR FEED ADJ op het LCD-display verschijnt. Druk op de knop SelecType (r) en Paper Feed (u) of Paper Feed (d) om de hoeveelheid papier in te stellen die moet worden ingevoerd. Druk vervolgens op de knop Enter. 14. Druk op de knop Paper Source (l) en vervolgens op de knop Paper Feed (d) totdat DRYING TIME op het LCD-display verschijnt.
1. Druk in de modus SelecType op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) totdat PAPER CONFIG op het LCD-display verschijnt. Druk vervolgens opnieuw op de knop SelecType. 2. Druk op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) totdat PAPER NUMBER op het LCD-display verschijnt en druk op de knop SelecType. 3. Druk op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) om het vastgelegde nummer te selecteren dat u wilt gebruiken. Druk vervolgens op de knop Enter. 4. Druk op de knop Pause om de modus SelecType te verlaten.
Onderhoudsmodus In de onderhoudsmodus kunt u een hex dump uitvoeren en de taal selecteren voor het LCD-display. De onderhoudsmodus openen Controleer eerst of de printer uitstaat. Zet de printer aan door de knop Pause ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de knop Power te drukken. Wanneer de printer de onderhoudsmodus opent, verschijnt op het LCD-display MAINTENANCE MODE.
Lijst met onderhoudsmodi Menu 1e parameters 2e parameters “HEX DUMP” PRINT EXEC “LANGUAGE” ✽ENGLISH FRENCH ITALIAN GERMAN SPANISH PORTUGUE “UNIT” ✽METER FEET/INCH PARALLEL I/F ✽ECP COMPAT IEEE1284.
Opmerking: ❏ ✽ is de fabrieksinstelling. ❏ PARALLEL I/F, IEEE 1284.4, DEFAULT PANEL, CRTG INFO MENU en SSCL zijn uitsluitend bedoeld voor onderhoudspersoneel. HEX DUMP U kunt de gegevens die de printer van de server ontvangt afdrukken in hexadecimale getallen. 1. Plaats papier in de printer. 2. In de onderhoudsmodus wordt HEX DUMP weergegeven als eerste item. Druk op de knop SelecType (r) om PRINT weer te geven. 3. Druk op de knop Enter.
LANGUAGE U kunt selecteren welke taal u wilt gebruiken op het LCD-display. 1. Druk in de onderhoudsmodus op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) om LANGUAGE te selecteren. 2. Druk op de knop SelecType (r) gevolgd door Paper Feed (u) of Paper Feed (d) om de gewenste taal te selecteren. 3. Druk op de knop Enter om de taal vast te leggen. READY (of een woord met dezelfde betekenis in de gekozen taal) wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4. U verlaat de onderhoudsmodus door de printer uit te zetten met de knop Power. Opmerking: U kunt terugkeren naar de onderhoudsmodus terwijl een item wordt weergegeven. Druk hiervoor op de knop Paper Source (l).
Afdrukken onder Windows De printersoftware openen Volg de onderstaande instructies om de op uw computer geïnstalleerde printersoftware op uw computer te openen. U kunt de printersoftware openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, of via Deze computer (My Computer) of Printers en faxapparaten (Printers and Faxes). Vanuit Windows-toepassingen 1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken of Pagina-instelling. 2.
Voor Windows 2000 1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My Computer), het pictogram Configuratiescherm (Control Panel) en vervolgens op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences). Het venster van de printersoftware verschijnt. Voor Windows NT4.0 1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My Computer) en dubbelklik vervolgens op Printers. 2.
Basisinstellingen De instellingen voor de printerdriver vastleggen Ga naar het tabblad Main en het tabblad Paper van de printerdriver om de basisinstellingen voor het afdrukken van documenten vast te leggen. Op het tabblad Paper kunt u instellingen vastleggen voor afdrukken op rolpapier, automatisch draaien, automatisch afsnijden en afdrukken van paginascheidingen. Meer informatie over de printersoftware vindt u in de online-Help. Druk hiervoor op de knop Help in het venster met driverinstellingen. 1.
Tabblad Main 4. Selecteer in de lijst Media Type het materiaal dat u in de printer hebt geladen. Opmerking: De instelling van Media Type bepaalt welke andere opties beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen. 5. Selecteer in het vak Ink Color/B&W Photo om foto’s in kleur of in zwart-wit af te drukken of Black om alleen een concept of zwarte tekst af te drukken. 6. Zorg ervoor dat in het vak Mode het keuzerondje Automatic is ingeschakeld.
7. Stel in het vak Mode de Speed en Quality in als hiervoor een schuifbalk wordt weergegeven. Verschuif de balk naar links of naar rechts, al naar gelang u de snelheid of de kwaliteit belangrijker vindt. Deze instelling wordt normaal gesproken automatisch aangepast aan de instellingen die u hebt vastgelegd bij Media Type. Opmerking: Afhankelijk van het door u gekozen afdrukmateriaal wordt in het vak Mode een schuifbalk weergegeven. 8. Klik op het tabblad Paper om dat tabblad weer te geven. Tabblad Paper 9.
10. Schakel het selectievakje No Margins in om beelden af te drukken zonder marge. Raadpleeg “No Margins” voor meer informatie. 11. Selecteer in de lijst Paper Size het papierformaat dat in de printer is geladen. Opmerking: De meeste Windows-toepassingen beschikken over eigen opties voor het papierformaat en de pagina-instelling. De instellingen van deze opties hebben voorrang op vergelijkbare instellingen van de printerdriver. 12. Stel de Roll Paper Option in als u een papierrol gebruikt.
Tabblad Layout 15. Selecteer Reduce/Enlarge en pas indien nodig het formaat van de afbeelding aan. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar wanneer Roll Paper (Banner) is geselecteerd in de lijst Paper Source. 16. Klik op de knop OK onder in het venster. Op het scherm verschijnt opnieuw het dialoogvenster Pagina-instelling (of een vergelijkbaar venster) van uw toepassing. 17. Klik op Afdrukken om het document af te drukken.
Voortgangsbalk Het afdrukken annuleren Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stop op de EPSON-voortgangsbalk. U kunt het afdrukken ook tijdelijk onderbreken of opnieuw beginnen met afdrukken. Als u het afdrukken tijdelijk wilt onderbreken, drukt u op de knop Pause. Als u het afdrukken wilt hervatten, drukt u nogmaals op deze knop. c Let op: Als u een afdruktaak onderbreekt kan het nodig zijn opnieuw te beginnen voor het beste resultaat.
De printerdriver gebruiken De printerdriversoftware zorgt ervoor dat de computer de printer kan besturen aan de hand van de instellingen die u voor uw afdrukken vastlegt. Afdrukmateriaal instellen De instelling van Media Type bepaalt welke andere opties beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen. Selecteer in de “Tabblad Main” bij Media Type het type afdrukmateriaal dat in de printer is geladen. Zoek het papier op in de volgende lijst en selecteer de juiste instelling bij Media Type.
Premium Glossy Photo Paper (250) EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) Premium Semimatte Photo Paper (250) EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) Watercolor Paper - Radiant White EPSON Watercolor Paper - Radiant White Smooth Fine Art Paper ESPON Smooth Fine Art Paper Textured Fine Art Paper EPSON Textured Fine Art Paper Canvas EPSON Canvas Glossy Film EPSON Glossy Film Backlight Film EPSON Backlight Film Enhanced Synthetic Paper EPSON Enhanced S
Premium Glossy Photo Paper (250) EPSON Premium Glossy Photo Paper (250) Premium Semigloss Photo Paper (250) EPSON Premium Semigloss Photo Paper (250) Premium Semimatte Photo Paper (250) EPSON Premium Semimatte Photo Paper (250) Glossy Photo Paper EPSON Glossy Photo Paper EPSON Glossy Paper-Heavy Weight Semigloss Photo Paper EPSON Semigloss Photo Paper EPSON Semi Gloss Paper-Heavy Weight Plain Paper - Presentation Matte Paper EPSON Presentation Matte Paper Doubleweight Matte Paper EPSON Double
“De modus Automatic” De snelste en eenvoudigste manier om te beginnen met afdrukken. “De Modus Custom” Corrigeert kleuren en verhoogt de kwaliteit van foto’s. Handig voor afbeeldingen met een lage resolutie. Kies uit een lijst vooraf gedefinieerde instellingen de optie die het meest geschikt is voor het type document dat u wilt afdrukken. U kunt ook uw eigen instellingen aan deze lijst toevoegen.
❏ De meeste Windows-toepassingen beschikken over eigen opties voor het papierformaat en de pagina-instelling. De instellingen van deze opties hebben voorrang op vergelijkbare instellingen van de printerdriver. Als uw toepassing echter niet over deze opties beschikt, controleert u de instellingen op het tabblad Paper van de printerdriver. De Modus Custom In de modus Custom kunt u een groot aantal veranderingen uitvoeren met slechts één muisklik.
1. Klik op de knop Custom op het “Tabblad Main”. 2. Kies uit de lijst Custom Settings de meest geschikte instelling voor het type document of beeld dat u wilt afdrukken. 3. Als u een instelling selecteert voor Custom, worden andere opties, zoals Print Quality en Color Adjustment, automatisch ingesteld. Wijzigingen worden weergegeven in het scherm Current Settings linksonder in het tabblad Main. 4.
Dialoogvenster Advanced 2. Selecteer bij Media Type het type afdrukmateriaal dat in uw printer is geladen. Zie “Afdrukmateriaal instellen” voor meer informatie. 3. Kies bij deopties voor Ink Color/B&W of Black. 4. Stel de Print Quality in. 5. Leg de gewenste instellingen voor de papierconfiguratie vast. Zie “Papierconfiguratie-instellingen” voor meer informatie over elke afzonderlijke instelling. 6. Stel desgewenst nog meer opties in. Zie de online-Help voor meer informatie.
7. Klik op OK om uw instellingen toe te passen en terug te keren naar het tabblad Main. Als u naar het vorige scherm wilt terugkeren zonder uw instellingen toe te passen, klikt u op Cancel. Als u de gemaakte instellingen wilt opslaan, klikt u op Save Settings in het dialoogvenster Advanced Settings. Het dialoogvenster Custom Settings verschijnt. Typ een unieke naam (van maximaal 16 tekens) voor uw instellingen in het vak Naam en klik vervolgens op de knop Opslaan.
❏ De vooraf gedefinieerde instellingen van EPSON kunt u niet verwijderen uit de lijst Custom Settings. Denk eraan dat wanneer u de opgeslagen instellingen in de lijst Custom Settings selecteert, de aangepaste instellingen veranderen als u andere instellingen wijzigt, bijvoorbeeld voor Media Type of Ink. Dit kan een onverwacht effect hebben op uw afdrukken. Selecteer als dit gebeurt de opgeslagen instellingen opnieuw en probeer nogmaals af te drukken.
Tone Normal Deze instelling biedt standaardbeeldcorrectie voor de meeste foto's. Probeer deze instelling eerst. Hard Deze instelling biedt variabele beeldcorrectie voor uw afdrukken. Vivid Deze instelling biedt chromatische en levendige beeldcorrectie voor uw afdrukken. Sepia Met deze instelling krijgen uw foto's een sepiatint. Monochrome Met deze instelling krijgen uw afdrukken een zwart-witte tint. None Er wordt geen kleuraanpassing toegepast.
Modus Omschrijving Color Density Hiermee past u de dichtheid van de kleur aan. Gebruik een waarde van -50% tot +50%. Verschuif de balk met de muis naar rechts of links om de instelling aan te passen. In het vak naast de schuifbalk kunt u ook rechtsreeks een getal typen (van -50 tot +50). Drying Time per Print Head Pass Hier stelt u in hoelang de inkt gedroogd moet worden voordat de printkop opnieuw voorbijkomt. Gebruik een waarde van 0 tot +50 (5,0 seconden), in stappen van 0,1 seconde.
Pagina-instellingen aanpassen Op het “Tabblad Paper” kunt u de volgende instellingen aanpassen. Orientation Gebruik deze instelling om de afdrukrichting op het papier aan te geven: Portrait (verticaal) of Landscape (horizontaal). Als u dicht bij de onderkant van het papier wilt afdrukken, klikt u op 180° draaien. Printable Area Selecteer Centered als u uw tekst of afbeelding precies in het midden van het papier wilt afdrukken. Deze instelling is alleen beschikbaar voor losse vellen.
❏ 350 mm tot 14 in (355,6 mm) ❏ 400 mm tot 16 in (406,4 mm) ❏ 500 mm tot 20 in (508 mm) ❏ 600 mm tot 24 inch (609,6 mm) ❏ 910 mm tot 36 inch (914,4 mm) (alleen voor de Stylus Pro 9600) ❏ 1110 mm tot 1118 mm (alleen voor de Stylus Pro 9600) Opmerking: ❏ Als u in uw toepassing marges kunt instellen, zet die dan op nul voordat u gaat afdrukken. ❏ Bij het afdrukken op losse vellen papier worden alleen de linker- en rechtermarges op nul ingesteld. ❏ Door de inkt kan de degel van de printer vuil worden.
1. Maak uw afbeelding aan de linker- en rechterkant 3 mm groter met behulp van de toepassing waarmee u de gegevens hebt gemaakt. 2. Klik op het selectievakje No Margins op het tabblad Paper. 3. In het menu SelecType kunt u de volgende instellingen vastleggen. Raadpleeg “De modus SelecType openen” voor meer informatie.
Opmerking: Wanneer u 1CUT selecteert, creëert u geen overtollig papier. Wel kunnen de snijpositie en de rand rond de afbeelding verkeerd worden uitgelijnd, afhankelijk van de nauwkeurigheid. Wanneer u 2CUTS selecteert, wordt de volgende afdruktaak niet afgesneden. Wel kan de ingevoerde hoeveelheid papier met 1 mm worden ingekort, omdat het papier korter wordt afgesneden. 4. Start het afdrukken.
Selecteer Auto Rotate door het vakje Auto Rotate in het vak Roll Paper Option op het “Tabblad Paper” in te schakelen. Selecteer Roll Width door het vakje Auto Rotate in te schakelen. Klik vervolgens op de knop Roll Width en selecteer het formaat van de geplaatste papierrol. Auto Cut Wanneer Auto Cut is geselecteerd, wordt de papierrol na elke afdruktaak automatisch afgesneden. Selecteer Auto Cut door het vakje Auto Cut in te schakelen in het vak Roll Paper Option op het “Tabblad Paper”.
Auto Cut Print Page Line Werking van de printer Geselecteerd Geselecteerd Alleen aan de rechterkant wordt een paginascheiding afgedrukt. Het papier wordt automatisch afgesneden als de afdruktaak is voltooid. Geselecteerd Niet geselecteerd Het papier wordt automatisch afgesneden als de afdruktaak is voltooid. Niet geselecteerd Geselecteerd Er wordt aan de rechterkant en onderkant van het document een paginascheiding afgedrukt.
Fit to Page Het document wordt proportioneel vergroot of verkleind zodat het past op het papierformaat dat u hebt geselecteerd in de lijst Paper Size in het vak Reduce/Enlarge. Custom Hier kunt u het percentage instellen waarmee u een beeld wilt vergroten of verkleinen. Klik op de pijltjes naast het vak Scale en selecteer een percentage tussen 10 en 650%.
c Let op: Wacht totdat het spuitkanaaltjespatroon volledig is afgedrukt voordat u een afbeelding gaat afdrukken. Anders kan de afdrukkwaliteit minder zijn. Head Cleaning Wanneer de afdrukkwaliteit minder wordt, of wanneer uit het controlepatroon blijkt dat er spuitkanaaltjes verstopt zijn, moeten de printkoppen worden gereinigd. Met dit hulpprogramma reinigt u de printkop.
De printersoftware openen Wanneer u de printersoftware opent, verschijnen in het venster van de printersoftware de tabbladen voor de printerdriver en de hulpprogramma’s. Als u de hulpprogramma's wilt gebruiken, klikt u op het tabblad Utility in het venster van de printersoftware en klikt u vervolgens op de knop voor het hulpprogramma dat u wilt gebruiken. Opmerking: ❏ De letter tussen haakjes achter de naam van het hulpprogramma is de sneltoets voor dat hulpprogramma.
Using Printer and Option Information De configuratie van uw systeem bepaalt of de informatie in het dialoogvenster Printer and Option Information automatisch wordt geactualiseerd of handmatig dient te worden ingevoerd. Als een melding verschijnt in het gedeelte Current Settings waarin u wordt gevraagd instellingen op te geven, of als u de configuratie van de printer wilt wijzigen, voert u de onderstaande stappen uit om de benodigde instellingen handmatig op te geven. 1.
3. Controleer of de informatie in het hulpprogramma overeenkomt met de afgedrukte gegevens. Zoniet, pas dan de informatie op het scherm aan zodat deze overeenkomt met de afgedrukte gegevens. 4. Klik op OK om uw instellingen op te slaan en het venster te verlaten. Speed & Progress In dit dialoogvenster kunt u opties instellen die betrekking hebben op de afdruksnelheid en de voortgang van het afdrukken. Open het venster van de printersoftware om de knop Speed & Progress te kunnen gebruiken.
U hebt de keuze uit de volgende mogelijkheden: High Speed Copies Selecteer High Speed Copies als u meerdere exemplaren van uw document sneller wilt afdrukken. Show Progress Meter Selecteer Show Progress Meter als u de voortgang van uw afdruktaak wilt bijhouden. EPSON Printer Port (alleen voor Windows Me, 98 en 95) Selecteer EPSON Printer Port om de gegevensoverdracht naar EPSON-printers te versnellen. Als uw computer de modus ECP ondersteunt, schakelt u DMA-overdracht in om het afdrukken te versnellen.
Bij spoolen met het gegevenstype RAW kan de voortgang die wordt weergegeven door de voortgangsbalk verschillen van de werkelijke voortgang. Monitoring Preferences Klik op deze knop om het dialoogvenster Monitoring Preferences te openen waarin u instellingen kunt vastleggen voor EPSON Status Monitor 3. Zie “Controlevoorkeursinstellingen vastleggen”. Informatie krijgen via de online-Help Uw printersoftware beschikt over een uitgebreide online-Help.
De printerstatus controleren en afdruktaken beheren De voortgangsbalk gebruiken Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, verschijnt de voortgangsbalk, zoals in de volgende illustratie. Dit venster geeft de voortgang van de huidige afdruktaak aan en bevat informatie over de printerstatus wanneer communicatie in twee richtingen tussen de printer en de computer tot stand is gebracht. In dit venster verschijnen bovendien nuttige tips voor het afdrukken, en foutberichten.
EPSON Printing Tips Onderaan het venster van de voortgangsbalk worden tips weergegeven voor een optimaal gebruik van uw EPSON-printerdriver. Er verschijnt een nieuwe tip om de 30 seconden. Als u meer informatie wilt over een tip die wordt weergegeven, klikt u op de knop Details. De EPSON Spool Manager gebruiken De EPSON Spool Manager is vergelijkbaar met Afdrukbeheer onder Windows.
Voor Windows Me, 98 en 95 Klik op de knop EPSON Stylus Pro 7600/9600 als deze op de taakbalk verschijnt. U krijgt nu de status en overige informatie te zien van de afdruktaken in de rij. Bovendien kunt u met de Spool Manager geselecteerde afdruktaken annuleren, onderbreken en opnieuw starten. EPSON Status Monitor 3 gebruiken EPSON Status Monitor 3 geeft gedetailleerde informatie weer over de printerstatus. Opmerking: Lees eerst het bestand Leesmij voordat u EPSON Status Monitor 3 gebruikt.
❏ Open de printerdriver, klik op het tabblad Utility en klik vervolgens op EPSON Status Monitor 3. Als u EPSON Status Monitor 3 opent, verschijnt het volgende venster.
❏ Huidige status: EPSON Status Monitor 3 biedt uitgebreide informatie over de printerstatus, een grafische weergave en statusberichten. Als de inkt (bijna) op is, verschijnt de knop How to ... in het venster van EPSON Status Monitor 3. Als u vervolgens op How to ... klikt, worden er instructies weergegeven voor het vervangen van de cartridges. ❏ Informatie: EPSON Status Monitor 3 biedt een grafische weergave van de resterende hoeveelheid inkt.
3. Klik op de knop Monitoring Preferences. Het dialoogvenster Monitoring Preferences wordt geopend. 4. Stel de volgende instellingen in. Select Notification Hier worden de huidige instellingen voor foutmeldingen weergegeven. Schakel de selectievakjes in voor de typen fouten waarvoor u een melding wilt ontvangen. Select Shortcut Icon Schakel dit selectievakje in als u een pictogram voor een snelkoppeling wilt weergeven op de taakbalk van Windows.
Allow monitoring of shared printers Als dit selectievakje is ingeschakeld kan een gedeelde printer worden gecontroleerd door andere pc’s. De afdruksnelheid verhogen Algemene tips Het duurt langer om afbeeldingen in kleur af te drukken met instellingen voor een hoge afdrukkwaliteit, dan beelden in zwart-wit van standaardkwaliteit. Voor kleurendocumenten van hoge kwaliteit moeten namelijk veel meer gegevens worden verwerkt.
In de volgende tabel is te zien welke factoren welke gevolgen hebben op de afdruksnelheid en afdrukkwaliteit (wanneer het ene wordt verhoogd, gaat het andere omlaag).
In de volgende tabel staan alleen de factoren met betrekking tot de afdruksnelheid.
High Speed Copies Drukt meerdere exemplaren van uw document sneller af. Show Progress Meter Geeft de voortgang van het afdrukproces weer tijdens het afdrukken. EPSON Printer Port (alleen voor Windows Me, 98 en 95) Versnelt de gegevensoverdracht naar EPSON-printers. Enable DMA transfer (alleen voor Windows Me, 98 en 95) Als uw computer een parallelle poort heeft die de modus ECP ondersteunt, kunt u DMA-overdracht inschakelen om het afdrukken te versnellen.
Bericht Actie (Geen bericht) DMA-overdracht is niet mogelijk bij de instelling van de parallelle poort op uw systeem. U kunt DMA-overdracht mogelijk wel gebruiken als u de instelling van de parallelle poort wijzigt in ECP of Enhanced via het Setup-programma voor uw computer-BIOS. Raadpleeg uw computerhandleiding of neem contact op met de fabrikant van uw computer voor instructies.
4. Klik op het tabblad Bronnen (Resources) en schakel het selectievakje Automatische instellingen gebruiken (Use automatic settings) uit om de automatische instelling uit te schakelen. Noteer de instelling voor Invoer-/uitvoer-bereik (Input/Output Range) die wordt weergegeven in het vak met broninstellingen. Schrijf deze instellingen op Klik hier om het selectievakje uit te schakelen Schrijf deze instellingen op 2. Klik hier om het selectievakje uit te schakelen 5.
7. Open het dialoogvenster Speed & Progress opnieuw om te controleren of DMA-overdracht nu is ingeschakeld. Opmerking: Op sommige computers kan DMA-overdracht niet worden gebruikt, ook al hebt u de bovenstaande stappen uitgevoerd. Neem contact op met de fabrikant van uw computer voor informatie over de mogelijkheid voor DMA-overdracht van uw computer. Poortconfiguratie (alleen Windows NT 4.0) Opmerking: Poortinstellingen voor Windows NT 4.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteer Eigenschappen (Properties).
3. Klik op het tabblad Poort (Port) en klik vervolgens op de knop Poort configureren (Configure Port). 4. Klik op het tabblad LPT voor de poort waarop uw printer is aangesloten en klik vervolgens op Poortconfiguratie (Port Configuration).
Opmerking: Als uw printer is aangesloten op de poort LPT1, is alleen het tabblad LPT1 beschikbaar. 5. Klik op OK. Broninstellingen (IRQ en DMA) Als uw printer is aangesloten op LPT2 of LPT3 kunt u hier IRQen DMA-instellingen wijzigen om het afdrukken te versnellen. Voer voor IRQ en DMA dezelfde configuratiewaarden in als u hebt opgegeven voor uw uitbreidingskaart. Raadpleeg de documentatie bij uw computer voor de instellingen voor IRQ en DMA.
De printer configureren in een netwerk Voor Windows Me, 98 en 95 In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer configureert zodat deze kan worden gebruikt door andere computers in het netwerk. U moet de printer via de computer waarop de printer is aangesloten eerst instellen als een gedeelde printer. Vervolgens geeft u het netwerkpad naar de printer op vanaf iedere computer die de printer moet kunnen gebruiken en installeert u de printersoftware op die computers.
4. Schakel het selectievakje Ik wil anderen toegang kunnen geven tot mijn printer(s) (I want to be able to allow others to print to my printer(s) in en klik op OK. 5. Klik in het netwerkvenster op OK. 6. Dubbelklik in het Configuratiescherm (Control Panel) op Printers. Opmerking: ❏ Als er een dialoogvenster verschijnt waarin u wordt gevraagd de cd-rom van Windows Me, 98 of 95 te plaatsen, plaatst u die cd-rom in de cd-rom-lezer en voert u de aanwijzingen op het scherm uit.
8. Klik op Gedeeld als (Shared As), voer de benodigde printerinformatie in en klik op OK. Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot de printer via een netwerk. Opmerking: U kunt pas toegang krijgen tot de printer vanaf een andere computer nadat de printer als een gedeelde printer is ingesteld op de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. 1.
4. Selecteer Netwerkprinter (Network printer) en klik op Volgende (Next). 5. Klik op Bladeren (Browse). 6. Dubbelklik op het pictogram van de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. Klik vervolgens op het printerpictogram. 7. Klik op OK en voer de aanwijzingen op het scherm uit.
Voor Windows 2000 en NT 4.0 Opmerking: Dit gedeelte is alleen bedoeld voor gebruikers van een klein netwerk. Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de printer wilt delen in een groot netwerk. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer configureert zodat deze kan worden gebruikt door andere computers in het netwerk. U moet de printer via de computer waarop de printer is aangesloten eerst instellen als een gedeelde printer.
3. Klik op het keuzerondje Gedeeld (Shared) en voer de Sharenaam (Share Name) in. 4. Klik op OK. Opmerking: Selecteer geen driver uit de lijst Alternatieve stuurprogramma’s (Alternate Drivers). Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot de printer via een netwerk.
2. Open de map Printers in het Configuratiescherm (Control Panel), klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en open vervolgens de Eigenschappen (Properties) van de printer. 3. Klik op het tabblad Poorten (Ports) en klik vervolgens op Poort toevoegen (Add Port).
4. Het volgende dialoogvenster verschijnt. Selecteer Lokale poort (Local Port) en klik vervolgens op Nieuwe poort (New Port). 5. Het volgende dialoogvenster verschijnt. Typ in het tekstvak de volgende informatie: \\naam van de computer waarop de printer is aangesloten\naam van de gedeelde printer Klik vervolgens op OK. 6. Klik in het dialoogvenster Printerpoorten (Printer Ports) op Sluiten (Close) om terug te keren naar het tabblad Poorten (Ports).
7. Controleer op het tabblad Poorten (Ports) of de nieuwe poort is toegevoegd en het selectievakje is ingeschakeld. Klik op OK om de printerdriver te sluiten. Voor Windows XP Opmerking: Dit gedeelte is alleen bedoeld voor gebruikers van een klein netwerk. Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de printer wilt delen in een groot netwerk. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer configureert zodat deze kan worden gebruikt door andere computers in het netwerk.
De printer instellen als een gedeelde printer Voer de volgende stappen uit om een printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten, in te stellen als gedeelde printer voor andere computers in het netwerk. 1. Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten (Printers and Faxes). 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en klik vervolgens op Delen (Sharing) in het menu dat verschijnt.
3. Selecteer Deze printer delen (Share this printer) en typ de naam in het vak Sharenaam (Share name). 4. Klik op OK. Opmerking: Selecteer geen drivers in de lijst Extra stuurprogramma's (Additional Drivers). Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot de printer via een netwerk.
2. Klik op Start en open Printers en faxapparaten (Printers and Faxes). Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en open vervolgens de Eigenschappen (Properties) van de printer. 3. Klik op het tabblad Poorten (Ports) en klik vervolgens op Poort toevoegen (Add Port). 4. Het volgende dialoogvenster verschijnt. Selecteer Lokale poort (Local Port) en klik vervolgens op Nieuwe poort (New Port). 5. Het volgende dialoogvenster verschijnt.
\\naam van de computer waarop de printer is aangesloten\naam van de gedeelde printer Klik daarna op OK. 6. Sluit het dialoogvenster Printerpoorten (Printer Ports) om terug te keren naar het tabblad Poorten (Ports). 7. Controleer op het tabblad Poorten (Ports) of de nieuwe poort is toegevoegd en het selectievakje is ingeschakeld. Klik op OK om de Eigenschappen (Properties) te sluiten.
Updaten naar Windows Me Als u op uw computer een upgrade hebt uitgevoerd van Windows 95 of 98 naar Windows Me, dient u de installatie van de printersoftware ongedaan te maken en de software vervolgens opnieuw te installeren. Dubbelklik in het Configuratiescherm (Control Panel) van Windows op het onderdeel Software (Add/Remove Programs) en selecteer EPSON Printer Software in de lijst. Klik op de knop Toevoegen/Verwijderen (Add/Remove) en vervolgens op OK in het dialoogvenster dat verschijnt.
De printersoftware verwijderen Volg de onderstaande instructies om de installatie van de EPSON printerdriver en hulpprogramma’s voor Windows ongedaan te maken. 1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My Computer) en dubbelklik vervolgens op Configuratiescherm (Control Panel). 2. Dubbelklik op Software (Add/Remove Programs). 3. Selecteer in de lijst met software EPSON Printer Software om de printerdriver te verwijderen.
De USB Host Device Driver verwijderen (alleen Windows Me en 98) Volg de onderstaande instructies om de USB Host Device Driver te verwijderen (voor Windows Me en 98). Opmerking: Deze functie werkt alleen als u een USB-conversiekabel gebruikt. 1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My Computer) en dubbelklik vervolgens op Configuratiescherm (Control Panel). 2. Dubbelklik op Software (Add/Remove Programs). 3.
Afdrukken met de Macintosh De printersoftware openen Volg de onderstaande instructies om de op uw computer geïnstalleerde printersoftware op uw computer te openen. Afdrukvenster Klik in het menu Archief van uw toepassing op Print of klik in het dialoogvenster voor de pagina-instelling op Options. Dialoogvenster voor de pagina-instelling Klik in het menu Archief van uw toepassing op Pagina-instelling.
Opmerking: De instellingen van veel Macintosh-toepassingen krijgen voorrang boven de instellingen die u in de printerdriver maakt, maar dit is niet altijd het geval. Controleer dus steeds de instellingen zodat u de resultaten krijgt die u verwacht. 1. Kies Pagina-instelling uit het menu Archief. Het dialoogvenster voor de pagina-instelling verschijnt, zoals in de onderstaande afbeelding. Dialoogvenster voor de pagina-instelling 2.
Opmerking: U kunt niet afdrukken vanuit het dialoogvenster voor de pagina-instelling. U kunt alleen afdrukken vanuit het afdrukvenster. 7. Kies Print uit het menu Archief. Het afdrukvenster wordt geopend (zie onderstaande afbeelding). Afdrukvenster Opmerking: U kunt het afdrukvenster ook openen door in het “Dialoogvenster voor de pagina-instelling” op de knop Options te drukken. 8. Leg de instellingen voor Copies en Pages vast. 9.
Opmerking: In de modus Automatic zorgt de printerdriver op basis van de huidige instellingen bij Media Type en Ink voor alle gedetailleerde instellingen. 12. Stel in het vak Mode de Speed en Quality in als hiervoor een schuifbalk wordt weergegeven. Verschuif de balk naar links of naar rechts, al naar gelang u de snelheid of de kwaliteit belangrijker vindt. Deze instelling wordt normaal gesproken automatisch aangepast aan de instellingen die u hebt vastgelegd bij Media Type.
3. Klik op de naam van het document dat wordt afgedrukt en klik vervolgens op de knop Stop om de afdruktaak te annuleren. Wanneer Afdrukken in de achtergrond is uitgeschakeld 1. Druk op de knop Power om de printer uit te zetten. 2. Houd de toets J op uw toetsenbord ingedrukt en druk op de punt (.) om de afdruktaak te annuleren. De printerdriver gebruiken De printerdriversoftware zorgt ervoor dat de computer de printer kan besturen aan de hand van de instellingen die u voor uw afdrukken vastlegt.
Selecteer in de “Afdrukvenster” bij Media Type het type afdrukmateriaal dat in de printer is geladen. Zoek het papier op in de volgende lijst en selecteer de juiste instelling bij Media Type. Voor een aantal soorten papier kunt u kiezen uit meerdere instellingen.
Backlight Film EPSON Backlight Film Enhanced Synthetic Paper EPSON Enhanced Synthetic Paper Enhanced Adhesive Synthetic Paper EPSON Enhanced Adhesive Synthetic Paper Heavyweight Polyester Banner EPSON Heavyweight Polyester Banner Adhesive Vinyl EPSON Adhesive Vinyl Tyvek Brillion EPSON Tyvek® Brillion™ Plain Paper - Enhanced Matte Board EPSON Enhanced Matte Board Voor dye-inkt: Media Type setting EPSON special media name Photo Glossy Paper EPSON Photo Glossy Paper EPSON Photo Grade Glossy
Doubleweight Matte Paper EPSON Doubleweight Matte Paper Photo Quality Ink Jet Paper EPSON Photo Quality Ink Jet Paper Backlight Film EPSON Backlight Film Posterboard-Semi Gloss EPSON Poster Board-Semigloss Opmerking: ❏ De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. ❏ Zie “Informatie over speciaal afdrukmateriaal en ander materiaal” wanneer u ander papier gebruikt dan speciaal afdrukmateriaal van Epson.
De modus Automatic Als in het “Afdrukvenster” de modus Automatic is geselecteerd, zorgt de printerdriver op basis van de huidige instellingen bij Media Type en Ink voor alle gedetailleerde instellingen. Klik onder Ink op Color/B&W Photo om foto’s in kleur of in zwart-wit af te drukken of Black om alleen een concept of zwarte tekst af te drukken. Zie “Afdrukmateriaal instellen” voor informatie over het instellen van Media Type.
Text/Graph Geschikt voor het afdrukken van documenten met grafische elementen en diagrammen. ColorSync Met deze instelling worden de kleuren van de afdruk automatisch aangepast aan de kleuren op uw scherm. Advanced Photo Geschikt voor het afdrukken van gescande foto’s en digitale beelden van hoge kwaliteit. Helpt ook voorkomen dat inktpunten op verkeerde plaatsen worden afgedrukt als gevolg van de beweging van de printkoppen en het papier.
Modus Advanced Met de instellingen onder Advanced kunt u uw afdrukomgeving volledig besturen. Gebruik deze instellingen om te experimenteren met nieuwe ideeën voor het afdrukken van uw afbeeldingen of om bepaalde afdrukinstellingen zodanig te verfijnen dat deze aan uw individuele behoeften voldoen. Als u tevreden bent met uw nieuwe instellingen, kunt u deze een naam geven en ze toevoegen aan de lijst Custom Settings. Volg de onderstaande instructies om instellingen in Advanced te maken en op te slaan. 1.
5. Leg de gewenste instellingen voor de papierconfiguratie vast. Zie “Papierconfiguratie-instellingen” voor meer informatie. 6. Stel desgewenst nog meer opties in. Zie de online-Help voor meer informatie. Opmerking: Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de instellingen die u hebt gekozen voor Media Type, Ink en Print Quality. 7. Klik op OK om uw instellingen toe te passen en terug te keren naar het afdrukvenster.
Opmerking: ❏ De namen die EPSON heeft gegeven aan de vooraf gedefinieerde instellingen, kunt u niet voor uw eigen instellingen gebruiken. ❏ Als u een instelling wilt verwijderen, selecteert u deze in het dialoogvenster Custom Settings en klikt u op Delete. ❏ De vooraf gedefinieerde instellingen van EPSON kunt u niet verwijderen uit de lijst Custom Settings.
Tone Normal Deze instelling biedt standaardbeeldcorrectie voor de meeste foto's. Probeer deze instelling eerst. Hard Deze instelling biedt variabele beeldcorrectie voor uw afdrukken. Vivid Deze instelling biedt chromatische en levendige beeldcorrectie voor uw afdrukken. Sepia Met deze instelling krijgen uw foto's een sepiatint. Monochrome Met deze instelling krijgen uw afdrukken een zwart-witte tint. None Er wordt geen kleuraanpassing toegepast.
Papierconfiguratie-instellingen Het instellen van de papierconfiguratie omvat een aantal menu’s met opties die op het afdrukken worden toegepast. Klik op de knop Paper Config om deze instellingen vast te leggen. Modus Omschrijving Color Density Hiermee past u de dichtheid van de kleur aan. Gebruik een waarde van -50% tot +50%. Verschuif de balk met de muis naar rechts of links om de instelling aan te passen. In het vak naast de schuifbalk kunt u ook rechtsreeks een getal typen (van -50 tot +50).
No Margins Met deze instelling kunt u een beeld zonder marges op het papier afdrukken. Voor deze afdrukmodus raadt EPSON de volgende afdrukmaterialen aan.
Opmerking: ❏ Als u in uw toepassing marges kunt instellen, zet die dan op nul voordat u gaat afdrukken. ❏ Bij het afdrukken op losse vellen papier worden alleen de linker- en rechtermarges op nul ingesteld. ❏ Door de inkt kan de degel van de printer vuil worden. Veeg in dat geval de inkt weg met een doek. ❏ Afdrukken met deze optie ingeschakeld duurt langer dan normaal.
2. Klik op het selectievakje No Margins in het dialoogvenster voor de pagina-instelling. 3. In het menu SelecType kunt u de volgende instellingen vastleggen. Raadpleeg “De modus SelecType openen” voor meer informatie. ❏ Wanneer u wilt afdrukken zonder linker- en rechtermarge: PRINTER SETUP -> NO MARGIN -> L/R ONLY ❏ Wanneer u wilt afdrukken zonder linker-, rechter-, boven- en ondermarge: PRINTER SETUP -> NO MARGIN -> 1CUT of 2CUTS Opmerking: Wanneer u 1CUT selecteert, creëert u geen overtollig papier.
Orientation Gebruik deze instelling om de afdrukrichting op het papier aan te geven: Portrait (verticaal) of Landscape (horizontaal). Als u dicht bij de onderkant van het papier wilt afdrukken, klikt u op 180° draaien. Reduce or Enlarge Hier kunt u het percentage instellen waarmee u een beeld wilt vergroten of verkleinen. Stel een waarde in tussen 25 en 400%. Deze instelling is alleen beschikbaar voor losse vellen.
Opmerking: Papierrollen van 44 en 36 inch zijn alleen geschikt voor de Stylus Pro 9600. Origineel Auto Rotate uit Auto Rotate aan Selecteer deze functie door Auto Rotate in het “Dialoogvenster voor de pagina-instelling” in te schakelen. Auto Cut Wanneer Auto Cut is geselecteerd, wordt de papierrol na elke afdruktaak automatisch afgesneden. Schakel deze functie in door Auto Cut in het “Dialoogvenster voor de pagina-instelling” te selecteren.
De werking van de functie Print Page Line hangt mede af van de instelling voor Auto Cut (zie de tabel). Auto Cut Print Page Line Werking van de printer Geselecteerd Geselecteerd Alleen aan de rechterkant wordt een paginascheiding afgedrukt. Het papier wordt automatisch afgesneden als de afdruktaak is voltooid. Geselecteerd Niet geselecteerd Het papier wordt automatisch afgesneden als de afdruktaak is voltooid.
Documenten aanpassen aan het papierformaat U kunt het formaat van een document aanpassen aan het formaat van het papier waarop u wilt afdrukken. Open hiervoor het dialoogvenster voor de lay-out en schakel het vakje in. Open dit dialoogvenster door in het menu Archief van uw toepassing op Print te klikken en vervolgens op het pictogram Layout in het “Afdrukvenster”.
Nozzle Check U kunt een spuitkanaaltjespatroon laten afdrukken om te controleren of de spuitkanaaltjes de inkt op de juiste manier toevoeren. Als de spuitkanaaltjes dit niet goed doen, merkt u dit aan ontbrekende punten in het patroon. U kunt de spuitkanaaltjes voor zeven kleuren tegelijk controleren. c Let op: Wacht totdat het spuitkanaaltjespatroon volledig is afgedrukt voordat u een afbeelding gaat afdrukken. Anders kan de afdrukkwaliteit minder zijn.
De printersoftware openen Open het afdrukvenster of het dialoogvenster voor de pagina-instelling en klik op het pictogram Utility om het dialoogvenster voor de hulpprogramma’s te openen. Klik vervolgens op de knop van het hulpprogramma dat u wilt openen. Opmerking: Als u op een van de knoppen voor de hulpprogramma’s drukt terwijl de printer bezig is met afdrukken, kunnen er problemen ontstaan bij het afdrukken. Dit geldt overigens niet voor de knop EPSON StatusMonitor.
Informatie krijgen via de online-Help Uw printersoftware beschikt over een uitgebreide online-Help. Hierin vindt u instructies voor het afdrukken, het instellen van opties in de printerdriver en het gebruik van hulpprogramma’s voor de printer. Help openen Open het afdrukvenster of het dialoogvenster voor de pagina-instelling en klik op het pictogram Help (de knop met ?) om het dialoogvenster met de Help-inhoud te openen.
Zie “De printersoftware openen” voor informatie over het openen van het dialoogvenster Utility. Opmerking: Er is geen informatie beschikbaar over geïnstalleerde cartridges. De EPSON StatusMonitor geeft u informatie over de resterende hoeveelheid inkt op het moment dat de StatusMonitor werd geopend. Als u de informatie over de hoeveelheid resterende inkt wilt actualiseren, klikt u op de knop Update. Ook wordt informatie over de cartridgeopties weergegeven.
Configuratie-instellingen vastleggen U kunt instellen hoe de EPSON StatusMonitor uw printer moet controleren en hoe u de informatie wilt ontvangen. Klik op de knop Configuration in het dialoogvenster Utility. (Zie “De printersoftware openen” voor informatie over het openen van het dialoogvenster Hulpprogramma.) Het onderstaande dialoogvenster Configuration Settings verschijnt.
Data will be sent to the printer after being stored on your disk.. Schakel dit selectievakje in om horizontale strepen op uw afdrukken te voorkomen. Gegevens van afbeeldingen worden standaard door de computer naar de printer gestuurd in rechthoekige pakketjes, waardoor de printer niet het hele beeld opnieuw hoeft op te bouwen in het geheugen. Als u dit vakje selecteert zal de computer beeldgegevens tijdelijk op de vaste schijf opslaan en vervolgens als één pakketje versturen.
EPSON Monitor3 gebruiken U kunt EPSON Monitor3 pas gebruiken als u eerst de optie Afdrukken in de achtergrond (Background Printing) hebt ingeschakeld in de Kiezer (Chooser) of het dialoogvenster van afdrukken in de achtergrond. Stuur een afdruktaak naar de computer en selecteer vervolgens EPSON Monitor3 uit het programmamenu rechts op de menubalk. Er wordt dan een dialoogvenster geopend dat vergelijkbaar is met het onderstaande venster.
Hold Stopt het afdrukken en laat de afdruktaak in de wachtrij staan Resume Herneemt het afdrukken Delete Stopt het afdrukken en verwijdert de afdruktaak uit de wachtrij ❏ Gebruik de volgende knoppen om de printerfuncties te starten. Print Head Cleaning Start het hulpprogramma Print Head Cleaning om de printkop schoon te maken Status Monitor Start EPSON StatusMonitor, waardoor de hoeveelheid resterende inkt wordt weergeven ❏ Klik op Stop Print Queue om het afdrukken te onderbreken.
Als u op het pijltje voor Show details klikt, wordt het venster van het EPSON Monitor3-dialoogvenster aan de onderkant uitgebreid, op een vergelijkbare manier als in onderstaande afbeelding. Het uitgebreide dialoogvenster toont gedetailleerde informatie over de driverinstellingen voor een geselecteerd document. De prioriteit van afdruktaken wijzigen Voer de onderstaande stappen uit om de prioriteit van afdruktaken in een wachtrij te wijzigen.
1. Klik op het pijltje voor Show details onder aan het EPSON Monitor3-dialoogvenster en klik vervolgens op een documentnaam in het vak Document name. Het venster wordt uitgebreid, op een vergelijkbare manier als in de onderstaande afbeelding. 2. Selecteer Urgent, Normal, Hold of Print Time uit de lijst Priority. Als u Print Time selecteert, verschijnt een dialoogvenster waarin u een datum en tijd kunt opgeven voor het afdrukken van het document.
De printer configureren in een netwerk In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer configureert zodat deze kan worden gebruikt door andere computers in het netwerk. U moet de printer via de computer waarop de printer is aangesloten eerst instellen als een gedeelde printer. Vervolgens geeft u het netwerkpad naar de printer op vanaf iedere computer die de printer moet kunnen gebruiken en installeert u de printersoftware op die computers.
3. Klik op de knop Setup Het volgende dialoogvenster verschijnt. 4. Schakel het selectievakje Share this printer in en typ vervolgens, indien nodig, de naam van de printer en een wachtwoord. 5. Klik op OK. De naam van de gedeelde printer verschijnt in de lijst met poorten van de Kiezer (Chooser). 6. Sluit de Kiezer (Chooser). Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Voer de volgende stappen uit om de printer te benaderen vanaf een andere computer in het netwerk. 1. Zet de printer aan.
2. Selecteer op elke computer waarmee u toegang wilt hebben tot de printer de Kiezer (Chooser) in het Apple-menu. Klik vervolgens op het pictogram van de printer en selecteer in de lijst Selecteer een poort de printerpoort die u wilt gebruiken. U kunt alleen printers selecteren die zijn aangesloten op de huidige AppleTalk-zone. 3. Als het volgende dialoogvenster verschijnt, voert u het wachtwoord voor de printer in en klikt u vervolgens op OK. 4. Schakel de optie Afdr.
Papierverwerking Informatie over speciaal afdrukmateriaal en ander materiaal Hoewel de meeste soorten gecoat papier een goede afdrukkwaliteit zullen opleveren, verschilt de kwaliteit van de afdrukken wel, afhankelijk van de kwaliteit van het papier en de fabrikant. Test eerst de kwaliteit van de afdrukken voordat u grote hoeveelheden papier koopt. c Let op: Raak de afdrukzijde van het materiaal niet aan. Vingerafdrukken kunnen de kwaliteit van de afdrukken verminderen.
Speciaal afdrukmateriaal van EPSON bewaren ❏ Bewaar ongebruikt materiaal in de originele plastic zak en verpakking zodat het niet vochtig wordt. ❏ Bewaar het papier niet op een warme of vochtige plaats en voorkom blootstelling aan direct zonlicht.
2. Voor een papierrol van 2 inch gebruikt u de zwarte flenzen. U verwijdert de blauwe flenzen door ze om te keren en de vier klemmetjes, aangegeven met A tot D in de volgende afbeelding, naar buiten te trekken. D A C B Opmerking: Bewaar de blauwe flenzen op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Als u een papierrol van 3 inch wilt gebruiken moet u de blauwe flenzen weer aan de zwarte bevestigen. Schuif hiervoor de blauwe flens over de zwarte aan de hand van de vier pijltjes.
3. Leg de papierrol zo op een vlak oppervlak dat afrollen niet mogelijk is. Schuif de papierrol op de houder en over de flens totdat ze op haar plaats klikt. 4. Schuif de verwijderbare flens (die u bij stap 1 hebt verwijderd) terug op de houder en in het uiteinde van de papierrol totdat hij vastzit. De papierrol van de houder halen Voer de onderstaande stappen uit als u de papierrol van de houder wilt halen. 1. Leg de rol met papier neer op een vlak oppervlak. 2.
c Let op: Houd de houder niet verticaal en tik niet met het uiteinde op de vloer om de verwijderbare flens te verwijderen. Dit kan de houder en flens beschadigen. 3. Haal de papierrol van de houder. 4. Breng een nieuwe rol op de houder aan (zie “De papierrol op de houder plaatsen”), of schuif, als u geen nieuwe papierrol wilt aanbrengen, de verwijderbare flens terug op de houder. Opmerking: Bewaar ongebruikte papierrollen in de originele verpakking.
2. Controleer of de verwijderbare flens goed vastzit in het uiteinde van de papierrol. 3. Houd de houder vast met de vaste flens aan de rechterkant. Plaats de houder vervolgens in de gleuf op de bovenzijde van de printer. Opmerking: Leg de houder zo in de printer dat de kleur aan het uiteinde van de houder overeenkomt met die van de bijbehorende steun.
4. Breng de houder weer omhoog en plaats deze vervolgens op de steunen in de printer. 5. Sluit de klep van de papierrol of raadpleeg de volgende paragraaf ‘Een papierrol laden’ als u een rol papier wilt laden.
Een papierrol laden Voer de onderstaande stappen uit om een papierrol te laden. Opmerking: Het is misschien handig om eerst de papieropvang te installeren voordat u begint met afdrukken. Zie “De papieropvang plaatsen”. 1. Open de kap van de papierrol. Controleer of de papierrol goed is aangebracht in de printer. 2. Controleer of de printer aanstaat. 3. Druk een aantal malen op de knop Paper Source totdat het lampje Roll Auto Cut of Roll Cutter Off gaat branden.
c Let op: Ontgrendel de papierhendel nooit terwijl het lampje Operate of Pause knippert. Dit kan de printer beschadigen. 5. Steek het papier in de papierinvoersleuf. 6. Trek het papier door de sleuf naar beneden tot het er aan de onderkant uitkomt. Opmerking: Volg de onderstaande instructies als het papier er niet aan de onderkant uitkomt.
❏ Pas de kracht waarmee het papier wordt ingevoerd aan met de knoppen Paper Feed op het bedieningspaneel. Als u dik, zwaar of gekruld papier gebruikt, drukt u op de knop Paper Feed (u) voor meer kracht. Als u dun of licht papier gebruikt, drukt u op de knop Paper Feed (d) voor minder kracht. ❏ Als het papier er hierna nog steeds niet uitkomt, opent u de voorkap en trekt u het papier er met de hand uit. 7. Houd het papier aan de onderkant vast en draai aan de papierrol om het papier strak te trekken.
Opmerking: De rechterkant van het papier hoeft u niet uit te lijnen met de verticale rij gaatjes. 8. Vergrendel de papierhendel en sluit de klep van de papierrol. PRESS PAUSE BUTTON verschijnt op het display. Opmerking: Als het lampje Roll Auto Cut brandt en de onderrand van de papierrol is na de vorige afdruktaak niet goed afgesneden, drukt u op de knop Cut/Eject om de rand nogmaals af te snijden. 9. Druk op de knop Pause.
De printkoppen worden nu verplaatst en het papier wordt automatisch doorgevoerd tot de afdrukpositie is bereikt. READY verschijnt op het LCD-display. Opmerking: Ook als u niet op de knop Pause drukt, worden de printkoppen verplaatst en wordt het papier automatisch doorgevoerd tot aan de afdrukpositie. READY verschijnt op het LCD-display. 10.
Druk het uiteinde van de klem zachtjes tegen de papierrol. De klem vormt zich nu automatisch rond het papier. Als u de papierrolklem wilt verwijderen, rolt u hem eenvoudig weer los van het papier. Plaats de klem om het uiteinde van de houder wanneer u hem niet gebruikt. Papier van de rol afsnijden of paginascheidingen afdrukken Wanneer de afdruktaak is voltooid snijdt de printer het papier automatisch van de rol, of er worden rond het document volgens uw instellingen paginascheidingen afgedrukt.
De instelling Auto Cut gebruiken Gebruik de instelling Auto Cut als u wilt dat het papier automatisch van de rol wordt gesneden na het voltooien van een afdruktaak. Zie “Knoppen” om de instelling Auto Cut vast te leggen met de knop Paper Source op het bedieningspaneel. Zie “Auto Cut” voor Windows en “Auto Cut” voor Macintosh als u de printersoftware wilt gebruiken. Opmerking: De printer snijdt eerst het linkergedeelte van het papier af, vervolgens het rechterdeel en als laatste het middelste stuk.
Paginascheidingen afdrukken Gebruik de instelling Print Page Line als u in eerste instantie achter elkaar door wilt afdrukken en de pagina zelf wilt afsnijden wanneer het afdrukken is voltooid. Zie “SelecType-instellingen” als u de instelling Print Page Line wilt vastleggen via het bedieningspaneel. Zie “Print Page Line” voor Windows en “Print Page Line” voor Macintosh als u de printersoftware wilt gebruiken.
2. Druk enkele malen op de knop Paper Source totdat het lampje Sheet gaat branden. 3. Controleer of de lampjes Operate en Pause niet knipperen en ontgrendel vervolgens de papierhendel. Het lampje Paper Out gaat branden en LOAD PAPER verschijnt op het LCD-display. c Let op: Ontgrendel de papierhendel nooit terwijl het lampje Operate of Pause knippert. Anders kan de printer beschadigd raken.
4. Plaats het papier in de invoersleuf en voer het door tot het er aan de onderkant uitkomt. Zorg ervoor dat de onderrand en rechterkant van het papier recht liggen en evenwijdig zijn aan de rijen gaatjes. 5. Vergrendel de papierhendel. PRESS PAUSE BUTTON verschijnt op het LCD-display. 6. Druk op de knop Pause. De printkoppen worden verplaatst en het papier wordt automatisch doorgevoerd tot de afdrukpositie is bereikt. READY verschijnt op het LCD-display.
Opmerking: Ook als u niet op de knop Pause drukt, worden de printkoppen verplaatst en wordt het papier automatisch doorgevoerd tot aan de afdrukpositie. READY verschijnt op het LCD-display. 7. Leg aan de hand van “De printersoftware openen” voor Windows of “De printersoftware openen” voor Macintosh de instellingen vast voor de printerdriver en stuur vervolgens een afdruktaak vanaf de computer. De printer begint met afdrukken.
3. Controleer of de papierhendel is vergrendeld. Laad vervolgens het vel in de papierinvoersleuf totdat u weerstand voelt. Zorg ervoor dat de rechterkant van het papier evenwijdig loopt aan de rechterkant van de schaal op de kap van de papierrol. PRESS PAUSE BUTTON verschijnt op het LCD-display. 4. Druk op de knop Pause. De printkoppen worden verplaatst en het papier wordt automatisch doorgevoerd tot de afdrukpositie is bereikt. READY verschijnt op het LCD-display. 5.
Afdrukken op dik papier (0,7 tot 1,6 mm) Voer de onderstaande stappen uit als u op dikke vellen wilt afdrukken, zoals karton. Opmerking: ❏ Laad geen dik papier van een formaat groter dan B1 (728 × 1.030 mm), anders kan het papier vastlopen. ❏ Laad dik papier van het formaat B1 (728 × 1.030 mm) altijd in de breedte. Hiervoor kunt u het beste in de printerdriver de instelling Landscape selecteren. 1.
4. Controleer of de lampjes Operate en Pause niet knipperen en ontgrendel vervolgens de papierhendel. Het lampje Paper Out gaat branden en LOAD PAPER verschijnt op het LCD-display. Open de voorkap.
5. Steek het vel zo in de papierinvoersleuf dat de onderrand van het papier rust op de steuntjes achter de open voorkap. Zorg ervoor dat de rechterrand van het papier recht langs de verticale rij gaatjes ligt. 6. Vergrendel de papierhendel en sluit de voorklep. PRESS PAUSE BUTTON verschijnt op het LCD-display. 7. Druk op de knop Pause. Volg verder dezelfde procedure als voor andere soorten los papier.
De papieropvang plaatsen Voorkom vuile en gekreukte afdrukken en plaats de papieropvang zoals hierna uitgelegd. U kunt de papieropvang zowel voor papierrollen als voor los papier gebruiken. Opmerking: Zet de papieropvang in voorwaartse richting wanneer u op dik papier gaat afdrukken. Anders kunnen uw afdrukken beschadigd raken. Zie ‘Papier voorwaarts invoeren’ verderop in dit hoofdstuk.
1. Schuif de onderste haken naar achteren en trek de bovenste haken uit tot hun volledige lengte. 2. Haak de ringen (A) aan de bovenste haken van de papieropvang om de overtollige stof omhoog te halen.
Papier achterwaarts invoeren (tot formaat Super B0) Opmerking: Zorg ervoor dat er achter de printer ten minste 20 cm (7,87 inch) ruimte is als u een papierrol groter dan B0 achterwaarts gaat invoeren. Dit voorkomt dat de randen van de afdrukken worden omgevouwen. 1. Stel de papieropvang in zoals aangegeven in “Papier achterwaarts invoeren (tot formaat B1, liggend)”. 2. Haal de ringen van de bovenste haken en laat de papieropvang uithangen. 3.
Papier voorwaarts invoeren (Roll Paper Banner, dik [0,7 mm of meer] los papier) 1. Haal de ringen van de bovenste haken van de papieropvang.
2. Schuif de bovenste haken uit tot hun volledige lengte. Trek vervolgens de onderste haken van de papieropvang volledig uit, zoals in de volgende afbeelding, zodat ze op de vloer rusten. Opmerking: Zorg ervoor dat de papieropvang strak gespannen staat. Anders glijdt het papier niet door tot op de vloer.
3. Haak de achterste ringen van de papieropvang aan de bovenste haken en trek de opvang strak.
Onderhoud en transport Cartridges vervangen De lampjes op de printer gaan knipperen wanneer de inkt bijna op is om u te waarschuwen dat u een nieuwe cartridge dient aan te schaffen. De lampjes blijven branden wanneer de inkt op is en de cartridge aan vervanging toe is. Tevens wordt op het LCD-display INK LOW of INK OUT weergegeven. Opmerking: Ook als er maar één cartridge leeg is, kan de printer niet meer afdrukken. EPSON raadt het gebruik van originele EPSON-cartridges aan.
2. Open de klep van het inktcompartiment. 3. Zet de inktvergrendeling omhoog. 4. Trek voorzichtig de lege cartridge recht naar voren en haal hem uit de printer.
w Waarschuwing: Als u inkt op uw handen krijgt, moet u deze grondig wassen met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u deze onmiddellijk spoelen met water. 5. Zorg ervoor dat u een nieuwe cartridge van de juiste kleur hebt, en haal hem uit de verpakking. c Let op: Schud nooit cartridges die al geïnstalleerd zijn geweest. Er kan dan inkt uit de cartridge lekken.
6. Houd de cartridge vast met het pijltje naar de achterkant van de printer gericht, en druk hem in de sleuf. Duw de cartridge niet verder naar binnen met de hand. Opmerking: Als het lampje Ink Out blijft branden, is de cartridge mogelijk niet op de juiste manier geïnstalleerd. Verwijder de cartridge en installeer hem opnieuw volgens de bovenstaande instructies. 7. Zet de inktvergrendeling omlaag. 8. Sluit de klep van het inktcompartiment. De printer keert terug naar de vorige status.
Zwarte cartridges vervangen Als uw printer EPSON UltraChrome-inkt gebruikt, kunt u de Photo Black- (Photo) of Light Black-inkt (LBK) vervangen door Matte Black (MAT) met een aftapcartridge zoals hieronder wordt weergegeven. Zie de onderstaande uitleg voor het vervangen van zwarte cartridges. c Let op: Zet de printer niet uit voordat de vervangingsprocedure is voltooid. Opmerking: Als de stroom uitvalt tijdens deze procedure schakelt u de printer weer in.
Opmerking: Controleer of op het LCD-display READY wordt weergegeven. 1 De cartridge bevat voldoende inkt. 2 De cartridge is bijna leeg. U dient (een) nieuwe cartridge(s) aan te schaffen. 3 De cartridge bevat onvoldoende inkt. Vervang de cartridge. Raadpleeg uw “Cartridges vervangen” voor het vervangen van de inktcartridges. Opmerking: Voor de procedure wordt behalve inkt uit de cartridges die worden vervangen, ook inkt uit andere cartridges gebruikt.
Een set inktcartridges selecteren Volg onderstaande stappen om een set inktcartridges te selecteren. 1. Controleer of op het LCD-display READY wordt weergegeven. 2. Druk op de knop SelecType (r) en controleer of PRINTER SETUP wordt weergegeven op het LCD-display. 3. Druk op de knop Paper Feed (d) of Paper Feed (u) om MAINTENANCE te selecteren 4. Druk op de knop SelecType (r) en controleer of MAINTENANCE op het LCD-display wordt weergegeven. 5.
Opmerking: Als u bij stap 10 #1 MAT: #2 MAT of #1 PHOTO: #2 LBK selecteert, plaatst u de cartridges voor sleuf #1 en #2 terug. 9. Als de inktcartridge(s) voldoende inkt bevat(ten), gaat u door naar het volgende gedeelte. Zo niet, dan wordenNOT ENOUGH INK en RELEASE INK LEVER weergegeven op het LCD-display. Volg in dat geval onderstaande stappen om de inktcartridges te vervangen. a) Open de klep van het inktcompartiment en zet de inktvergrendeling omhoog.
Opmerking: Zie de onderstaande illustratie voor de volgorde van de cartridges. 10. Controleer of REMOVE ALL INK CARTRIDGES op het LCD-display wordt weergegeven en verwijder alle cartridges uit de sleuven. Opmerking: Installeer de cartridges pas weer wanneer u daarvoor in deze handleiding de instructies krijgt. Anders krijgt u niet het beste resultaat en kan er een storing optreden. Hiermee is het selecteren van een set inktcartridges voltooid. U gaat nu de vrije ruimte in de onderhoudscassette controleren.
De onderhoudscassette controleren Als NOT ENOUGH SPACE IN MAINTE TANK en REPLACE WITH NEW MAINTENANCE TANK worden weergegeven op het LCD-display, vervangt u de onderhoudscassette door een nieuwe. Hiermee is de controle van de onderhoudscassette voltooid. Nu gaat u de inkt aftappen. De inkt aftappen 1. Stel de inktvergrendeling in de laagste positie nadat u hebt gecontroleerd of READY FOR DRAINING wordt weergegeven op het LCD-display. 2.
DRAINING xxx% wordt op het LCD-display weergegeven en de achtergebleven inkt wordt door de printer afgetapt in de onderhoudscassette. Opmerking: ❏ Als WRONG CARTRIDGE wordt weergegeven op het LCD-display, plaatst u de reinigingscartridge in de sleuf. ❏ Als INSERT CARTRIDGE IN CORRECT SLOT wordt weergegeven op het LCD-display, plaatst u de aftapcartridge in de sleuf #X. 4.
De printer begint met het laden van de inkt en INK CHARGING xxx% verschijnt op het LCD-display. Opmerking: ❏ De inktlampjes op het bedieningspaneel blijven allemaal branden totdat alle cartridges in de sleuven zijn geplaatst. ❏ WRONG CARTRIDGE verschijnt op het LCD-display als een cartridge in de verkeerde sleuf wordt geplaatst of als een aftapcartridge wordt geplaatst. ❏ Omdat bij dit proces een grote hoeveelheid inkt wordt verbruikt, kan het nodig zijn dat u de cartridges gauw vervangt. 2.
Voor Windows-gebruikers Klik op het tabblad Main en controleer of de inktcartridge-informatie wordt weergegeven. Zo niet, dan stelt u de informatie handmatig in door te klikken op het tabblad Utility en vervolgens op de knop Printer and Option Information.
Voor Macintosh-gebruikers Kies in het Apple-menu de Kiezer (Chooser) en klik op het pictogram van de printer en de printerpoort. Hiermee is het vervangen van de zwarte cartridge(s) voltooid. Het mes van het snijmechanisme vervangen Wanneer het snijmechanisme het papier niet scherp afsnijdt, kan het mes bot zijn. Dit dient dan te worden vervangen. Voor het vervangen van het mes verplaatst u de houder van het mechanisme met behulp van het bedieningspaneel.
1. Controleer of de printer aanstaat. 2. Druk in de modus SelecType op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) totdat MAINTENANCE op het LCD-display verschijnt. Druk vervolgens opnieuw op de knop SelecType. 3. Druk op de knop Paper Feed (u) of Paper Feed (d) totdat CUTTER REPL wordt weergegeven. 4. Druk op de knop SelecType. EXEC wordt op het LCD-display weergegeven. Druk vervolgens op de knop Enter. c Let op: Beweeg het snijmechanisme nooit met de hand. Anders kan er schade ontstaan aan uw printer. 5.
6. Wanneer REPLACE CUTTER op het LCD-display verschijnt, opent u de behuizing door de handgreep aan de zijkant in te drukken terwijl u de kap van het snijmechanisme naar rechts draait. Opmerking: Raak de bedradingsplaat aan de printkop niet aan wanneer u het mes vervangt. 7. Haal langzaam uw vinger van de handgreep. Het mes komt omhoog en u kunt het verwijderen. Opmerking: Zorg ervoor dat het mes en de veer van de schroef niet uit de behuizing kunnen springen. 8.
9. Haal het nieuwe mes uit de verpakking. 10. Controleer of de schroefveer zich in de houder bevindt en installeer de veer opnieuw indien nodig. 11. Duw het nieuwe mes volledig in de houder zoals in de onderstaande afbeelding. 12. Sluit de behuizing door de handgreep aan de zijkant in te drukken terwijl u de klep van het snijmechanisme naar links draait. 13. Wacht totdat CLOSE FRONT COVER wordt weergegeven en sluit vervolgens de voorkap.
De onderhoudscassette vervangen Bij het vervangen van de zwarte cartridges moet de onderhoudscassette voldoende capaciteit bieden voor de inkt of reinigingsvloeistof. Als CHANGE MAINTENANCE TANK op het LCD-display wordt weergegeven tijdens het vervangen van de zwarte inkt of op enig ander moment, moet u de onderhoudscassette als volgt vervangen. 1. Controleer of de printer niet bezig is met het aftappen van de inkt of reinigingsvloeistof. 2.
De printer schoonmaken Voor een optimale werking van de printer dient u deze enkele keren per jaar grondig schoon te maken. 1. Zorg ervoor dat de printer uitstaat en alle lampjes uit zijn. Haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. 2. Open de klep van de papierrol en verwijder de papierrolhouders. Verwijder ook alle losse vellen papier uit de printer. 3. Zorg ervoor dat het compartiment van de cartridges gesloten is. Veeg vervolgens eventueel aanwezig stof of vuil uit de printer met een zachte borstel.
w c Waarschuwing: Raak het bewegende mechanisme in de printer niet aan. Let op: ❏ Gebruik nooit alcohol of thinner om de printer schoon te maken. Deze chemische stoffen kunnen zowel de behuizing als de onderdelen van de printer beschadigen. ❏ Zorg ervoor dat er nooit water terechtkomt op het printermechanisme of de elektronische componenten. ❏ Gebruik geen harde of schurende borstels. ❏ Sproei geen smeermiddelen in de printer, omdat onjuiste olie het mechanisme kan beschadigen.
De printer vervoeren Over een grote afstand Als u de printer over een grote afstand moet vervoeren, dient u de deze te verpakken in de oorspronkelijke dozen en verpakkingsmaterialen. Neem contact op met uw leverancier voor hulp. Over een kleine afstand Wanneer u de printer een klein stukje wilt verplaatsen, voert u de volgende stappen uit. 1. Zet eerst de printer uit en controleer of de printkoppen in de uitgangspositie staan (uiterst rechts).
❏ Optionele handmatige snijeenheid (indien geïnstalleerd) 3. Zorg ervoor dat de cartridgeklemmen en de klep gesloten zijn. 4. Zorg ervoor dat de wieltjes van het onderstel zijn vergrendeld en dat de stabilisatiepootjes van het onderstel zijn uitgetrokken tot aan de vloer. Opmerking: Zet de wieltjes dwars en vergrendel ze, zodat ze niet kunnen bewegen. 5. Verwijder de vleugelschroeven aan de linker- en rechterkant. Bewaar ze op een veilige plaats. 6.
voor de Stylus Pro 9600 voor de Stylus Pro 7600 7. Verplaats de printer in horizontale positie.
Zie “De printer na het transport installeren” als u de printer na het transport wilt installeren. Voordat u de printer na transport gaat gebruiken, kan het nodig zijn een spuitkanaaltjescontrole uit te voeren en de printkoppen opnieuw uit te lijnen. Zie “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Windows of “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Macintosh.
3. Ontgrendel de voorwieltjes en duw de stabilisatiepootjes omhoog. 4. Verplaats de printer voorzichtig naar de plaats waar hij gebruikt gaat worden. Als de printer op zijn plek staat, vergrendelt u de wieltjes weer en trekt u de stabilisatiepootjes uit. De printer na het transport installeren Als u de printer hebt verplaatst voert u vrijwel dezelfde stappen uit voor de installatie als wanneer u de printer de eerste keer installeert.
Optionele producten gebruiken De Auto Take-up Reel Unit gebruiken Met de Auto Take-up Reel Unit kunt u afdrukken oprollen wanneer u gegevens wilt afdrukken op papier op een rol, maar het papier niet wilt afsnijden of op de vloer terecht wilt laten komen. Zie de Auto Take-up Reel Unit User’s Guide voor informatie over de installatie van de eenheid in de printer. Opmerking: ❏ De Auto Take-up Reel Unit is alleen voor de Stylus Pro 9600.
Bedieningskastje Het bedieningskastje bevindt zich op de aandrijfeenheid rechtsonderaan op de printer. In de onderstaande afbeelding en tabel vindt u de functies van de schakelaars en de verschillende betekenissen van het lampje Sensor.
Sensorlampje AAN Geeft aan dat de detector van het lampje en de lichtemitter goed op elkaar aansluiten. Dit betekent dat de Auto Take-up Reel Unit gereed is voor het oprollen van de afdruk. Knipperend Geeft aan dat de lichtdetector en -emitter niet goed op elkaar aansluiten. Raadpleeg “De sensor afstellen” voor meer informatie. Snel knipperend Geeft aan dat de Auto Take-up Reel Unit een probleem is tegengekomen en is gestopt. UIT Geeft aan dat de Auto Take-up Reel Unit is uitgeschakeld.
Voer de onderstaande stappen uit om de positie van de sensor af te stellen. 1. Draai het wieltje van de lichtemitter los. 2. Pas de horizontale hoek van de emitter aan totdat het lampje Sensor gaat branden. 3. Draai het wieltje weer vast terwijl u de detector in de juiste positie houdt.
Papierrol op de haspel van Auto Take-up Reel Unit plaatsen w Waarschuwing: ❏ Schakel de Auto Take-up Reel Unit uit voordat u het papier plaatst. Als de eenheid onverwacht gaat werken, kan er lichamelijk letsel ontstaan. ❏ Controleer of de Take-up Reel Unit op de juiste manier is geïnstalleerd. Als de eenheid van de printer valt, kan er lichamelijk letsel ontstaan.
Papier voorlangs oprollen Als u het papier op de haspel wilt rollen met de afdruk aan de buitenkant, stelt u de haspel van de take-up unit zo in dat het papier voorlangs wordt opgerold. Ga als volgt te werk. 1. Controleer of de papierrol goed is aangebracht in de printer. Zie “Een papierrol laden” voor instructies. 2. Druk op de knop Paper Source op de printer totdat het lampje Roll Cutter Off gaat branden. 3. Druk op de knop Paper Feed (d) op de printer om het papier van de rol in te voeren.
5. Bevestig de invoerkant van het papier op drie plaatsen aan de haspel van de take-up unit met plakband 6. Druk op de knop Paper Feed (d) om het papier voorwaarts in te voeren en een lus van overtollig papier te vormen.
7. Zet de schakelaar Manual op de Auto Take-up Reel Unit in de positie Forward en draai het papier minstens één keer rond de haspel. Zorg ervoor dat er nog voldoende overtollig papier overblijft tussen de papierrol en de haspel van de take-up unit. Voorkant printer Papier achterlangs oprollen Als u het papier op de haspel wilt rollen met de afdruk aan de binnenkant, stelt u de haspel van de take-up unit zo in dat het papier achterlangs wordt opgerold. Ga als volgt te werk. 1.
3. Trek de onderkant van het papier via de achterkant rond de haspel, zoals in de volgende afbeelding. Plak vervolgens de rand van het papier op drie plaatsen aan de haspel. 4. Druk op de knop Paper Feed (d) om het papier voorwaarts in te voeren en een lus van overtollig papier te vormen.
5. Zet de schakelaar Manual op de Auto Take-up Reel Unit in de positie Backward en draai het papier minstens één keer rond de haspel. Zorg ervoor dat er nog voldoende overtollig papier overblijft tussen de papierrol en de haspel van de take-up unit. Voorkant printer De afdrukken oprollen De Auto Take-up Reel Unit is gereed voor het oprollen van afdrukken wanneer de eenheid is geïnstalleerd en er in de gewenste richting papier op de haspel is bevestigd.
c Let op: Blijf tijdens het oprollen uit de buurt van het detectiegebied van de sensor. Als de sensorstraal wordt onderbroken kan het papier te strak worden opgerold, wat een negatieve invloed heeft op het afdrukproces. Lichtdetector Detectiegebied van de lichtsensor Lichtemitter 1 Lichtdetector 2 Lichtemitter 3 Detectiegebied van de lichtsensor 1. Druk meerdere malen op de knop Paper Source op de printer totdat het lampje Roll Cutter Off gaat branden. 2.
3. Stuur een afdruktaak naar de printer. De printer begint met afdrukken. De Auto Take-up Reel Unit rolt het papier op in de richting die u hebt ingesteld bij stap 2. Opmerking: Raak tijdens het afdrukken de schakelaar Manual niet aan. Dit kan de afdrukken beschadigen. Papier verwijderen na het oprollen Na het oprollen verwijdert u de haspel als volgt. 1. Schakel de Auto Take-up Reel Unit uit. w Waarschuwing: Schakel de Auto Take-up Reel Unit uit voordat u de haspel verwijdert.
3. Draai de hendel naar achteren om de verwijderbare eenheid te ontgrendelen en schuif de eenheid naar links. De flensknop laat nu het uiteinde van de haspel los. Ondersteun met een hand de haspel om te voorkomen dat deze valt. 4. Maak de haspel los van de flensknop op de verwijderbare eenheid. 5. Maak de haspel op dezelfde manier los van de flensknop op de aandrijfeenheid.
Probleemoplossing Printer stopt opeens met afdrukken Printkoppen worden gereinigd, inkt wordt geladen of inkt is aan het drogen Controleer of het lampje Pause knippert. Als het lampje knippert is de printer bezig met printkoppen reinigen, inkt laden of laten drogen van de inkt. Tijdens het reinigen van de printkoppen en het laden van de inkt wordt WAIT weergegeven op het LCD-display. Tijdens het drogen van de inkt wordt INK DRY nn MIN weergegeven (nn staat voor het resterende aantal minuten).
De printer gaat niet aan of blijft niet aan Bericht en lampje Probleem Oplossing PAPER OUT Er is geen papier in de printer geladen. Laad papier in de printer. Papier is op. Verwijder afdrukken of papier dat nog in de printer zit. Laad meer papier. Als dit bericht verschijnt tijdens een afdruktaak, reset u de printer door drie seconden op de knop Pause te drukken. Laad vervolgens papier en verstuur de afdruktaak opnieuw.
PAPER NOT CUT Papier is niet van de rol afgesneden. Snijd het papier met de hand af. Verwijder vervolgens het afgesneden papier uit de printer. Laad papier wanneer RELOAD PAPER wordt weergegeven. Gesneden papier is niet naar beneden gevallen. Verwijder het afgesneden papier uit de printer. Laad papier wanneer RELOAD PAPER wordt weergegeven. Papier is verschoven en scheef ingevoerd. Laad papier opnieuw. Zie “Papier loopt regelmatig vast of wordt niet goed ingevoerd”.
PUSH LEVER DOWN Papierhendel is ontgrendeld tijdens afdrukken of andere handeling. Vergrendel de papierhendel. Begin opnieuw met afdrukken vanaf het begin voor beste resultaten. Geladen papier is te dik voor printkopreiniging. Duw de papierhendel omlaag om het papier te verwijderen. Printkopreiniging start automatisch. Na het reinigen wordt PAPER OUT weergegeven. Laad papier opnieuw.
CSIC ERROR Geen cartridge(s) geïnstalleerd of cartridge(s) niet juist bevestigd. Vervang de cartridge(s). Zie “Cartridges vervangen”. MAINTENANCE TANK FULL Onderhoudscassette is geheel gevuld met gebruikte inkt. Vervang de onderhoudscassette. Zie “Zwarte cartridges vervangen”. NO MAINTENANCE TANK Geen onderhoudscassette geïnstalleerd of onderhoudscassette niet juist bevestigd. Installeer onderhoudscassette of bevestig de cassette opnieuw. Zie “Zwarte cartridges vervangen”.
❏ Controleer of het voltage dat de printer via het stopcontact ontvangt, overeenkomt met het voltage dat is aangegeven op de printer. Als de voltages niet overeenkomen, zet u de printer onmiddellijk uit en haalt u meteen de stekker uit het stopcontact. Neem contact op met EPSON. Zie “Hulp inroepen”. c Let op: Als het voltage van het stopcontact en van de printer niet overeenkomen, mag u de stekker van de printer niet opnieuw in het stopcontact steken. Dit kan de printer beschadigen.
❏ Gebruikers van Windows NT 4.0 kunnen proberen de EPSON-printerpoort te verwijderen. Klik op Start, wijs naar Programma's (Programs) en vervolgens naar EPSON-printers en klik vervolgens op EPSON-printerpoort verwijderen. Volg de instructies op het scherm. De EPSON-printer is niet geselecteerd als de standaardprinter. Installeer de printerdriver als dit nog niet is gedaan en voer de onderstaande stappen uit om de EPSON-printer in te stellen als standaardprinter. Voor Windows: 1.
Instelling voor de printerpoort komt niet overeen met de printeraansluiting Als u Windows gebruikt, selecteert u de printerpoort als volgt. Voor Windows Me, 98 en 95 1. Klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en selecteer vervolgens Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op EPSON Stylus Pro 7600/9600 in het venster Printers. Selecteer vervolgens Eigenschappen (Properties). 3. Klik op het tabblad Details. 4.
Het beschikbaar geheugen van de printerdriver is niet voldoende (Macintosh) U kunt het beschikbare geheugen op de Macintosh vergroten door Regelpanelen (Control Panels) te selecteren in het Apple-menu en te dubbelklikken op het pictogram Geheugen (Memory). U kunt de RAM-cache of het virtueel geheugen vergroten om zo het totale beschikbare geheugen te vergroten. Sluit tevens alle onnodige toepassingen.
❏ Verwijder alle onderbroken taken uit de voortgangsbalk (voor Windows) of de EPSON Monitor3 (voor Macintosh). Zie “De voortgangsbalk gebruiken” of “EPSON Monitor3 gebruiken”. ❏ Zet de printer en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van de printer goed is aangesloten. ❏ Controleer of de geopende toepassing een toepassing is voor Windows Me, 98, 95, XP, 2000, NT 4.0 of Macintosh. ❏ Controleer of de EPSON Stylus Pro 7600/9600-printerdriver is geselecteerd.
❏ Zorg ervoor dat de juiste papierstand is geselecteerd. Leg het papier recht langs en vlak naast de rijen gaatjes op de printer. Omgekeerd beeld Schakel de instelling Flip Horizontal in de printerdriver uit. Zie voor instructies de online-Help voor de printerdriver. Er worden blanco pagina's afgedrukt Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows. Zie “De EPSON-printer is niet geselecteerd als de standaardprinter.”.
De kleuren op een afdruk komen nooit precies overeen met de kleuren op het scherm omdat monitors en printers kleuren op een verschillende manier maken. Met de bovenstaande kleursystemen kunt u kleurverschillen echter zo veel mogelijk voorkomen. ❏ Selecteer PhotoEnhance4 in het dialoogvenster Advanced. U krijgt zo scherpere beelden met levendigere kleuren. ❏ Selecteer Color Adjustment in het dialoogvenster Advanced en wijzig indien gewenst de kleur, helderheid enzovoort.
❏ Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het naar boven omgekruld is. ❏ Als u EPSON-papier gebruikt, controleert u de instelling voor Media Type op het tabblad Main (voor Windows) of in het afdrukvenster (voor Macintosh). Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Als u ander papier gebruikt, selecteert u de papierdikte in de modus SelecType. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt.
“Onjuiste of ontbrekende kleuren” “Afdruk is vaag of bevat lege plekken” “Onduidelijke of vlekkerige afdrukken” Probeer deze oplossingen als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat. Horizontale strepen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Controleer bij gebruik van Windows de instelling voor Media Type op het tabblad Main. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Controleer bij gebruik van Macintosh de instelling voor Media type in het afdrukvenster.
Onjuiste verticale uitlijning of strepen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Schakel de instelling High Speed in de printerdriver uit. Zie voor instructies de online-Help voor de printerdriver. ❏ Voer het hulpprogramma Print Head Alignment uit. Zie “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Windows en “De printerhulpprogramma's gebruiken” voor Macintosh.
Afdruk is vaag of bevat lege plekken Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Controleer of de uiterste houdbaarheidsdatum van de cartridges niet is verstreken. De uiterste houdbaarheidsdatum vindt u op het etiket van de cartridges. ❏ Controleer bij gebruik van Windows de instelling voor Media Type op het tabblad Main. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Controleer bij gebruik van Macintosh de instelling voor Media type in het afdrukvenster.
Onduidelijke of vlekkerige afdrukken Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Controleer bij gebruik van Windows de instelling voor Media Type op het tabblad Main. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Controleer bij gebruik van Macintosh de instelling voor Media type in het afdrukvenster. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt.
Kleurendocumenten worden in zwart-wit afgedrukt Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Zorg ervoor dat de kleureninstellingen in uw toepassing kloppen. ❏ Zorg ervoor dat Color/B&W Photo (niet Blank) is ingesteld op het “Tabblad Main” (Windows) of in het “Afdrukvenster” (Macintosh).
Papier kan niet van de rol worden gesneden Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ❏ Controleer of het lampje Roll Auto Cut brandt. Druk indien nodig op de knop Paper Source. Druk vervolgens op de knop Cut/Eject. Het papier wordt nu afgesneden. ❏ Snijd het papier met de hand af indien nodig. Controleer of de papierdikte van de aanwezige papierrol overeenkomt met de papierspecificaties (zie “Papier”). Als de instellingen kloppen kan het mes bot zijn en moet dit worden vervangen.
❏ Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur geschikt is voor het gebruik van de printer. ❏ Zorg ervoor dat het papier niet vochtig is. ❏ Zorg ervoor dat het papier niet te dik of te dun is. Zie “Papier”. ❏ Controleer of er geen vreemde voorwerpen in de printer zijn gekomen. ❏ Controleer bij gebruik van Windows de instelling voor Media Type op het “Tabblad Main”. Zorg ervoor dat de instelling overeenkomt met het papier dat u gebruikt.
Papier van de rol wordt niet goed uitgevoerd Papier van de rol is strak opgerold en kan krullen als het wordt doorgevoerd. Als dit gebeurt kunt u de papiergeleiders aan de onderkant van de printer uittrekken. c Let op: Gebruik de geleiders alleen als het papier gekruld wordt doorgevoerd. Laat ze in alle andere situaties ingedrukt, anders kunnen afdrukken beschadigd raken. Opmerking: De EPSON Stylus Pro 7600 heeft twee papiergeleiders, de EPSON Stylus Pro 9600 drie.
Wanneer u papier voorwaarts invoert Trek de papiergeleiders uit de printer en laat ze rusten op de voorkant van de papieropvang. Wanneer u papier achterwaarts invoert Trek de papiergeleiders uit de printer en laat ze rusten tegen de achterzijde van de papieropvang.
Vastgelopen papier verwijderen Voer de onderstaande stappen uit om vastgelopen papier te verwijderen: 1. Als rolpapier is vastgelopen, snijdt u het af bij de papierinvoersleuf. 2. Ontgrendel de papierhendel zodat het papier niet meer wordt vastgedrukt. 3. Open indien nodig de voorkap.
4. Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar beneden. TURN PWR OFF AND ON verschijnt op het LCD-display. Opmerking: Raak de bedradingsplaat van de printkop niet aan wanneer u het vastgelopen papier losmaakt. 5. Sluit indien nodig de voorkap. Druk vervolgens op de knop Power om de printer uit en weer aan te zetten. 6. Controleer of het lampje Paper Out brandt en LOAD PAPER op het LCD-display wordt weergegeven.
❏ De schakelaar Auto op de automatische oprolhaspel is misschien niet ingesteld op de juiste richting. Selecteer de richting met de schakelaar Auto op het bedieningskastje. Zie “De afdrukken oprollen”. ❏ Als het lampje Sensor langzaam knippert terwijl de printer niet bezig is met afdrukken, bevindt zich mogelijk een obstakel aan de buitenkant tussen de zender en de detector. Het kan ook zijn dat de sensor niet juist is afgesteld.
Hulp inroepen Als uw EPSON-printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt oplossen met de informatie in de printerdocumentatie, kunt u contact opnemen met de klantenservice. Als uw land niet wordt vermeld in het klantenserviceoverzicht in dit gedeelte, neemt u contact op met de leverancier bij wie u de printer hebt aangeschaft.
“United Kingdom” “Republic of Ireland” “Italy” “Turkey” “Belgium” “Poland” “Denmark” “Croatia” “Cyprus” “Luxemburg” “Bulgaria” “Finland” “Macedonia ” “Portugal” “Switzerland” “Romania” “Slovenia” “Estonia” “Latvia” “Lithuania” “Israel” “Middle East” “South Africa” “Bosnia Herzgovina” “Argentin a” “Chile” “Costa Rica” “Peru” “USA (Latin America) ” “Brazil” “Colombi a” “Mexico” “Venezue la” “USA” Germany EPSON Service Center c/o Exel Hünxe GmbH Werner-Heisenberg-Strase 2 4656
Centres de maintenance AJACCIO CIM Tél : 04.95.23.73.73 Le Stiletto - Lot N° 5 Fax : 04.95.23.73.70 20090 AJACCIO AMIENS Tél : 03.22.22.05.04 FMA Fax : 03.22.22.05.01 13, rue Marc Sangnier 8000 AMIENS ANNECY (td) Tél : 04.50.10.21.30 MAINTRONIC Fax : 04.50.10.21.31 Parc des Glaisins Immeuble Prosalp 14, rue Pré Paillard 74940 ANNECY Le Vieux AVIGNON Tél : 04.32.74.33.50 MAINTRONIC Fax : 04.32.74.05.89 Anthéa, rue du Mourelet ZI de Courtine III 84000 AVIGNON BASTIA (td) Tél : 04.95.30.65.
BORDEAUX Tél : 05.57.10.67.67 MAINTRONIC Fax : 05.56.69.98.10 11/19 rue Edmond Besse Immeuble Rive Gauche 33300 BORDEAUX BOURGES (td) Tél : 02.48.67.00.38 BEGELEC Fax : 02.48.67.98.88 18, avenue du 11 Novembre 18000 BOURGES BREST Tél : 02.98.42.01.29 FMA Fax : 02.98.02.17.24 8, rue Fernand Forest 29850 GOUESNOU CAEN Tél : 02.31.71.22.10 MAINTRONIC Fax : 02.31.71.22.19 Rue de Bellevue ZI Est 14650 CARPIQUET CAEN Tél : 02.31.84.80.82 TMS Fax : 02.31.84.80.
GRENOBLE (td) Tél : 04.38.37.01.19 FMA Fax : 04.76.44.78.92 2 rue Mayencin 38400 ST MARTIN D'HERES GRENOBLE Tél : 04.76.25.87.87 MAINTRONIC Fax : 04.76.25.88.10 Les Akhesades Bât B. Rue Irène Joliot Curie 38320 EYBENS LE HAVRE Tél : 02.32.74.27.44 FMA Fax : 02.35.19.05.35 33, bd de Lattre de Tassigny 76600 LE HAVRE LE MANS Tél : 02.43.77.18.20 BEGELEC Fax : 02.43.77.18.28 117, rue de l'Angevinière 72000 LE MANS LILLE Tél : 03.20.71.47.30 FMA Fax : 03.20.61.07.
LYON Tél : 04.72.14.95.00 MAINTRONIC Fax : 04.78.41.81.96 9, allée du Général Benoist ZAC du Chêne 69500 BRON LYON Centre Tél : 04.72.56.94.85 MAINTRONIC Fax : 04.72.56.94.89 4, quai Jules Courmont 69002 LYON MARSEILLE Tél : 04.91.03.13.43 FMA Fax : 04.91.03.13.72 305 ZA de Mourepiane 467, Chemin du Littoral 13322 MARSEILLE CX 13 MARSEILLE Tél : 04.91.87.83.93 MAINTRONIC Fax : 04.91.87.83.94 Bât D1 - Actiparc II Chemin de St LAMBERT 13821 LA PENNE SUR HUVEAUNE METZ Tél : 03.87.76.98.
NANCY Tél : 03.83.44.44.00 FMA Fax : 03.83.44.10.20 3 rue du Bois Chêne le Loup 54500 VANDOEUVRE CEDEX NANTES Tél : 02.28.03.10.73 FMA Fax : 02.28.03.10.71 1105 avenue Jacques Cartier Bât B4 44800 ST HERBLAIN NANTES Tél : 02 51 85 22 70 MAINTRONIC Fax : 02 51 85 22 71 5 rue du Tertre 44470 CARQUEFOU NICE Tél : 04.93.14.01.70 FMA Fax : 04.93.14.01.73 329, avenue des PUGETS Bât A.2 - Le Réal 06700 ST LAURENT DU VAR NICE Tél : 04.92.91.90.90 MAINTRONIC Fax : 04.93.33.98.
PARIS 10ème Tél : 01.42.01.15.15 FMA Fax : 01.42.01.14.15 50 Quai de Jemmapes 75010 PARIS PARIS 12ème Tél : 01.44.68.83.01 BEGELEC Fax : 01.44.68.83.02 182, rue de Charenton 75012 PARIS PARIS 13ème Tél : 01.44.06.99.44 MAINTRONIC Fax : 01.44.24.05.06 Immeuble Berlier 15, rue JB Berlier 75013 PARIS PARIS 14ème Tél : 01.45.45.57.65 FMA Fax : 01.45.39.48.86 63, rue de Gergovie 75014 PARIS PARIS EST (td) Tél : 01.60.06.02.02 BEGELEC Fax : 01.60.06.02.
REIMS Tél : 03.26.97.80.07 FMA Fax : 03.26.49.00.95 Parc technologique H. Farman 12, allée Fonck 51100 REIMS RENNES Tél : 02.23.20.25.25 FMA Fax : 02.23.20.04.15 59 bd d'Armorique Square de la Mettrie 35700 RENNES RENNES Tél : 02.99.23.62.23 MAINTRONIC Fax : 02.99.23.62.20 Parc d’affaires de la Bretèche Bât 2 35760 RENNES ST GREGOIRE ROUEN Tél : 02.35.59.68.69 TMS Fax : 02.35.59.68.70 ZI de la Vatine 31, rue A. Aron 76130 MONT ST AIGNAN STRASBOURG Tél : 03.88.55.38.18 FMA Fax : 03.88.55.
TOULON (td) Tél : 04.94.63.02.87 FMA Fax : 04.94.63.42.55 64 route de Capelane ZA la Capelane Parc Burotel 83140 SIX FOURS TOULOUSE Tél : 05.61.00.54.22 FMA Fax : 05.61.00.52.01 Buroplus - BP 365 31313 LABEGE CEDEX TOULOUSE Tél : 05.61.73.11.41 MAINTRONIC Fax : 05.61.73.80.06 7, avenue de l’Europe 31520 RAMONVILLE ST AGNE TOURS Tél : 02.47.25.10.60 BEGELEC Fax : 02.47.25.10.72 25, rue des Granges Galand ZI des Granges Galand 37550 ST AVERTIN TROYES (td) Tél : 03.25.49.78.
Fax: 34.93.5821555 CENTRO DE ATENCIÓN AL CLIENTE 902.404142 Fax Centro de Atención al Cliente no. 34 935 821 516 soporte@epson.es www.epson.es www.epson.es/support/ SERVICIOS OFICIALES DE ASISTENCIA TÉCNICA EPSON POBLA CION PROV INCI A EMPRESA TELEFON O FAX DIRECCION CP ALBAC ETE ALBA CETE DEPARTAMENTO TÉCNICO INFORMÁTICO S.A.L. 967/50.6 9.10 967/50.6 9.09 C/ FRANCISCO PIZARRO, 13 BAJOS 02004 ALICA NTE ALIC ANTE RPEI 96/510.2 0.53 96/511.4 1.
BARCE LONA BARC ELON A MADE S.A. BARCELONA 93/423.0 0.48 93/423.3 8.93 C/ RICART, 33 08004 BARCE LONA BARC ELON A MICROVIDEO 93/265.1 5.75 93/265.4 4.58 AVDA DIAGONAL, 296 08013 CERDA NYOLA BARC ELON A OFYSAT S.L. 93/580.8 7.87 93/580.8 9.96 C/ FONTETES, 3-5, Local 1 08290 BARCE LONA BARC ELON A RIFÉ ELECTRÓNICA S.A. 93/453.1 2.40 93/323.6 4.70 C/ ARIBAU, 81 08036 SANT BOI BARC ELON A SELTRON S.L. 93/652.9 7.70 93/630.8 1.
CÓRD OBA CÓR DOB A SETESUR ANDALUCIA S.L. 957/48.5 8.46 957/48.5 8.54 C/ REALEJO, 6 (PASAJE) 14002 GIRON A GIRO NA PROJECTES COM-TECH, S.L. 972/24.1 1.35 972/40.1 1.85 PLAZA DE LA ASUNCION, 35 17005 GRAN ADA GRA NAD A INTELCO ASISTENCIA TÉCNICA S.L. 958/13.2 1.79 958/13.2 2.09 C/ PRIMAVERA, 20 18008 SAN SEBAST IAN GUIP UZC OA ELECTRÓNICA GUIPUZCOANA 943/46.8 6.40 943/45.5 7.01 C/ BALLENEROS, 4 BAJOS 20011 HUELV A HUEL VA AVITELSAT HUELVA 959/54.3 8.82 959/54.3 7.07 C/.
PAMPL ONA NAV ARRA INFORMÉTRICA IRUÑA , S.L. 948/27.9 8.12 948/27.9 2.89 ERMITAGAÑA, 1 BAJOS 31008 VIGO PONT EVED RA SERVICIOS INFORMÁTICOS DEL ATLÁNTICO S.L 986/26.6 2.80 986/28.1 3.83 C/ PÁRROCO JOSÉ OTERO, 3 36206 SALAM ANCA SALA MAN CA EPROM-1 923/18.5 8.28 923/18.6 9.98 C/ GUADALAJARA, 9-11 37003 SEVILL A SEVIL LA AMJ TECNOLAN, S.L. 95/491.5 7.91 95/491.5 2.14 AV.CJAL.ALBERTO JNEZ.BEC.,6,AC. D 41009 SEVILL A SEVIL LA AVITELSAT SEVILLA 95/492.3 3.93 95/463.5 8.
Fax: +44 (0) 1422 227227 www.epson.co.uk Stylus Products Warranty & Support 08705 133 640 Scanner Products Warranty & Support 08702 413 453 Sales 0800 220 546 Republic of Ireland Stylus Products Warranty & Support 01 679 9016 Other Products Warranty & Support 01 679 9015 Sales 1 800 409 132 www.epson.co.uk Italy EPSON Italia s.p.a. Viale F.lli Casiraghi, 427 20099 Sesto San Giovanni (MI) Tel.: 02.26.233.
Fax: 02.2440750 Assistenza e Servizio Clienti TECHNICAL HELPDESK 02.29400341 www.epson.it ELENCO CENTRI ASSISTENZA AUTORIZZATI EPSON AEM SERVICE S.R.L. DATA SERVICE S.R.L. Via Verolengo, 20 Via S. Allende, 22a QUICK COMPUTER SERVICE 00167 ROMA Tel : 06-66018020 50018 SCANDICCI (FI) Viale Louise Pasteur, 23 a/b/c Fax : 06-66018052 Tel : 055-250752 70124 BARI Fax : 055-254111 Tel : 080-5044351 Fax : 080-5618810 A.T.E.S. ELETTRONICA S.R.L.
C.A.M.U. S.N.C. HARD SERVICE S.R.L. Via Grandi, 4 Z.A.3 Via del progresso, 2 33170 PORDENONE Tel : 0434-572949 Fax : 0434-573005 35010 PERAGA DI VIGONZA (PD) S.T.E. S.N.C. di Ciarrocchi A.& C. Via Settimo Torinese, 5 Tel : 049-8933951 65016 MONTESILVANO (PE) Fax : 049-8933948 Tel : 085-4453664 Fax : 085-4456860 COMPUTER LAB S.N.C. INFORMAINT S.N.C. TECMATICA S.R.L. Via Prunizzedda, 94 Via S.
COMPUTER SERVICE 2 S.N.C. MEDIEL S.N.C. filiale di Catania TECNO STAFF S.R.L. Via V.Guindani, 10 Via Novara, 9 00199 ROMA 26100 CREMONA 95125 CATANIA (CT) Tel : 06-8606173 Tel/Fax : 0372-435861 Tel : 095-7169125 Fax : 06-86200117 Via Vivaldi, 19 Fax : 095-7160889 TECNO STAFF S.R.L. COMPUTER SERVICE 2 S.N.C. MICROTECNICA S.N.C. Via P. Savani, 12/C Via Lepanto, 83 43100 PARMA 80125 NAPOLI Tel : 0521-941887 Tel : 081-2394460 06087 PONTE S.
Fax: 22.999.17.90 TECHNICAL HELPDESK 808 200015 www.epson.pt Austria ASC Buromaschinen GmbH Kettenbruckengasse 16 1052 Wien Tel. 01 / 58966-0 Fax. 01/ 5867726 www.artaker.com Netherlands CARD IS B.V. Ambachsweg 3606 AP Maarssen Belgium MDR (ARC) H. Dom.
80 88 11 27 Sales 38 48 71 37 www.epson.dk Finland Warranty & Support 0800 523 010 Sales (09) 8171 0083 www.epson.fi Croatia RECRO d.d. Trg Sportova 11 10000 Zagreb Tel.: 00385 1 3650774 Fax: 00385 1 3650798 Email: servis@recro.hr epson@recro.hr Macedonia DIGIT COMPUTER ENGINEERING 3 Makedonska brigada b.
upravna zgrada R. Konkar 91000 Skopje Tel.: 00389 91 463896 oppure 00389 91 463740 Fax: 00389 91 465294 E-mail: digits@unet.com.mk REMA COMPUTERS Str. Kozara, 64-B-111000 Skopje Tel.: 00389 91 118 159 oppure 00389 91 113 637 Fax: 00389 91 214 338 E-mail: slatanas@unet.com.mk oppure rema@unet.com.mk Slovenia REPRO LJUBLJANA d.o.o. Smartinska 106 1000 Ljubljana Tel.: 00386 1 5853417 Fax: 00386 1 5400130 E-mail: bojan.zabnikar@repro.
Luxemburg MDR (ARC) H. Dom. Saviolaan 8 1700 Dilbeek Switzerland Moosacherstrasse 6, Au, 8820 Wadenswil Tel. 01/7822111 www.excom.ch Hungary R.A. Trade Kft. Petöfi Sandor u. 64 H-2040 Budaör Tel.: 0036.23.415.317 Fax: 0036.23.417.310 Slovac Republic Print Trade spol. s.r.o. Cajkovskeho 8 SK-98401 Lucenec Tel.: 00421.863.4331517 Fax: 00421.863.4331081 Email: Prntrd@lc.psg.SK www.printtrade.
Czek. Republic EPRINT s.r.o. Stresovicka 49 CZ-16200 Praha 6 Tel. :00420.2.20180610 Fax:00420.2.20180611 Email: eprint@mbox.vol.cz Norway Warranty & Support 800 11 828 Sales 23 16 21 24 www.epson.no Sweden Warranty & Support 08 445 12 58 Sales 08 519 92 082 www.epson.se Yugoslavia BS PPROCESOR d.o.o.
Hazdi Nikole Zivkovica 2 Beograd-F.R. Tel.: 00381 111 328 44 88 Fax: 00381 11 328 18 70 E-mail: vule@bsprocesor.com; goran@bsprocesor.com gorangalic@sezampro.yu Greece POULIADIS ASSOCIATES CORP. 142, Sygrou Avenue 176 71 Athens Tel.: 0030 1 9242072 Fax: 0030 1 9241066 E-mail: k.athanasiadis@pouliadis.gr Turkey ROMAR PAZARLAMA SANAYI VE TICARET A.S. Rihtim Cad. Tahir Han No. 201 Karaköy 80030 Istanbul Tel.
E-mail: zozenoglu@romar.com.tr PROSER ELEKTRONIK SANAYI VE TICARET LIMITEDN SIRKETI Inönü Caddesi, Teknik Han, No 72 Kat 3, Gümüssuyü Istanbul Tel.: 0090 212 252 15 75 Fax: 0090 212 244 54 79 Email: okyay@turk.net DATAPRO BILISIM HIZMETLERI SAN VE TICARET LTD.STI Gardenya Plaza 2, 42-A Blok Kat:20 Atasehir Istanbul Tel.: 0090 216 4554770 Fax: 0090 216 4554766 E-mail: cem.kalyoncu@datapro.com.tr Cyprus INFOTEL LTD. CTC House Athalassa P.O.BOX 16116 2086 Nicosia CYPRUS Tel.
Fax: 00357 2 487784 E-mail: yannis.k@infotel.com.cy; george.p@infotel.com.cy Poland FOR EVER Sp. z.o.o. Ul. Frankciska Kawy 44 PL- 01-496 Warszawa Tel.: 0048.22.638.9782 Fax: 0048. 22.638.9786 Email: office@for-ever.com.pl Bulgaria PROSOFT 6. Al Jendov Str. BG-1113 Sofia Tel.: 00359.2.730.231 Fax: 00359.2.9711049 Email: Prosoft@internet-BG.BG Romania MB Distribution S.R. L. 162, Barbu Vacarescu Blvd.
Tel.: 0040.1.2300314 Fax: 0040.1.2300313 Email: office@mbd-epson.ro Estonia Kulbert Ltd. Saeveski 2 EE-0012 Tallinn Tel.: 00372.6.722299 Fax: 00372-6-722349 CHS Eesti AS Pärnu mnt. 142a EE-11317 Tallinn Tel.: (372)6504900 Fax.: (372)650 4916 www.chs.ee Latvia Sim.S.S Jsc Basteja boulv. 14 LV-1602 Riga Tel.: 00371.7.280380 Fax: 00371.7.
Email: KVV@Simss.lanet.LV Soft-Tronik Riga Ltd. Terbatas 78 LV-1001 Riga Tel.: 00317.2.292943 Fax: 00317.7.310169 Email: info@soft-tronik.lv CHS Riga Kalnciema 12a LV-1084 Riga Tel.: (371) 7602051 Tel.: (371) 7613887 Lithuania Baltic Amadeus Akademijos 4 LT-2600 Vilnius Tel.: 00370.2.729913 Fax: 00370.2.729909 Email: Viktoras@Ktl.mii.LT Intac Ltd.
LT-2600 Vilnius Tel.: 00370.2.223623 Fax: 00370.2.223620 Email: info@intac.lt www.intac.lt Israel Warranty & Support 04 8 560 380 www.epson.com Middle East Warranty & Support + 971 (0) 4 352 44 88 or 351 77 77 www.epson.com Email Warranty & Support: www.epson-support@compubase.co.ae South Africa Warranty & Support (011) 444 8278 / 91 or 0800 600 578 For details of EPSON Express centres and Service Repair centres http://www.epson.co.za/support/index.
(011) 262 9200 or 0800 00 5956 www.epson.co.za/ Bosnia Herzgovina RECOS d.o.o. Vilsonovo setaliste 10 71000 Sarajevo Tel.: 00387 33 657 389 Fax: 00387 33 659 461 E-mail: recos@bih.net.ba oppure edin@recos.ba Argentina EPSON ARGENTINA S.A. Avenida Belgrano 964/970 (1092), Buenos Aires Tel.: (54 11) 4346-0300 Fax: (54 11) 4346-0333 www.epson.com.ar Brazil EPSON DO BRASIL LTDA. Av.
Tel.: (55 11) 7296-6100 Fax: (55 11) 7295-5624 www.epson.com.br Chile EPSON CHILE, S.A. La Concepción 322 Providencia, Santiago Tel.: (56 2) 236-2453 Fax: (56 2) 236-6524 www.epson.cl Colombia EPSON COLOMBIA, LTDA. Diagonal 109 No. 15-49 Bogotá, Colombia Tel.: (57 1) 523-5000 Fax: (57 1) 523-4180 www.epson.com.co Costa Rica EPSON COSTA RICA, S.
Tel.: (50 6) 296-6222 Fax: (50 6) 296-6046 www.epsoncr.com Mexico EPSON MÉXICO, S.A. de C.V. Av. Sonora #150 México, 06100, DF Tel.: (52 5) 211-1736 Fax: (52 5) 533-1177 www.epson.com.mx Peru EPSON PERÚ, S.A. Av. Del Parque Sur #400 San Isidro, Lima, Perú Tel.: (51 1) 224-2336 Fax: (51 1) 476-4049 www.epson.com Venezuela EPSON VENEZUELA, S.A.
Tel.: (58 2) 240-1111 Fax: (58 2) 240-1128 www.epson.com.ve USA (Latin America) EPSON LATIN AMERICA 6303 Blue Lagoon Dr., Ste. 390 Miami, FL 33126 Tel.: (1 305) 265-0092 Fax: (1 305) 265-0097 USA EPSON AMERICA, INC 3840 Kilroy Airport Way Long Beach, CA 90806 Tel.: (1 562) 981-3840 Fax: (1 562) 290-5051 www.epson.
Index A Advanced Photo, 161 Afdrukken in de achtergrond, 179 Afdrukkwaliteit (instelling) Macintosh, 162 Windows, 102 Afdruksnelheid, 126 Auto Cut Macintosh, 171 Windows, 111 Auto Rotate Macintosh, 170 Windows, 110 C Cartridges, 36, 215 ColorSync (instelling), 161 Configuratie-instellingen, 178 Contact opnemen met EPSON, 278 D Dialoogvenster voor de lay-out, 173 Dik papier, 206 DMA-overdracht, 129 Dubbele papierrolhouder, 189 E EPSON Monitor3, 180 EPSON Spool Manager, 121 EPSON StatusMonitor Macintosh, 1
G Geavanceerde instellingen Macintosh, 162 Windows, 101 H Houder papierrol plaatsen, 188 papierrol verwijderen, 190 plaatsen en verwijderen, 191 Hulp inroepen, 278 Hulpprogramma Printer- en optie-informatie Macintosh, 174 Windows, 114, 116 Printkop reinigen Macintosh, 174 Windows, 114 Printkop uitlijnen Macintosh, 174 Windows, 114 Speed & Progress Gebruiken, 128 spuitkanaaltjes controleren Macintosh, 174 Windows, 113 Hulpprogramma’s openen Macintosh, 175 Windows, 115 I ICM (instelling), 100 Informatie ove
Instelling bij Media Type Macintosh, 156 Windows, 96 Interfacekaarten, 35 K Knoppen, 50 L Lampjes, 52 Losse vellen papier gebruiken, 201 type afdrukmateriaal, 38 M Modus Automatic Macintosh, 160 Windows, 99 Modus Custom Macintosh, 160 Windows, 100 N No Margins Macintosh, 167 Windows, 107 O Onderhoudscassette, 232 Onderhoudsmodus, 83 On line-Help Macintosh, 176 Windows, 119 Opties, 33 Orientation Macintosh, 166 Windows, 107 313
P Paginascheiding, 201 Macintosh, 171 Windows, 111 Paper Thickness, 78 Papieropvang, 209 Papierrol laden, 194 type afdrukmateriaal, 38 Papierrolklem, 198 Papierrol laden, 194 PhotoEnhance (instellingen) Macintosh, 164 Windows, 104 Poortconfiguratie, 132 Printable Area, 18 Macintosh, 166 Windows, 107 Printerdriver Macintosh, 156 Windows, 96 Printerhulpprogramma's Macintosh, 173 Windows, 113 Printersoftware updaten, 149 verwijderen (alleen Windows), 150 Printer vervoeren, 235 Printkop reinigen, 50 Macintosh,
R Resolutie, 17 Roll width, 111 Rolpapier besparen Macintosh, 172 Windows, 112 S Schoonmaken printer, 233 printkop Macintosh, 174 Windows, 114 SelecType gebruik, 58 instellingen, procedure, 61 SelecType-menu’s papierinstellingen, 70 printerinstelling, 63, 63 printerstatus, 63, 68 printkop uitlijnen, 73 snijmechanisme vervangen, 73 Snijmechanisme vervangen, 228 Speciaal afdrukmateriaal van EPSON, 38, 187 Specificaties afdrukgebied, 18 cartridges, 26 elektrische, 20 initialisatie, 22 interface, 30 mechanisch
T Tabblad Main, 99 Technische ondersteuning, 278 Text/Graph (instelling) Macintosh, 161 Windows, 100 U Utility Speed & Progress, 117 V Verbruiksmaterialen, 35 Verkleinen/vergroten (instelling), 112 Vervangen Onderhoudscassette, 232 Zwarte cartridges, 219 Vervangen van de zwarte inkt, 219 Voortgangsbalk, 120 316